Inleiding Literatuurwetenschap Week two De cultuur van de Grieken en de Romeinen is en was erg belangrijk voor de Moderne literatuur. In de Oudheid maakt men een begin met de discussie van de waarden van literatuur. De moderne literatuur is vaak nog steeds gebaseerd op de vroegere termen. Genres zijn in de loop van de tijd ontwikkeld. De oudheid wordt ingedeeld in vier periodes: Archaïsch 800-400 v. Chr. Klassiek 500-300 v. Chr. Hellenistisch 500 – 100 v. Chr. Romeins 100 v Chr. – 400 n Chr. (onderstreepte schrijvers schreven in het Latijn) Die genres gaan over van de Grieken naar de Romeinen naar de Renaissance en dan naar de Moderne tijd. Genres wekken verwachtingen op bij lezers. Auteurs spelen met die verwachting. Een schrijver zit gevangen in een genre, maar hij kan ook spelen met de conventies van het genre. Dit leidt tot de verandering van genres. In een epos heb je een verteller, in lyriek heb je een ‘ikverteller’, in de tragedie en de komedie heb je geen verteller van buiten, alleen personages. Twee belangrijke ontwikkelingen in genres: - Overgang oraal naar geschreven Verschillende soorten oraliteit Mondeling voorgedragen (genre primair bedoeld is om mondeling op te voeren) Mondeling overgeleverd Mondeling gecomponeerd (meest extreme vorm van oraliteit) Filosofie en Proza beginnen in de Archaïsche tijd. Door vroege filosofen gebruiken proza om hun gedachten te uiten. Het wordt steeds literairer. In de Romeinse tijd ontstaat de Roman. Literatuur- en poëticageschiedenis Iedere cultuuropvatting is tijdgebonden en cultuurbepaald Poëticale geschriften De overeenkomsten in uitvoering van de tragedie te aanschouwen personages altijd hooggeplaatst. In de tragedies staan complexe personages centraal. Poëtica is – concreet een geschrift over literatuur – abstract een geheel van opvattingen over literatuur – poëtica en retorica (leer van het overtuigend spreken) de didactische context van gedragssturende teksten. Performatieve teksten, effect van taal, door het gebruik van taal kun je mensen anders laten denken en anders laten gedragen. Wat doet een tragedie met de mens? Plato (de republiek) Kunst als mimesis De idealistische filosofie Kunst en waarheid - In het boek spreekt Plato over de ideale samenleving. Nabootsing van de werkelijkheid. Wat wij waarnemen is een afgeleide van de ‘echte’ wereld, idee tafel Literatuur is een afspiegeling van metafysische wereld liegen. Het leidt niet naar de waarheid toe, het leidt ervan af. Kunstenaar leidt de toeschouwer weg van de waarheid. Effect is een evenwichtsstoring. Niet alleen voor de persoon maar ook voor de staat. Aristoteles Kunst als mimesis (nabootsing) De heilzame werking van de tragedie (verschil met Plato) Wat gebeurt er met de toeschouwer van de tragedie? Bij een goede tragedie, zal de toeschouwer zich identificeren met de hoofdpersoon. De problemen die worden uitgedeeld, zal die op zichzelf betrekken. Je raakt in balans, problemen kunnen worden opgelost door tragedies De conceptuele wereld (De conceptuele werkelijkheid die samenhang vertoont, ‘alsof wereld’) Samenhang Katharsis (gewenste effect van de tragedie, herstel van de balans) Nabootsing / compositie / werking / emoties Toeschouwer wordt bang, krijgt medelijden met de personages. Zuivering van angst en medelijden (vanaf komen, medelijden is een kwaadaardige emotie) Hij is de eerste literatuurwetenschapper, op een systematische manier nadenken over literatuur, vorm en techniek. Literatuur is een kunst. Aristoteles schrijft niks voor, hij beschrijft de poëtica. Zoeklicht op de tragedie. Genre: De tragedie Hoe keek men naar tragedies? De ontwikkeling van de heropvoering van de Griekse tragedie. Er is een verschil tussen de manier waarop wij naar tragedies kijken en hoe de mensen in de oudheid dat deden. In de Oudheid: onderdeel van een religieus festival (God Dionysisch). Reiniging van een religieuze smet. Alleen tijdens dat festival kon men tragedies zien, anders niet (vier dagen in het jaar) Naast het religieuze element, was de tragedie een enorm groot sociaal en maatschappelijk gebeuren. Een kwart van de mannelijke bevolking was aanwezig, de aanwezigheid van vrouwen is onzeker. Het was niet de bedoeling dat ze aanwezig waren, maar als ze er toch waren was dat niet zo erg (gedoogbeleid). Je kreeg een premie als mannelijke burger als je naar de tragedie ging