Het ecogram - Kennisplein

advertisement
Het ecogram:
Een ecogram of een ecokaart is een visuele voorstelling van iemands sociaal netwerk. De
relationele knopen worden hierin duidelijk in kaart gebracht. Het concretiseert de leefomgeving
van de cliënt op een beeldende manier. Uit een ecogram kan duidelijk worden welke hulpbronnen
de cliënt heeft in zijn omgeving om zijn behoeften te vervullen en waar dit nog versterkt moet
worden.
Sociaal netwerk:
Het sociaal netwerk is een groepering van mensen met wie een persoon min of meer duurzame
banden onderhoudt voor de vervulling van noodzakelijke levensbehoeften.
Het gaat dus om directe, persoonlijke, min of meer duurzame en betekenisvolle relaties.
Dit zijn relaties met een minimale stabiliteit. Daarom wordt bij het opmaken van een ecogram
één jaar als referteperiode genomen.
Een sociaal netwerk is belangrijk voor de vervulling van iemands basisbehoeften. Uit tal van
onderzoeken blijkt dat sociale ondersteuning stressreducerend werkt, preventief werkt tegen
depressie, dat het de maatschappelijke kansen van mensen vergroot en dat het belangrijk is bij het
verwerken van ernstige of traumatische gebeurtenissen. Het stelt mensen in staat anderen te
helpen en daardoor voor zichzelf en anderen iets te betekenen.
Men kan een sociaal netwerk onderverdelen in 3 sferen:
1/ Familie:
Familie is een kring van mensen die over de generaties heen met elkaar verbonden zijn via
bloedverwant- of verwantschap. De familie is het meest oorspronkelijke ondersteuningssysteem.
Het gaat hier in de eerste plaats over de echtgenoot/levenspartner, kinderen en hun partners
maar ook kleinkinderen, ouders, broers, zussen (en hun partner), grootouders, tantes, nonkels,
neven, nichten, enz… Familiale relaties verschillen in twee opzichten van andere relaties. De
bloedverwantschap verbindt mensen biologisch met elkaar en is er nauwelijks sprake van keuze.
Een vriendschap kan je beëindigen maar familie blijft altijd een zekere rol spelen in je leven.
2/ Verwanten en vriendschappelijke relaties:
Het gaat hier om een ruimer netwerk van verwanten en vrienden. Bij deze relaties tref je ook de
indirecte connecties aan (de vrienden van mijn vrienden).
Verwantschap kan berusten op biologische relaties maar is ook een cultureel verschijnsel. Er
bestaat zoiets als ‘stam verwantschap’ maar ook supportersclubs, gangs en clans vertonen
kenmerken van verwantschap.
Vriendschappelijke betrekkingen kunnen ook subjectief en zeer verschillend gedefinieerd worden.
Vriendschap is geen absoluut begrip. Kenmerkend voor vriendschapsrelaties is dat men hier
bewust voor kan kiezen en contacten plezierig en/of nuttig kunnen zijn.
3/ Maatschappelijke diensten en functionele contacten:
In tegenstelling tot de familiale contacten vinden we hier enkel verworven relaties terug. De
meeste kiezen we zelf. Het gaat over personen met wie we eerder zakelijk omgaan. Vaak zijn het
vertegenwoordigers van openbare instanties, organisaties, formele zorgsystemen,… waar je, al
dan niet tegen betaling, gebruik van maakt. Kenmerkend is dat vooraf wordt afgesproken wat
beide partijen van elkaar kunnen verwachten.
Aandachtspunten:




Een persoon heeft weinig invloed op de uitbreiding of inkrimping van familiale relaties.
Familie kies je niet.
In de loop van een mensenleven verschuift de afhankelijkheidsbalans. Als kind ben je
volledig afhankelijk van een aantal zorgende figuren. Daarna ontwikkel je een uitgebreider
netwerk van wederkerige relaties. Nog later word je opnieuw afhankelijk van een
krimpende kring van mensen. Het familiesysteem wordt met het ouder worden opnieuw
terug belangrijker.
Familienetwerken spelen in onze samenleving niet meer dezelfde rol als vroeger.
Familiebanden worden trouwens niet altijd als steunend ervaren maar soms ook als zeer
beklemmend. Vriendschapsbanden en functionele contacten hebben de familiale banden
voor een groot deel vervangen. Wie weinig vrienden heeft, lijdt ook gemakkelijk aan
gevoelens van eenzaamheid en depressiviteit.
Bij allochtonen zijn de familiale banden meestal sterker, vooral als deze mensen afkomstig
zijn uit een traditionele plattelandscultuur. Zonder familie ben je niemand en familie gaat
voor op vrienden of zakelijke relaties.
