Reactie IGZ aan Radar

advertisement
Reactie IGZ aan Tros Radar
Vestiging
Steeds vaker merkt de inspectie dat er een hardnekkig verschil zit tussen
enerzijds wat de inspectie daadwerkelijk doet en wettelijk gezien ook moet doen
en anderzijds het beeld en de verwachting die de burger en delen van de politiek
daarover hebben.
St. Jacobsstraat 16
3511 BS Utrecht
Postbus 2680
3500 GR Utrecht
T 030 233 86 18
F 030 232 19 12
www.igz.nl
Algemeen belang versus individueel belang
De inspectie moet primair het algemeen belang van de burger dienen.
Waarheidsvinding is daarbij een middel en geen doel op zich. De inspectie maakt
daarbij gebruik van meldingen van burgers. Maar wij behartigen niet primair
iemands individuele belangen. Dit neemt echter niet weg dat wij ons blijven
verplaatsen in de patiënt en diens familie, hen goed willen informeren en direct
ingrijpen bij ernstige situaties.
Wet legt klachtbehandeling bij instellingen
Uit reacties in de media en Tweede Kamer in de afgelopen periode blijkt dat de
burger en de politiek vaak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg verwacht
dat zij iedere individuele klacht over de zorg zelf behandelt en zelf onderzoekt.
Men wil dat de inspectie de onderste steen boven haalt en als het kan de
zorginstelling en/of de zorgverlener straft voor diens fout door naar de
tuchtrechter te stappen. Maar het toezicht op de zorg en de rol van de Inspectie
voor de Gezondheidszorg daarbij is in Nederland niet zo ingericht. In de
verschillende wetten over de gezondheidzorg is vastgelegd dat de behandeling
van klachten bij de zorginstellingen en de zorgverleners zelf ligt. Om die reden
hebben alle zorginstellingen verplicht een onafhankelijke klachtencommissie. Dat
is dus de plaats waar de burger in eerste instantie terecht moet met zijn klacht.
IGZ bewaakt algemeen belang
Wettelijk is het zo geregeld dat de inspectie de taak heeft om het algemeen
belang van de burger in de zorg te bewaken. Dat algemeen belang is een
kwalitatief goede en veilige zorg. De inspectie controleert daartoe onder meer of
zorginstellingen en zorgverleners zich aan de bestaande wet- en regelgeving
houden en dus ook aan het klachtrecht. Ook controleert zij of zij zich houden aan
de protocollen en richtlijnen die door het zorgveld zelf zijn vastgesteld. Het
naleven van deze protocollen en richtlijnen zorgt ervoor dat de zorg van goede
kwaliteit is en verkleint de kans op het leveren van onverantwoorde zorg en het
maken van fouten. De zorginstellingen en de zorgverleners zijn primair zelf
verantwoordelijk voor het leveren van die verantwoorde zorg.
Risicogebaseerd systeemtoezicht
De inspectie houdt risicogebaseerd systeemtoezicht. Zij kijkt naar het systeem als
geheel, naar de randvoorwaarden om goede zorg te leveren en doet dat op allerlei
manieren. Het afgelopen jaar onderzochten we bijvoorbeeld de bereikbaarheid van
spoed bij huisartsen, de zorg in de ziekenhuizen in de avond-, nacht en
weekenduren, is gekeken naar de zorg op de intensive care, bij operaties en op de
spoedeisende hulp. Bij verpleeg- en verzorgingstehuizen is de medicatieveiligheid
onder de loep genomen. Allemaal processen met kwetsbare patiënten of patiënten
in een kwetsbare positie.