kijken, een soort uitkering voor de dag dat je niet kon werken. Athene had een groot rijk, verplichtingen, op het toneel stonden alle opbrengsten van het jaar. Er werden proclamaties gehouden, mensen die gedienstig waren geweest voor de staat, mochten op het toneel komen en werden geprezen. Kinderen van gedode mannen kregen een uitkering, op hun 18e krijgen ze wapens. Het is een patriottisch gebeuren. Alle vrouwen op het toneel werden gespeeld door mannen. Oproepen van burgers om kritisch na te denken. Opbouw Euripides´ Elektra Zoon van Zeus, uitnodigen van Goden. Hij testte de Goden door zijn zoon in stukjes te snijden en in de goulash te verwerken. De Goden hebben dat door en hij wordt in de Onderwereld gezet. Pelos wordt weer tot leven gebracht en verlaat het ouderlijk huis. Hij gaat naar een eiland, wint een vrouw voor zich, hij vervloekt zijn nageslacht. Hij krijgt twee kinderen die vechten over wie er koning mag zijn. Tantalos \ \ Pelops Atreus Menelaos Hedena Thyesters Agamemnon Agisthos Klytainmestra Elektra – Orestes – Ifgenia Het begint met een proloog. Ik ben van goede komaf maar ik ben arm geworden. Die boer heeft een hele belangrijke rol. Eenheid van tijd: de hele handeling speelt zich af in een etmaal. De boer informeert over een belangrijk deel van de voorgeschiedenis. Het koor bevindt zich op hetzelfde niveau als de rollen. Eerste koorlied wordt door jonge vrouwen gezongen, de tekst is veel complexer dan de personageteksten. Trojaanse oorlog (mythische voorgeschiedenis) De bron van alle ellende. Thematisch hangen de koorliederen samen met wat er in de aktes staan. Derde akte: het is zeker niet de bedoeling dat je moord op het toneel toont, wel gehoord. Er komt een bode die vertelt hoe die moord in zijn werk is gegaan. Ze informeren ons wat er op een bepaald moment gebeurd is. De rol van het vrouwenkoor: het begroet Klytaimnestra: respectvol binnengehaald. Vierde akte: ze gedraagt zich mannelijk. De schuld wordt voortdurend doorgeschoven. De vraag wie er gelijk heeft? Wie er schuld heeft? Wat is de mening van het koor? Hoe stabiel is dat koor? Wat voor rol speelt dat koor? Het koor is in het begin op de hand van Elektra, wreek je vader, daarna schuld. Het koor is niet zuiver. Dooddoener aan het eind. Het koor praat heel negatief over Klytainmestra en dat helpt om de toeschouwer te overtuigen dat het terecht is dat ze gedood wordt. De twijfel slaat toe. We hebben alleen maar over Klyt. Gehoord, nu laat ze haar eigen stem horen. Het koor zingt een lied over de moord op Ar. Tenslotte horen we de moord zelf. De kinderen, nadat ze de moord hebben gepleegd, koor slaat om. Elektra: zal ik wel een goede man vinden? Eerst pro moord dan tegen als toeschouwer effect laat zien dat je een daad plant, en op het moment dat je dat gedaan hebt, en daarna wordt je er opteruggekeken. Is dat een goede nabootsing van de werkelijkheid? Het theater Orchestra toneel Inleiding Literatuurwetenschappen Week three Oraliteit en schriftelijkheid Teksten worden mondeling geproduceerd en doorgegeven. In de Late Middeleeuwen wordt er meer schrift gebruikt, vooral in de 12e eeuw. Bij oraliteit: belang van geheugen, vertelkunst. Traditie van verhalen worden in een nieuwe vorm verteld. Literatuur is een performatieve kunst. Latijn en volkstalen: twee systemen Geschriften zijn in het Latijn, maar ook in volkstalen. Wat kon de dichter? Het schrijven in de volkstaal had gevolgen en was een duidelijke keuze. Latijn was de taal van de internationale wetenschap. Wie koos voor de volkstaal bereikte een deels ander type publiek (lokaal). Culturele bronnen: antieke oudheid en christelijke geloofsleer Komen samen in het epos. Literatuur lijdt niet naar de waarheid. Jan van Boendale: - de dichter moet de waarheid spreken - de dichter moet een voorbeeldig leven leiden: naar wetten leven en goed openbaar gedrag - de dichter moet grammaticus zijn Gebonden met Aristoteles Opvattingen over literatuur zijn verbonden met opvattingen over hoe te denken en hoe te gedragen. Ideologisch, maatschappelijk belang. Dante Alighieri Het onderwerp vraagt een bepaald genre en stijl. Er zijn verschillende stijlen: Hoge stijl / middenregister / lage stijl gebaseerd op het onderwerp waar je over schrijft. Het doel is niet belangrijk in tegenstelling tot de keuze voor taal. Hij is één van de eerste grootste schrijvers