Media, Informatie en Communicatie Afstudeerscriptie Co-creatie: een onderzoek naar het gebruik van burgerjournalistiek bij de NOS en de BBC tijdens grote nieuwsgebeurtenissen Onderzoeksscriptie Emmy van Driel NM401C Eerste begeleider : Ronald Kroon Tweede begeleider : Jady Petovic Nieuws en Media Juli 2013 Scriptie | Emmy van Driel 3 Voorwoord Voor u ligt mijn onderzoeksscriptie ‘Co-creatie: een onderzoek naar het gebruik van burgerjournalistiek bij de NOS en de BBC tijdens grote nieuwsgebeurtenissen.’ Als toekomstig journaliste vind ik het bijzonder interessant te weten wat de voor- en nadelen van burgerjournalistiek zijn en hoe deze vorm van journalistiek anno 2013 optimaal gebruikt kan worden. Door middel van deze scriptie probeer ik inzicht te geven in de manier waarop burgerjournalistieke bijdragen het best gebruikt kunnen worden door traditionele media tijdens grote nieuwsgebeurtenissen. Dit verslag is geschreven als onderdeel van het afstuderen aan de opleiding Media, Informatie en Communicatie, afstudeerrichting Nieuws en Media. Ik zou graag een aantal mensen bedanken: allereerst mijn scriptiebegeleiders Ronald Kroon en Jady Petovic. Dank voor jullie begeleiding en bemoedigende woorden. Ook Wessel Mekking, mijn sparringpartner dank ik. Daarnaast wil ik graag Jan van Dijk, Anna Holligan, Carina Jacobi, Gerard de Kloet, Alexander Pleijter, Bas de Vries en Martijn van der Zande bedanken voor het vrijmaken van tijd in hun bijzonder drukke schema om geduldig mijn vragen te beantwoorden. Speciale dank gaat uit naar Matthew Eltringham, die zijn bureau op de BBC redactie even liet voor wat het was en de tijd en moeite nam om via Skype door mij geïnterviewd te worden. Tot slot wil ik nog mijn ouders en zusje bedanken voor het vertrouwen dat ze me hebben gegeven, hun stimulerende woorden tijdens het schrijven van deze scriptie en het altijd toejuichen van mijn journalistieke carrière. Emmy van Driel Amsterdam, juli 2013 Scriptie | Emmy van Driel 4 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Aanleiding 11 1.2 Doel- en probleemstelling 11 1.3 Opbouw rapport 12 2 Methoden en Technieken 13 2.1 Verantwoording onderzoeksmethoden 13 2.2 Deskresearch 13 2.3 Interviews 13 2.3.1 Journalisten 14 2.3.2 Wetenschappers 14 2.3.3 Deskundigen journalistiek 14 3 Burgerjournalistiek 15 3.1 Ontstaan burgerjournalistiek 15 3.1.1 De vier ontwikkelingen achter burgerjournalistiek 15 Wat is burgerjournalistiek? 17 3.2.1 Definitie journalistiek 17 3.2.2 Definitie burgerjournalistiek 17 3.3 Nieuwsgebeurtenissen en burgerjournalistiek 18 3.4 Verschillen tussen burger- en beroepsjournalistiek 18 3.4.1 Een vrij beroep 19 3.4.2 Participatie 19 3.5 Conclusie 20 4 De invloed van sociale media op burgerjournalistiek 21 4.1 Wat zijn sociale media? 21 4.2 Sociale media en burgerjournalistiek 21 4.2.1 Inzet sociale media 22 De invloed van sociale media op burgerjournalistiek 23 4.3.1 Twitter 23 4.4 Conclusie 24 5 De voor- en nadelen van burgerjournalistiek ten opzichte van 3.2 4.3 beroepsjournalistiek 25 5.1 Onafhankelijkheid van (burger)journalisten 25 5.2 Anonimiteit 26 5.2.1 Voordelen anonimiteit 26 5.2.2 Nadelen anonimiteit 26 5.3 Diversiteit in het nieuwsaanbod 27 5.4 Gratis informatie 27 5.4.1 Voordelen gratis informatie 28 5.4.2 Nadelen gratis informatie 28 Betrouwbaarheid 29 5.5 Scriptie | Emmy van Driel 5 5.6 Conclusie 30 6 Journalistieke codes 31 6.1 Journalistieke codes 31 6.1.1 Welke codes zijn er en wat staat er in? 31 6.1.2 Beroepsjournalistiek en codes 32 6.1.3 Burgerjournalistiek en codes 33 6.2 Conclusie 34 7 Het gebruik van burgerjournalistiek door de NOS tijdens de rellen in Haren 35 7.1 De NOS 35 7.2 Tweerichtingsverkeer bij de NOS 35 7.3 Burgerjournalistieke initiatieven binnen de NOS 35 7.3.1 NOS Ooggetuige 36 7.3.2 NOS Net 36 7.4 De rellen in Haren 37 7.5 Een mediahype 37 7.5.1 Traditionele media 37 7.5.2 Sociale media 38 7.5.3 Burgerjournalistiek tijdens Haren 39 7.6 Verslaggeving Haren door de NOS 39 7.7 Beïnvloeding door burgerjournalistiek 41 7.8 Conclusie 42 8 Het gebruik van burgerjournalistiek door de BBC tijdens de rellen in Londen 43 8.1 De BBC 43 8.2 Tweerichtingsverkeer bij de BBC 43 8.3 Burgerjournalistiek op grote schaal 43 8.4 Hoe wordt burgerjournalistiek gebruikt bij de BBC? 44 8.4.1 UGC Hub 44 8.4.2 Have Your Say 45 8.4.3 BBC’s College of Journalism 46 8.5 De rellen in Londen 46 8.6 De rol van de media 46 8.6.1 Traditionele media 46 8.6.2 Sociale media 47 8.6.3 Burgerjournalistiek 47 8.7 Verslaggeving van de rellen 48 8.8 Beïnvloeding van BBC-verslaggevers 49 8.9 Conclusie 51 9 Conclusie 53 10 Advies 55 11 Evaluatie 57 Scriptie | Emmy van Driel 6 11.1 Onderzoeksproces 57 11.2 Validiteit en generaliseerbaarheid 57 11.2.1 Interviews 57 11.2.2 Deelvragen en generaliseerbaarheid 58 11.2.3 Representativiteit 58 11.3 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek 58 12 Literatuurlijst 59 13 Bijlagen 71 13.1 Topiclist Interviews 71 13.2 Uitgeschreven interviews 71 13.2.1 Interview met Bas de Vries 71 13.2.2 Interview Carina Jacobi 73 13.2.3 Interview Gerard de Kloet 73 13.2.4 Interview Martijn van der Zande. 74 13.2.5 Interview Jan van Dijk 76 13.2.6 Interview Alexander Pleijter 77 13.2.7 Interview met Matthew Eltringham 78 13.2.8 Interview Anna Holligan 79 13.3 Beeldmateriaal 80 13.3.1 Foto 1 80 13.3.2 Foto 2 80 13.3.3 Foto 3 81 13.4 Plan van Aanpak 81 Scriptie | Emmy van Driel 7 Managementsamenvatting In deze scriptie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag: heeft burgerjournalistiek het werk van de professionele journalist beïnvloed tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012 en gedurende de rellen in Londen in de zomer van 2011? Burgerjournalisten zijn veelal incidentele journalisten, omdat zij journalistiek werk verrichten op het moment dat ze getuige zijn van een belangrijke gebeurtenis. De definitie van burgerjournalistiek die in deze scriptie is aangehouden, luidt als volgt: burgers die (incidenteel) journalistiek werk verrichten, door bijvoorbeeld nieuwswaardige informatie, foto’s en video’s te delen met publiek. Burgerjournalistiek ontstond als gevolg van vier ontwikkelingen: de stijging van het opleidingsniveau, de individualisering, de globalisering en de opkomst van het internet. Vooral in de laatste jaren heeft de technologische revolutie met de komst van weblogs, sociale media en smartphones een belangrijke rol gespeeld in het groter worden van burgerjournalistiek. Zaken als anonimiteit, diversiteit, gratis informatie, een teveel aan informatie, het wel of niet naleven van journalistieke codes en betrouwbaarheid spelen een belangrijke rol in de vooren nadelen van burgerjournalistiek ten opzichte van beroepsjournalistiek. Laatstgenoemde is erg belangrijk nu burgerjournalistiek een steeds prominentere plek inneemt in het nieuwsaanbod. Uit dit onderzoek is gebleken dat het werk van burgerjournalisten doorgaans minder betrouwbaar is dan de content van beroepsjournalisten. Dit komt omdat burgerjournalisten vaak anoniem over nieuws berichten waardoor de bron niet te controleren is. Ook hanteren burgerjournalisten geen journalistieke codes. Burgerjournalistiek heeft invloed gehad op het werk van journalisten werkzaam bij de NOS tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012 en op het werk van BBC-verslaggevers tijdens de rellen in Londen in 2011. Uit dit onderzoek blijkt dat de beïnvloeding van het werk van verslaggevers gezien kan worden in veelal dezelfde punten. Zo vergaarden journalisten informatie op een andere manier, namelijk door burgerjournalistiek als bron te gebruiken. Bovendien werden burgerjournalistieke bijdragen, zoals foto’s en video’s, gebruikt in de verslaggeving van de NOS en de BBC. Ook waren beroepsjournalisten actief op nieuwe media zoals Twitter en liveblogs, om mee te dingen in het informatieaanbod op deze platformen dat is ontstaan sinds de komst van burgerjournalistiek. Daarnaast maakten beroepsjournalisten veel gebruik van vox-pops (interviews met ooggetuigen) in reportages en nieuwsuitzendingen. Dit is sinds de komst van burgerjournalistiek erg populair. Tot slot lag de nadruk op analyse en nabesprekingen, omdat burgerjournalisten wel het eerste nieuws brachten, maar geen verdere informatie verstrekten. Scriptie | Emmy van Driel Burgerjournalistiek heeft duidelijk invloed gehad op het werk van de verslaggever. Journalistiek anno 2013 is een samenwerking tussen beroepsjournalisten en burgerjournalisten. In deze samenwerking ligt de nadruk voor burgerjournalisten op het berichten van het eerste nieuws. De beroepsjournalist is nodig om burgerjournalistieke informatie te selecteren op relevantie, het nieuws te duiden en te publiceren. 8 Scriptie | Emmy van Driel 9 English summary In this final thesis I will answer the following question: has citizen journalism influenced the st work of the professional journalist during the riots in Haren, on the 21 of September 2012 and during the London riots in the summer of 2011? Citizen journalists can be described as incidental journalists, because they generally practice journalism while they witness an important news event. The definition of citizen journalism that will be used in this thesis is the following: citizens who practice journalism, by sharing newsworthy information, photo’s or video’s with an audience. Citizen journalism is the result of four important developments: the increase of education, the individualisation process, the globalisation process and the rise of the internet. Especially in the last years it was the technological revolution and the expansion of weblogs, social media and smartphones, that played an important role in the rise of citizen journalism. Citizen journalism knows (dis)advantages from traditional journalism. Anonymity, diversity, free information, the use, or the lack of using journalistic codes as well as credibility play an important role in the differences between citizen journalism and traditional journalism. Now that citizen journalism as a news source is becoming