Beschrijvingsmodel onderwijsactiviteiten Leergang vakbekwame leerkracht bewegingsonderwijs Student: Stageschool: Groep: 3, 4 & 5 Aantal kinderen: Datum: Supervisor: Opdracht: Hoekenles Beginsituatie met het oog op het voorgenomen activiteitenaanbod: Je overlegt met je supervisor over de beginsituatie van de lln. t.a.v. de volgende punten: a. Motorisch: welke vaardigheden al aanwezig? De leerlingen weten en kennen de regels van vuistbal. De leerlingen hebben tijdens dit schooljaar nog geen stoeispel gedaan, en weet daarom niet welke vaardigheden al aanwezig zijn. De leerlingen hebben tijdens dit schooljaar nog niet met rackets gespeeld, en weet daarom niet welke vaardigheden al aanwezig zijn. b. Regulerend: zijn de kinderen gewend om situaties zelfstandig op gang te houden, hoe doen ze dat, welke regels worden gehanteerd? De lessen die ik tot nu toe heb meegemaakt zijn klassikaal aangeboden. Op donderdag zijn er wel hoekenlessen aangeboden, maar dan ben ik er niet bij aanwezig. c. Organisatorisch: welke lesorganisatievormen zijn bekend, welke onbekend? De lessen die ik tot nu toe heb meegemaakt zijn klassikaal aangeboden. Op donderdag zijn er wel hoekenlessen aangeboden, maar dan ben ik er niet bij aanwezig. Doelen: ik denk dat de kinderen tijdens mijn les het volgende kunnen leren t.a.v.: a. Motorisch handelen: Inleiding: oog/hand coördinatie Kern: Vuistbal: oog/hand coördinatie Stoeien: wendbaarheid lichaam Ballonnen badminton: oog/hand coördinatie & balanceren met een voorwerp in de hand Afsluiting: oog/hand coördinatie b. Regulerend handelen: Inleiding: de kinderen kunnen de bewegingen uitvoeren met oplopend tempo. Kern: Vuistbal: de kinderen proberen andere kinderen af te rollen met een bal Stoeien: de kinderen proberen elkaar de bal afhandig te maken. Ballonnen badminton: de kinderen proberen de ballon hoog te houden en over te slaan. Afsluiting: de kinderen proberen andere kinderen af te rollen met een bal c. Samen spelen en samenwerken: Inleiding: de kinderen houden rekening met elkaar d.m.v. afstand houden. Kern: Vuistbal: de kinderen proberen andere kinderen af te rollen met een bal zonder een ander daar mee te kwetsen Stoeien: de kinderen proberen elkaar de bal afhandig te maken zonder elkaar daarbij pijn te doen. Ballonnen badminton: de kinderen proberen de ballon hoog te houden en over te slaan en daarbij rekening te houden met elkaars kwaliteiten. Afsluiting: de kinderen proberen andere kinderen af te rollen met een bal zonder een ander daar mee te kwetsen d. Actief zijn en het nemen van initiatieven: Inleiding: toepassen van eigen niveau Kern: toepassen van eigen niveau. Afsluiting: toepassen van eigen niveau. e. Reflectie: Na elk onderdeel even kort samenvatten en evt. de ervaring van kinderen vragen. f. Oplossen van problemen: Proberen het de kinderen zelf te laten oplossen, door bijv. met oplossingen en ideeën aan te komen. Wat ik zelf van deze activiteit wil leren? Dit is mijn tweede stage activiteit. Mijn leerdoel is dat ik de indeling van de les handhaaf en daarin de opbouw van de activiteiten in de gaten houd. Overzicht houden en het reilen en zeilen van een gymnastiekles zelf in de hand te kunnen houden. Start, voortgang en afsluiting van het activiteitenaanbod - Wat bied ik de kinderen aan? De Hoe inhoud van de activiteiten met 3 (deelname)niveaus daarin verwerkt. - Hoe leg ik het uit? - Gebruikte bronnen: Opleiding bewegingsonderwijs praktijk voorbeelden. - Wat bied ik de kinderen aan? Inleiding: Met een badmintonracket een ballon hooghouden. Kern 1: Vuistbal. Een ruimte met daarin een aan de kant een bank en een à twee softballen. Kern 2: Stoeien. Twee matjes met twee ballen, op elke mat twee leerlingen met een leerling als scheidsrechter ernaast. Probeer elkaar de bal afhandig te maken. Kern 3: Badminton. De kinderen mogen met een badmintonracket een ballon overslaan. Afsluiting: Vuistbal. Een ruimte met daarin een aan de kant een bank en een à twee softballen. Degene die af is, mag aankleden. organiseer ik de les? welke lesvorm gebruik ik? (opstelling materiaal en kinderen tekenen, hierbij letten op onderstaande punten:) hoe staat het materiaal in de ruimte t.o.v. elkaar? waar zitten de kinderen? wat is de loopbaan van de kinderen? welke organisatorische regels geef ik de kinderen mee? Hoe organiseer ik een lesgewricht? Organisatie Inleiding: Aanreiken van materialen en de kinderen de vraag stellen wat je ermee kan doen. Kern 1: Vuistbal. De regels snel samenvatten en aantal kinderen op de bank. Kern 2: Stoeien. Korte introductie met een spannend verhaal. Kern 3: Badminton. Een tussenschot maken d.m.v. een object plaatsen. Afsluiting: Vuistbal. Wat verwacht ik te zien tijdens de uitvoering Ruimte voor begeleidingsopmerkingen van de van de activiteiten en hoe denk ik daar op te supervisor: reageren? (begeleidingsopmerkingen in vraagvorm als dat de reflectie van de student kan bevorderen) De kinderen komen niet tot lukken - dat zie ik aan: - dan doe/ zeg ik als begeleider: De kinderen komen tot lukken - dat zie ik aan: Om ze tot leren te brengen - doe zeg ik als begeleider: