Bewegingszenuwen geleiden opdrachten vanuit de hersenen om bepaalde spieren samen te trekken. Soms wanneer u dat wilt bewust (“ik sluit nu mijn ogen”), maar meestal onbewust (lopen, met je ogen knipperen). Gevoelszenuwen geven aan de hersenen door hoe het met het lichaam is gesteld, of wat we zien, horen, proeven, ruiken en voelen. Belangrijke gevoelssignalen zijn pijn, warmte, kou, druk en trilling. We kunnen ook voelen hoe de stand is van onze ledematen. De verschillende signalen gaan via verschillende zenuwvezels in een zenuw. Het autonome zenuwstelsel bestuurt processen waar we geen invloed op kunnen uitoefenen, zoals de hartslag, ademhaling, vertering, transpiratie en hormoonhuishouding. Autonome zenuwen zijn ook belangrijk voor de maagontlediging, een vlotte stoelgang, het vlot plassen en de seksuele opwinding (bv de erectie bij de man). Zij zorgen er bovendien voor dat uw bloeddruk niet daalt als u gaat staan. Dit zenuwstelsel heeft twee delen, die tegengesteld werken. Als de één actief is, is de ander vanzelf minder actief: Sympathische zenuwen werken bij activiteit en stress. Ze activeren de spieren, ademhaling en hartslag, en maken dat de bloeddruk stijgt en het zweet ons soms in de handen staat. De hormonen adrenaline en noradrenaline spelen hierbij een belangrijke rol. Bij een dalende bloedglucose zorgt stimulering van het sympathische zenuwstelsel voor de “waarschuwingssignalen” voor hypoglycemie, zoals trillende handen, hartkloppingen en zweten. Parasympatische zenuwen zorgt voor rust, ontspanning en herstel. Ze bevorderen de vertering en afvalverwerking van het voedsel en versnellen de werking van de nieren. Tegelijkertijd vertragen ze de hartslag en de ademhaling. ©2013/DIEP/MUMC Meer weten? Zie www.diep.info