Kanttekeningen bij het examenkatern De Studiegids over Ten oorlog! Europese oorlogen 17891919 J.H.J. Andriessen, Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog. Hij publiceerde een achttal boeken over de Eerste Wereldoorlog. Tekst: Blz. 86 Rusland dekte zich in door een bondgenootschap te sluiten met Frankrijk, …… De tsaar had het er graag voor over. De Franse banken investeerden namelijk vele miljoenen francs in grote projecten in Rusland zoals de aanleg van de transsiberische spoorweg. Kanttekening: Het was niet Rusland dat het initiatief nam tot de Frans-Russische alliantie maar Frankrijk dat zich uit z’n isolement wilde losweken. Rusland ging akkoord omdat het Russisch-Duitse verdrag was ontbonden en de sfeer in Rusland anti-Duits was geworden mede als gevolg van de tegenstellingen tussen Rusland en Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije, op de Balkan. Frankrijk stelde eisen aan Rusland omdat de Russische mobilisatietijd veel langer (6 weken) duurde dan de Franse mobilisatietijd (2 weken) Een militaire actie zou pas zinvol zijn als de Russische mobilisatietijd veel korter zou worden zodat Russische troepen veel eerder, en gelijktijdig met de Fransen, in actie zouden kunnen komen. Derhalve investeerden de Fransen vele miljoenen francs in het aanpassen van het Russische spoorwegstelsel en railsysteem en aan het doortrekken van de Russische spoorlijnen tot de grenzen om zodoende de mobilisatietijd mede te helpen verkorten. De eis van de Fransen vinden we vervat in punt 2 van de brief van de Russische minister van Financiën Kokovtsov van 27 juni 1913 aan Sazonov waarin hij o.a meldde dat de voorzitter van de Parijse Beurs hem had geïnformeerd over het in omloop brengen van door de staat gegarandeerde leningen tbv het realiseren van de reconstructie van het Russische spoorwegnet onder twee voorwaarden tw; 1) Dat de constructie zoals afgesproken met de Franse generale staf onmiddellijk zal beginnen 2) Dat de effectieve vredessterkte van het Russische leger aanzienlijk zal worden opgevoerd. Blz. 87: Tekst over Wilhelm ll Naar hedendaagse inzichten had Wilhelm een minimale braindamage, een lichte hersenbeschadiging die zijn latere agressieve uitlatingen kon verklaren. Kanttekening: De studiegids geeft niet aan van wie die ‘hedendaagse inzichten’dan wel zijn. De meest recente ‘hedendaagse inzichten’ (CH.Clark) geven juist aan dat daar geen sprake van is geweest en de beweringen van ‘tijdgenoten’ van Wilhelm zijn nimmer ook maar door enig medisch bewijs noch door een psychoanalyse van de keizer, bevestigd. Tekst: In 1890 liet Wilhelm het verdrag (rugdekkingverdrag) verlopen. Kanttekening: Wilhelm liet niets verlopen, hij wilde het verdrag zelfs verlengen maar zijn kanselier, Caprivi, gesteund door Holstein en de Duitse ambassadeur in Petersburg adviseerden hem om het verdrag niet te verlengen vanwege de geheime clausules die daar in voorkwamen en die, als ze door Rusland openbaar gemaakt zouden worden (en daar was gezien de anti Duitse stemming in Rusland reëel kans op) een zeer nadelig effect zouden hebben zowel op de enige bondgenoot Oostenrijk-Hongarije als wel op Gr.Brittannië. Het dringende advies van zijn kanselier werd daarop door Wilehlm aanvaard. Tekst: Daardoor kon Wilhelm een persoonlijk stempel drukken op de buitenlandse politiek. Kanttekening: Dat is niet juist. Wilhelm wilde wel graag een persoonlijk stempel drukken maar kreeg daar niet de gelegenheid voor, vooral niet bij von Bülow en ook niet bij Bethmann Hollweg. Als hij het al eens probeerde werd hij fors teruggefloten. Historici hebben veel te veel gelet op de uitlatingen van Wilhelm en verzuimd na te gaan wat hij uiteindelijk deed. Hij zocht inderdaad wel de grenzen van zijn mogelijkheden maar ging daar slechts in enkele gevallen overheen zoals ook bijv. onze koningin Wilhelmina dat deed. Tekst: Militarisme speelde een belangrijke rol…. Men was bereid (in Duitsland) grote uitgaven voor vloot en leger te accepteren Kanttekening: suggestief! Het militarisme leefde in die periode in zekere zin ook in Frankrijk, Rusland en Engeland en de militaire budgetten van deze landen waren zelfs aanzienlijk groter dan die van Duitsland. Bovendien stond de Duitse vloot als laagste op de ranglijst van staten