Voorkomen van herhaling
Als er in een zorginstelling of bij een zorgverlener iets ernstig mis is gegaan bij
het leveren van zorg, moet natuurlijk worden voorkomen dat dit in de toekomst
Pagina 1 van 3
nogmaals gebeurt. Om die reden zijn zorginstellingen en individuele zorgverleners
verplicht om zo’n calamiteit te melden bij de inspectie. Om het algemeen belang
van de burger te bewaken en dus te voorkomen dat hetzelfde een volgende
patiënt overkomt, wil de inspectie weten of er mogelijk sprake is van een
structureel probleem. Dat structurele probleem kan bijvoorbeeld gaan over de
manier waarop de zorg is georganiseerd of om het structureel disfunctioneren van
een individuele zorgverlener. Ook van burgers ontvangt de inspectie klachten over
onverantwoorde zorg.
Groot toezichtveld
De inspectie houdt toezicht op een sector waarin zo’n 1,3 miljoen mensen
werkzaam zijn, waarvan 800.000 zorgprofessionals. Zij werken in 40.000
zorginstellingen. De inspectie ontving en behandelde de afgelopen 5 jaar zo’n
35.000 meldingen. En het aantal meldingen neemt ieder jaar toe, in 2011 waren
het er 8.300. In 2011 werkten bij de inspectie zo’n 250 mensen in een functie die
direct gerelateerd is aan het inspectiewerk (waarvan zo’n 130 inspecteurs). Zij
zetten zich samen met andere medewerkers (in totaal circa 390) maximaal in om
8.000 meldingen te onderzoeken, rond de 3.000 inspectiebezoeken af te leggen
en circa 3.000 rapporten uit te brengen om de kwaliteit en de veiligheid van de
zorg in Nederland te verbeteren. De Nationale Ombudsman krijgt over de
inspectie zo’n 8 klachten per jaar, waarvan er gemiddeld 6 gegrond worden
verklaard.
Onderzoek calamiteit met doel
Bij het onderzoeken van een calamiteit is eigen onderzoek door de inspectie in
veel gevallen niet nodig om de voor de inspectie relevante informatie boven tafel
te krijgen. Een calamiteit wordt dan ook in eerste instantie altijd onderzocht door
de zorginstelling zelf. De inspectie kijkt mee met de onderzoeksopzet en vraagt de
instelling de resultaten terug te rapporteren. Zo’n onderzoek levert voor de
inspectie veel informatie op en zorgt ervoor dat ook de instelling zelf te weten
komt wat er in eigen huis is misgegaan. Zodat deze er zelf ook direct van kan
leren.
Eenmalig incident geen reden voor IGZ-optreden
Op het moment dat voor de inspectie duidelijk is dat iets een eenmalig incident is,
omdat er bijvoorbeeld een menselijke fout is gemaakt waarvan niet wordt
verwacht dat deze nog een keer wordt gemaakt, zal de inspectie in beginsel geen
verdere actie ondernemen. Hoe groot de gevolgen voor de patiënt mogelijk ook
zijn. De kwaliteit van zorg is dan immers voor de toekomst niet in gevaar. Dit kan,
begrijpelijk, heel onbevredigend zijn voor de patiënt of diens familie.
Tuchtrecht bedoeld om te corrigeren, niet om te straffen
Als de inspectie tijdens een onderzoek (of naar aanleiding van een onderzoek) de
indruk krijgt dat het onderzoek niet deugdelijk is of dat er iets structureel mis is in
de organisatie van de zorg of met de kwaliteit van de zorg die door een
zorgprofessional wordt geleverd, treden er andere mechanismen op. In zo’n geval
doen we zelf onderzoek en gaan we indien nodig naar de tuchtrechter zodat deze
kan bepalen of een zorgverlener bekwaam is om in de toekomst nog zorg te
verlenen. Ook dit doet de inspectie vanuit het algemeen belang van alle patiënten
in Nederland. Het tuchtrecht is niet bedoeld om te straffen of voor het krijgen van
genoegdoening. Het tuchtrecht is, voor de duidelijkheid, bedoeld om te corrigeren,
bijvoorbeeld als iemand geen inzicht toont in de gemaakte fouten en er geen
andere manier is om iemand zijn gedrag te laten aanpassen. Als de inspectie
voldoende klachten heeft verzameld en onderzocht om de tuchtzaak voldoende te
onderbouwen, kan dat betekenen dat nog weer een klacht over dezelfde
Pagina 2 van 3
zorgprofessional niet meer apart wordt onderzocht. Ook dat kan onbevredigend
zijn voor de patiënt of diens familie die de klacht heeft aangedragen.
