1 Oproep aan PvdA en CDA Oproep van leden van PvdA en CDA, verenigd in het Vredenburgberaad. (Wilt u adhesie betuigen aan deze oproep? Stuur dan een mailtje aan [email protected] of aan [email protected].) De afgelopen maanden is een twintigtal leden van PvdA en CDA een aantal malen bijeen geweest in het zogeheten Vredenburgberaad om met elkaar te spreken over de vraag waarom samenwerking tussen beide partijen op nationaal niveau in coalitieverband veelal stroef verliep en hoe toekomstige samenwerking vruchtbaarder kan plaatsvinden. Zij doen de volgende oproep aan hun partijen: 1. Wij steunen van harte de verklaringen van onze politieke leiders De deelnemers aan het Vredenburgberaad hebben gaande hun beraad met grote instemming kennis genomen van verklaringen van de leiders van CDA en PvdA. Op 5 juli zei CDA-fractieleider Van Haersma Buma in NRC Handelsblad zaken te willen doen met de PvdA om de crisis te bestrijden. Ten opzichte van de PvdA zegt hij geen gevoelens te hebben van haat en nijd. ‘Nu kijk ik niet meer achteruit, ik kijk vooruit’. Op 7 juli zei PvdA-fractievoorzitter Samsom in Trouw gevraagd naar mogelijke samenwerking na de verkiezingen: ‘Kijk eens naar het programma van het CDA en vergelijk dat met ons program. Het CDA en de PvdA zijn de enige partijen die nog de ambitie hebben deze samenleving bij elkaar te houden. We zijn allebei volkspartijen en emancipatiepartijen’. 2. Wij willen leren uit eerdere ervaringen Ook wij willen vooruit kijken. Maar ook leren van eerdere ervaringen. Het beraad heeft daarom geprobeerd oorzaken van stroef verlopen samenwerking op nationaal niveau te analyseren. Strijd om de kiezersgunst in het centrum lijkt een belangrijke verklaring. Beide partijen zijn rivaliserende volkspartijen die zich rond het midden van de Nederlandse politiek positioneren. Dat botst wellicht meer dan wanneer partijen zich verder van elkaar af bevinden. Maar daar komt nog iets bij. Beide volkspartijen komen voort uit sterk moreel geladen tradities. Geconstateerd wordt dat stijlverschillen soms worden beladen met morele oordelen. Iemand die zijn mening bijstelt is dan onbetrouwbaar, iemand die een principieel standpunt uitdraagt, verheft zich dan moreel boven een ander. Politiek is ook een beeldenstrijd. Negatieve beeldvorming over en weer, aanhakend bij gevoeligheden in de achterbannen, zijn strijdmiddelen (de ander is onbetrouwbaar, is arrogant etc.). Om tot een betrouwbare basis van samenwerking te komen, is de juiste beeldvorming over en weer van cruciaal belang. 3. Wij willen bouwen aan onderling vertrouwen Gegeven de rivaliteit beogen wij goede persoonlijke onderlinge verhoudingen in en buiten een coalitie, zodat vruchtbaar kan worden samengewerkt waar dat gewenst en mogelijk is. Wederzijdse allergieën verdwijnen niet vanzelf. Het Vredenburgberaad roept op gevoeligheden, als ze zich voordoen, onder woorden te brengen en op alle niveaus bespreekbaar te maken. Onderling vertrouwen bouw je op door met elkaar in gesprek te zijn. Leedvermaak is niet op z’n plaats. 4. Wij willen de gevoelens van kiezers verwoord zien Als brede volkspartijen die wij willen zijn, hebben onze partijen moeite zich te handhaven in het huidige politieke landschap dat gekenmerkt wordt door populisme en polarisatie. Dat is vreemd. Vertrouwen in politici is in toenemende mate gebaseerd op het vermogen van politici de gevoelens van kiezers te verwoorden. Daarin hebben onze partijen een rijke traditie, maar we hebben gezien dat onze eigen politici er vaak niet in geslaagd zijn die gevoelens te onderkennen, te verwoorden en er iets mee te doen. Er doen zich in de publieke ruimte bijvoorbeeld incidenten voor die gevoelens van onveiligheid opleveren. Brede volkspartijen moeten daar niet aan voorbij gaan. We moeten de beleving en emoties van mensen serieus nemen. Beide partijen kunnen op lokaal niveau