Blok 4 Vel over been DE HUID: De huid beschermt dieren tegen kou en hitte, bescherming is de belangrijkste taak van de huid. De huid is je grootste orgaan. 4 Soorten huidbedekking bij dieren: * Haren: hond, kat, koe, leeuw *Stekels: egel, stekelvarken *Schubben: vis, slang, hagedis *Veren: merel, mus, roodborst Bijna alle zoogdieren hebben haren. In de winter hebben ze er extra veel. Die wintervacht valt in het voorjaar uit. Dan verhaart een dier. Als de veren van een vogel uitvallen, is hij in de rui. In de huid van mensen zitten veel minder haarzakjes dan bij dieren. Uit elk haarzakje groeit een haar. Na zes jaar laat een haar los. Dan groeit er een nieuwe. Je moet je huid goed verzorgen: regelmatig wassen, insmeren met crème tegen uitdrogen en insmeren tegen schadelijke stralen van de zon. JE BINNENSTE Je binnenste bestaat uit: botten (skelet), spieren en organen (bijv. hart, longen, enz). Botten Al je botten samen heten skelet of geraamte. Botten zorgen voor stevigheid van je lichaam. Ze beschermen ook je organen. Je botten zorgen ervoor dat je rechtop kunt staan en dat je stevig in elkaar zit. De ribben beschermen je longen en je hart, je schedel beschermt je hersenen Gewrichten verbinden botten met elkaar. Je knie is een gewricht, en je heup en je elleboog ook. Door die gewrichten kun je bewegen. Je gewrichten (zijn botten) kun je vergelijken met scharnieren Je hebt verschillende gewrichten: bijvoorbeeld kogelgewricht en scharniergewricht. Spieren Om te kunnen bewegen heb je ook spieren nodig. Die zitten aan je botten vast. Spieren kunnen alleen bewegen als ze een seintje krijgen van je hersenen. Die seintjes gaan door zenuwen. Spieren hebben voedsel en zuurstof nodig om te kunnen werken, dit krijgen ze via het bloed. Daarom eten en drinken we. Zuurstof komt via je longen (=orgaan) in je bloed. Bloed stroomt door je hele lichaam. Je hart pompt het door slagaders (zuurstofrijk) naar alle plaatsen in je lichaam. Er zijn ook bloedvaten waardoor het bloed terugstroomt naar je hart: de aders (zuurstofarm). Je hebt ook spieren die uit zichzelf bewegen. Je hartspier beweegt om bloed door je lichaam te pompen. Je longen bewegen om te ademen. Voortbewegen Je kunt je lichaam voortbewegen. Je hersenen geven aan de armen en benen het signaal dat ze moeten gaan bewegen. Je armen en benen heten je ledematen. Je kunt met je lichaam lopen, zwemmen en springen. Als je veel beweegt, heb je meer zuurstof nodig. Daarom ga je bij sporten sneller ademhalen. Dieren kunnen zich op 5 verschillende manieren voortbewegen: * Springen: * Kruipen: * Zwemmen: * Klimmen: * Rennen: kangaroe, sprinkhaan, vlo worm, slak, slang vis, kwal, dolfijn, zeehond aap, hagedis paard, luipaard, struisvogel Gestroomlijnd Voertuigen hebben vaak een gestroomlijnde vorm, zo kunnen ze sneller rijden/ varen. Ook sporters dragen vaak gestroomlijnde kleding en proberen zo steeds een betere tijd neer te zetten.