ontwikkeling implementatiestrat

advertisement
Inhoudsopgave
pagina
2
Voorwoord
DEEL 1 Stand van zaken en toekomstperspectieven
Inleiding
Werkwijze
Indeling verslag
3
4
5
5
I
Technologische vernieuwingen: mogelijke toepassingen en
betekenissen voor de thuiszorg
Inleiding
Technologische ontwikkelingen
Mogelijke toepassingen thuis
Mogelijke betekenissen voor de thuiszorg
6
Technologische vernieuwingen: feitelijke toepassingen in de
thuiszorg
Inleiding
Feitelijke toepassingen thuis
Motieven toepassingen thuiszorgtechnologie
Beleid toepassing thuiszorgtechnologie
Effecten toepassing thuiszorgtechnologie
10
III
Randvoorwaarden voor technologische toepassing: de theorie
Inleiding
Bepalende factoren
Gefaseerde aanpak
15
15
15
16
IV
Randvoorwaarden voor technologische toepassing: de praktijk
Inleiding
Weten
Willen
Kunnen
17
17
17
19
20
Samenvatting
Technologische vernieuwingen: kansen en betekenis
Technologische vernieuwingen: randvoorwaarden
23
23
24
Conclusies
26
II
DEEL 2 Kansen benut
Inleiding
Werkplan 1998
6
6
7
9
10
10
13
13
14
27
28
28
1
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Voorwoord
Via de lijn van het onderzoeks- en ontwikkelingswerk zet de Stichting Onderzoek en
Ontwikkeling Maatschappelijke gezondheidszorg (STOOM) zich in voor de
versterking en vernieuwing van het zorgaanbod van de thuiszorg. Eén van de
speerpunten vormt daarbij de ontwikkeling van de thuiszorgtechnologie.
De technologie baant zich een weg in de thuiszorg. Bestaande technologische
mogelijkheden worden steeds meer toepasbaar gemaakt voor de thuiszorg en
speciaal voor de thuiszorg worden nieuwe technieken ontwikkeld.
Gesteld kan worden dat de thuiszorg een vruchtbare bodem biedt voor
technologische vernieuwing en dat de fase van ontwikkeling en 'early adoption' met
succes doorlopen wordt. De tijd is rijp om de aandacht te richten op het
adoptieproces in bredere kringen van de thuiszorg.
Alhoewel koplopers in het vernieuwingsproces zich veel gelegen laten liggen aan
het 'promoten' van de nieuwe technische verworvenheden blijken deze, ondanks
succesvolle en aansprekende praktijkvoorbeelden, niet automatisch in de breedte
te worden opgenomen in de praktijk van de zorgverlening. De innovaties zijn
daarvoor te complex en vaak wordt gesteld dat het proces van doorgeleiding en
diffusie speciale aansturing vergt.
Gezien de veelbelovende perspectieven van technologische vernieuwing wil
STOOM de ontvankelijkheid van de thuiszorg hiervoor versterken en een bijdrage
leveren aan het realiseren van de daarvoor benodigde voorwaarden.
Tegen deze achtergrond heeft STOOM het project 'Bevordering en
implementatie thuiszorgtechnologie' ingesteld. Voor de uitvoering van het
project is een samenwerkingsverband aangegaan met het KwaliteitsInstituut voor
Toegepaste ThuisZorgvernieuwing (KITTZ) wegens haar autoriteit op het gebied
van de ontwikkeling van thuiszorgtechnologie.
Het startpunt is gelegd bij een inventarisatie van feiten en kansen. Aan de hand
van schriftelijke bronnen en van interviews met innovatoren en
'thuiszorgtechnologen' heeft het KITTZ een momentopname gemaakt van de
mogelijkheden die de technologie de thuiszorg te bieden heeft en de mate waarin
en voorwaarden waaronder deze benut (kunnen) worden. De resultaten van deze
oriëntatiefase fungeren als opmaat tot fase 2 van het project, welke in het teken
staat van het benutten van kansen.
Met de thuiszorginstellingen als motor en richtingaanwijzer wil STOOM in deze fase
samen met het KITTZ bouwstenen aandragen voor de verdergaande
technologische vernieuwing van de thuiszorg.
Het voorliggend rapport voert u langs de huidige praktijk en de
toekomstperspectieven van de thuiszorgtechnologie.
In deel 1 'Stand van zaken en toekomstperspectieven' doet het KITTZ verslag van
de resultaten van het verkennend onderzoek. Deel 2 'De kansen benut' introduceert
de activiteiten die STOOM en het KITTZ voor de vervolgfase op stapel hebben
staan.
Met het uitbrengen van dit rapport hoopt STOOM een steentje bij te dragen aan de
profilering van het technologiebeleid van de thuiszorg en het stimuleren van de
inbedding van nieuwe mogelijkheden in de dagelijkse praktijk van de zorgverlening.
2
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Deel 1
Technologie in thuiszorg: stand van zaken en
toekomstperspectieven
verslag van een verkennend onderzoek
In opdracht van STOOM uitgevoerd door het KITTZ
3
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Inleiding
In opdracht van STOOM is een verkenning uitgevoerd over de stand van zaken
rond de doorwerking van technologische vernieuwing in het beleid en de
werkzaamheden van thuiszorgorganisaties. Er is een momentopname gemaakt van
de mogelijkheden die technologie in de thuiszorg te bieden heeft en de mate waarin
en voorwaarden waaronder deze benut (kunnen) worden.
Bij deze verkenning staan de volgende vragen centraal:
 Welke technologische vernieuwingen bieden goede kansen voor de zorg aan
huis?
 Wat is de mogelijke betekenis hiervan voor de thuiszorg?
 Welke informatie is hierover beschikbaar en hoe wordt deze verspreid?
 Welke factoren zijn (mede)bepalend voor grootscheepse toepassing?
Voor de overwegingen van wel/niet invoering van technologieën door thuis-zorgorganisaties komen de volgende vragen aan de orde:
 Hoe schat men het belang van nieuwe technologieën voor de thuiszorg in?
 Welke verwachtingen heeft men van de inzet van onderscheiden techno-logieën?
 In hoeverre is men op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen?
 Op welke wijze komt men aan de informatie hierover?
 Welke informatie heeft men nodig om tot afweging van toepassing te komen?
 Is deze informatie beschikbaar en waar zoekt men deze?
 Wat ziet men als belangrijkste belemmerende en bevorderende factoren?
Rond de ervaringen en voornemens van de thuiszorgorganisaties komen in de
verkenning de volgende vragen aan de orde:
 Heeft men ervaring met toepassing van thuiszorgtechnologie?
 Wat zijn de effecten voor de organisatie, positief en negatief.
 Wat zijn de effecten voor de patiënten/gebruikers?
 Welke technologieën is men voornemens op korte termijn in te voeren en welke
op de langere termijn?
 Vanuit welke richting komt de prikkel tot toepassing?
4
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Werkwijze
Om antwoord te geven op de hierboven gestelde vragen is gebruik gemaakt van de
volgende methoden:

Literatuurverkenning. In bijlage A is de geraadpleegde literatuur opgenomen.

Analyse van beschikbare gegevens van databanken en facilitaire bedrijven over
technologiegebruik in de thuiszorg, over de ervaringen hiermee en vragen
hierover.

Interviews met innovators, managers van thuiszorgorganisaties en projectcoördinatoren van thuiszorgorganisaties die belast zijn met de aansturing van
specifieke zorg/zorgvernieuwing/transmurale zorg. In bijlage B zijn de
geïnterviewde organisaties vermeld.
De thuiszorgorganisaties die zijn betrokken bij de interviews zijn door STOOM
voorgedragen. Deze organisaties hadden belangstelling voor dit project. Om een
goede spreiding over het land te bewerkstelligen met betrekking tot de
urbanisatiegraad is nog een tweetal organisaties uit de grote steden in de
randstad gevraagd te participeren.
Ook is spreiding nagestreefd over organisaties die een actief en gericht beleid
voeren en organisaties die geen specifiek beleid hebben bij het toepassen van
technologieën thuis.
Indeling verslag
In het eerste hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vragen: welke
technologische vernieuwingen bieden goede kansen voor de zorg aan huis en wat
is de mogelijke betekenis hiervan voor de thuiszorg?
In het tweede hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die thans
thuis worden uitgevoerd en de feitelijke betekenis van de toepassing van
technologie voor de thuiszorg. Aan de orde komen onder andere aspecten als: wat
zijn de motieven voor de toepassing, wat is het beleid op het gebied van de thuiszorgtechnologie en wat heeft de toepassing voor effect op de organisatie en
patiënten?
Het derde hoofdstuk gaat in op de randvoorwaarden voor toepassing van
thuiszorgtechnologie vanuit de theorie. Er wordt een 'ideaal-typisch' plaatje
geschetst op basis van literatuur, eigen ervaringen die het KITTZ heeft opgedaan
bij het implementeren van projectresultaten en discussies in groepen die bij
implementatie betrokken zijn. In hoofdstuk IV worden de randvoorwaarden voor
toepassing van thuiszorgtechnologie, vanuit de praktijkervaringen en inzichten van
thuiszorgorganisaties, beschreven.
Het verslag wordt afgesloten met een samenvatting en conclusies.