veel voorbeelden laten zien van 2 wethouders die open met mensen in gesprek gaan en daarbij veel successen boeken. Deze voorbeelden moeten landelijke politici tot inspiratie zijn. 5. Wij willen dat onze waarden worden voorgeleefd Onderlinge politieke strijd is een normaal verschijnsel. De politieke verschillen tussen PvdA en CDA zijn voor iedereen waarneembaar. De deelnemers aan het beraad hebben niet de ambitie deze politieke verschillen te overbruggen. Wel bepleiten wij in het onderlinge gesprek vaker de waarden en uitgangspunten te betrekken van waaruit men politiek bedrijft. Dat kan tot meer begrip en wederzijds respect leiden. De sociaaldemocratie en de christendemocratie delen een groot aantal waarden. Wat wij voorstaan, moeten wij voorleven, te beginnen met degenen die de grootste verantwoordelijkheid dragen. 6. Wij willen brede volkspartijen zijn Van oudsher hebben onze politieke stromingen als volkspartijen mensen van allerlei opleidings- en welvaartsniveaus kunnen binden. Dat zorgde voor samenhang in de samenleving. Er is nu een groeiende kloof zichtbaar die voor een belangrijk deel samenhangt met het opleidingsniveau. Veel mensen met een laag opleidingsniveau voelen zich niet meer verbonden met de samenleving, zetten zich er tegen af. Deze mensen voelen zich bedreigd door de effecten van de globalisering, zij wantrouwen Europese samenwerking. Onze beide partijen zijn partijen geworden voor mensen die nog wel greep hebben op hun eigen leven, die profijt trekken van de globalisering en die zich daarin thuis voelen. Voor grote groepen in de samenleving geldt dat dus niet. Ze hebben naar hun gevoel geen greep meer op hun leven. Hun zorgen moeten wij opzoeken, hun gevoelens moeten wij tot de onze maken en hun problemen moeten wij, samen met hen, aanpakken. 7. Wij zoeken naar wat ons bindt Polarisatie in de zin van het beklemtonen van verschillen met andere partijen, ook tussen de sociaaldemocratie en de christendemocratie en zeker in verkiezingstijd, is ons niet vreemd en wijzen wij niet af. Tegelijk moeten we zoeken naar wat ons bindt, zowel inhoudelijk als wat betreft de stijl van politiek bedrijven. Inhoudelijk gaat het bijvoorbeeld om het belang dat wij nationaal en internationaal hechten aan de rechtsstaat, het gemeenschapsdenken, een degelijke overheid, het belang dat wij hechten aan goede zorg, goed onderwijs en goede sociale voorzieningen en de weerstand tegen voortdurende schaalvergroting en commercialisering. Wat ons eveneens bindt is het verlangen naar een bestuursstijl en manier van politiek bedrijven die de zorgen van mensen serieus neemt en daarmee zichtbaar aan het werk gaat, zoals onze partijen op lokaal niveau demonstreren. Conclusie Concluderend betekent dit voor onze partijen dat zij aan deze oproep inhoud geven door de gedeelde waarden en uitgangspunten zoveel mogelijk door te laten klinken tijdens de verkiezingscampagne en de daarop volgende coalitieonderhandelingen. Een goed middel daartoe is dat zij elkaar op de hoogte houden van de positie die zij in de coalitieonderhandelingen innemen, zoekend naar mogelijkheden om deze waarden en uitgangspunten te versterken in de nieuwe kabinetsperiode. Onderstaande personen uit PvdA en CDA namen op persoonlijke titel deel aan het Vredenburgberaad (in alfabetische volgorde): Klaas Bolt, Gouda (PvdA) Otwin van Dijk, Doetinchem (PvdA) Jochen Geraedts, Utrecht (PvdA) Bram van Hemmen, Rotterdam (CDA) Gerben Horst, Nieuwegein (CDA) Siepie de Jong, Tolbert (PvdA) Wim Kuiper, Culemborg (CDA) 3 Peter Lamers, Nieuwerkerk a/d IJ. (CDA) Geert van Rumund, Wageningen (PvdA) Leo Steinhauzer, Eindhoven (PvdA) Corri Verduin-Munnik, Leusden (PvdA) Jan de Visser, Maassluis (CDA) Martijn Vroom, Gouda (CDA) Kees Waagmeester, Soest (PvdA) Gijs Wildeman, Zeist (PvdA) Johan van Workum, Leidschendam (PvdA) Ronald Zoutendijk, Wassenaar (CDA)