Waardering van aandelen DCF-methode Met behulp van het Discounted Cash Flow (DCF) Model kunt u de absolute waarde van een onderneming gaan berekenen. Dit soort modellen die kijken naar de gegenereerde kasstroom (cash flow), eerder dan bijvoorbeeld de winst, zijn een stuk sterker en robuuster. DCF modellen hebben als doel om de waarde van een onderneming te benaderen. Vervolgens kan de verwachte prijs vergeleken worden met de huidige marktprijs. Ligt de verwachte prijs duidelijk boven de marktprijs, dan kan dit een aankoopsignaal zijn. Het is echter niet eenvoudig om dit soort berekeningen uit te voeren. Daarbij moet rekening gehouden worden met verschillende variabelen die op zichzelf ook weer schattingen vormen. Toch zijn we het er bij Morningstar over eens, dat dit een meer flexibele en nauwkeurige schatting vormt dan de focus op financiële ratio’s. DDM Aan de hand van het zgn. dividend discount model, kortweg DDM, kunt u nagaan wat de échte waarde van een aandeel is. Ligt de huidige koers veel lager dan deze waarde, dan is het aandeel goedkoop. Ligt de koers veel hoger, dan is het aandeel duur. Formule: De formule van het DDM ziet eruit als volgt: D / (r - g) Aandeel Z noteert momenteel € 282. Is dit nu duur of niet? We zullen de diverse componenten uit de formule kort bespreken. • Brutodividend (D in de formule) Het principe dat achter het DDM schuilt, is eenvoudig: de waarde van een aandeel is gelijk aan alle toekomstige dividenden die uitgekeerd zullen worden. Laat ons even veronderstellen dat het eerstkomende dividend van aandeel Z dat zal worden uitbetaald € 12,65 bedraagt. D is dus 12,65 • Groei van het dividend (g in de formule) In het verleden heeft onderneming Z haar dividend elk jaar met 3,5% à 4% verhoogd. Voor de volgende jaren rekenen we voorzichtigheidshalve op 3,5%. G is dus 3,5% • Actualisatie (r in de formule) Wanneer het gaat over toekomstige dividenden, moeten deze dividenden worden geactualiseerd. Men berekent met andere woorden de huidige waarde van de toekomstige dividenden. Deze actualisatie gebeurt op basis van het rendement van de tienjarige Belgische staatslening. Veronderstellen we even dat die momenteel 5% bedraagt. In het DDM wordt er bij die 5% nog eens een ‘risicopremie’ van 3% bijgeteld. We besparen u de technische details, maar dit heeft te maken met het feit dat aandelen een risicovollere belegging zijn dan obligaties. In totaal wordt de actualisatievoet dus 8%. Voor bedrijf Z vindt men bijgevolg als waarde 12,65 / (0,080 - 0,035) = € 281. Het aandeel is dus correct gewaardeerd (beurskoers € 282 - berekening via DDM € 281). Niet voor alle aandelen! Vermits het dividend discount model zich hoofdzakelijk baseert op dividenden, is het niet geschikt voor de waardebepaling van groeiaandelen. Dergelijke aandelen keren immers zelden of nooit een dividend uit. Alle winst wordt namelijk geherinvesteerd. Het DDM mag enkel gebruikt worden om de waarde van ondernemingen te bepalen die elk jaar weer een dividend uitkeren. NAIC Veel software die te koop is voor het doen van eigen research is gebaseerd op een methode ontwikkeld door de Amerikaanse National Association of Investors Corporation. Deze NAIC methode is gebaseerd op 4 simpele basisprincipes: - investeer met een lange termijn horizon - herinvesteer dividenden - investeer in groeibedrijven - diversifieer Belangrijke gegevensbronnen zijn databanken en jaarverslagen. Voor de analyse kan software behulpzaam zijn. Het NAIC-programma moet gevoed worden met de belangrijkste financiële bedrijfsgegevens. Het doel is, net als van professionele analisten, om de groeipotentie van een aandeel te berekenen. Eerst worden de gemiddelde topkoersen van de voorliggende jaren berekend, en vermenigvuldigd met de verwachte winstgroei. Daar rolt een maximum koersniveau over vijf jaar uit, de plafondkoers. Daarna worden de laagste koersen van de afgelopen jaren vermenigvuldigd met de verwachte winstgroei, wat de bodemkoers over vijf jaar oplevert. De marge tussen de geraamde plafondkoers en de geraamde bodemkoers wordt gedeeld in drie zones. De bodemkoers plus eenderde deel is de koopzone. Eenderde van de marge daar weer bovenop vormt de houdzone. Daarboven, de range tot aan de plafondkoers, vormt de verkoopzone.