Deel 2 'De kansen benut' introduceert de activiteiten van STOOM en het KIITZ voor
1998.
5
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
I. Technologische
vernieuwingen: mogelijke
toepassingen en betekenissen
voor de thuiszorg
Inleiding
Het aanzicht en de inrichting van onze samenleving wordt in belangrijke mate
bepaald door technologie. Technologie is vaak de stuwende kracht achter
vernieuwing. In steeds meer producten wordt gebruik gemaakt van nieuwe
technologische ontwikkelingen. Soms leidt dat tot heel nieuwe producten, vaker
echter tot verbetering van bestaande producten. Producten worden over het
algemeen betrouwbaarder en makkelijker te hanteren, de gebruiks- mogelijkheden
nemen toe. Tegelijkertijd stellen deze producten andere eisen aan de gebruikers en
aan leveranciers van de diensten die het gebruik van de producten omringen.
Bij toepassing van producten met een hoog technologiegehalte in de thuiszorg is
het niet anders. Er kan steeds meer, het kan steeds beter en vaak ook steeds
makkelijker. Tegelijk stellen de nieuwe mogelijkheden specifieke eisen aan kennis
en vaardigheden van de gebruikers - dit zijn niet alleen hulpverleners en
thuiszorgorganisaties, maar ook de patiënt/mantelzorg - en op het gebied van de
informatievoorziening aan organisatie en logistiek. Aangezien zowel
thuiszorgorganisaties als hulpverleners vaak een schakel zijn in een breder proces
roept dit tegelijkertijd allerlei afstemmingsproblemen op. Vanuit deze optiek gezien
biedt grotere toepassing van technologie in de thuiszorg naast nieuwe kansen even
zo vele verstoringen van gevestigde werkwijzen, verhoudingen en belangen.
Technologie in de thuiszorg vraagt om het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe
werkwijzen en zorgvuldige afstemming.
Technologische ontwikkelingen
Voor de thuiszorg hebben een drietal ontwikkelingen de grootste doorwerking. Het
betreft de micro-elektronica, de materiaaltechnologie en de ontwikkeling van
geneesmiddelen.
Bij de micro-elektronica gaat het met name om ontwikkelingen op het gebied van
microprocessoren, sensoren, informatica en communicatie.
De toepassing van microprocessoren in een breed scala van apparaten maakt het
bijvoorbeeld mogelijk een infuuspomp met een nauwkeurige dosering, eenvoudig,
desgewenst op afstand, te programmeren.
Sensoren kunnen er voor zorgen dat de insulinespiegel in het bloed binnen
bepaalde grenswaarden blijft, of dat er een alarm afgaat wanneer de bloeddruk een
bepaalde grenswaarde overschrijdt. Ontwikkelingen op het terrein van
communicatie en informatica maken het steeds eenvoudiger om via telefoonlijn, de
kabel of chipcard op elk moment over alle gewenste en noodzakelijke informatie te
beschikken, waar we ons ook bevinden.
Ontwikkelingen op het terrein van de materiaaltechnologie maakt steeds
verdergaande miniaturisering mogelijk. Hierdoor worden apparaten kleiner, lichter
en makkelijker te transporteren of in te bouwen. Draagbare of implanteerbare
infuuspompen zijn hier een goed voorbeeld van. Maar ook makkelijk te
transporteren verpleegmaterialen worden hierdoor mogelijk.
6
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen wordt steeds meer gewerkt
volgens het step-down principe; vervang geneesmiddelen die alleen per infuus of
injectie gegeven kunnen worden door middelen die oraal, via de huid
(pijnbestrijding middels pleisters) of slijmvliezen toegediend kunnen worden.
Op het terrein van antibiotica en insulinetoediening zijn belangrijke doorbraken te
verwachten wanneer het mogelijk is dat antibiotica en insuline onveranderd de
darmwand kan passeren en vervolgens in het bloed wordt opgenomen. Dit kan
betekenen dat het injecteren van insuline en het toedienen van antibiotica middels
een infuus niet meer nodig is.
De doorwerking van deze ontwikkelingen maakt het mogelijk zowel diagnostiek als
behandelmethoden te vereenvoudigen met vaak als gevolg dat ze minder
belastend zijn voor de patiënten, minder zorg vragen en steeds vaker thuis kunnen
plaatsvinden.
Het merendeel van de geïnterviewde 'innovatoren' noemt de ontwikkelingen op het
terrein van de informatietechnologie en de verdergaande miniaturisering als de
belangrijkste voor toekomstige ontwikkelingen in de zorg.
Mogelijke toepassingen thuis
De hiervoor beschreven ontwikkelingen zullen van grote invloed zijn op zowel de
inhoud als organisatie van de thuiszorg:
 er komen patiëntencategorieën thuis in zorg, die voorheen in het ziekenhuis
behandeld werden;
 er komt nieuwe/onbekende apparatuur thuis;
 het vraagt van verpleegkundigen en patiënt/mantelzorg nieuwe vaardigheden en
kennis;
 het vereist andere logistieke en organisatorische randvoorwaarden.
Voor de thuiszorg is een vijftal belangrijke toepassingsgebieden te onderkennen
waarbij technologie een belangrijke rol speelt. Deze verkenning beperkt zich tot
technologie-toepassingen in de thuiszorg die nauw gerelateerd zijn aan de inhoud
en kwaliteit van het primaire proces. Ondersteunende processen, zoals
administratie, zijn niet in de verkenning betrokken.
7
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Behandeling
Technologie ten behoeve van behandeling is voor een groot gedeelte gericht op
toediening van medicijnen, voeding en zuurstof thuis en op ondersteuning van de
vitale lichaamsfuncties. Bij toediening gaat het onder meer om infuuspompen,
voedingspompen en zuurstofapparatuur. Bij ondersteuning van vitale
lichaamsfuncties gaat het om dialyse- en beademingsapparatuur en pacemakers.
Toepassing van deze technologieën thuis maakt in hoge mate substitutie van
ziekenhuiszorg naar thuis mogelijk en vormt in veel gevallen een substantiële factor
bij transmurale zorg.
Monitoring
Monitoring thuis is een terrein dat sterk in ontwikkeling is. Er komt steeds meer
diagnostische apparatuur beschikbaar die door de patiënt zelf eenvoudig te
bedienen is. Op grond van de gemeten waarde van bijvoorbeeld de insulinespiegel,
de bloeddruk of het hartritme neemt de patiënt zelf actie of meldt de gegevens aan
de behandelend arts of zendt de gegevens over via de telefoonlijn. Ook periodieke
of continue monitoring thuis is in opkomst. Hierbij worden vitale lichaamsfuncties
van de patiënt continue of op bepaalde tijdstippen gemeten en via de telefoonlijn
automatisch doorgegeven aan een centraal punt. Bij afwijkende waarden kan
meteen actie worden ondernomen. Combinaties met beeldverbinding maken het
toepassingsgebied steeds groter.
Zelfredzaamheidsondersteuning
Hulpmiddelen, aanpassingen en voorzieningen in de woning maken het mogelijk
dat mensen zich langer zonder hulp van derden kunnen redden en zo lang mogelijk
in hun eigen vertrouwde huis kunnen blijven wonen. Het gebruik van audio-visuele
middelen en het beschikbaar komen van elektronische informatie kunnen de
zelfredzaamheid tevens ondersteunen. Deze ontwikkeling draagt in hoge mate bij
aan de kwaliteit van leven en het bevorderen van zelfredzaamheid, het vermindert
de behoefte aan hulp of stelt deze uit. Dit beïnvloedt het aantal hulpvragen aan
thuiszorgorganisaties en past daarbij in het streven optimaal om te gaan met de
beschikbare deskundigheid en menskracht in het licht van een toenemende
zorgdruk.
Verpleging en verzorging
Op dit terrein zorgt technologie vooral voor groter bedieningsgemak en betere
transporteerbaarheid van verpleeghulpmiddelen zoals bijvoorbeeld patiëntenliften
en hoog-laag bedden. Voor de thuiszorg is deze ontwikkeling belangrijk omdat ze
zowel bijdraagt aan de vermindering van de belasting van de hulpverleners als aan
de vergroting van de kwaliteit van het werk. Bovendien leert de ervaring dat door de
inzet van goed bedienbare verpleeghulpmiddelen de mantelzorg in staat is een
gedeelte van de taak van de professionele hulpverleners over te nemen en
daarmee de druk op de capaciteit kan verminderen.
8
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Kennisoverdracht
De ontwikkelingen op het terrein van de informatietechnologie en de communicatiemiddelen maken het mogelijk om ten alle tijde over de nodige informatie te
kunnen beschikken, waar men ook is. De nadruk ligt momenteel vooral op de
ontwikkeling van administratieve systemen. De ontwikkeling van informatiebanken,
protocollen en instructiemateriaal zowel ten behoeve van praktijkondersteuning als
scholing alsmede van kennissystemen kunnen een sterke basis bieden voor
verdere inhoudelijke uitbouw van de thuiszorg.
Mogelijke betekenissen voor de thuiszorg
De vijf beschreven technologietoepassingen zijn in potentie van grote betekenis
voor de thuiszorg en zijn derhalve als kansrijk aan te merken. Het zijn niet zozeer
de technologieën op zich maar de gerichte toepassingen die kansen bieden voor
de thuiszorg. De betekenis voor de thuiszorg kan vanuit verschillende
perspectieven worden bezien.
