Nachtgasten is bungeejumping voor acteurs Het is de nachtmerrie van iedere acteur. Je staat op het podium. Alle ogen zijn op je gericht. Je tegenspeler spreekt en kijkt je daarna verwachtingsvol aan. Het is jouw beurt. Alleen heb jij geen idee wat je tekst is. “Dé nachtmerrie van iedere acteur.” Benadrukt acteur Yorick Zwart. “En wij gaan ‘m eigenlijk iedere voorstelling aan.” Met ‘wij’ doelt Zwart op hemzelf en collega-acteurs Jef Hoogmartens, Niels Croiset en Koen Wouterse, ofwel Nachtgasten, een theatergezelschap dat improviseren in het theater naar een hoger plan heeft getild dan Nederland daarvoor kende. De Nachtgasten zijn geen Lama’s die met korte sketches de lachers op de hand proberen te krijgen. En ze gaan in hun voorstellingen verder dan het programma De vloer op. Croiset: “Het is geen theateroefening. Het is een echte voorstelling.” Nachtgasten dankt z’n bestaan dankzij een overdosis geile wijven op tv. Zwart: “Een paar jaar terug speelden we samen bij het Noord Nederlands Theater. Alle vier kwamen we regelmatig na een voorstelling laat thuis en alle vier ergerden we ons dan aan het feit dat er op dat tijdstip alleen maar geile wijven op tv waren. Wij vonden dat dit beter kon en zouden zelf weleens nachttelevisie gaan maken.” Dus nam het viertal een twee uur durende show op, met interviews en sketches. Zwart: “En het was abominabel slecht! Na een kwartier band terugkijken, hebben we ‘m uitgezet. Verbrand dat ding!” Desondanks bleef het idee om iets met z’n vieren te doen bij de acteurs hangen. Wouterse: “Als theateracteur ben je eigenlijk altijd aan het wachten op die ene leuke rol of dat ene goede stuk. Maar met gemiddeld twee of drie stukken in één seizoen, is de kans best groot dat je een heel seizoen lang niet de rollen speelt die je wilt spelen. Wij wilden een plek creëren waar we, wanneer we maar wilden, alles konden spelen en met iedereen konden werken.” Het duurde desondanks even voordat het Nachtgasten-concept zoals het nu is, vorm kreeg. Niet in de laatste plaats vanwege een pokerset die de vier acteurs op hun ‘we moeten iets doen, maar wat?’-brainstormavondjes meestal niet konden weerstaan. Maar uiteindelijk besloten ze samen een improvisatie te spelen, vergelijkbaar met een opdracht die ze kenden van de toneelschool in Arnhem. Croiset: “Koen had voor die eerste keer het algemene verhaal geschreven en wij drieën speelden. Naast Koen hadden we één man publiek. Iedereen was strontnerveus. Gaan we dit echt doen, wíllen we dit echt doen? Ik was als de dood dat ik het zou verpesten en mijn collega-acteurs er achter zouden komen dat ik helemaal niet kán improviseren.” Ondanks de zenuwen, improviseerden de drie bijna drie uur lang. En de try-out beviel zo goed dat er nog een kwam, en nog een, en daarna nog een. Als een lopend vuurtje ging het spannende spel dat de Nachtgasten aan het spelen waren ondertussen rond in toneelspelend en –minnend Amsterdam. Andere acteurs wilden ook een keer meedoen, publiek wilde komen kijken. In een oud industriepand in Amsterdam Oost werd eind 2009 een try-outweek georganiseerd. Het was voor het eerst dat ze publiek om entree moesten vragen, maar ook dat werkte. Het was een succes. Na die week hadden de Nachtgasten een tweewekelijkse avond in het Rozentheater op zak en was de wachtlijst voor gastacteurs verdubbeld. Momenteel telt die wachtlijst 800 namen. Acteurs, jong en oud, bekend of beginnend, van serieuze theaterspelers tot soapies, allemaal willen ze meedoen. “Zodra ze over hun eerste twijfel heen zijn”, voegt Wouterse toe. “Van de 200 mensen die nu meegedaan hebben als gastacteur, denk ik dat er slechts twee meteen enthousiast reageerden toen ik belde. Iedereen begint altijd eerst te hakkelen. Ook de grote namen, juist de groten namen. Zij zijn als de dood dat ze nu dan toch door de mand gaan vallen.” Maar vrijwel alle 198 twijfelaars die, dankzij de overredingskracht van Wouterse, het Nachtgasten-podium durfden te beklimmen, konden daarna niet wachten om nog een keer mee te doen. Het succes van het concept bij zowel acteurs als publiek – Nachtgasten is al tot eind mei 2012 veelvuldig geboekt door theaters in het hele land – verklaren de vier met een simpele ‘omdat het gewoon heel erg leuk is’. Croiset: “We noemen het weleens bungeejumping voor acteurs: Je springt met z’n allen de diepte in. En dat schept een band.” Hij noemt als voorbeeld de keer dat Nachtgast Hoogmartens met Hajo Bruins speelde. “Ze begonnen die middag met een handdruk en een hallo en aan het einde van de avond namen ze afscheid met een innige omhelzing en de belofte elkaar snel weer te zien.” Wouterse: “Na twee uur heb je echt het gevoel dat je familie bent van mensen die je daarvoor nog niet kende. Het verbroedert enorm dat je iets met elkaar doet dat zo spannend is.” En dat ervaren niet alleen de acteurs, ook het publiek voelt hoe spannend het is. Zwart: “Als toeschouwer krijg je een inkijkje in hoe acteren werkt. Het publiek hoort tegelijkertijd met de spelers de zeven regels van Nachtgasten en het verhaal waarop de improvisatie gebaseerd moet worden, dus weten ze alles. Zelfs meer dan de acteurs zelf, want die moeten tijdens de uitleg van de individuele verhalen van het podium af. En omdat je als toeschouwer dus eigenlijk het einde al kent, ben je niet bezig met hoe het plot zich ontrolt, maar focus je op hoe de acteurs het doen en welke keuzes ze maken.” Wouterse: “Ik weet nog een keer dat ik meespeelde en een van mijn tegenspelers uitriep dat hij vreemdging met mijn vriendin. Terwijl hij het zei, voelde ik het publiek ongemakkelijk worden en wist ik dat het niet de bedoeling was dat mijn tegenspeler dit op tafel gooide.” En dat was het ook niet. Croiset: “Hij bracht met die uitspraak een groter probleem in dan überhaupt in het verhaal voorkwam. Iets waardoor het stuk eigenlijk direct uitgespeeld was.” De drie Nachtgasten die op dat moment niet meespeelden, zaten achter de regietafel met de handen in het haar van de stress. Croiset: “Wat bleek? Het publiek had precies hetzelfde doorgemaakt. Ook zij zagen wat er misging en vonden het juist hartstikke spannend.” En daardoor mislukt een avond eigenlijk nooit. Want zelfs al mislukt de improvisatie, juist dan is er genoeg stof om over te praten na een voorstelling. En dankzij de ongeschreven achtste regel van Nachtgasten, ‘blijf als publiek hangen na de voorstelling’, gebeurt dit veelvuldig. Wouterse: “Laatst nog, zaten we tot drie uur ‘s nachts met onze gastacteurs en dertig man publiek in een of andere nachtkroeg in een vreemde stad na te praten. Dat is bijna net zo leuk als de improvisatie zelf.”