De wereld in 2025 Maart 2016 De wereld van overmorgen de megatrends Wie had in de jaren tachtig van de vorige eeuw verwacht dat we in 2016 zouden mailen, fotograferen, internetten, navigeren en muziek luisteren met onze telefoon? Of dat we 3D- protheses zouden printen en romans zouden laten schrijven door een robot? Hoe verder we in de toekomst proberen te kijken, hoe onzekerder zij wordt. En uiteindelijk ziet de wereld er over tien of twintig jaar er altijd weer behoorlijk anders uit dan we van tevoren hadden gedacht. Maar we kunnen wel vooruitkijken. En dat is ook nuttig. Een blik op de verdere toekomst, een analyse van onzekere en zekere ontwikkelingen en hoe deze op elkaar inwerken, scherpt ons beeld voor de dag van morgen. In dit artikel zetten we de grootste veranderingen, de megatrends, in de wereld van morgen voor u op een rij. Deze megatrends gaan over de toekomst van de wereld en dus ook over die van Nederland. Globalisering zorgt er immers voor dat de wereld steeds kleiner wordt en meer verbonden raakt. We gaan achtereenvolgens in op de toekomstige demografische ontwikkelingen, de grenzen aan de aarde, geopolitiek en innovatie. Uiteindelijk laten we zien dat alle beschreven trends samenkomen in de economie. Woerden: Nederland in het klein Ter illustratie maken we een aantal megatrends concreet door naar de gemeente Woerden af te reizen, gelegen in het Groene Hart, pittoresk, landelijk en tegelijkertijd ook onderdeel van de Randstad. Waarom Woerden? Woerden is in veel opzichten de meest gemiddelde gemeente van ons land. Denk aan de bevolkingsopbouw, consumptiepatronen of het verenigingsleven. Daarom dient Woerden voor veel bedrijven en organisaties als proeftuin. Ondernemers en bestuurders uit de gemeente laten u in deze kaders zien hoe grote en misschien abstracte wereldwijde ontwikkelingen ons direct raken. 1. Demografie Meer mensen, grotere steden In 1950 woonden er 2,5 miljard mensen op de wereld. In de 65 jaar daarna zijn er bijna vijf miljard mensen bijgekomen, van wie meer dan 60 procent in Azië. Ook het komende decennium zal deze bevolkingsontwikkeling verder gaan. Daarbij vergrijst de wereldbevolking en woont zij meer en meer in steeds grotere steden. Volgens de VN kunnen we nog voor 2025 de achtmiljardste wereldburger verwelkomen. De bevolkingsgroei loopt in de komende decennia volgens een VN-scenario verder op naar 8,5 miljard in 2030 en 9,7 miljard in 2050. Dit is een enorme versnelling van de groei van de wereldbevolking die vooral plaats heeft in opkomende economieën en ontwikkelingslanden, met name in Afrika en Azië. Daarnaast verhuizen wekelijks 1,3 miljoen mensen naar een stad. Dit is al bijna vijftig jaar zo. Deze trek heeft ertoe geleid dat nu meer dan de helft van de wereldbevolking in een stedelijke omgeving woont. In 2025 zal dit naar verwachting 58 procent zijn en in 2050 meer dan twee derde van de wereldbevolking. Minder kindersterfte Een belangrijke reden voor de ongelijke bevolkingsgroei in de wereld is de zogenoemde demografische transitie. Naarmate de welvaart in een land stijgt, daalt het geboortecijfer. Dat komt door een hogere levensverwachting en minder kindersterfte, het gebruik van anticonceptie en een toenemend aandeel werkende vrouwen. In ontwikkelde economieën stijgt de bevolkingsomvang dan ook nauwelijks. Japan heeft sinds 2008 zelfs te kampen met bevolkingskrimp. Ook Duitsland is al aan het krimpen. Rond 2025 lijkt in heel Europa bevolkingskrimp op te gaan treden en rond 2030 ook in China. De enige rem op deze krimp vormt migratie. De richting van deze migratiestromen is duidelijk: van lagere inkomensgebieden naar rijkere en veiligere regio’s zoals Europa, Noord-Amerika en Australië en Nieuw-Zeeland. In deze hoge-inkomenslanden zal de bevolkingsaanwas volgens de VN de komende jaren voor meer dan 80 procent komen uit migratie. Dit kan zelfs aanzienlijk meer zijn, als de huidige toestroom van vluchtelingen zich voortzet. Demografische uitdagingen Al deze ontwikkelingen brengen grote uitdagingen met zich mee. De komst van steeds meer mensen betekent dat steeds meer voedsel, meer grondstoffen en meer ruimte nodig zijn. Dit vergt nogal wat van onze aarde. Een krimpende bevolking, zoals in onze omgeving, beperkt het economische groeipotentieel doordat er minder mensen zijn om te werken. Een vergrijzende bevolking doet de zorgbehoefte groeien. En voor Europa zit hier ook een politieke dimensie aan: het werelddeel wordt economisch en demografisch relatief steeds kleiner. Wat betekent dat voor de positie van Europa in de wereld? De snel toenemende verstedelijking brengt eveneens nieuwe uitdagingen met zich mee voor het klimaat, de infrastructuur en de veiligheid. De gemiddelde welvaart stijgt en dit zorgt onder meer voor nieuwe consumptiepatronen met bijbehorende uitdagingen, zoals op korte termijn smog en aantasting van de leefbaarheid in de steden. Op de lange termijn –met steeds meer en grotere steden– gaat het om de leefbaarheid op en de toekomst van de aarde. Victor Molkenboer, burgemeester van Woerden, over de invloed van de megatrends op zijn gemeente: ‘Qua bevolkingsgroei kunnen we nog zeven jaar uit de voeten.’ Victor Molkenboer, burgemeester van Woerden: “Als onderdeel van de randstad groeit Woerden nog steeds. Ook tijdens de bouwcrisis werden hier jaarlijks nog honderd woningen opgeleverd. Nu zitten we weer op tweehonderd. Vooral jonge tweeverdieners die een huis in Utrecht te duur vinden, weten ons te vinden. Het is belangrijk dat we al deze mensen ook in de toekomst voldoende werkgelegenheid kunnen bieden. Voor het bedrijfsleven is binnen onze gemeentegrenzen echter weinig ruimte voor groei. Daarom richten we ons nu op de ontwikkeling van toerisme en recreatie. Daar zijn nog volop mogelijkheden. Voor de komende vijf tot zeven jaar heeft Woerden voldoende ruimte voor woningbouw om de bevolkingsgroei op te vangen. Daarna moeten we misschien meer de hoogte in met onze bouw of kijken waar het verantwoord is om toch in het groen te gaan bouwen. Een andere keuze kan zijn dat we niet verder bouwen en de gevolgen daarvan accepteren. Ouderen blijven steeds langer zelfstandig in hun woning wonen. Daar anticiperen we op. We sturen erop dat ouderen zo lang mogelijk zelf de regie blijven voeren. Ik vind dat wij als gemeente een taak hebben in de opvang van asielzoekers; gelukkig is daarvoor ook draagvlak binnen onze gemeente.” 2. Klimaat Grenzen aan de aarde In het komende decennium zien opkomende economieën hun consumptiepatronen structureel verschuiven naar meer luxe en meer dierlijke eiwitten. Door deze nieuwe consumptiepatronen én de groei van de bevolking neemt de vraag naar hulpbronnen zoals water, voedsel, energie en metalen toe. In 2030 hebben we naar verwachting 30 procent meer energie nodig, 40 procent meer water en 50 procent meer voedsel. Hoe zorgen we ervoor dat de aarde dit aankan? Klimaatverandering maakt het warmer onder onze voeten… De huidige klimaatverandering laat onomwonden zien dat er grenzen zijn aan het herstelvermogen van de aarde. De verbranding van fossiele brandstoffen, maar ook landbouw en ontbossing spelen een voorname rol in deze klimaatverandering. De risico’s en de impact ervan zijn groot. Door de thermale expansie van oceaanwater en het smelten van poolkappen en gletsjers stijgt de zeespiegel. In het meest negatieve scenario stijgt de zeespiegel de komende eeuw bijna een meter. Ook het weer wordt extremer. Als gevolg van de temperatuurstijging verwacht de IPCC, het klimaatpanel van de VN, een toename van orkanen en overstromingen, maar ook van hevige droogte en bosbranden. Nu al kwetsbare regio’s zijn het meest gevoelig voor deze klimaatveranderingen. In december 2015 is in Parijs afgesproken dat men wereldwijd tracht de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van pre-industrieel niveau. De plannen die voor deze klimaattop zijn ingeleverd, zijn hiervoor niet toereikend want zij leveren nog steeds een gemiddelde stijging van de temperatuur op van 2,7 tot 3 graden. Voor alle landen betekent dit akkoord dus een verdere inspanningsverplichting, die de komende jaren zal worden geëvalueerd. Bert de Groot, hoogheemraad te Woerden, over de invloed van de klimaatcrisis op zijn gemeente: ‘We willen geen huizen laten onderlopen.’ Bert de Groot, melkveehouder en hoogheemraad voor waterschap De Stichtse Rijnlanden: “Het weer wordt steeds heviger. Kijk maar naar de recente overstromingen in Engeland. Vroeger zagen we dat soort taferelen alleen in de minder ontwikkelde landen. Wij hebben als waterschap de wettelijke taak om te kunnen omgaan met buien die volgens de modellen maar eens in de tien jaar vallen. De ramingen worden echter steeds aangepast: buien die vroeger eens in de twintig jaar vielen, vallen nu eens in de tien jaar. Het zal dus vaker gaan gebeuren dat wegen en kelders onder water komen te staan. Daar moeten agrariërs, burgers en bedrijven zich op voorbereiden. Verder komt de zoute kwel (zeewater dat onder duinen en dijken door ondergronds landinwaarts loopt naar gebieden die onder de zeespiegel liggen, red.) hier en daar behoorlijk omhoog en die druk neemt alleen maar toe als het zeeniveau stijgt. Voor ons melkveehouders maakt een beetje zout water niet zoveel uit, maar in de glas- en tuinbouwsector hier in de regio kan het wel veel kwaad. Door de druk van het zoete water te verhogen, kunnen we de zoute kwel tegendruk geven. Maar daaraan zijn wel grenzen: je wil geen huizen laten onderlopen en het grasland bewerkbaar houden. Watermanagement speelt in Woerden en omgeving sowieso een cruciale rol vanwege de ondergrond: veen. Het dilemma is dat veen verbrandt door oxidatie als het niet onder water staat. Dat zorgt voor extra CO2-uitstoot en daling van de bodem. Maar als het wel onder water staat, wordt de woonfunctie lastig en kan er geen economische bedrijvigheid op plaatsvinden. Hier in Kamerik en Kockengen moeten ze eens in de tien jaar de tuin bijvullen en de stoep verhogen als gevolg van de verzakking. Ook de polders dalen bijna 1 cm per jaar. Een methode om dat flink te verminderen is onderwaterdrainage; als waterschap willen we dat vooral de agrariërs op de laagste percelen dit vaker gaan toepassen.” Een serieus probleem Het is niet exact te zeggen wanneer de opwarming van de aarde een probleem wordt. Feit is wel dat als de opwarming van de aarde meer dan twee graden bedraagt er een kritieke situatie kan ontstaan en er een omslagpunt wordt bereikt: een snelle en niet terug te draaien verandering in het klimaat met grote gevolgen. Wanneer het de wereld niet lukt de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen, is dit echter op de lange termijn wel het meest waarschijnlijke scenario. Inmiddels erkennen ook de VS en China klimaatverandering als een serieus probleem. President Obama in zijn speech van 30 november 2015 in Parijs: ‘That future is not one of strong economies, nor is it one where fragile states can find their footing. That future is one that we have the power to change. Right here. Right now. But only if we rise to this moment. As one of America’s governors has said, “We are the first