more meaningful, credibility is of great importance. This thesis showed that overall the work of citizen journalists is less credible than the work of professional journalists, due to the fact that citizen journalists generally don’t use journalistic codes, have trouble recognizing news and don’t know what information is relevant to the public, and what is not. Also citizen journalists are not always objective and don’t check their information before publishing the news. Citizen journalism influenced the work of professional journalists working for the NOS and the BBC during the riots in Haren in 2012 and the riots in London in 2011. This thesis showed that the influence of citizen journalists can be seen in the same points within the reporting of professional journalists. The Dutch NOS and the BBC used the work of citizen journalists in their reporting, by showing photo’s and video’s made by citizen journalists. This shows that the journalists gathered news in a new way, by using citizen journalism as a source of information. The fact that the organisations were not only active on traditional media like television and radio, but also on new media such as Twitter and liveblogs, shows that the NOS and the BBC expanded their reporting on several media. Because citizen journalism made social media an important platform for news, the NOS and the BBC have to be active on those platforms as well in order to inform the public. Influence can also be seen in the use of vox-pops (interviews with eyewitnesses), which has become more popular since the rise of citizen Scriptie | Emmy van Driel 10 journalism. Finally, influence can be seen in the fact that the NOS focussed on analysing and discussing, which has become very important since citizen journalists bring the latest news to the public, but generally don’t give any further explanation. It is clear that citizen journalism has influenced the work of the reporter during the riots. Journalism in 2013 is a co-operation between professional journalists and citizen journalists. In this co-operation it is the role of citizen journalists to bring the first news and to illustrate this with newsworthy photo’s and video’s. The role of the professional journalist is to gather relevant information, to analyse and discuss this news and to publish it. Scriptie | Emmy van Driel 1 11 Inleiding 1.1 Aanleiding Journalistiek is aan veranderingen onderhevig. Door fenomenen als digitalisering, globalisering maar ook de mondigheid van de burger, is interactiviteit met het publiek van groot belang. Was de nieuwsconsument enkele jaren geleden nog een passieve kijker, lezer en luisteraar, sinds de komst van burgerjournalistiek is de consument deels veranderd in een producent. Burgerjournalistieke content beperkt zich niet langer uitsluitend tot het internet, maar wordt ook door de traditionele media ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan amateurbeelden in het NOS Journaal of ooggetuigenverslagen in nieuwsuitzendingen van de BBC. Burgerjournalistiek is een relatief nieuw fenomeen, waardoor er nog vele aspecten van de nieuwe vorm van journalistiek verkend moeten worden. Zodoende is er nog onzekerheid over hoe burgerjournalistiek gebruikt kan worden. Het is van groot belang deze onzekerheid weg te nemen door onderzoek te doen. Dan weet de professionele journalist anno 2013 hoe er op een goede manier van burgerjournalistiek gebruik gemaakt kan worden. 1.2 Doel- en probleemstelling In deze scriptie wordt naar een antwoord gezocht op de volgende onderzoeksvraag: heeft burgerjournalistiek het werk van de professionele journalist beïnvloed tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012 en gedurende de rellen in Londen in de zomer van 2011? Om te onderzoeken hoe burgerjournalistiek anno nu het best gebruikt kan worden, neem ik twee grote gebeurtenissen die recentelijk plaats hebben gevonden als case studies. Eerst wordt er gekeken naar de rellen in Haren - ook wel Project X Haren genoemd - die in september 2012 plaatsvonden en waarbij drie- tot vijfduizend jongeren gingen rellen. Daarna zal er gekeken worden naar de ongeregeldheden in Londen, die in de zomer van 2011 ontstonden, nadat demonstraties uitmondden in grote rellen. Echter, voordat er naar de case studies kan worden gekeken om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te komen, moet er achtergrondinformatie worden verstrekt over burgerjournalistiek. Daarom wordt er eerst onderzocht wat burgerjournalistiek is, welke verschillen er zijn tussen professionele journalistiek en burgerjournalistiek en welke invloed sociale media hebben gehad op burgerjournalistiek. Daarnaast wordt er nog gekeken naar het gebruik van journalistieke codes door zowel beroepsjournalisten als burgerjournalisten en de voor- en nadelen van burgerjournalistiek. Scriptie | Emmy van Driel 12 Met behulp van deze scriptie wil ik onderzoeken of burgerjournalistiek het werk van de traditionele journalist heeft beïnvloed tijdens de rellen in Haren