Vanuit het kwaliteitsperspectief kan gebruik van technologie een bijdrage leveren
aan de kwaliteit van leven, zorg en werk.
Vanuit patiëntenperspectief gaat het met name om monitoring, behandeling en
zelfredzaamheidondersteunende technologieën. Deze dragen er toe bij dat men zo
lang mogelijk zelfstandig thuis kan functioneren en daar veilig behandeld en
verpleegd kan worden.
Vanuit medewerkersperspectief biedt de toepassing van thuiszorgtechnologie met
name op het gebied van de verpleging en verzorging en van de kennisoverdracht
een belangrijke mogelijkheid om de werkbelasting te verlagen. Daarnaast blijkt het
deelhebben aan vernieuwing in de zorg voor velen een bijdrage te leveren aan de
arbeidssatisfactie en verhoogt het de kwaliteit van het werk omdat men op het
juiste moment kan beschikken over de juiste informatie.
Vanuit organisatieperspectief biedt het stelselmatig toepassen van de nieuwe
mogelijkheden die de technologie biedt in de praktijk van de thuiszorg de
mogelijkheid om het aanbod richting de patiënt uit te breiden. Hiermee wordt het
marktaandeel van de thuiszorg vastgehouden of vergroot. Bovendien kan het
optimaal gebruik maken van technologische vernieuwingen de doelmatig
heid vergroten en daarmee de kosten beperken. Tevens kan een actief beleid
gericht op optimaal gebruik van nieuwe mogelijkheden bijdragen aan het vergroten
van het kwaliteitsimago en innovatief imago van de sector.
In het volgende hoofdstuk wordt beschreven welke activiteiten feitelijk thuis worden
uitgevoerd en de feitelijke betekenissen van technologische vernieuwingen voor de
thuiszorg.
9
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
II. Technologische
vernieuwingen: feitelijke
toepassingen en betekenissen
voor de thuiszorg
Inleiding
Zoals in het eerste hoofdstuk is aangegeven is rond thuiszorgtechnologie een vijftal
belangrijke toepassingsgebieden te onderkennen. In de eerste paragraaf worden
de activiteiten die op deze gebieden thans thuis worden uitgevoerd beschreven. De
inventarisatie van de thuiszorgtechnologie heeft zich beperkt tot technologietoepassingen in de thuiszorg die nauw gerelateerd zijn aan de inhoud en
kwaliteit van het primaire proces. Ondersteunende processen zoals administratie
zijn niet in de verkenning betrokken. De inventarisatie is gehouden bij 19
thuiszorgorganisaties. Het merendeel had aan STOOM aangegeven geïnteresseerd te zijn in ontwikkelingen op het gebied van technologische vernieuwingen. De
verkenning op het gebied van de behandeling is op verzoek van STOOM
gedetailleerder uitgewerkt dan de andere vormen. In bijlage C is een overzicht
gegeven van thuis toegepaste technologieën op het gebied van de behandeling.
Het is goed zich te realiseren dat een aantal benoemde technologieën nauwelijks in
de praktijk wordt toegepast en/of slechts bij een beperkt aantal instellingen.
Feitelijke toepassingen thuis
Behandeling
Van de volgende behandelingen is door thuiszorgorganisaties aangegeven dat ze
in meer of mindere mate thuis worden toegepast:
 Intraveneuze toediening van geneesmiddelen als antibiotica, cytostatica,
hartpreparaten
 Subcutane toediening van bijvoorbeeld opiaten, insuline
 Epidurale en intrathecale pijnbestrijding
 Parenterale voeding
 Blaasspoelen met bijvoorbeeld cytostatica
 Bloedtransfusie
 Sondevoeding
 Zuurstoftoediening
 Thuisbeademing
 CAPD, CCPD
 Toepassingen UV-licht
 Tractiebehandeling
 Incontinentietraining


Katheteriseren
Darmlavage
10
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Monitoring
De volgende vormen van monitoring thuis zijn door de geïnterviewden genoemd:
 Zwangerschapsmonitoring
 Bloeddrukmeting
 Ademhalingsmonitoring
 Hartmonitoring
 Slaapregistratie
 Peakflow-meting
 Bloedsuikerbepalingen
 Oximetrie
Zelfredzaamheidsondersteuning
Thuiszorgorganisaties geven aan bemoeienis te hebben bij verstrekking van of
gebruik/inzet van thuiszorgtechnologie als:
 Ergotherapeutische maatregelen en hulpmiddelen
 Huishoudelijke apparatuur en materialen
 Woningaanpassingen (van bouwtechnische aard)
 Aanpassing vervoer buitenshuis
 Rolstoelvoorziening
 Alarmeringsapparatuur
 Hometrainers
 Loopoefenapparatuur
 Videobewaking bij patiënten met psychogeriatrische problematiek om
zelfredzaamheid te vergroten
Verpleging en verzorging
Gebruik/inzet thuiszorgtechnologie door thuiszorgorganisaties met als doel:
 Verlichting van verpleegkundig/verzorgend werk (bijvoorbeeld tilliften, hoog-laag
bedden, elektrische snorfietsen)
 Verbeteren kwaliteit van huishoudelijk materiaal
 Vermindering inzet uren verpleging/verzorging (bijvoorbeeld gebruik
kousenaantrekker)
Kennisoverdracht
Op het gebied van informatievoorziening en kennisoverdracht zijn door de
thuiszorgorganisaties de volgende onderwerpen genoemd:
 Elektronische informatie voor patiënten
 Kennissystemen voor hulpverleners
 Beslissingsondersteunende systemen voor hulpverleners
Thuiszorgtechnologie-activiteiten gericht op behandeling komen het meest frequent
voor. De inzet van technologie gericht op zelfredzaamheidsondersteuning wordt
ook veel genoemd. De inzet van nieuwe technologieën ter ondersteuning van de
zelfredzaamheid wordt een aantal keren genoemd en er is toenemende
belangstelling voor.
Behandelingen met sondevoeding, zuurstof, parenterale voeding en epidurale
pijnbestrijding worden thuis het meest frequent toegepast. Bij infuusbehandeling
komen de toediening van antibiotica en opiaten het meest frequent voor.
Toediening van cytostatica wordt nog niet op grote schaal toegepast, maar is in
opkomst nu er protocollen ter beschikking komen om het veilig en verantwoord uit
11
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
te voeren. De toediening van hartpreparaten, corticosteroïden en
antistollingsmiddelen vindt op beperkte schaal plaats. Bloedtransfusie is een
behandeling waarop een aantal thuiszorgorganisaties zich aan het beraden zijn.
Een aantal heeft de bloedtransfusie gestaakt in verband met tot nu toe
onoverkomelijke logistieke problemen omdat goede documentatie en protocollen
nog ontbreken.
Er zijn geen andere technologieën gericht op behandeling genoemd die men
voornemens is toe te passen. Vaak is de opmerking gemaakt dat gekeken moet
worden naar de criteria waarom een patiënt nog in het ziekenhuis is opgenomen en
niet naar de criteria waarom de patiënt in het ziekenhuis gehouden moet worden.
Zwangerschapsmonitoring, ademhalings- en hartmonitoring worden op enkele
plaatsen thuis uitgevoerd. Een aantal thuiszorgorganisaties overweegt de uitvoering
van deze technologieën in hun pakket op te nemen. Zij zijn hierover in gesprek met
de ziekenhuizen.
De inzet/het gebruik van technologie ten behoeve van de verpleging en verzorging
en kennisoverdracht is in opkomst.
Eén organisatie heeft zich primair gericht op het gebruik van technologie met als
doel de zelfredzaamheid van patiënten te bevorderen en de werkzaamheden van
de verplegenden en verzorgenden te verlichten. Ook is er een actief beleid gericht
op het ondersteunen van kennisoverdracht. De complexe zorg (behandeling) wordt
in dit geval uitbesteed aan een particuliere organisatie. Belangrijke motieven voor
dit beleid zijn het ziekteverzuim in de hand te houden en efficiëntieverhoging. Een
andere belangrijke reden om toepassing van technologie op het gebied van de
verpleging en verzorging te bevorderen is de Arbo-wet.
Sommige thuiszorgorganisaties kiezen er voor om alle thuiszorgtechnologieën
eerst in projectvorm uit te voeren, andere doen het bij bepaalde (be)handelingen.
Dit speelt vooral als er nog een ontwikkelingstraject vereist is omdat er
onvoldoende documentatie, protocollen en ervaringsdeskundigheid bestaat.
Door andere organisaties worden nieuwe technologieën niet eerst in projectvorm
uitgevoerd. In deze organisaties worden de meeste technologie-activiteiten
uitgevoerd door speciaal opgeleide specialistische teams.
12
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Motieven toepassing thuiszorgtechnologie
De motieven van thuiszorgorganisaties om thuiszorgtechnologie toe te passen
kunnen kort en krachtig worden samengevat. Het gaat om: zich profileren,
overleven en/of arbeidssatisfactie van werknemers.
Er zijn organisaties die bewust kiezen voor een voorinvestering om de marktpositie
te behouden en uit te breiden.
