Powerpoints

advertisement
Hoofdstuk 1
van EGKS tot EU
Alle verdragen, dus ook het verdrag tot oprichting van de
EG, komen op intergouvernementele wijze tot stand.
Gevolgen:
• Een verdrag kan niet tegen de wil van land X van
toepassing zijn in land X.
• Een (intergouvernementeel) verdrag is van
toepassing in land X, als regering en parlement van
land X dit verdrag hebben goedgekeurd.
(2/17)
Via een intergouvernementeel verdrag kunnen de
volgende organisaties worden opgericht:
• Een intergouvernementele organisatie
(bijvoorbeeld OECD, WTO en Verenigde Naties)
• Een supranationale organisatie (bijvoorbeeld EG)
(3/17)
Europese (intergouvernementele) samenwerking:
• 1948: OEEC (Organisation for European Economic Cooperation). Sinds 1961 de OECD (Organisation for
Economic Co-operation and Development).
• 1949: Raad van Europa. Meest succesvolle activiteit: het
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden.
(4/17)
Europese (supranationale) samenwerking:
• 1950: EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal) Doel: een gemeenschappelijke markt voor kolen
en staal tot stand brengen.
• 1957: EEG (Europese Economische Gemeenschap)
Doel: een gemeenschappelijke markt die alle
economische activiteiten omvat tot stand brengen.
• 1957: EGA (Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie) of Euratom. Doel: een gemeenschappelijke markt voor (vreedzaam toepasbare)
nucleaire producten tot stand brengen.
(5/17)
De in 1958 in werking getreden EEG (thans: EG) is een
supranationale organisatie. Deze EG heeft een zestal
kenmerken:
1. Het is een organisatie die boven de lidstaten staat
en daarom onafhankelijk van de lidstaten zijn
doelstellingen kan verwezenlijken.
2. De EG kan als een soort federale staat
functioneren, met name op economisch gebied.
3. Een belangrijke taak van de EG is het tot stand
brengen van een interne markt.
(6/17)
4. Voor bepaalde sectoren op de interne markt
gelden – gedeeltelijk – afwijkende regels.
Bijvoorbeeld de markt voor (vreedzame toepasbare)
nucleaire producten en de markt voor
landbouwproducten.
5. De EG beschikt over instellingen, waarover ook
federale staten (zoals de USA) beschikken.
6. Deze instellingen zijn: Europees Parlement, Raad,
Commissie en Hof van Justitie.
Conclusie: De supranationale EG is meer vergelijkbaar
met een federale staat (zoals de USA), dan met een
intergouvernementele organisatie (zoals de OECD of de
WTO).
(7/17)
Verdragen tot wijziging van de bestaande verdragen:
• Het Verdrag met de naam ‘De Europese Akte’
(1986)
• Het Verdrag van Maastricht (1992)
• Het Verdrag van Amsterdam (1997)
• Het Verdrag van Nice (2001)
• Het Verdrag met de naam ‘Grondwet voor Europa’
(2004)
(8/17)
Het Verdrag met de naam ‘De Europese Akte’:
• Nieuwe datum voor totstandbrenging interne markt: 31
december 1992
• Verbetering van de bevoegdheden van het Europees
Parlement
Het Verdrag van Maastricht:
• Instelling van een burgerschap van de Unie (zie artikel 18
van het EG-verdrag)
• Verplichting een Europese Economische Unie (EMU) tot
stand te brengen (zie artikel 2 van het EG-verdrag).
• Uitbreiding van de activiteiten van de EEG tot nieteconomische aangelegenheden
• Verbetering van de bevoegdheden van het Europees
Parlement
Het Verdrag van Maastricht wijzigt niet alleen de bestaande
verdragen, maar het richt ook de Europese Unie op.
(9/17)
Het Verdrag van Amsterdam:
• Verbetering van de bevoegdheden van het Europees
Parlement
• Vermelding van de mensenrechten in het EU verdrag
• Omnummering van de artikelen in alle bestaande
verdragen
Het Verdrag van Nice:
• Verbetering van de bevoegdheden van het Europees
Parlement
• Verbeteringen in het functioneren van de Raad en de
Commissie (in verband met de verwachte toetreding van
10 nieuwe lidstaten)
Het Verdrag met de naam ‘Grondwet voor Europa’:
• Belangrijke verbeteringen, in het bijzonder met
betrekking tot het functioneren van de Raad in een
organisatie die inmiddels 25 lidstaten omvat.
(10/17)
Verdragen kunnen alleen op intergouvernementele wijze
tot stand komen. Dus ook verdragen tot wijziging van de
bestaande verdragen.
Het Nederlandse parlement heeft geweigerd de Europese
grondwet goed te keuren, omdat een groot deel van de
Nederlandse bevolking in een referendum tegen deze
grondwet gestemd heeft.
Dit betekent dat:
De Europese grondwet niet van kracht kan worden
zolang het Nederlandse parlement weigert deze
grondwet goed te keuren.
(11/17)
De tempelstructuur van de Europese Unie in 2007:
(12/17)
Basis van de tempel:
De verdragen tot oprichting van de Europese
Gemeenschappen (EG en EGA) en van de Europese Unie
(EU).
Supranationale EG zuil:
Binnen deze zuil vinden de activiteiten van de Europese
Gemeenschappen plaats.
• Taak van de EG is (na Maastricht) niet alleen het
verwezenlijken van een interne markt, maar ook het
verwezenlijken van een Economische Monetaire Unie
(EMU).
• De EG heeft (na Maastricht) niet alleen bevoegdheden op
economisch gebied, maar ook op talloze andere gebieden.
(13/17)
Intergouvernementele GBVB zuil:
Deze zuil omvat activiteiten op het gebied van
gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid.
Intergouvernementele PJSS zuil:
Deze zuil omvat activiteiten op het gebied van
politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.
Dak van de tempel:
Het dak symboliseert de Europese Unie (EU): de
organisatie waarbinnen de activiteiten van de zuilen
plaatsvinden.
(14/17)
Lidstaten van de Europese Unie (1)
De oprichtende staten (1958):
België
Duitsland
Frankrijk
Italië
Luxemburg
Nederland
Toetreding in 1973:
Denemarken
Ierland
Verenigd Koninkrijk
(15/17)
Lidstaten van de Europese Unie (2)
Toetreding in 1981:
Griekenland
Toetreding in 1986:
Spanje
Portugal
Toetreding in 1995:
Finland
Oostenrijk
Zweden
(16/17)
Lidstaten van de Europese Unie (3)
Toetreding in 2004:
Cyprus
Estland
Hongarije
Letland
Litouwen
Malta
Polen
Slovenië
Slowakije
Tsjechië
Toetreding in 2007:
Bulgarije
Roemenië
(17/17)
Download