en de rellen in Londen. Zo hoop ik inzicht te kunnen geven in de wijze waarop burgerjournalistiek de professionele journalist heeft beïnvloed tijdens de ongeregeldheden om advies te geven over hoe burgerjournalistiek het best gebruikt kan worden bij grote nieuwsgebeurtenissen als deze. 1.3 Opbouw rapport Het rapport is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 Methoden en Technieken wordt gekeken naar de manier waarop er onderzoek is gedaan voor deze scriptie. In hoofdstuk 3 Burgerjournalistiek wordt uitgelegd wat burgerjournalistiek is en hoe het is ontstaan. In het hoofdstuk De invloed van sociale media op burgerjournalistiek wordt verteld welke invloed sociale media hebben gehad op de nieuwe vorm van journalistiek. Verder zal in de daaropvolgende hoofdstukken worden ingegaan op de verschillen tussen burgerjournalistiek en traditionele journalistiek, journalistieke codes, het gebruik van burgerjournalistiek door de NOS tijdens de rellen in Haren en het gebruik van burgerjournalistiek door de BBC tijdens de rellen in Londen in de zomer van 2011. In het hoofdstuk Conclusies worden de belangrijkste bevindingen van het onderzoek uitgelicht. In het hoofdstuk Advies worden aanbevelingen gegeven over hoe beroepsjournalisten het beste gebruik kunnen maken van burgerjournalistiek. In het daaropvolgende hoofdstuk Evaluatie wordt gekeken naar het verloop van het onderzoeksproces, de validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek en naar de mogelijkheid tot een vervolgonderzoek. In het hoofdstuk Literatuurlijst zijn de bronnen te vinden die voor dit onderzoek zijn gebruikt. In het laatste hoofdstuk vindt u de bijlagen. Scriptie | Emmy van Driel 2 13 Methoden en Technieken 2.1 Verantwoording onderzoeksmethoden In deze scriptie is gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek gaat het, in tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, niet om het verkrijgen van cijfermatige informatie maar juist om het achterhalen van achterliggende motieven en meningen. Het voordeel van een kwalitatief onderzoek is dat de onderzoeker zich tijdens het onderzoek kan aanpassen aan de omstandigheden (Verhoeven, 2004). Hierdoor is de benadering open en flexibel. Bovendien is er ruimte om in te gaan op de achtergronden van de verzamelde gegevens. Dit type onderzoek is voor deze scriptie zeer geschikt, omdat niet zozeer cijfers, maar juist beleving en beïnvloeding centraal staan. In mijn onderzoek zal ik gebruikmaken van twee kwalitatieve onderzoeksmethoden, namelijk deskresearch (ook wel literatuuronderzoek genoemd) en veldonderzoek in de vorm van interviews (Verhoeven, 2004). In dit hoofdstuk zullen beide onderzoeksmethoden worden toegelicht. 2.2 Deskresearch Deskresearch is de basis van het onderzoek in deze scriptie. Om een goed beeld te krijgen van het bestaande onderzoek, wordt gebruik gemaakt van bronnen als www.denieuwereporter.nl, www.villamedia.nl en databases als EPSCO, JSTORE, RADAR, Athens, Google Books en Google Scholar. Ook het rapport Twee Werelden: You only live once (2013) over de rellen in Haren en het onderzoeksrapport After the riots: The final report of the Riots Communities and Victims Panel (2012) zijn nuttig voor deze scriptie. De verkregen informatie wordt niet alleen verwerkt in de uitkomsten van het onderzoek, maar dient tevens als basisinformatie tijdens de voorbereidingen voor de interviews. 2.3 Interviews De tweede onderzoeksmethode die in dit rapport gebruikt wordt, is interviewen. In dit onderzoek worden zowel ervaringsdeskundigen als wetenschappers aangedragen. De interviewvragen voor zowel de deskundigen als voor de wetenschappers zijn gebaseerd op informatie die gevonden is via deskresearch. Tijdens de gesprekken met journalisten van de NOS en de BBC zullen de participanten gevraagd worden naar hun ervaringen met burgerjournalistiek en hoe zij erover denken. Zo wordt er een duidelijk beeld geschetst van het gebruik van burgerjournalistiek door beroepsjournalisten. Bovendien wordt duidelijk welke invloed burgerjournalistiek heeft op de werkwijze van de professionele journalist. De wetenschappers en de overige deskundigen zullen gevraagd worden naar de rol die burgerjournalistiek inneemt in het medialandschap Scriptie | Emmy van Driel 14 en naar de rol van burgerjournalistiek tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012 en de rellen in Londen in de zomer van 2011. Het afnemen van interviews is belangrijk voor dit onderzoek, omdat de informatie van deze deskundigen essentieel is om het onderzoek met succes te kunnen uitvoeren. Voor deze onderzoeksmethode is bewust gekozen omdat het genereren van ervaringen en gedachten hierbij goed mogelijk is. In het onderzoek zal gebruik gemaakt worden van half gestructureerde interviews, omdat er bij deze vorm ruimte is voor de geïnterviewden om uit te wijden over bepaalde onderwerpen. Bovendien kunnen de respondenten hun antwoorden beargumenteren. Om de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek te waarborgen zijn de vragen enkelvoudig en eenduidig. Ook worden, tijdens het afnemen van de interviews, de antwoorden van geïnterviewden gecontroleerd, door hun uitspraken regelmatig te herhalen of samen te vatten. 