Beleid toepassing thuiszorgtechnologie
De thuiszorgorganisaties die zijn geïnterviewd zijn te verdelen in organisaties die al
geruime tijd een actief en gericht beleid voeren en organisaties die nog geen
specifiek beleid voeren met betrekking tot de toepassing van thuiszorgtechnologie.
Actief en gericht wil zeggen dat men de eigen organisatie toerust in de vorm van
het inrichten van een specialistisch team, dat men structureel overleg voert met
ziekenhuizen op zoek naar nieuwe mogelijkheden en dat men een concreet PRplan heeft op dit gebied.
De verhouding actief en gericht beleid versus geen specifiek beleid is 60-40%.
Een aantal organisaties geeft aan ontwikkelingen voor te bereiden, een klein aantal
thuiszorgorganisaties geeft aan (nog) geen prioriteit te willen geven aan
thuiszorgtechnologie.
Verklaring voor gevoerde beleid
Wanneer gekeken wordt naar de organisaties die actief en gericht beleid dan wel
geen specifiek beleid voeren, kan hiervoor een aantal verklaringen gegeven
worden.
Een aantal actieve thuiszorgorganisaties valt in de categorie 'niet geïntegreerde'
instelling. Voor een 'niet geïntegreerde' instelling kan het een voordeel zijn dat er de
afgelopen jaren geen tijd besteed is aan een fusieproces en daardoor meer tijd,
ruimte en energie is geweest voor het ontwikkelen van zorgvernieuwing. Een aantal
van de organisaties, welke geen specifiek beleid hebben gevoerd, hebben eerst
prioriteit gegeven aan interne reorganisatie of fusie tussen gezinszorg/kruiswerk.
De cultuur van de organisatie kan ook een verklaring zijn. Sommigen die zich zelf
niet als voorloper classificeren geven aan: "we zijn hier in deze omgeving
behoudend; dit geldt zowel voor de thuiszorg als het ziekenhuis. We kijken eerst de
kat uit de boom".
Beleid ziekenhuis/zorgverzekeraar
Of een thuiszorgorganisatie technologie toepast hangt niet alleen af van het beleid
van de eigen instelling. Ook het beleid van het ziekenhuis en de zorgverzekeraar in
de betreffende regio is mede bepalend.
De ziekenhuizen en de zorgverzekeraars kunnen eveneens verdeeld worden in
actief en gericht dan wel geen specifiek beleid.
Er zijn zorgverzekeraars die gericht bezig zijn met de ziekenhuizen om hen te
bewegen patiënten eerder te ontslaan. Lange wachtlijsten, drukke poliklinieken,
beddenreductie, ligduurverkorting zijn belangrijke prikkels voor het ziekenhuis om
zich actief bezig te houden met betrekking tot verplaatsen van
ziekenhuisbehandeling naar huis.
Thuiszorgorganisaties, ziekenhuizen en zorgverzekeraars nemen ook initiatieven
13
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
tot overleg met verzorgingshuizen en verpleeghuizen in de regio. De
wijkverpleegkundigen voeren taken uit in het verzorgingshuis en verpleeghuis zodat
patiënten eerder uit het ziekenhuis te kunnen worden ontslaan.
Effecten toepassing thuiszorgtechnologie
De effecten van toepassing van thuiszorgtechnologie kunnen worden verdeeld in
effecten voor de thuiszorgorganisatie en voor patiënten.
Effecten voor thuiszorgorganisaties
De geïnterviewde thuiszorgorganisaties geven aan dat toepassing van
thuiszorgtechnologie overwegend positieve effecten heeft voor de organisatie.
Voorbeelden zijn gegeven als: "er vloeit meer zorg uit voort", "het maakt het product
verpleging completer", "het brengt een positieve stroom te weeg in de organisatie",
"het is een goede PR voor de organisatie naar buiten".
Een specialistisch team maakt het voor de thuiszorgorganisatie mogelijk snel op
nieuwe ontwikkelingen en veranderingen in te spelen.
Toepassing thuiszorgtechnologie heeft ook als effect dat het de samenwerking met
de huisartsen en de ziekenhuizen verbetert en het categoriale denken vermindert.
Toepassing van thuiszorgtechnologie heeft ook andere effecten die om
oplossingen vragen. Een voorbeeld is dat bij toename van complexe zorgvragen,
de vraag naar gezinszorg kan toenemen. Tevens moet een organisatie
hooggeschoold personeel in huis hebben en veel aan bij- en nascholing doen.
Wanneer er verschillende thuiszorgorganisaties in het verzorgingsgebied van een
ziekenhuis zijn en er is geen gezamenlijk beleid vastgesteld, dan kan het
ziekenhuis te maken krijgen met verschillende (on)mogelijkheden op het gebied
van thuiszorgtechnologie.
Effecten voor patiënten
Op de vraag aan functionarissen van de thuiszorgorganisaties of men kan
aangeven wat het effect is voor patiënten, geeft menigeen het antwoord dat zij
denken dat patiënten het prettig vinden dat zij eerder naar huis kunnen.
Minder complicaties, minder accent op ziek zijn, patiënten voelen zich prettiger in
de eigen omgeving, zijn voorbeelden van positieve effecten die zijn genoemd.
Verder is aangegeven dat het voor patiënten prettiger is daar waar integrale zorg
door een specialistisch team wordt geboden, dat men met minder verschillende
hulpverleners van doen heeft.
Een aantal personen merkt op dat men erop moet blijven letten dat de patiënt mag
kiezen en dat de mantelzorg de zorg of het 'thuis zijn' aan kan en hierin niet
overvraagd wordt.
In de volgende twee hoofdstukken komen de randvoorwaarden aan de orde. In
hoofdstuk III wordt eerst een 'ideaaltypisch' plaatje geschetst. In hoofdstuk IV
worden de randvoorwaarden vanuit de ervaringen en inzichten uit de praktijk
beschreven.
14
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
III. Randvoorwaarden voor
technologische toepassing:
de theorie
Inleiding
Hoewel in de literatuur vele beschouwingen zijn te vinden over belemmerende en
bevorderende factoren voor implementatie bestaat er geen goede en getoetste
strategie voor het bereiken van een brede implementatie van vernieuwingen. Op
grond van de literatuur, de eigen ervaringen die het KITTZ heeft opgedaan bij het
implementeren van projectresultaten en discussies in groepen die bij implementatie
betrokken zijn, beginnen zich de contouren af te tekenen van een 'ideaaltypisch'
implementatietraject. Hierbinnen is een beperkt aantal bepalende factoren en een
gefaseerde aanpak van cruciaal belang. Deze elementen worden gebruikt als kader
voor de uit de verkenning verkregen informatie die in hoofdstuk IV aan de orde
komen.
Bepalende factoren
De factoren die in de literatuur genoemd worden als belangrijk voor een geslaagde
implementatie zijn onder te brengen in een drietal begrippen: weten, willen en
kunnen. Deze begrippen worden in deze rapportage verder als kapstok gebruikt.
Weten
Om een vernieuwing in de praktijk toe te kunnen passen moet men weten dat deze
bestaat. Verder moet men weten wat de betekenis is voor de praktijk en in welke
situatie en onder welke voorwaarden de vernieuwing toegepast kan worden. Ook
moet duidelijk zijn wat het betekent voor de verschillende actoren.
Het gaat hierbij met name om:
 Het management
Zij moeten kunnen beoordelen wat invoering van een vernieuwing betekent voor
de verdeling van mensen en middelen en de positie van de organisatie.
 De leidinggevenden
Zij moeten kunnen overzien wat implementatie betekent voor de organisatie van
de zorg en de benodigde deskundigheid en vaardigheden bezitten.
 De uitvoerders
Zij moeten kunnen inschatten wat één en ander betekent voor eigen
taakvervulling, deskundigheid en vaardigheden.
 de partners in het netwerk
Zij moeten kunnen beoordelen wat het voor hen en voor de medewerkers
betekent.
Informatieverstrekking speelt bij het weten een cruciale rol. Het is belangrijk zich te
realiseren dat de verschillende actoren een verschillend soort informatie nodig
hebben. Dit geldt bovendien tevens voor de verschillende fasen in het
implementatietraject.
Willen
Om van weten naar willen te komen is schriftelijke informatie alleen meestal niet
voldoende. Hiervoor is vaak persoonlijk contact nodig, bijvoorbeeld met mensen die
praktijkervaring hebben. Tevens moet men zich ervan vergewist hebben dat alle
15
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
actoren die van belang zijn ook mee willen werken.
Naast informatie vraagt de stap naar willen overleg en overtuigingskracht. Ook dit
aspect heeft een gestructureerde aanpak nodig.
Kunnen
Weten en willen zijn belangrijk maar kunnen is voor de realisatie doorslaggevend.
Hierbij zijn twee aspecten van belang:
 Deskundigheid en vaardigheden
Dit vraagt vaak om specifieke scholing en training.
 Organisatorische en financiële randvoorwaarden
Logistieke voorwaarden worden, zeker bij transmurale zorg, steeds belangrijker.
Gefaseerde aanpak
Om het implementatietraject succesvol te laten verlopen moet uitgegaan worden
van een vijftal te onderscheiden fasen:

De informatiefase
De betrokken organisaties en hulpverleners moeten op de hoogte zijn van de
mogelijkheden die interessant zijn om in de organisatie of binnen het eigen werk
op te nemen. De vernieuwing kan interessant zijn voor bijvoorbeeld aanbodontwikkeling, kwaliteitsbevordering, kostenreductie of marktpositie.