en toen men met de vlootbouwplannen begon moest eerst een zeer grote achterstand worden ingelopen.Om die achterstand in te lopen was men wel bereid tot grote uitgaven maar toen dat leidde tot een belastingverhoging werd dit niet geaccepteerd en kon von Bülow gaan. Tekst: Duitsland was het enige land waarin ministers het parlement in uniform toespraken. Kanttekening: Onjuist, zelfs in Nederland liepen ministers bij de opening van het parlement in ambtsuniform. De kritiek op de vele uniformen van de keizer is eveneens sterk overdreven indien met de tijd en mode waarin men toen leefde, in acht neemt. Daarenboven was de keizer erekolonel in vele landen en bij bezoeken aan die regimenten werd hij dan geacht het betreffende uniform te dragen. Het was in de tijd dat ook Britse, Franse en zelfs Nederlandse ministers een staatsie-uniform droegen. Tekst: Blz. 88 De Duitsers ondergingen een karakterverandering rond 1900. Kanttekening: dat is toch een onbewezen en ook onmogelijke stelling. Tekst: Bij velen ontwikkelde zich een superioriteitsgevoel. Kanttekening: In dit tijdperk van koloniën was het superioriteitsgevoel bij de koloniserende landen erg ontwikkeld. De Britten stelden het ‘Britse ras’ boven alle andere ‘rassen’en waren wat het superioriteitsgevoel betreft no 1 in de wereld. Dat superioriteitsgevoel was zeker niet alleen een Duitse karaktertrek. Tekst: De actieve Weltpolitik leidde tot een riskante koers in de buitenlandse politiek. Het Europese machtsevenwicht werd door de Duitse verlangens verstoord. Kanttekening: Clark schreef: Er is een werkelijk verbijsterende tendens in de hedendaagse literatuur en in de opvattingen van veel auteurs, om de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog nog steeds uitsluitend te zien door Angelsaksische bril waarbij men impliciet accepteert dat de Britse koloniale expansie en de Britse perceptie van de oorlog en de Britse rechten en eisen in de natuurlijke orde van zaken liggen terwijl men tegelijkertijd Duitse protesten daartegen en de Duitse wens tot uitbreiding automatisch beschouwt als bewuste provocaties en kwade wil.”en daar zijn legio voorbeelden van te geven zoals bovenstaande bewering. Tekst: Blz. 89 Wilde Duitsland ooit het Britse imperium naar de kroon steken dan was een eigen oorlogsvloot een eerste vereiste. Die zou de heerschappij ter zee kunnen afdwingen. Kanttekening: Dit suggereert dat dit een der doelen van Duitsland is geweest. Dat is onjuist. Het officiële beleid was een vloot te bouwen die nimmer groter mocht zijn dan 2/3 van de Britse vloot. De reden was dat men Gr.Brittannië NIET wilde provoceren en men realiseerde zich dat een policy om de Britse vloot te overvleugelen of naar de kroon te steken, nimmer zou lukken en ook onmogelijk en zelfs onwenselijk zou zijn. Tekst blz. 90: Het gevolg van de (marine) wapenwedloop tussen Gr.Brittannië en Duitsland was dat de Britten zich meer op Europa gingen richten. Kanttekening: Dat is wel vaak als argument gebruikt maar fundamenteel onjuist. De Britten gingen zich meer op Europa richten omdat ze de economische en politieke groei van Duitsland als een gevaar zagen voor hun eigen dominante positie Toen ze er niet in slaagden tot een verdrag met Duitsland te komen richtten ze zich op Frankrijk en Rusland en nadat Frankrijk een alliantie met Rusland had gevormd werd de interesse om aan die alliantie te gaan deelnemen voor Gr.Brittannië pas echt opportuun. De Duitse vlootbouw was in die policy slechts een minder belangrijk argument. Tekst blz. 90 Met de Fransen deelden zij de bezorgdheid over de groeiende ambities van Duitsland. Kanttekening: Zou er ook niet kunnen staan; “met de Duitsers deelden zij de bezorgdheid over de groeiende ambities van Frankrijk”.? De wijze waarop Frankrijk haar invloed naar Marokko uitbreidde, was immers een schending van het verdrag van Madrid waarbij Duitsland een der ondertekenaars was. De Franse acties leidden dan ook tot de val van Delcassé (1905) en later tot bijna oorlog (1911). De Gids suggereert hier dat in de Marokkokwestie Duitsland het bij het verkeerde eind had maar verzuimt de Franse rol objectief te bespreken en verzuimt eveneens te melden dat de oorlog toen voorkomen werd door de Duitse keizer. Tekst.blz. 90 Vanaf het moment dat