2.3.1 Journalisten In het kader van dit onderzoek zijn vijf journalisten geïnterviewd die werkzaam zijn bij de NOS of de BBC: Gerard de Kloet: chef bij NOS op 3 Bas de Vries: eindredacteur bij de NOS en journalist bij NOS Net Martijn van der Zande: NOS verslaggever (was aanwezig bij de rellen in Haren) Matthew Eltringham: eindredacteur bij BBC College of Journalism en oprichter van BBC’s User Generated Content Hub Anna Holligan: BBC-correspondente in Den Haag. 2.3.2 Wetenschappers Aan dit onderzoek hebben twee wetenschappers meegewerkt. Zij zijn geïnterviewd over de rol van zowel traditionele media als nieuwe media tijdens de rellen in Haren. Carina Jacobi: onderzoeker bij Nederlandse Nieuwsmonitor Prof. Dr. Jan van Dijk: onderzoeker in commissie Cohen. 2.3.3 Deskundigen journalistiek Tot slot wordt in het kader van dit onderzoek een deskundige op het gebied van journalistiek geïnterviewd over burgerjournalistiek. Alexander Pleijter: hoofdredacteur De Nieuwe Reporter en docent Journalistiek & Innovatie aan Fontys Hogeschool Journalistiek De vraaggesprekken met de geïnterviewden zijn te lezen in de bijlagen van deze scriptie op pagina 71 tot en met 80. Scriptie | Emmy van Driel 3 15 Burgerjournalistiek Burgerjournalistiek is een begrip waar nog veel onzekerheid over bestaat. Om meer duidelijkheid te creëren over wat burgerjournalistiek nu precies is, wordt er eerst gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van burgerjournalistiek. 3.1 Ontstaan burgerjournalistiek Burgerjournalistiek ontstond in de late jaren ’80 (Rosenberry en St. John, 2010) en begon met de veranderingen binnen het medialandschap van eenrichtingsverkeer naar tweerichtingsverkeer (Alexander Pleijter, persoonlijke communicatie). De laatste jaren vindt er bij nieuwsorganisaties namelijk een toenemende interactiviteit met het publiek plaats, waardoor tweerichtingsverkeer ontstaat (Brown, 2007). Die interactiviteit is terug te zien in de vele interviews met burgers in televisiejournalen en de mogelijkheid om te reageren op nieuwsberichten op nieuwswebsites zoals geenstijl.nl. Ook zien we veel burgerjournalistieke bijdragen in bijvoorbeeld televisiejournalen. Wie herinnert zich niet de amateurbeelden van de tsunami die in 2004 delen van Zuidoost-Azië overspoelde? Gesteld kan worden dat sinds het gebruik van burgerjournalistieke bijdragen door traditionele media de verhoudingen tussen de media en de ontvangers zijn veranderd: het publiek dingt mee in het nieuwsaanbod (Musschoot en Lombaerts, 2010). Dit zien we aan bloggers die nieuws bieden op hun websites of aan burgers die bijdragen leveren aan professionele nieuwsuitzendingen door beelden te sturen (Bakker en Paterson, 2011). 3.1.1 De vier ontwikkelingen achter burgerjournalistiek Burgerjournalistiek werd mogelijk gemaakt door vier ontwikkelingen: globalisatie, internet, de stijging van het opleidingsniveau en individualisering. Individualisering en opleidingsniveau Uit onderzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2012) blijkt dat het opleidingsniveau in Nederland al enkele jaren stijgt als gevolg van een verbeterde aansluiting tussen onderwijssoorten en het feit dat men vaker kiest voor hogere onderwijssoorten (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2012). Dankzij deze stijging heeft de gemiddelde mens meer kennis tot zijn of haar beschikking. Daar komt bij dat de individualisering de houding ten opzichte van de vrijheid van meningsuiting heeft veranderd. Men is nu van mening dat zijn of haar stem gehoord moet worden (Effting en De Rek, 2002). Deze twee ontwikkelingen zorgen er voor dat de burger mondiger is geworden en zijn of haar meningen en kennis deelt (Musschoot en Lombaerts, 2010). Dit is te zien aan bijvoorbeeld de populariteit van fora en het aantal profielen op Twitter. Scriptie | Emmy van Driel 16 Globalisatie en het internet Echter, niet alleen de individualisering en de stijging van het opleidingsniveau hebben voor de opkomst van burgerjournalistiek gezorgd. Ook globalisatie en internet speelden een belangrijke rol, blijkt uit onderzoek van Jaekwan, Kideuk, Reese en Rutigilano (2007). The globalisation process has brought greater transnational connectedness, intersecting networks of economic, political and cultural activity. The internet has increased the speed, reach and comprehensiveness of journalism available to the public and lowered the coast of entry to anyone seeking to participate (Jaekwan, Kideuk, Reese en Rutigilano, 2007, p. 3). Deze bewering valt te verklaren. Veel belangrijke ontwikkelingen binnen de journalistiek gaan samen met technologische vernieuwingen, die vooral te maken hebben met twee belangrijke aspecten (Musschoot en Lombaerts, 2010). Aan de ene kant maken technologische innovaties het ontstaan van nieuwe media als dragers van