Om de verschillende actoren goed te informeren moet er aandacht besteed
worden aan de vraag welke informatie voor wie interessant en motiverend is.

De besluitvormingsfase
Om tot besluitvorming te kunnen komen over de nieuwe mogelijkheden binnen
het eigen werk of binnen de eigen organisatie, is het nodig dat men goed inzicht
kan krijgen in de effecten van de vernieuwing voor bijvoorbeeld werkbelasting,
personeelsinzet, taakverdeling, organisatieaanpassing, financiën, imago etc.

De introductiefase
Wanneer het besluit tot invoering is genomen zal de organisatie hiertoe moeten
worden ingericht en moeten alle betrokkenen zich de vereiste deskundigheid,
vaardigheden en inzichten eigen maken.

De opstartfase
Bij de start van de uitvoering kunnen 'kinderziekten' optreden en nieuwe vragen
ontstaan die om oplossingen vragen. Het is belangrijk in deze fase de mogelijkheid te bieden hierbij steun te krijgen van partijen die reeds ervaring hebben of
van een hiervoor goed geëquipeerde helpdesk.

De uitvoeringsfase
Binnen de organisatie(s) is een nieuwe status quo ontstaan. Bij elke belangrijke
nieuwe ontwikkeling begint de hele cyclus opnieuw.
16
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
IV. Randvoorwaarden voor
technologische toepassing:
de praktijk
Inleiding
In het vorige hoofdstuk is aan de orde geweest dat een drietal factoren belangrijk is
voor een succesvolle implementatie: weten, willen en kunnen.
In dit hoofdstuk worden de randvoorwaarden vanuit ervaringen en inzichten uit de
praktijk ingevuld. De thuiszorgorganisaties worden aan het woord gelaten over hun
ervaringen en inzichten met betrekking tot de implementatie van
thuiszorgtechnologie-activiteiten. Wat zijn volgens hun ervaringen en inzichten
belemmerende en bevorderende factoren en wat zijn hun strategieën c.q.
interventies om de implementatie succesvol te laten verlopen?
De beschrijving is met name van toepassing op thuiszorgtechnologie-activiteiten
gericht op behandeling, omdat daarover het meest is gepubliceerd en
gedocumenteerd en daarmee de meeste ervaring is opgedaan. Ervaringen van het
KITTZ in projecten hebben geleerd dat de hieronder genoemde voorwaarden ook
gelden voor de toepassing van technologie op de terreinen: ondersteuning van
zelfredzaamheid, verpleging en verzorging en kennisoverdracht.
Weten
Om thuiszorgtechnologie te kunnen implementeren moet men weten wat mogelijk
is en in welke situaties en onder welke voorwaarden men de technologie kan
gebruiken. Aan de geïnterviewde thuiszorgorganisaties is gevraagd hoe men zich
op de hoogte stelt op het gebied van de thuiszorgtechnologie. Het resultaat is
verwoord in de paragraaf Informatieverwerving. Voor de samenwerking is het
noodzakelijk dat de verschillende partners, betrokken bij de zorgverlening thuis en
transmurale zorg, op de hoogte zijn van de verschillende mogelijkheden en vooral
van wat de thuiszorg op het gebied van technologische vernieuwing te bieden heeft.
Bevindingen hierover zijn beschreven in de paragraaf Informatieverstrekking
Informatieverwerving
De volgende manieren worden aangegeven:
 vaktijdschriften;
 databanken;
 Transferpunt ThuiszorgTechnologie;
 contacten met firma's, industrie;
 Stichting Ziekenhuis Verplaatste Zorg;
 lokale, regionale of landelijke werk-, stuur-, vak-, liaisongroepen, die bestaan uit
intra- en extramuraal werkenden; de deelnemers kunnen op directie,
middelmanagement of op uitvoerend niveau werkzaam zijn;
 netwerken met bijvoorbeeld collega-organisatie;
 KITTZ-helpdesk;
 symposia, congressen.
In Nederland is een aantal databanken waarin informatie over de toepassing van
thuiszorgtechnologie is opgeslagen. De databanken hebben als doel: (potentiële)
initiatiefnemers in het veld de gelegenheid te bieden om op de hoogte te raken van
17
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
reeds bestaande projecten of activiteiten, zodat geleerd kan worden van elders
opgedane ervaringen. De databanken die kunnen worden geraadpleegd zijn1:
 Zorgvernieuwing;
 Netwerk Transmuraal Werkenden;
 Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging;
 Onderzoeks & Ontwikkelingsprojecten Thuiszorg;
 Transferpunt ThuiszorgTechnologie.
De organisaties blijken de benodigde informatie uit allerlei verschillende bronnen te
verzamelen. Dit komt omdat rond de verschillende toepassingen slechts informatie
op deelaspecten beschikbaar is. Bijvoorbeeld wel een geprotocolleerde
werkinstructie maar geen samenwerkingsprotocol of omgekeerd. Informatie over
logistiek, organisatieopzet en financiële implicaties is nog erg weinig beschikbaar.
De meeste informatie die beschikbaar is, is met name gericht op de uitvoering.
Over kansrijke ontwikkelingen en hun beleidsimplicaties voor de thuiszorg is
moeilijk informatie te vinden.
Het ontbreken van consistente, stelselmatige informatie op genoemde terreinen
maakt het zowel voor de thuiszorgorganisaties als voor de partners in het
zorgnetwerk en zorgverzekeraars moeilijk beleid te voeren.
Informatieverstrekking
PR
Meerdere thuiszorgorganisaties achten voor de ontwikkeling op het gebied van
thuiszorgtechnologie een actief en een goed PR-plan van belang. Ga gemotiveerd
en enthousiast 'de boer op' om het product te verkopen. De thuiszorg moet laten
zien wat ze kan, samen met anderen nieuwe mogelijkheden onderzoeken,
knelpunten analyseren en oplossingen bedenken. Een aantal thuiszorgorganisaties
bezoeken actief en gericht de ziekenhuizen, de huisartsen (HAGRO's) en de
apothekers.
De toepassing van thuiszorgtechnologie zet sommige organisaties aan om
foldermateriaal te ontwikkelen voor patiënten en verwijzers waarin duidelijk
gemaakt wordt dat men ook voor dit type zorg terecht kan bij de
thuiszorgorganisatie.
Beeldvorming
Aandacht voor cultuur en communicatie is eveneens belangrijk in het kader van de
beeldvorming over en weer. Erkennen dat men niet altijd dezelfde taal spreekt en
een verschillende rol en positie kan hebben is een eerste stap naar
multidisciplinaire samenwerking. Ook is het van belang om elkaar te informeren
over bijvoorbeeld de invloed van overheidsmaatregelen op de eigen organisatie en
welke gevolgen het kan hebben voor de andere organisatie.
Enkele voorbeelden:
 bij een thuiszorgorganisatie bespreken de operationeel managers casussen met
de huisartsen en men heeft gezamenlijke bijeenkomsten ter bevordering van
wederzijdse bekendheid en inzicht in elkaars deskundigheid.
 (in)formele bijeenkomsten tussen intra- en extramuraal werkenden kan de
beeldvorming onderling positief beïnvloeden en eveneens stimulerend zijn in het
kader van deskundigheidsbevordering.
 door stage te lopen bij elkaar krijgt men inzicht in elkaars werk en zoekt men
gemakkelijker met elkaar contact wanneer er vragen of problemen zijn.
De thuiszorgorganisaties dienen veel en regelmatig bekendheid te geven aan
1
In bijlage D is een nadere beschrijving van deze databanken gegeven.
18
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
andere organisaties, huisartsen, specialisten, en apothekers over de beschikbare
mogelijkheden thuis.
Public Relations is belangrijk, zorg ervoor dat je 'gezicht' duidelijk en herkenbaar is
bij de ziekenhuizen. Transferverpleegkundigen en specialistische teams hebben
hierin een belangrijke taak en spelen een cruciale rol in de beeldvorming.
Willen
Weten op zich is niet voldoende om iets te implementeren. Hulpverleners en
organisaties moeten de nodige stappen ook willen zetten; enthousiast worden of
ten minste commitment uitspreken. De activiteiten die thuiszorgorganisaties op dit
terrein rapporteren zijn in onderstaande paragrafen beschreven.
Draagvlak creëren
Voor het creëren van een draagvlak is het belangrijk om van het begin af aan
sleutelfiguren te betrekken bij de ideevorming en ontwikkeling. Sleutelfiguren
kunnen gezocht worden in personen die beslissingsbevoegdheid en/of invloed
hebben binnen de organisatie. Het gaat om mensen op alle niveaus: directie,
leidinggevenden, uitvoerenden en staf.
Draagvlak creëren buiten de organisatie is bij implementatie van
thuiszorgtechnolgie minstens zo belangrijk als binnen de thuiszorgorganisatie.
Het gaat er om de juiste personen van de juiste disciplines erbij te betrekken,
waarbij het noodzakelijk is mensen erbij te betrekken met beslissingsbevoegdheid. Daarnaast is een gemotiveerde en gewaardeerde collega binnen de
discipline van onschatbare waarde . Bij de implementatie van thuiszorgtechnologie
zijn specialisten en huisartsen een onmisbare partij.