die afgebeeld werd. Het begin van het belangrijkste gedicht van de Middeleeuwen. Het is een soort pelgrimsverhaal. De tocht naar Santiago om oog in oog te staan met God. Het snijpunt tussen de klassieke oudheid en christelijk geloof. Een mensenleven duurt zeventig jaar. In 1300 was er een jubeljaar: als je in een jubeljaar naar Rome ging waren al je zonden vergeven in ging je naar de hemel. Dit was ingesteld om nog meer vergeving van je zonden te geven, maar het was gunstig voor de stad en de kerk om het geld wat uitgegeven werd ontvangen. Dante gebruikt de Latijnse vertaling van de Bijbel. In de Middeleeuwen was de Bijbel in het Hebreeuws geschreven en deze week af van de Bijbel die we nu kennen. Dante gebruikte citaten uit de Bijbel, het was geen plagiaat maar juist aanbevolen. De lezer weet vanaf het begin meteen wat Dante wil. Dante was zijn hele leven verliefd op Beatrice. Ouders waren het er niet mee eens. Economische situatie van de familie gaat boven de liefde. Beatrice is de onbereikbare vrouw. Ze stierf jong en hij heeft daarop zijn Vita Nuova geschreven. Begin en opkomst sonnet. Veel van zijn werk is geschreven in het Latijn. Bestuur: grote spanningen en tegenstellingen in cultuur. Dante reist heel Italië af. Hoe zit het werk in elkaar? Het is een lang gedicht, een boek van bijna 800 pagina’s verdeelt in drie onderdelen. Naakte mensen die het diepe ingaan de hel (34 canto) Midden vagevuur (33) Rechts Florence / paradijs (33) Comedia: de goddelijke komedie Coupletjes van drie regels Strikte structuur Goede Vrijdag was met Pasen het belangrijkste feest. Voor Dante begint dan de reis door de hel. Vergilius (grote schrijver) geboren voor Christus is geen christen en kan nooit in de hemel komen. Dante had een andere gids nodig voor het laatste deel van zijn reis. De aanwezigheid van god is alleen voor de allerhoogste. Drie verschillende gidsen maar het valt niet helemaal samen. Getalstructuur Belang aan autoriteit: Bernardus was de grootste autoriteit In volkstaal geschreven: zoiets met deze omvang kan in het Italiaans Beeldspraak niet rechttoe rechtaan zeggen wat ie wil zeggen Eerste en grootste werk in de Italiaanse taal Filosofische laag: wat kan wel en niet in taal? 1,5,26 hel 33 paradijs Aan het einde komt ie vlakbij God SUMMA samenvatting van alle kennis Men moest geleerd zijn om dit werk te begrijpen Als Aristoteles en de Bijbel tegenstrijdig met elkaar warren, wist de Middeleeuwen er wel een verklaring voor te vinden. Francisca wordt uitgehuwelijkt met Paolo 5e Canto INLEIDING LITERATUURWETENSCHAPPEN De Verlichting Montesqieu vond de rede het belangrijkste kritisch nadenken WEEK FIVE Aanhangers van de kerk en de koning vonden Montesqieu beledigend. Een aantal dingen zijn onrechtvaardig in de samenleving: verdeling van geld en macht. Geen religie uit het verleden maar een systeem van normen en waarden Het idee dat er kritiek geleverd mag worden. Immanuel Kant: Was ist Aufklaring? Verlichting is het bevrijden van de mens van onmondigheid. Het onvermogen het verstand te gebruiken. Gebrek aan moed en wilskracht. Wetenschap: - Rationalisme en empirie, vooruitgangsdenken - Verzet tegen absolutisme, liberalisme, democratie - Ontdekkingsreizen contact met andere culturen, kolonialisme - Kritiek op de kerk streven naar vrijheid van geloof en meningsuiting Literatuur - Tijdschriften,cafés ……… Montesqieu denkt veel na over de politiek en de inrichting van de samenleving, ook omdat hij reist en onderzoek doet naar verschillende staatsvormen. Hij gelooft dat er een God is die aan het begin van de mensheid staat, maar hij is kritisch naar het dogmatische denken van de Kerk. Perzische brieven Anoniem gepubliceerd, Montesqieu brengt het alsof hij die brieven gevonden heeft. Uitgegeven in Amsterdam, vertaald uit het Perzisch. Thema’s: politiek, vrouwen, echtgenoot pleegt zelfmoord, onderdrukking Briefroman (in de mode in de 18e eeuw) - Polyfonie twee of meer personages schriftelijk in dialoog (verschillende subjectieve visies op de werkelijkheid laten zien) - Filosofische reflectie handelingen, actie, introvert Oriëntalisme: Perzische blik op Frankrijk - afschildering van oosterlingen in Frankrijk, interesse in het oosten - Cultuurrelativisme - Verkapte maatschappijkritiek Reader brief 24: Teruggaan naar de klassieken Opkomst van de middle class Organiseren van kennis