journalistieke producties mogelijk (opkomst radio, televisie en internet). Anderzijds zijn technologische ontwikkelingen in de journalistiek geadopteerd als nieuwe communicatiemiddelen die belangrijke gevolgen hebben voor de nieuwsgaring (Blanken & Deuze, 2003). Zo is dankzij het internet de hele wereld met elkaar verbonden, waardoor nieuws in Australië ook nieuws in Nederland kan zijn. Ook bracht het internet twee belangrijke communicatieplatformen met zich mee waarop burgerjournalistiek bedreven kon worden: weblogs en sociale media. Weblogs De eerste vormen van online burgerjournalistieke content stonden op zogeheten weblogs, een term in 1997 bedacht door Jorn Barger (Poortman en Sloep, 2005). Weblogs (of blogs) zijn websites met informatie die regelmatig worden geüpdate (Maria Carolina Janssen, 2010). Via dit platform konden burgers voor het eerst hun gedachten, meningen en berichten op grote schaal met andere gebruikers delen. Voor het eerst waren het niet alleen de traditionele media die op grote schaal informatie deelden met het publiek, maar ook ‘gewone’ burgers (Kideuk, Reese en Rutigilano e.a., 2007). Met de groei van het aantal internetgebruikers, steeg ook het aantal lezers waardoor blogs meer aanzien en invloed kregen (Bruns, 2010). Met gemiddeld 71 miljoen bezoekers per maand is de in 2005 opgerichte The Huffington Post de meest invloedrijke blog ter wereld (Quantcast, 2013). Op deze blog wordt onder andere bericht over nieuws, entertainment en politiek (Guardian, 2008). Vandaag de dag zijn er meer dan tweehonderd miljoen blogs (Janssen, 2010) Sociale media De komst van sociale media heeft een enorme bijdrage geleverd aan de bloei van burgerjournalistiek. In het hoofdstuk De invloed van sociale media op burgerjournalistiek zal hier uitgebreid over worden gesproken. Scriptie | Emmy van Driel 17 3.2 Wat is burgerjournalistiek? Nu duidelijk is hoe burgerjournalistiek is ontstaan, is het belangrijk te kijken wat er anno 2013 onder burgerjournalistiek wordt verstaan. In onderstaande paragrafen worden de begrippen journalistiek en burgerjournalistiek afgebakend. 3.2.1 Definitie journalistiek In de geschiedenis van de journalistiek zijn er verschillende meningen over wat journalistiek is en wat het zou moeten zijn. Zelfs vandaag bestaat er niet een internationaal erkende definitie die de rol van journalistiek weergeeft (Domingo, Heinonen, Paulussen en Quandt, 2007). Het beeld dat u van journalistiek heeft, kan afwijken van het idee dat een ander heeft. Om een beeld te krijgen van journalistiek, kijken we eerst naar de definitie van journalistiek uit professionele kring, afkomstig van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ). Zij omschrijven journalistiek als volgt: journalistiek is waarheidsgetrouwe informatie verschaffen aan burgers, zonder juridische grondslag (VVOJ, 2005). Een wellicht ingewikkelde definitie, want wat is een journalist dan precies? Van Dale omschrijft een journalist als volgt: een redacteur die werkt voor pers of omroep (Van Dale, 2013). Maar een journalist kan ook verwijzen naar ‘de cynische bureauredacteur, de frisse freelancer, de zwetende correspondent, de mediagenieke tafelheer, de brutale videomaker, de schnabbelende romanschrijver of de onervaren blogger’ (Lemm, 2011). Het internet, als een belangrijke drager van informatie en nieuws, heeft een discussie aangewakkerd over wie wel en wie geen journalist is, stelt Hermes in het artikel Who is a journalist? Here we go again (Hermes, 2013). Uit het literatuuronderzoek dat voor deze scriptie is gedaan, blijkt dat deze vraag regelmatig terugkomt in verschillende artikelen omtrent journalistiek en internet. De definitie van journalistiek die in dit onderzoek zal worden aangehouden is: waarheidsgetrouwe informatie verschaffen aan burgers door nieuws te verzamelen, nieuwscontent te maken en deze te publiceren. 3.2.2 Definitie burgerjournalistiek Hoeveel burgerjournalisten er in Nederland zijn is niet bekend. Dit komt omdat er binnen de literatuur op verschillende manieren naar burgerjournalistiek wordt gekeken. Engelfriet, deskundige op het gebied van internetrecht, beweert dat men al een (burger)journalist is wanneer hij of zij feiten of meningen publiceert (Engelfriet, 2012). Echter, als we deze stelling zouden aanhouden is tegenwoordig vrijwel iedereen een journalist, omdat men op het internet meningen en feiten bericht. Een wellicht betere omschrijving van burgerjournalistiek is die van wetenschapper Luke Goode. Goode (2009) stelt dat burgerjournalistiek zaken omvat als het delen van foto’s en video’s op bijvoorbeeld sociale media, blogs en getuigenverklaringen van nieuwsgebeurtenissen op bijvoorbeeld het internet (Goode, 2009). Volgens hem is burgerjournalistiek dus het werk van ‘gewone’ mensen die nieuws publiceren. Een duidelijke definitie, maar is iedereen die ooit een keertje een foto op Twitter zet of een bericht plaatst op Facebook direct een burgerjournalist? Nee. Maar wie is dan wel een burgerjournalist? Uit dit