Continue terugkoppeling naar de achterban in de organisatie en aansluiten bij de
achterban is van groot belang om het draagvlak te behouden tijdens het
ontwikkelings- en implementatietraject. Het middenkader speelt een cruciale rol in
het creëren en behouden van een draagvlak bij de uitvoerenden. Zij moeten
regelmatig en op afgesproken tijden geïnformeerd worden.
Nadrukkelijk is gemeld dat de thuiszorgorganisatie ervoor moet zorgen dat ze weet
waar ze het over heeft en actief het initiatief moet nemen.
Overleg met ziekenhuis over aanbod patiënten
Om ziekenhuizen te stimuleren meer patiënten het alternatief te bieden van
thuisbehandeling dienen de liaisonverpleegkundigen of de
transferverpleegkundigen regelmatig het onderwerp 'aanbod van patiënten' in het
ziekenhuis te bespreken. Gezamenlijk zou er gekeken moeten worden wat de
criteria zijn om de patiënt eerder naar huis te laten gaan in plaats van wat de
criteria zijn om de patiënt in het ziekenhuis te houden. In één regio zijn aan het
transferbureau in het ziekenhuis ook artsen verbonden om de medische indicaties
te kunnen aanscherpen.
Samenwerking
Als voorwaarde voor goede inbedding van activiteiten op het gebied van
thuiszorgtechnologie wordt (structureel) overleg met de ziekenhuizen, huisartsen,
apothekers, verpleeghuizen, revalidatiecentra aangegeven.
In een aantal regio's gaat men ertoe over om stichtingen of coöperatieve
verenigingen op te richten. Die bestaan uit intra- en extramurale organisaties.
Structureel overleg werkt stimulerend en de ene ontwikkeling kan de andere
versnellen. Tevens wordt in een aantal van deze samenwerkingsinitiatieven reeds
19
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
onderhandeld over overheveling van taken en budget.
De thuiszorg en het ziekenhuis willen daar gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor
de organisatie en de financiering van de toepassing van de thuiszorgtechnologie.
Er zijn ziekenhuizen die een budget willen vrij maken voor transmurale zorg.
Kunnen
Om een nieuwe technologie daadwerkelijk in het pakket op te nemen zijn er
maatregelen rond deskundigheid, organisatie en financiering nodig.
Deskundigheid
Meestal zijn er voor thuisbehandeling specifieke vaardigheden en kennis nodig.
Vaardigheden waarvoor instructie nodig is en waarop men geschoold moet worden.
Soms is het een probleem dat men onvoldoende patiënten uit het ziekenhuis krijgt
om de vaardigheden op peil te houden. Als dit zich voordoet moet er zowel door het
ziekenhuis als door thuiszorg en huisartsen onderzocht worden waarom deze
situatie zich voordoet om vervolgens een gezamenlijk gerichte aanpak in te zetten.
Gezamenlijke scholing en protocollering
Scholing en nascholing van wijkverpleegkundigen is noodzakelijk om de
vaardigheden aan te leren en op peil te houden. De wijkverpleegkundigen moeten
daarbij voldoende tijd krijgen om zich in te lezen in de problematiek, zich voor te
bereiden en voldoende ondersteuning te krijgen bij de uitvoering. Scholing 'op maat'
is het motto bij deskundigheidsbevordering. Niet iedereen hoeft van te voren
geschoold te worden. Adequate instructie per patiënt is in veel gevallen voldoende.
Gepleit wordt voor gezamenlijke scholing van ziekenhuis en thuiszorg. Dit motiveert
de verpleegkundigen om thuiszorgtechnologie toe te gaan passen, stimuleert de
samenwerking en bevordert het wederzijds vertrouwen tussen thuiszorg en
ziekenhuis.
Verder wordt als aandachtspunt genoemd dat ziekenhuis en thuiszorg gezamenlijk
de handelingen moeten protocolleren.
Organisatorische voorwaarden
De toepassing van producten met een hoog technologiegehalte in de thuiszorg stelt
niet alleen eisen aan de deskundigheid en vaardigheden van mensen, maar ook
aan de organisatie c.q. de logistiek.
Belemmerende factoren voor implementatie zijn de verschillen in soorten
materialen die worden gebruikt in het ziekenhuis en in de thuiszorg. De overdracht
van de patiënt wordt dikwijls in een te krappe tijdsspanne geregeld. De apparatuur
of andere materialen zijn soms niet op tijd thuis aanwezig of met heel veel
inspanning en creativiteit lukt het toch nog.
Zorgcoördinatie is één van de belangrijkste elementen in een goede zorgverlening.
Zonder regie loopt het allemaal stroever en ontstaan er dikwijls hiaten en
overlappingen in de zorg. Ook voor zorgcoördinatie is een goed gedocumenteerd
zorgproces een belangrijke voorwaarde.
Voorwaarden met alle betrokken actoren formuleren en vastleggen
Voor de feitelijke invoering van de (nieuwe) technologie dienen met alle betrokken
actoren voorwaarden te worden opgesteld en op schrift te worden gezet. Over de
volgende voorwaarden dienen afspraken te worden gemaakt:
 Medicatie en medicatievoorziening
Aan de behandeling thuis moeten dikwijls andere eisen - in termen van veiligheid
- gesteld te worden dan aan de behandeling in een klinische setting. Deze eisen
20
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
vragen om aanpassingen bijvoorbeeld met betrekking tot de toedieningswijze, de
bereiding en de levering van de medicatie thuis. Zo worden bijvoorbeeld aan de
bereiding van cytostatica eisen gesteld waaraan een openbare apotheek niet
altijd kan voldoen. Ook vraagt het transport van deze middelen specifieke
voorzorgsmaatregelen.
Omdat eerstelijns hulpverleners geconfronteerd worden met een nieuwe
technologie in de thuissituatie moeten zij beschikken over informatie over de
behandeling in al zijn facetten om adequaat te kunnen handelen bij problemen.
 Materialen en materialenvoorziening
Aan de materialen en materialenvoorziening thuis worden andere eisen gesteld
dan aan de materialen en materialenvoorziening in een ziekenhuis. Niet altijd zijn
de materialen die in het ziekenhuis gebruikt worden geschikt voor gebruik thuis
of in de eerste lijn te verkrijgen, of sluiten niet aan bij wat men gewend is, of
worden niet vergoed door de zorgverzekeraar.
Van belang is dat bekend moet zijn hoe men de materialen moet gebruiken of
bedienen, hoe men moet handelen bij storingen/problemen en welke service een
leverancier biedt.
 Zorgorganisatie
Om de continuïteit in de zorg te waarborgen moet duidelijk zijn wie wat en
wanneer doet. Overdracht, ontslag, verwijzingsprocedures, bereikbaarheid en
beschikbaarheid moeten geregeld zijn en het moet duidelijk zijn wie
verantwoordelijk is voor de behandeling en wie aanspreekbaar is voor bepaalde
problemen.
Specialistische teams
De thuiszorgorganisaties die zich actief bezig houden met thuiszorgtechnologie
hebben zich veelal intern toegerust door een specialistisch team in te richten om
medisch technische handelingen uit te voeren2.
Een specialistisch team is of wordt ingericht om de continuïteit van zorg vorm te
kunnen geven, om sneller (minder op adhoc-basis) in te kunnen spelen op een
zorgvraag, om niet meer voor iedere patiënt iets apart te moeten organiseren en
om specifieke vaardigheden en deskundigheden te garanderen.
Financiële voorwaarden
De invoering van een technologie brengt kosten met zich mee. Er kunnen
verschillende kosten worden onderscheiden:
 personele kosten, zoals van de wijkverpleegkundige, de huisarts, de apotheker;
 kosten van apparatuur;
 kosten van verpleeg-, medische-, hulpmiddelen, zoals geneesmiddelen,
verbandmiddelen, infusiemateriaal, ADL-hulpmiddelen;
 kosten die de patiënt en zijn/haar familie maakt, zoals reiskosten;
 overige kosten, zoals overheadkosten, aanschaf PC's.
Een aantal thuiszorgorganisaties hebben kritische geluiden laten horen over de
financiële vergoeding van materialen thuis bij een individuele patiënt. De ene
zorgverzekeraar gaat creatiever om met de regelgeving dan de andere. Wat bij de
één vergoed wordt, wordt bij een ander afgewezen.
Zorgcoördinatie wordt bijvoorbeeld niet vergoed terwijl juist bij het starten en
uitvoeren van thuiszorgtechnologie veel georganiseerd moet worden met
2
In Bijlage E wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop
thuiszorgorganisaties zich toerusten op het aanbod van patiënten met deze
vormen van behandeling.
21
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
verschillende betrokkenen. De thuiszorgorganisatie wordt alleen betaald voor de
productieuren (uren dat men bij patiënt in huis is).
Het niet honoreren van de huisartsen voor de uitvoering van medisch technische
handelingen gaat in de toekomst ook een probleem opleveren, aldus
geïnterviewden. "Als we hier niets aan doen, dan dreigt er een tweedeling te komen
tussen ziekenfonds- en particulierverzekerden; de huisarts kan alleen de kosten bij
particuliere verzekerden declareren".