Gevaar voor patiënten is vertrekpunt IGZ
Als een arts naar de mening van de inspectie structureel heeft gedisfunctioneerd
maar inmiddels niet meer werkt, is er geen direct gevaar voor toekomstige
patiënten. In zo’n situatie zal de inspectie minder snel overgaan tot het
voorbereiden van een tuchtzaak. Deze afweging heeft gespeeld in de zaak
Heintjes. Met een uitspraak van de tuchtrechter probeert de inspectie immers te
voorkomen dat er onverantwoorde zorg wordt geleverd. Uiteraard moet de
inspectie er wel op toezien dat de zorgprofessional zich daadwerkelijk aan de
gemaakte afspraken houdt. Zo niet, dan kan alsnog worden overgegaan tot het
starten van een tuchtzaak.
IGZ heeft fouten gemaakt
De afgelopen jaren is niet altijd alles goed gegaan bij de inspectie. De zaak Jelmer
is daar een schrijnend voorbeeld van. Daar is destijds zelfs veel mis gegaan en de
inspectie betreurt dit enorm. De Inspecteur-generaal Gerrit van der Wal heeft
daarvoor zowel publiekelijk als aan de ouders van Jelmer excuses gemaakt. In dit
onderzoek hebben individuele medewerkers fouten gemaakt, maar er was ook
destijds een organisatiestructuur die dit mogelijk maakte. Er was te weinig
voortgangscontrole op dossiers, inspecteurs konden solistisch handelen.
IGZ verbetert en is een lerende organisatie
De afgelopen twee jaar hebben ingrijpende veranderingen plaatsgevonden in de
structuur en aansturing van de organisatie. Verder zijn werkprocessen verbeterd
en wordt de voortgang van dossiers beter gecontroleerd. De afgelopen jaren is het
aantal meldingen bij de inspectie behoorlijk toegenomen terwijl de capaciteit van
de inspectie niet groeide tot dit jaar. Hierdoor is een achterstand in het
behandelen van meldingen ontstaan. Deze is inmiddels weggewerkt.
Hoewel bij de inspectie dus zeker in het verleden dingen mis zijn gegaan en
ongetwijfeld zo nu en dan nog zullen gaan – de inspectie is tenslotte niet
onfeilbaar - is de bewering dat de inspectie structureel zou disfunctioneren
pertinent niet juist. Eerder is er een verschil van opvatting, verwachting en
perceptie bij de burger en delen van de politiek van wat de inspectie als
toezichthouder op de kwaliteit van zorg zou moeten doen.
De inspectie is een lerende organisatie, die continue werkt aan verbetering. Om
die reden heeft de inspectie een onafhankelijke commissie gevraagd het handelen
van de inspectie in de casus Jelmer te onderzoeken en aanbevelingen te doen
voor het nog verder verbeteren van de huidige werkwijze van de inspectie. De
minister zal dit, in opdracht van de inspectie gemaakte rapport, een dezer dagen
openbaar maken.
De inspectie werkt daarnaast hard aan het verbeteren van de communicatie met
de burger. In het algemeen, zodat de burger beter op de hoogte is waar de
inspectie voor is en waarvoor hij bij de inspectie terecht kan. Maar daarnaast
moeten inspecteurs aandacht hebben voor de communicatie met de patiënt en
diens familie vanaf het moment dat deze betrokken raakt bij een onderzoek van
de inspectie.
Pagina 3 van 3
Download