STEVIGHEID EN BEWEGING Basisstof 7 en 8 Lesdoelen: • Je kunt de verschillende manieren waarop botten/beenderen met elkaar verbonden zijn benoemen. • Je kunt bij elke soort verbinding een voorbeeld geven. • Je kunt de twee soorten gewrichten benoemen die in dit thema worden besproken. • Je kunt bij elk soort gewricht een voorbeeld geven. 7. Hoe zitten botten aan elkaar vast? • Tussen veel botten zitten gewrichten . • Botten kunnen ook op andere manieren aan elkaar vast zitten. • Extra filmpje: • http://schooltv.nl/video/gewrichten-hoe-zitten-botten-aan-elkaar-vast/#q=botten%20aan%20elkaar Vergroeid • Vergroeid; botten zitten aan elkaar, bijvoorbeeld: heiligbeen en staartbeen. (door vergroeiing geen beweging mogelijk) Naadverbinding • Naadverbinding: tussen botten zit alleen een naad, bijvoorbeeld: schedelbeenderen. De naden zijn kronkelig. • Fontanel: bij de schedel van een baby zit er nog ruimte tussen de naden van de schedelbeenderen. Dit heet een fontanel. Door deze ruimte is er nog een beetje beweging mogelijk tussen de botten. Kraakbeen • Kraakbeen: door kraakbeen met elkaar verbonden botten. Bijvoorbeeld de wervelkolom, tussen twee wervels zit een schijfje van kraakbeen. Daardoor is de wervelkolom een beetje beweegbaar. Maken: • Opdracht 38. • Hoe: individueel • Tijd: 5 minuten • Klaar? Even wachten op de rest • Controle: we kijken of we de opdracht goed hebben gemaakt. • Waarom: oefenen van de verbindingen van botten en of ze wel of niet beweegbaar zijn. • Opdrachten basisstof 7 • Begrippenlijst basisstof 7 Nog even de lesdoelen herhalen • 7. Je kunt de verschillende manieren waarop botten/beenderen met elkaar verbonden zijn benoemen. • 7. Je kunt bij elke soort verbinding een voorbeeld geven. • 8. Je kunt de twee soorten gewrichten benoemen die in dit thema worden besproken. • 8. Je kunt bij elk soort gewricht een voorbeeld geven. 8. Twee soorten gewrichten • Hoe is een gewricht nog maar opgebouwd? • Benoem de verschillende onderdelen.. • Gewrichtskogel, gewrichtskapsel, gewrichtssmeer, kraakbeenlaagje, gewrichtskom Kogelgewricht • Met je bovenarm kun je een draaiende beweging maken. • Dat is mogelijk doordat je schouder een kogelgewricht heeft. Het schouderblad heeft een gewrichtskom, het opperarmbeen is de gewrichtskogel. De kogel kan in de kom draaien. Scharniergewricht • Met je vingertop kun je alleen heen en terug bewegen. Je kunt geen draaiende beweging maken. • Het gewricht in je vinger noem je een scharniergewricht. Opdracht: • Bedenk nog een kogelgewricht en een scharniergewricht. • Hoe: in tweetallen, noteren. • Tijd: 1 minuut • Klaar? Even wachten op de rest • http://schooltv.nl/video/gewrichten-gewrichten-zorgen-ervoor-dat-je-kuntbewegen/#q=gewrichten Maken: • Opdrachten basisstof 6,7,8 • Begrippenlijst basisstof 6,7,8 • 20 minuten stil werken met timer. Vragen? Steek je vinger op. • Opdracht organismen afmaken als dit nog niet is ingeleverd. • Bereid je presentatie voor. • Klaar? Verrijkingsstof 1 • Klaar? Oefen met flitskaarten en test jezelf