Elzas en Lotharingen aan Duitsland waren afgestaan, leefde in Frankrijk de gedachte aan ‘revanche’. Kanttekening: Onjuist. Die gedachte leefde slechts bij enkelen en zeker niet bij het Franse volk.De politiek van Delcassé toont dat ook aan. Hij wilde expansie van het Franse grondgebied overzee en toen hij, vanwege de Fashoda-kwestie problemen kreeg met Engeland dreigde hij zelfs Duitse hulp te zullen inroepen. De ‘revanche gedachte’ werd later weer nieuw leven ingeblazen toen Raymond Poincaré minister-president en nog later, president werd. Hij was een overtuigd revanchist maar zag de noodzaak de pers om te kopen omdat die zich anti-Russisch had opgesteld en van revanche niet wilde weten. Pas nadat de Franse pers, met Russisch geld, was omgekocht werd die nu pro-Rusland en pro-oorlog. Tekst blz. 91 De Triple Entente was in wezen een reeks afspraken om onderlinge geschillen vreedzaam op te lossen. Kanttekening: Dit is historische onzin. De Triple Entente bestond uit Frankrijk-Rusland en (onofficieel) Gr.Brittannië. Het verdrag tussen Frankrijk en Rusland was verre van vreedzaam en sprak nergens over het vreedzaam oplossen van geschillen maar integendeel, over het ‘vernietigen van de Duitse legers, over mobilisatie als meest dwingende stap tot oorlog en over het verbod tot vrede sluiten van een der deelnemende partijen als de ander daar geen toestemming voor zou geven. Gr.Brittannië vormde de onofficiële partner in deze drie -landenafspraken. Onofficieel omdat het land nimmer ook maar een handtekening heeft gezet onder deze samenwerking. In het geheim waren er echter wel degelijk militaire afspraken en oefenden Franse en Britse militairen in maart 1914 zelfs bij Amiens de mobilisatie en waren er marinebesprekingen met Rusland aan de gang terwijl er ook harde (geheime) afspraken waren met de Franse marine. Tekst p.92 Moderne historici stellen dat Duitsland de Oostenrijkse regering aanspoorde om de moord te Serajevo te benutten om oorlog tegen Servië te ontketenen. Dan kon Duitsland een oorlog tegen Rusland beginnen…. Kanttekening Die bewering is nimmer bewezen en ook zeer onwaarschijnlijk. De Duitse militairen vonden een preventieve oorlog gezien de situatie wel wenselijk maar dat Duitsland op oorlog aandrong om voornoemde reden is nergens vast te stellen. Wilhelm had zich vele malen uitgesproken tegen het voeren van een preventieve oorlog. Wel is het duidelijk dat men op snelle actie aandrong omdat men van mening was dat daarmede juist een algemene oorlog kon worden voorkomen en nog lokaal zou kunnen worden gehouden. Tekst; p.92 Bovendien was het waarschijnlijk dat de Britten voor België zouden opkomen.In 1839 hadden alle grote mogendheden de onafhankelijkheid van het nieuwe koninkrijk België gegarandeerd. Kanttekening: De ondertekenaars hadden zich slechts verplicht om samen of individueel, de neutraliteit van België niet te schenden. Van een verplichting om, indien dat wel zou gebeuren, gewapenderhand in te grijpen, was echter geen sprake. Lord Loreburn, de vroegere Lord Chancellor, schreef dan ook dat het voor de historische juistheid belangrijk was te vermelden dat Engeland wat dat betreft niet verplicht was in te grijpen, noch door het verdrag van 1839, noch door enig ander verdrag en dat Engeland, samen met Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Nederland een overeenkomst hadden gesloten om België voor eeuwig als neutrale staat te zullen beschouwen. Engeland verplichtte zichzelf, net als de andere staten dat deden, die neutraliteit niet te zullen schenden maar niet om die te verdedigen als een der andere ondertekenaars zich daar niets van zou aantrekken. Vandaar ook het aparte verdrag dat Engeland sloot met Duitsland en met Frankrijk in 1871 toen men vreesde dat een van die landen België zou binnentrekken. In 1914 sloot Engeland een dergelijk verdrag niet for obvious reasons! Tekst blz. 95: Achter de blanco cheque van Duitsland ging de ware intentie schuil van de militaire top in Duitsland. Zorgvuldig werd geheim gehouden dat reeds in december 1912 de Duitse legerleiding besloten had tot een spoedige preventieve oorlog tegen Rusland. Kanttekening: Onjuist. De meeting van 8 december 1912 was een militair-politieke beschouwing in verband met de situatie tussen Oostenrijk