Het niet honoreren van een tegemoetkoming in de financiering van technologie ter
ondersteuning van de zelfredzaamheid kwam ook éénmaal voor.
Eén van de thuiszorgorganisaties wilde automatische medicijnverdelers en
kousenaantrekkers aanschaffen. Zij heeft aan de zorgverzekeraar gevraagd deze
te vergoeden. De aanschaf is voor de organisatie te duur en het zou voor de
zorgverzekeraar interessant zijn deze te financieren omdat de productie door de
aanschaf omlaag zou gaan. De zorgverzekeraar heeft deze aanvraag echter niet
gehonoreerd. De betreffende thuiszorgorganisatie vindt dit merkwaardig:
"loonkosten worden wel betaald, maar niet de aanschaf van de medicijnverdelers
en de kousenaantrekkers". Het medicijnverdelersproject is niet doorgegaan. De
aanschaf van kousenaantrekkers wordt nu door de patiënt zelf betaald.
De wijze waarop de kosten met betrekking tot technologie gefinancierd zijn of
dienen te worden gefinancierd is belangrijk voor besluitvorming over toepassing
van de betreffende technologie.
Nagegaan dient te worden of de behandeling, activiteiten, producten onder de
reguliere vergoedingen van de zorgverzekeraar valt. Zo niet dan zal er een aparte
afspraak moeten worden gemaakt of per zorgsituatie een regeling moeten worden
getroffen.
22
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Samenvatting
Dit verslag is het resultaat van een verkenning van de volgende kernvragen van
STOOM: wat zijn veelbelovende thuiszorgtechnologieën en welke randvoorwaarden
moeten worden vervuld voor effectuering daarvan in de thuiszorg. De verkenning is
uitgevoerd door het KITTZ en maakt deel uit van het STOOM project 'Bevordering
en implementatie thuiszorgtechnologie'. De verkenning is een momentopname van
de mogelijkheden die technologie in de thuiszorg te bieden heeft en de mate waarin
en voorwaarden waaronder deze benut (kunnen) worden. De verkenning is tot
stand gekomen middels literatuurverkenning, analyse van beschikbare gegevens
en interviews.
Technologische vernieuwingen:
kansen en betekenis
Technologie speelt een steeds belangrijkere rol in de thuiszorg en is dikwijls de
motor achter vernieuwing.
Voor de thuiszorg zijn vijf toepassingsgebieden te onderkennen waarbij technologie
een belangrijke rol kan spelen. Het betreft de terreinen: behandeling, monitoring,
ondersteuning zorgzelfstandigheid, verpleging en verzorging en kennisoverdracht.
Uit de verkenning komt het beeld naar voren dat met name één van de vijf
terreinen intensief wordt beproefd: toepassing van technologie op het gebied van
de behandeling wordt thans het meest frequent thuis uitgevoerd.
Het is opvallend dat er op dit terrein een groot aantal technologische vernieuwingen
en toepassingen in de thuiszorg wordt ingevoerd, waarbij enkele onderwerpen
vooral naar voren komen. Het gaat om toediening van medicijnen per infuus,
sondevoeding en zuurstofbehandeling. Andere toepassingen komen minder voor,
dat wil zeggen bij één of enkele organisaties of zijn slechts enkele malen
uitgevoerd in de praktijk.
De ondersteuning van vitale lichaamsfuncties met bijvoorbeeld dialyse- en
beademingsapparatuur, wordt door de thuiszorgorganisaties nog nauwelijks
uitgevoerd terwijl deze technologieën wel thuis toegepast worden.
Op het terrein van de zelfredzaamheidsondersteuning zijn de organisaties actief,
maar minder uitgesproken dan op het terrein van de behandeling. Tot nu toe ligt het
zwaartepunt bij zelfredzaamheidsondersteuning vooral bij HDL- en ADL-hulpmiddelen voor enkele categorieën chronisch zieken.
Thuiszorgorganisaties beginnen steeds meer oog te krijgen voor de belangrijke
functie die technologie kan vervullen bij het stelselmatig stimuleren van
zelfredzaamheid van met name ouderen.
De overige kansrijke gebieden te weten: hulpmiddelen ten behoeve van de
verpleging en verzorging, monitoring en kennisoverdracht staan thans nog maar bij
enkele thuiszorgorganisaties in de belangstelling.
Motieven om hulpmiddelen ten behoeve van de verpleging en verzorging in
toenemende mate in te zetten zijn de Arbo-wet, het ziekteverzuimbeleid en/of
efficiëntieverhoging.
Dat technologieën gericht op kennisoverdracht nog in de kinderschoenen staan
wordt niet zozeer veroorzaakt door gebrek aan hardware als wel aan niet op de
behoefte van de werkers in het veld toegesneden software en informatie,
waaronder protocollen, gebruiksaanwijzingen enzovoort.
23
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Inmiddels blijkt er veel tot stand te zijn gekomen zeker op de gebieden waar de
behoefte en de mogelijkheden zich het eerst en het duidelijkst voordoen. Voor de
nog onontgonnen terreinen biedt dit goede perspectieven.
De kansen die technologie biedt voor de verdere ontwikkeling van de thuiszorg en
de betekenis van technologische vernieuwing voor organisaties kunnen beter
worden benut. Wel moeten hiervoor de nodige randvoorwaarden vervuld worden.
Op de vraag van STOOM naar de overwegingen van thuiszorgorganisaties bij het
wel of niet invoeren van een nieuwe technologie is geen eenduidig antwoord te
geven. Technologie in de breedste zin van het woord is geen goede ingang om
deze vraag te beantwoorden. Zoals hiervoor reeds aangegeven gaat het om een
scala van technologietoepassingen en ieder toepassingsgebied heeft een eigen
betekenis voor de thuiszorg. Eerst op dit niveau is iets te zeggen over impact,
kosten, eisen aan personeel, gevolgen voor de organisatie etc.
Bij enkele thuiszorgorganisaties is een heldere en constante beleidslijn te zien wat
betreft planmatige benutting van de mogelijkheden van thuiszorgtechnologie per
toepassingsgebied. Een belangrijke drijfveer voor toepassing van technologie blijkt
voor veel organisaties te liggen bij markttechnische overwegingen. Dat invoering
van technologie motiverend kan zijn voor medewerkers wordt door enkele
thuiszorgorganisaties als belangrijk genoemd.
Technologische vernieuwingen: randvoorwaarden
De impact van technologie is groot. Het beïnvloedt de kwaliteit van leven, de zorgen dienstenaanbod, de kwaliteit van het werk, de doelmatigheid en de
arbeidsomstandigheden.
Er zijn nog weinig thuiszorgorganisaties die in het kader van hun beleid consequent
er naar streven om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden en kansen die
technologie in de thuiszorg biedt. Dit is enerzijds te verklaren vanuit de cultuur van
die organisaties, anderzijds vanuit het feit dat er slechts op deelaspecten relevante
informatie en praktijkervaring voorhanden is.
Uit de verkenning blijkt dat de informatievoorziening rond technologische
vernieuwingen in de thuiszorg in veel opzichten fragmentarisch is. Over het
algemeen is het op deelaspecten gericht en is beperkt tot een deel van de actoren
die in het implementatietraject belangrijk zijn.
 Een meer structurele en systematische informatievoorziening over
technologietoepassingen thuis is een belangrijke basisvoorwaarde in de
ontwikkeling van een succesvolle implementatiestrategie.
De verkenning laat zien dat de meeste thuiszorgorganisaties positief staan ten
opzichte van technologische vernieuwingen. Door de vorming van specialistische
teams geeft een groot deel van de thuiszorgorganisaties binnen de eigen
organisatie invulling aan het organisatie- en deskundigheidsvraagstuk. Door deze
opzet kunnen de organisaties in potentie een groot scala aan activiteiten uitvoeren.
Dat de activiteiten op het terrein van behandeling en monitoring nog niet het
verwachte rendement opleveren is voor een belangrijk deel te wijten aan het
onvoldoende geregeld zijn van de organisatorische en financiële randvoorwaarden
in relatie tot samenwerkingspartners.
 Zeker bij transmurale zorgprocessen waarbij een gedeeld belang en een
gedeelde verantwoordelijkheid bestaan kan dit alleen opgelost worden als alle
partijen bereid zijn de financiële middelen ter beschikking te stellen.
De thuiszorg zou samen met de zorgverzekeraar en het ziekenhuis moeten
zoeken naar structurele financiële oplossingen die de voortgang en verbreding
van thuiszorgtechnologie waarborgen.
24
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Wanneer rond een bepaalde behandeling de technologische aspecten goed
gedocumenteerd zijn en men bij 'voorlopers' heeft kunnen zien dat het in de praktijk
werkt, wordt deze technologie gemakkelijker in het pakket opgenomen. Het blijkt
bijzonder belangrijk te zijn dat men niet alleen weet wat mogelijk is maar ook hoe
men het veilig en verantwoord kan doen.
 Goede protocollering en documentatie is eveneens een belangrijke
basisvoorwaarde voor toepassing van technologie thuis.
Tenslotte is het opvallend dat er soms een discrepantie bestaat tussen alles wat in
principe reeds mogelijk is vanuit de thuiszorgorganisaties en de beeldvorming
hierover vanuit het omgevend veld.