generation to feel the impact of climate change, and the last generation that can do something about it.” Het is vooral aan de meest ontwikkelde landen om het voortouw te nemen in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Hier is de uitstoot per persoon immers het grootst. Maar de grootste opgave hebben de grote landen die de komende jaren zowel qua welvaart als qua bevolkingsomvang nog heel hard groeien, zoals India, Indonesië en Nigeria. Energiedorst en honger naar metalen Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) ligt de wereldwijde vraag naar energie in 2040 maar liefst 37 procent hoger dan in 2014. De energieconsumptie stijgt het sterkst in opkomende landen. In Noord-Amerika, Europa, Japan en Zuid-Korea blijft het energiegebruik ongeveer gelijk, terwijl 60 procent van de mondiale toename in verbruik in Azië plaatsvindt. Qua groei van de energieconsumptie voert China tot ongeveer 2025 de lijst aan. Daarna nemen India en in mindere mate Zuidoost-Azië het stokje over. Ook de vraag naar (zeldzame) aardmetalen zal toenemen. Deze vraag hangt samen met de vervaardiging van technologisch hoogwaardige producten, zoals telescooplenzen, mobiele netwerken en MRI-scanners. Ze zijn nodig voor het creëren van fotovoltaïsche cellen voor zonnepanelen, voor magneten in windturbines en voor de batterijen van elektrische auto’s. Deze zeldzame metalen, een groep van zeventien elementen, zijn cruciaal voor verdere technologische ontwikkeling. Uitgebreider en proteïnerijker eetpatroon De wereldwijde vraag naar voedsel zal naar verwachting met ongeveer 30 procent groeien, met name in de opkomende economieën. Een steeds grotere middenklasse kan zich hier een uitgebreider en proteïnerijker eetpatroon veroorloven. Dat betekent meer vlees in het dieet, wat voor extra druk zorgt op de voedselvoorziening en het milieu. Ook water zal voor de helft van de wereldbevolking schaars worden. Een grondstoftransitie Het antwoord op deze uitdagingen is een transitie die zijn precedent in de historie niet kent. Een transitie naar een broeikasgasvrije, circulaire economie kan ervoor zorgen dat de schade wordt beperkt en de samenleving nog steeds perspectief heeft. Ook technologie kan bijdragen aan de grondstoftransitie: hoe we van afval nieuwe grondstoffen maken is deels een technologische vraag. Technologische ontwikkelingen zorgen bovendien voor een verschuiving naar hoogwaardigere vormen van energie. Overheidsbeleid zal ook een belangrijke bijdrage moeten leveren aan deze transitie. Maar als we binnen de grenzen van de aarde willen blijven, heeft iedereen daarin een persoonlijke verantwoordelijkheid. En dat begint met kleine dingen: langer met spullen doen, minder voedsel weggooien en zoveel mogelijk recyclen. 3. Geopolitiek Afhankelijkheid en versnippering Migratiestromen, terroristische aanslagen, de Russische annexatie van de Krim en schommelende olieprijzen als gevolg van internationale spanningen: geopolitieke ontwikkelingen die ver van ons bed lijken, kunnen dichtbij een behoorlijke invloed hebben. De onzekere, potentieel destabiliserende factoren zijn daarbij groot: van religieus extremisme tot schuldencrises. Ruim 25 jaar na de val van de Berlijnse Muur is de directe veiligheid van de Westerse wereld weer een thema. Bron van directe zorg zijn nu vooral de alsmaar uitdijende conflicten in het Midden-Oosten en de terroristische activiteiten van religieuze extremisten. Structurele trends: economie + demografie + defensie = politieke macht Demografische ontwikkelingen en welvaartsontwikkeling vormen deels de basis van geopolitieke macht. De mate waarin die macht wordt uitgeoefend, hangt af van hoe de welvaart (1) zeker moet worden gesteld