en Servië. Men vreesde dat daar een oorlog uit zou kunnen voortkomen en besloot dat het noodzakelijk zou zijn het Duitse volk daarop voor te bereiden. Bij deze meeting was echter de Rijkskanselier niet aanwezig en toen hij er later van hoorde verklaarde hij er ‘niet mee te maken te hebben’. De bewering dat men daar in het geheim tot oorlog heeft besloten is onzin en getuigt van weinig kennis van het staatsbestel in Duitsland. De militairen hadden geen stem in de beslissing tot oorlog en Wilhelm was absoluut tegen oorlog en zou zijn kanselier ook nooit hebben meegekregen in zo’n beslissing. Niet vermeld wordt dat von Moltke een waarschuwing zond naar Conrad om geen oorlog te ontketenen en dat die van de “slaven’moest uitgaan en niet van de Duits sprekende landen. Tekst blz.96; Toen Wilhelm het Servische antwoord las meende hij dat iedere reden voor oorlog was komen te vervallen maar in Berlijn hadden de generale staf en de minister van Oorlog besloten dat de tijd rijp was voor oorlog. Kanttekening: Wederom een onjuist verhaal! Het suggereert ook dat de keizer oen al niets meer te zeggen had hetgeen eveneens onjuist is. De militairen drongen wel steeds aan op een preventieve oorlog maar de keizer weigerde dat beslist en de militairen waren ook niet in de positie om een oorlog er door te drukken zonder akkoord van de keizer en de Rijkskanselier en beiden waren tegen oorlog. Tekst blz. 96 Op 30 juli mobiliseerde Oostenrijk. De Russische regering gaf op diezelfde dag (30 juli ) het bevel tot volledige mobilisatie. Kanttekening: Onjuist en een zeer belangrijke onjuistheid gezien de betekenis van het Russische besluit tot mobilisatie. Mobilisatie betekende nl in die tijd de meest verstrekkende oorlogsdaad. (zie het Frans-Russische geheime militaire verdrag en brief generaal Dobrorolski aan de Russische minister van Oorlog) De Russische gedeeltelijke mobilisatie werd reeds op de 25e Juli besloten en het bevel op de 26e uitgevoerd en niet de 28e. De Russische algemene mobilisatie, (dus ook tegen Duitsland gericht) werd echter op 30 juli te 1800 uur n.m. uitgeroepen maar de Oostenrijkse algemene mobilisatie volgde pas een dag later( en niet dezelfde dag) en wel de 31e juli te 1230 uur.nm, dus na de Russische algemene mobilisatie en niet er vóór of op de zelfde dag. Tekst blz. 97 Keizer Wilhelm waagde nog een halfslachtige poging om de ontwikkelingen te keren. Hij stuurde een telegram naar zijn neef Koning George, maar die poging faalde. Kanttekening: Onzin. Wilhelm ontving bericht van prins Heinrich dat Engeland neutraal zou blijven. Wilhelm dankte koning George daarvoor. Die stuurde een telegram terug dat dit op een misverstand berustte en dat Engeland niet neutraal bleef. Er was dus geen sprake van een halfslachtige poging van Wilhelm. Wat Wilhelm wel deed, nadat hij het bericht had ontvangen dat Engeland neutraal zou blijven, was von Moltke bevel geven de troepenbewegingen in de richting van België en Luxemburg stop te zetten. Hij werd daarbij van harte gesteund door de kanselier von Bethmann Hollweg. Een duidelijk bewijs dat Wilhelm niet handelde volgens een vooropgezet agressief oorlogsplan en ook dat de militairen het nog niet voor het zeggen hadden! Tekst blz. 98 Het Britse kabinet was bijna unaniem voor ingrijpen! Kanttekening: Unaniem??? 6 ministers dreigden hun ontslag in te dienen en na de rede van Grey in het Lagerhuis namen uiteindelijk twee ministers uit protest hun ontslag. Algemeen: Het hoofdstuk over de Eerste Wereldoorlog kan niet anders dan ‘slordig’ genoemd worden, is vaak onjuist en is in veel gevallen achterhaald en getuigt van een ‘verouderde’ visie op deze periode. In het algemeen is ook hier sprake van een werkelijk verbijsterende tendens om de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog nog steeds uitsluitend te zien door Angelsaksische bril waarbij men impliciet accepteert dat de Britse koloniale expansie en de Britse perceptie van de oorlog en de Britse rechten en eisen in de natuurlijke orde van zaken liggen terwijl men tegelijkertijd Duitse protesten daartegen en de Duitse wens tot economische uitbreiding automatisch beschouwt als bewuste provocaties en kwade wil. Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog J.H.J.Andriessen, voorzitter