onderzoek blijkt dat burgerjournalisten vaak Scriptie | Emmy van Driel 18 incidentele journalisten zijn. In zowel het literatuuronderzoek als de interviews met journalisten en wetenschappers komt naar voren dat burgerjournalisten veelal ooggetuigen zijn, die bijdragen aan de journalistiek door te berichten over gebeurtenissen die zij zien gebeuren. Denk hierbij aan ooggetuigen van de terroristische aanslagen in New York die video’s op YouTube deelden. Omdat burgerjournalisten als ooggetuigen bij een nieuwswaardige gebeurtenis aanwezig zijn op het moment dat het gebeurt, kunnen ze vaak een uniek beeld laten zien (Allan, Carter en Sonwalker, 2007). De definitie van burgerjournalistiek die in deze scriptie zal worden aangehouden is: burgers die (incidenteel) journalistiek werk verrichten, door bijvoorbeeld nieuwswaardige informatie, foto’s en video’s te delen met publiek. In de interviews die in het kader van dit onderzoek gehouden zijn, gebruikten journalisten andere termen voor burgerjournalistiek. Indien die termen genoemd worden in deze scriptie zal het nuanceverschil met de definitie van burgerjournalistiek die in dit onderzoek wordt aangehouden, uitgelegd worden. 3.3 Nieuwsgebeurtenissen en burgerjournalistiek Burgerjournalistiek wordt veelal bedreven op de momenten dat er een grote nieuwsgebeurtenis plaatsvindt, waardoor ze vaak direct aanwezig zijn en professionele journalisten niet (Pleijter, persoonlijke communicatie). Dan is het voor de journalist handig om burgerjournalistieke informatie te gebruiken (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Veel ooggetuigen filmen nieuwswaardige gebeurtenissen met hun smartphones en plaatsen die beelden vervolgens op het internet (Volota, 2012). Elke dag wordt er gemiddeld zevenduizend uur aan nieuwscontent op YouTube geüpload door gebruikers (Salar, 2012). Denk aan beelden van de aardbevingen in Japan in 2010. De enorme hoeveelheid uploads geven aan dat veel mensen kort burgerjournalistiek werk verrichten. Journalist en schrijver Khondker (2006) beweert dat burgerjournalistiek tijdens de revolutie in het Midden-Oosten een bijzonder grote rol speelde in de verslaggeving van professionele nieuwsorganisaties. Dankzij burgerjournalisten die hun foto’s en video’s van de misstanden in het gebied op bijvoorbeeld YouTube zetten, konden traditionele media de beelden laten zien aan het grote publiek. Over de rol van sociale media en burgerjournalistiek in de revolutie in het Midden-Oosten zal in het hoofdstuk De invloed van sociale media op burgerjournalistiek dieper worden ingegaan. 3.4 Verschillen tussen burger- en beroepsjournalistiek Een burgerjournalist zal zichzelf nooit zo noemen, maar dat neemt niet weg dat hij of zij wel journalistiek werk verricht (Alexander Pleijter, persoonlijke communicatie). In de komende paragrafen wordt ingegaan op de verschillen tussen burger- en beroepsjournalistiek. Scriptie | Emmy van Driel 19 3.4.1 Een vrij beroep Journalistiek is een vrij beroep. Dit wil zeggen dat iedereen het beroep uit mag oefenen. Toch hebben veel beroepsjournalisten een studie gevolgd met betrekking tot het beroep, in tegenstelling tot burgerjournalisten die leraar of kantinejuffrouw kunnen zijn. De journalisten die in het kader van dit onderzoek geïnterviewd zijn, staan positief tegenover burgerjournalisten. Toch denkt Van der Zande dat de burgerjournalist niet dezelfde kwaliteiten bezit als een beroepsjournalist. Burgerjournalisten zouden niet in staat zijn verhalen in een kader te plaatsen, hoor en wederhoor toe te passen of een bericht objectief weer te geven (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Pleijter betwist dit. De expert op het gebied van (burger)journalistiek is van mening dat burgerjournalisten precies hetzelfde werk verrichten als beroepsjournalisten en dus wel in staat zijn zich als ‘echte’ journalisten te gedragen (Pleijter, persoonlijke communicatie). Echter, later in dit onderzoek zal blijken dat burgerjournalisten niet hetzelfde werk als beroepsjournalisten doen. In onder andere hoofdstuk vijf zal hier bij stil worden gestaan. Betrouwbaarheid Zoals de uiteenlopende meningen van Van der Zande en Pleijter al laten zien is de betrouwbaarheid van burgerjournalistieke content een punt van discussie. In de literatuur is men verdeeld over de betrouwbaarheid van burgerjournalistiek. Ook de geïnterviewden denken verschillend over dit onderwerp. Critici twijfelen aan de journalistieke vaardigheden van burgerjournalisten. Men vraagt zich af of ze wel ‘echte’ journalistiek bedrijven (Bakker en Paterson, 2011). Want waar beroepsjournalisten geleerd hebben hun bronnen altijd te controleren, vertrouwt de burgerjournalist doorgaans op zijn of haar eigen kunnen (Bruns, 2010). Uit onderzoek van Carpenter (2010) is gebleken dat burgerjournalisten minder bronnen raadplegen en minder deskundigen aan het woord laten, maar des te meer hun eigen mening verkondigen (Carpenter, 2010). Mede hierdoor gebeurt het dat burgerjournalistiek werk onjuistheden