door bemoeienis met andere landen en (2) wordt omgezet in militaire macht. In figuur 2 staat de top-15 van landen weergegeven over de periode 1950-2025, afgemeten aan de omvang van de economie. Deze wisselende vijftien landen zijn gezamenlijk goed voor gemiddeld 70 procent van het wereld-BBP. In de periode net na de oorlog, waarin instituties als de VN, het IMF en de Wereldbank zijn opgericht, domineren de Westerse landen. In 2010 was de situatie al aanzienlijk gewijzigd. Door een toenemende bevolking en stijgende welvaart zijn de Aziatische economieën op de lijst geklommen, terwijl de Westerse landen, en dan vooral de West-Europese landen, in de rangorde zijn gedaald. Het groeiende economische belang van vooral Aziatische landen zorgt ervoor dat deze landen zich nadrukkelijker in het internationale machtsspel willen mengen. De komende tien jaar zet deze trend zich onverminderd voort: in 2025 krimpt het aandeel van het traditionele Westen in de top-15 tot 27 procent; dat is minder dan het aandeel van de VS in 1950. Azië groeit tot ongeveer 39 procent van de wereldeconomie. De dominantie van het Westen is dan in economische zin voorbij. Meer onderlinge afhankelijkheid Naast een verschuiving van het zwaartepunt van de internationale groei is de mondiale economie ook steeds meer verweven. Steeds meer is duidelijk dat productieketens, of mondiale waardeketens, bestaan uit verschillende taken. Dalende transactiekosten zorgen ervoor dat het veel gemakkelijker wordt verschillende taken van productie op te knippen in kleine stukjes en te analyseren waar welk deel van de productie het best kan plaatsvinden. De langetermijntrend is dus ontegenzeglijk meer onderlinge afhankelijkheid, ook voor de grote landen. Als laatste bepaalt de militaire kracht van de verschillende landen en blokken de toekomstige ontwikkelingen. Daarbij valt op dat het aandeel in de totale mondiale militaire uitgaven van de VS in 2014 met 34,1 procent nog aanzienlijk meer is dan op basis van het BBP of inwonertal mag worden verwacht. Dit lijkt vooral nog een weerspiegeling van de ‘oude’ rol van de VS. Maar oud of niet, de rol die de VS op het mondiale wereldtoneel spelen, zal voorlopig nog groot zijn. Militair is het land vooralsnog ongeëvenaard, en zelfs bij verder dalende uitgaven aan defensie duurt het nog geruime tijd voordat China qua militaire macht in de buurt komt van de VS. Gijs Okkerman, ondernemer te Woerden, over de invloed van geopolitieke verhoudingen op zijn export: ‘Minder omzet in Rusland.’ Gijs Okkerman, directeur QBTEC, producent van professionele kook- en frituurinstallaties: “Sinds het neerstorten van MH17 op de Krim in juli 2014 en de bekoelde Russisch-Nederlandse relatie die daar het gevolg van is, behalen wij een stuk minder omzet in Rusland. Of het vooral het MH17-verhaal is of het feit dat onze producten voor de Russen duurder zijn geworden door de lage waarde van de roebel, die weer het gevolg is van de onrust op de Krim en de lage olieprijs, dat weten we niet precies. Maar we merken dit soort geopolitieke ontwikkelingen dus wel degelijk op de winst- en verliesrekening. Ik zie onszelf momenteel ook niet zo snel zaken doen in Syrië. We merken nog weinig van de vluchtelingencrisis, maar onze transporteurs nemen nu liever de boot naar Engeland dan dat ze via Calais gaan, waar vluchtelingen proberen hun vrachtwagens binnen te dringen. Als dat blijft voortduren, zal dat voor ons betekenen dat het transport ook duurder wordt.” Europa worstelt Door geopolitieke spanningen, opkomend nationalisme en eurosceptische tendensen in veel lidstaten staat de onderlinge solidariteit in Europa onder druk. Die solidariteit is enerzijds van belang voor de positie die