Voor een deel wordt de discrepantie verklaard door het verschil in aanbod en
opstelling van de individuele thuiszorgorganisatie en de communicatie hierover met
de verschillende partners in het zorgnetwerk. Voor een niet onbelangrijk deel heeft
het te maken met de PR vanuit de totale bedrijfstak.
 Een belangrijke voorwaarde voor het bevorderen van technologie in de thuiszorg
is een duidelijk beleid, een open communicatie en een positief imago van zowel
individuele thuiszorgorganisaties als de bedrijfstak in zijn geheel.
25
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Conclusies
1.
Technologische vernieuwing biedt grote kansen voor verdere toekomstige
ontwikkeling van de thuiszorg.
2.
Technologische vernieuwing is niet alleen van betekenis vanuit aanboden marktperspectief maar ook vanuit de optiek van kwaliteit, doelmatigheid
werkontwikkeling en arbeidssatisfactie.
3.
Er zijn vijf kansrijke toepassingsgebieden te onderscheiden: behandeling,
monitoring, ondersteuning zorgzelfstandigheid, verpleging en verzorging en
kennisoverdracht. Vooral behandeling en in mindere mate zelfredzaamheidsondersteuning staan in de belangstelling. De overige: monitoring, verpleging en
verzorging en kennisoverdracht moeten meer gerichte aandacht krijgen om verder
tot ontwikkeling en implementatie te kunnen komen.
4.
De organisaties hebben in meerderheid een positieve grondhouding ten opzichte
van technologische vernieuwing. Met name voor behandeling thuis zijn hiertoe de
benodigde voorwaarden binnen de organisatie gecreëerd.
5.
Zowel binnen de sector, als geheel als binnen individuele organisaties ontbreekt
gericht beleid ten aanzien van het stelselmatig opsporen en implementeren van
kansrijke technologische vernieuwingen.
6.
Het ontbreekt rond de meeste, in potentie kansrijke, toepassingen aan adequate en
makkelijk toegankelijke informatie over wat de mogelijkheden zijn en wat hiervan
de betekenis is voor de organisatie. Dit maakt beleid gericht op implementatie van
deze technologische vernieuwingen bijna onmogelijk.
7.
Er bestaat geen planmatige aanpak gericht op stelselmatige protocollering en
implementatie.
8.
Door het ontbreken van een duidelijk beleid en daarmee samenhangende
communicatie gericht op de 'omgeving' worden de mogelijkheden die thans reeds
bestaan niet optimaal benut.
9.
Implementatie van nieuwe mogelijkheden in het transmurale gebied wordt mede
bemoeilijkt door het onvoldoende geregeld zijn van financiële en organisatorische
randvoorwaarden met de samenwerkingspartners.
26
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Deel 2
Technologie in de thuiszorg: kansen benut
Vervolgactiviteiten in het kader van het STOOM-project "bevordering en
implementatie thuiszorgtechnologie" uit te voeren in samenwerking met het
KITTZ
27
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
De kansen benut
Het verkennend onderzoek van het KITTZ heeft laten zien dat de technologie vanuit
meerdere invalshoeken grote kansen biedt voor de verdere ontwikkeling van de
thuiszorg.
Het is duidelijk, er kan steeds meer en het kan steeds beter. Maar dat is één kant
van het verhaal. Want tegelijkertijd leert het KITTZ-rapport dat de introductie en
implementatie van technologische toepassingen geen automatisme is.
Kansen benutten betekent deze onderkennen en tegen het licht houden van
bedrijfsmatige en professionele doelstellingen. Dit betekent ook er voor zorgen dat
intern en extern de randvoorwaarden vervuld worden voor een verantwoorde en
succesvolle toepassing van nieuwe technieken.
Technologische vernieuwing vraagt om gericht en weldoordacht beleid en moet
zich als zodanig een plaats zien te veroveren op de toch al overvolle agenda’s van
de thuiszorgorganisaties. Voor behandelingsondersteunende technologie wordt die
plek inmiddels al ingeruimd. Thuiszorgorganisaties profileren zich op grote schaal
met een medisch-technisch ondersteuningsaanbod en verruimen daarmee het
arsenaal van behandelingsmogelijkheden in de thuissituatie. De technologische
innovatie van de thuiszorg is op dit terrein substantieel en inmiddels beleidsmatig
ook goed verankerd.
Andere door het KITTZ onderscheiden technologische toepassingsgebieden in de
thuiszorg moeten het op dit moment nog met minder aandacht stellen. Organisaties
zien hier weliswaar een lonkend perspectief maar zijn door alle politiekmaatschappelijke turbulentie niet in de gelegenheid om daar anticiperend op in te
spelen.
Ze missen ook de informatie en “tools” om hun kansen te verkennen en om te
zetten in beleid.
STOOM ontleent aan de resultaten van het KITTZ-onderzoek de conclusie dat de
technologische vernieuwing van de thuiszorg nog wel een duwtje in de rug kan
gebruiken. Om te bevorderen dat de kansen die technologie de thuiszorg te bieden
heeft adequaat benut worden wil het bestuur een proces op gang brengen dat ertoe
leidt dat technologische vernieuwing in de thuiszorg nadrukkelijk op de agenda
komt. Niet alleen bij de thuiszorginstellingen zelf maar ook bij partners in de zorg.
In de rol van aanjager en ”facilitator” zal STOOM de spits afbijten en, met de steun
van het KITTZ, dit proces van de grond te helpen. Vooropgesteld is dat de
thuiszorg hierbij zelf als motor en richtingaanwijzer fungeert en aangeeft waar
welke accenten gelegd moeten worden. Daarnaast wil STOOM dat er tegelijkertijd
gewerkt wordt aan de verbreding en versterking van het beleidsmatige en financiële
draagvlak van de thuiszorgtechnologie.
Werkplan 1998
Het benutten van de kansen die technologie de thuiszorg biedt en het
implementeren van nieuwe mogelijkheden binnen de organisaties is een proces dat
langere tijd in beslag zal nemen en onderhoud vergt. STOOM wil het jaar 1998
benutten om een stevig fundament onder dit proces te leggen. Met het KITTZ is
daartoe een activiteitenplan overeengekomen dat zich concentreert op twee
speerpunten. De eerste is het verkrijgen van commitment en actieve participatie
van de thuiszorginstellingen, niet alleen bij de start maar ook in de het
vervolgtraject.
Het tweede speerpunt vormt het documenteren van technologische kansen en
bijbehorende toepassingscondities, verder te noemen ”Documentatie
Technologische vernieuwing in de thuiszorg”.
28
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Commitment en participatie
Een belangrijke rol hierbij spelen regionale werkconferenties.
Om te beginnen wordt in de maanden april/mei op 4 à 5 plekken in het land een
eerste reeks van werkconferenties georganiseerd. Daarin krijgen de
thuiszorgorganisaties de resultaten van het verkennend onderzoek van het KITTZ
ter bespreking voorgelegd. In iedere conferentie wordt afgesproken welke kansen
de instellingen in de betreffende regio bij voorrang benut willen zien en welke
randvoorwaarden vervuld moeten worden voor een succesvolle doorvoering daarvan: welke informatie is nodig en welke stappen moeten gezet worden.
De werkconferenties zullen gestructureerd worden aan de hand van het hierna te
noemen basisstramien “Documentatie Technologische vernieuwing in de
thuiszorg”. Bij de conferenties zullen naast vertegenwoordigers van management
en staf ook vertegenwoordigers van de wijkverpleegkundige beroepsgroep
betrokken worden.
Documentatie Technologische vernieuwing in de thuiszorg
Parallel aan de organisatie van de werkconferenties zal het KITTZ een
basisstramien ontwikkelen voor de “Documentatie Technologische vernieuwing in
de thuiszorg”.
Hierin zullen, op basis van de resultaten van het inventariserend onderzoek van het
KITTZ, de voornaamste toepassingsgebieden en de randvoorwaarden voor
succesvolle implementatie daarvan benoemd worden. Dit basisstramien is bedoeld
om alle relevante gegevens over mogelijkheden en toepassing van nieuwe
technologieën te bundelen en te ontsluiten en op lacunes te beoordelen.
Het basisstramien voor de "Documentatie" wordt voorgelegd in de werkconferenties
en zal gebruikt worden als leidraad voor het maken van afspraken over
vervolgactiviteiten.
Implementatieplan
De eerste ronde werkconferenties zal informatie opleveren over de voorgestane
aanpak van de technologische vernieuwing in de regio’s.
- welke toepassingen krijgen voorrang ?
- op welke wijze willen instellingen ermee aan de slag ?
- in welke lacunes in de documentatie moet voorzien worden ?
De antwoorden op deze vragen zullen door het KITTZ worden samengevat in een
implementatieplan dat richting geeft aan de vervolgactiviteiten op centraal en
regionaal nivo.
Aan dit implementatieplan zal het KITTZ tevens voorstellen koppelen voor de
vorming van een draagvlak daarvoor en voor de PR daarover. Het
implementatieplan zal na goedkeuring door STOOM in de tweede helft van 1998 in
uitvoering worden genomen, vanzelfsprekend wederom onder voorwaarde van
commitment en participatie van de thuiszorgorganisaties.
29
© KITTZ
Rapport 'Technologie in de thuiszorg, feiten en kansen':
Download