Functionele kenmerken van een sociaal netwerk:
In elke sociaal netwerk kan men 4 verschillende functies omschrijven. Een steunend sociaal
netwerk vervult deze 4 functies tegelijkertijd. Deze 4 functie vormen het letterwoord PAGE
1/ P= Praktische steun (materiële functie)
Dit slaat op allerlei vormen van concrete steun.
Vb.: Op wie doe je beroep om geld te lenen, voor dringende kinderoppas, het uitvoeren van
klusjes,…
2/ A= Advies (informatiefunctie)
Mensen kunnen zich alleen staande houden als ze over een zekere basiskennis beschikken. Wat je
moet weten, hangt af van samenleving tot samenleving. In Afrikaanse landen is andere kennis
vereist dan in West-Europese landen. Vele kennis doen we vanzelf op. Volwassen mensen leren
ook van elkaar wat ze met succes hebben aangepakt. Je krijgt van anderen corrigerende reacties,
zodat je andere dingen gaat uitproberen om uit de problemen te geraken.
Vb.: Bij wie kan je terecht om je goed te informeren? Bij wie ga je te rade voor het invullen van
documenten? Bij wie ga je raad vragen bij het nemen van moeilijke beslissingen?
3/ G= Gezelschap (aansluitingsfunctie)
Mensen willen erbij horen, zich verbonden voelen met anderen.
Vb.: Waar ga je voor de gezelligheid mensen opzoeken, met wie deel je gemeenschappelijke
interesses.
4/ E=Emotionele steun (affectieve functie)
Mensen zoeken bij anderen erkenning, waardering, begrip en vertrouwen.
Vb.: Met wie bespreek je vertrouwelijke en intieme aangelegenheden? Bij wie ga je stoom
afblazen, waar zoek je troost in crisissituaties?.
Structurele kenmerken van een sociaal netwerk
Naast functionele kenmerken heeft een sociaal netwerk ook structurele kenmerken die ook
bepalend zijn voor de ondersteuning dat het netwerk kan bieden.
1/ Omvang
Hoe groot is het netwerk? Op hoeveel mensen kan iemand terugvallen?
Het gaat hier over het totaal aantal mensen waarmee iemand min of meer duurzame relatie
onderhoudt (referteperiode 1 jaar). Het netwerk kan onbestaand, ingekrompen, of uitgebreid zijn.
Over de omvang van een gezond sociaal netwerk zijn moeilijk uitspraken te doen. Een gemiddeld
gezond netwerk bestaat ongeveer uit 35 tot 55 personen, waarvan 6 tot 11 een grote rol spelen. 4
of 5 van deze personen zijn emotioneel en relationeel belangrijk.
Een kleiner netwerk kent een zwaardere belasting bij langdurige of complexe problemen. Dit
betekent dat de mogelijkheid om er gebruik van te maken ook afneemt. Bij mensen met
complexe problemen blijken vriendschappelijke relaties nauwelijks aanwezig en kalven de
familiale contacten ook meer en meer af. Daartegenover staat dat de maatschappelijke
dienstverlening oververtegenwoordigd is.
2/ Differentiatie en gevarieerdheid
Hoe verscheiden is iemands netwerk?
Dit gaat over de variatie in leeftijd, geslacht, cultuur/afkomst, sociale klasse, burgerlijke staat,
opleiding, scholing, beroep,… Een netwerk kan heterogeen of homogeen zijn (vb iemand zonder
wettig verblijf die enkel mensen kent zonder wettig verblijf). Naarmate een netwerk gevarieerder
is, neemt de kans op verschillende soorten steun toe. Kleine netwerken kennen weinig of geen
variatie.
3/ Densiteit of dichtheid
Het begrip dichtheid zegt iets over de interne contacten binnen het netwerk. Als alle personen
binnen het netwerk veel onderlinge contacten hebben met elkaar dan is de dichtheid groot. Zijn
er weinig contacten dan is de dichtheid laag.
Dichtheid staat ook in verband met open of gesloten netwerken. We noemen een netwerk
gesloten als het naar binnen gekeerd is en open als het naar buiten gericht is. Hoe meer personen
in het netwerk uitsluitend met elkaar omgaan, des te geslotener het netwerk is. De leden van een
gesloten netwerk hebben dikwijls een gemeenschappelijke (sub)cultuur die gesymboliseerd wordt
door codes, kledij, gedrag, taalgebruik, enz… De leden hebben een sterk wij-gevoel.
Een open netwerk is gericht op nieuwe informatie en meestal gekoppeld aan andere netwerken.
Hoe opener het netwerk, des te groter iemands bereik.