Europa kan innemen in het veranderende internationale landschap, anderzijds voor de interne markt en de stabiliteit van de Europese politieke en economische toekomst. Het feit dat de Europese Unie niet in staat is om een gezamenlijk antwoord te formuleren op de huidige vluchtelingencrisis is hiervan het zoveelste voorbeeld. Verdere economische én politieke integratie is bovendien een noodzakelijke voorwaarde om het monetaire beleid in de eurozone goed te laten landen. Of dit lukt, hangt uiteindelijk vooral af van de politieke wil en mogelijkheden van de lidstaten en hun leiders. De geopolitieke spagaat De komende jaren zal de geopolitieke spagaat vermoedelijk alleen maar groter worden. Door de steeds verder geïntegreerde wereldeconomie zijn onder meer internationale samenwerking en het openstellen van grenzen in het belang van ons allemaal. Hetzelfde geldt voor de aanpak van steeds prangender wordende grensoverschrijdende vraagstukken – van klimaatverandering tot vluchtelingenproblematiek. Aan de andere kant zorgen deels dezelfde economische ontwikkelingen ervoor dat samenwerking steeds lastiger wordt: de grote, steeds welvarender wordende Aziatische landen komen vaker op voor hun eigenbelang, waardoor internationale fora krachtelozer worden. De steeds zichtbaarder wordende welvaartsverschillen en blijvende brandhaarden in de wereld zorgen ervoor dat migrantenstromen eerder sterker dan zwakker worden. Dit zal meer tot nationalistische tendensen leiden dan tot het omarmen van de wereld als het land van ons allemaal. 4. Innovatie De kracht en de dreiging van ICT Van stoommachine tot gloeilamp en van computer tot robot: innovatie ligt ten grondslag aan de vooruitgang die we sinds de eerste industriële revolutie doormaken. Maar wat betekenen deze innovaties voor onze banen en voor onze welvaart? Zorgt kunstmatige intelligentie voor baanloze groei? De experts zijn het erover eens: technologieën als 3D-printen, zelfrijdende auto’s, the Internet of Things, kunstmatige intelligentie, big data en bio- en nanotechnologie zullen de samenleving de komende jaren ingrijpend veranderen. Innovatie is een verzamelnaam voor de vernieuwingen en verbeteringen van producten, diensten en processen die direct of indirect zijn gericht op het behalen van extra toegevoegde waarde. Innovatie kan voor een bedrijf dus bijvoorbeeld een manier zijn om de productiviteit te verhogen. Het uiteindelijke effect van bepaalde innovaties is moeilijk te voorspellen. Sommige innovaties dragen vooral bij aan de economische groei en een toename van de arbeidsproductiviteit -denk hierbij aan de lopende band en de computer- terwijl andere juist bijdragen aan elementen van vooruitgang als langer leven, een stabielere samenleving of minder milieubelasting. Denk hierbij aan innovaties in de medische wetenschap of de verbetering van zonnepanelen. De belangrijkste innovatiegolf van dit moment, ICT, kan bedrijven razendsnel groot maken (Google, Apple) maar ook in hoog tempo naar de afgrond helpen (Kodak, Nokia). De gemiddelde leeftijd van grote, mondiale bedrijven daalde in een halve eeuw van 61 naar 18 jaar. Een startup kan in een paar jaar tijd een multinational worden. Baanloze economische groei? ICT is een belangrijke aanjager van de economie. Maar een van de mogelijke sociaaleconomische dreigingen is dat ICT, meer in het bijzonder robotisering, zorgt voor baanloze economische groei. Die dreiging geldt vooral de middelbaar opgeleiden. Denk aan mensen die werkzaam zijn in administratieve banen. We zullen steeds gerichtere opleidingen moeten volgen, een leven lang bijscholen, om in de race te blijven voor een functie in een sterk geautomatiseerde wereld. Aan de andere kant biedt ICT volop kansen: nieuwe banen, nieuwe sectoren. En meer welvaart, die we alleen nog goed moeten zien te verdelen. Drones en biotechnologie Innovatie is evenwel niet per definitie goed. Zo kan een efficiëntere productiemethode ervoor zorgen dat een product goedkoper wordt, waardoor de vraag stijgt. Maar dat kan weer negatieve gevolgen hebben voor het milieu; denk bijvoorbeeld aan de auto. Met drones kun je prachtige filmpjes maken, maar in militair gebruik zijn ze verwoestend. Biotechnologie kunnen we inzetten om vaccins te maken en gewassen te verbeteren, maar ook voor de vervaardiging van virussen en biologische wapens. Toch weegt de positieve kant van innovatie zwaarder. Innovatie, ook niet-technologische, is een van de belangrijkste middelen om de grote uitdagingen van onze tijd aan te pakken. Zij is de bron van vooruitgang en de manier waarop wij de uitdagingen van onze tijd telkens weten op te lossen. Voor de komende jaren is het onzeker wat de effecten van innovatie zijn. Maar dat de mensheid in staat is steeds meer en sneller adequate oplossingen te vinden voor relevante problemen, staat als een paal boven water. John de Goey, kaasondernemer te Woerden, over de robotisering van zijn bedrijf: ‘Vroeger hadden we meer mensen nodig om onze kaas te onderhouden.’ John de Goey, directeur van De Goey Kaas: “In de jaren zeventig werd het klimaat in het kaaspakhuis van mijn ouders nog geregeld door ramen open te zetten als het droog was en de ramen dicht te doen als het buiten vochtig was. In ons nieuwe kaasdistributiecentrum van 6000 m² zijn er straks vier grote hallen waar de luchtvochtigheid en de temperatuur op iedere gewenste manier kunnen worden geregeld. Er komen twee zeer geavanceerde robotlijnen te staan die de kaas automatisch plastificeren en keren en ook de planken kunnen reinigen. Hierdoor zijn er minder mensen nodig voor het onderhoud in het pakhuis zelf. Dit in tegenstelling tot de jaren zeventig, toen de kaas nog handmatig werd gepoetst, gekeerd en geplastificeerd. Daarom was vroeger de opleiding van onze medewerkers minder belangrijk. Vandaag de dag zoeken wij mensen met een technische achtergrond, die met hightech machines kunnen omgaan. Al met al zorgen deze innovaties voor meer efficiency en een hogere kwaliteit van de kaas.” 5. Economie In de economie komt alles samen De wereld van overmorgen is dus een wereld met meer mensen, meer welvaart, met meer en grotere steden, een grotere vraag naar grondstoffen, meer concurrentie tussen landen en een grotere invloed van ICT en eventuele andere doorbraaktechnologieën. Al deze onzekere ontwikkelingen komen samen in de economie. In de periode van halverwege de jaren tachtig tot het begin van de 21ste eeuw was de wereldeconomie relatief stabiel. De financiële crisis maakte abrupt een einde aan deze twee stabiele decennia. De economische onzekerheden zijn sindsdien groot. De wereld van nu verandert snel door de hierboven beschreven megatrends. Maar ook de economie kent nog tal van uitdagingen. De schulden van veel overheden en huishoudens in verschillende landen zijn hoog, het monetaire beleid is nog ongekend ruim en het economische evenwicht fragiel. Hoe de economische groei zich gaat ontwikkelen, kan niemand met zekerheid voorspellen. Voor Nederland is een groei die ligt tussen de 0,5 procent en 2 procent per jaar het meest waarschijnlijke antwoord. Als er tenminste geen rare dingen gebeuren. Maar zal er niets onverwachts gebeuren? De hiervoor geschetste ontwikkelingen laten zien dat de wereld er niet zekerder op is geworden. De onzekerheden die de megatrends met zich meebrengen, dwingen ons tot meer flexibiliteit en adaptief vermogen. Rigide denken gaat ons niet verder brengen.