4/ Bereikbaarheid
Deze eigenschap slaat op de geografische afstand tussen personen van hun netwerk. De wijze
waarop deze afstand overbrugd wordt, bepaalt hun inzetbaarheid. De bereikbaarheid van een
netwerk wordt in belangrijke mate bepaald door de mobiliteit van de leden. Internet speelt hierin
een belangrijke rol. Dit laatste speelt zeker een rol voor precaire verblijvers omdat zij dikwijls ver
verwijderd zijn van hun sociaal netwerk.
5/ Stabiliteit
Netwerkrelaties houden stand en zijn duurzaam of veranderen snel. Een sociaal netwerk kan een
relatief stabiele of eerder wankele vorm van sociale bescherming bieden. De stabiliteit van de
relatie blijkt uit de frequentie van het contact, het initiatief (mate van wederkerigheid en
vrijwilligheid) en de kwaliteit van de contacten. De frequentie en de kwaliteit van het contact
laten zien welke mensen de cliënt tot zijn intieme kring rekent of wenst te rekenen.
Werken met een ecogram:
In het werken met ecogrammen onderscheiden wij 3 stadia: de inventarisatie, de interpretatie en
de versterking van het netwerk. Deze 3 stadia gebeuren altijd met de persoon, groep of gezin. Het
heeft geen zin om dat voor de cliënt te doen. Het maken van een ecogram geeft dikwijls stof voor
verdere gesprekken.
1/ Inventarisatie
Bij de inventarisatie komen we tot de contouren van het netwerk. We proberen in de eerste plaats
het focale systeem te identificeren. Dit is de persoon of het systeem dat centraal staat in het
ecogram. Dit kan een individu, koppel, gezin of groep zijn. Vanuit dit systeem worden de relaties
getekend met de andere omgevingssystemen. Bemerk dat er in een netwerk ook onderlinge
verbindingen kunnen bestaan tussen bestaande omgevingssystemen.
Pijlen worden getekend vanuit een energiebron (steunend of belemmerend) in de richting van de
persoon of het systeem dat de energie (steun of stress) ontvangt. Gebruik de letters PAGE (zie
kader) om de functie van de relatie aan te duiden. Werk ook met afstand. Welke systemen zijn
veraf en welke dichtbij. Een volledig overzicht van de symbolen, vind je in achteraan.
Het ecogram maakt het sociale netwerk van een persoon zichtbaar. Het gaat hierbij niet alleen
over het gezin of familie maar ook over de vriendengroepen, buurt, werk, vereniging,
organisaties, diensten en instellingen, professionals.
Door het in kaart brengen van alle significante contacten wordt er niet alleen gefocust op
problemen maar ook op de positieve en goedlopende relaties. De persoon voelt zich niet louter
meer slachtoffer van zijn situatie.
Een ecogram kan er als volgt uitzien:
2/ Analyse en interpretatie
Het persoonlijk ecogram kan je nu functioneel en structureel analyseren aan de hand van de
bovenstaande kenmerken.
Welke vormen van steun zijn er in het netwerk aanwezig, welke ontbreken en welke overheersen?
Emotionele steun, praktische steun, advies, gezelschap
Welke structurele mogelijkheden en tekorten vertoont het netwerk met betrekking tot omvang,
verscheidenheid, dichtheid, bereikbaarheid en stabiliteit?
De analyse van de structurele en functionele eigenschappen van een netwerk kan heel wat
interessante informatie opleveren rond de informele steun waarop mensen beroep kunnen doen.
Het kan een indicatie zijn voor sociaal isolement en vereenzaming vooral wanneer het netwerk
enkel bestaat uit professionals.
Aandachtspunten:
 Het kan zijn dat iemand te weinig bronnen heeft in zijn omgeving om tot zijn recht te
komen
 Het kan zijn dat iemand veel hulpbronnen heeft, maar ze niet of minimaal aanwendt
 Het kan zijn dat iemand veel hulpbronnen heeft maar niet voor de steun die hij/zij nodig
heeft
3/ Een sociaal netwerk versterken
Vanuit de analyse kunnen met de cliënt de volgende vragen besproken worden:





Welke hulpvragen en probleemvelden komen er uit de analyse?
Welke ondersteuningsbehoeften, -mogelijkheden komen in beeld?
Hoe ziet iemands ideale netwerk eruit?
Wat wil de persoon aan zijn netwerk veranderen?
Hoe kan de persoon zijn netwerk versterken
Versterking van het netwerk betekent niet per definitie uitbreiden of vergroten van het netwerk.
Versterking kan ook betekenen dat er gewerkt wordt aan kwaliteitsverbetering van bepaalde
relaties. Het kan ook betekenen dat het netwerk verkleind wordt door stressvolle relaties of
systemen te neutraliseren of te verminderen.
Overzicht symbolen:
Meer weten?
HERMAN STEF (2009) Het ecogram. Sociale netwerken in kaart gebracht. Brussel: Politeia.
Download