bevat. Voorbeelden hiervan zijn verschillende doodverklaringen op Twitter van de in werkelijkheid springlevende tieneridool Justin Bieber en de Belgische koningin Fabiola (Lemoine, 2009). Daarnaast houden burgerjournalisten zich over het algemeen niet aan beroepscodes (zie 6.1), waardoor de betrouwbaarheid van burgerjournalistieke content in het geding komt. Onderzoeker Fisher (2008) stelt dat foutieve informatie en geruchten zich snel verspreiden via internet en sociale netwerken. Dit zou te maken hebben met de snelheid van deze media. Er is geen tijd om de informatie te controleren op onjuistheden: een bericht moet direct geplaatst worden omdat het anders oud nieuws is (Fisher, 2008). Echter, dit heeft tot voordeel dat burgerjournalistieke informatie eerder voorhanden is dan informatie van traditionele media. Gesteld kan worden dat burgerjournalistiek niet altijd even betrouwbaar is. Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. Deze zullen in hoofdstuk vijf van deze scriptie onderzocht worden. 3.4.2 Participatie Een tweede verschil is dat burgerjournalistieke initiatieven, in tegenstelling tot traditionele media, gekenmerkt worden door een peer-to-peer manier van communiceren (Timmermans, Scriptie | Emmy van Driel 20 Van Es en Van den Steenhoven, 2011). Dit wil zeggen dat niet een gezaghebbende, maar juist een ‘gewoon’ iemand iets publiceert voor een gelijkwaardig publiek en dat het publiek inbreng heeft in de content (Timmermans,Van Es en Van den Steenhoven, 2011). Peer-topeer communicatie is een belangrijk kenmerk van burgerjournalistiek. Berichten worden geschreven door niet-journalisten, het publiek kan ideeën aandragen, informatie aanvullen en reageren op de nieuwsberichten. Dit gebeurt bijvoorbeeld op blogs, forums en Wikipedia. Wetenschapper Nip (2006) beweert dat beroepsjournalisten informatie verzamelen en de belangrijkste nieuwsgebeurtenissen bekend maken, zonder dat het publiek een rol speelt in dit proces. Dit is veranderd nu traditionele media gebruik maken van burgerjournalistieke bijdragen. Toch is de interactie tussen burgerjournalist en publiek veelal groter dan tussen beroepsjournalist en publiek (Timmermans, Van Es en Van den Steenhoven (2011). Dit kan verklaard worden aan de hand van het volgende voorbeeld: Haren was een populair onderwerp bij zowel beroepsjournalisten als burgerjournalisten (Commissie Project X Haren, 2013). De traditionele media hadden contact met het publiek, door bijvoorbeeld interviews met ooggetuigen en relschoppers te houden. Maar de mate waarin @HarenLive - een livestream bedacht en beheerd door burgerjournalisten - contact had met het publiek was veel groter. Dit kwam omdat de livestream op veel populaire platformen onder jongeren actief was. Ze hadden een eigen website, maar minstens even actief was HarenLive op Twitter, waar zij over actualiteiten berichtten. Het contact met het publiek was ook groter omdat ze de hulp van het publiek opriepen om hen informatie te sturen. Bovendien hadden ze kennissen die bij het evenement aanwezig waren. De makers van @HarenLive hadden dus de hele tijd contact met ‘gewone’ burgers. 3.5 Conclusie De stijging van het opleidingsniveau, de individualisering, het internet en de globalisering hebben burgerjournalistiek doen ontstaan. Hoewel burgerjournalistiek al sinds de jaren ’80 bestaat is er nog steeds geen duidelijke omschrijving van wat het precies is. Er is dus nog veel onzeker op het gebied van burgerjournalistiek. Uit dit onderzoek blijkt dat burgerjournalisten veelal incidentele journalisten zijn, omdat zij pas journalistiek werk gaan verrichten op het moment dat ze getuige zijn van een belangrijke gebeurtenis. De definitie van burgerjournalistiek die in deze scriptie zal worden gebruikt is dan ook: burgers die (incidenteel) journalistiek werk verrichten, door bijvoorbeeld nieuwswaardige informatie, foto’s en video’s te delen met publiek. Niet alle burgerjournalistieke content is betrouwbaar, omdat ze minder bronnen raadplegen en bovendien minder deskundigen aan het woord laten dan beroepsjournalisten. Burgerjournalistieke artikelen verkondingen ook vaak meer meningen dan feiten. Daarom voldoen burgerjournalisten in mindere maten aan de eisen die aan een journalist gesteld worden. Scriptie | Emmy van Driel 4 21 De invloed van sociale media op burgerjournalistiek Omdat sociale media belangrijk zijn geweest voor de verslaggeving van de rellen in Haren op 21 september 2012 en de rellen in Londen in 2011 wordt dit onderwerp uitvoerig behandeld. 4.1 Wat zijn sociale media? Sociale media, of de Engelse benaming social media, is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen. Dasselaar (2012), schrijver en expert op het gebied van sociale media, stelt dat sociale media kunnen worden opgedeeld in de volgende categorieën: Microblog: korte statusupdates publiceren (Twitter). Via korte berichten kunnen (burger)journalisten het publiek op de hoogte houden van nieuws. Sharing: delen van bestanden (YouTube en Flickr). Burgerjournalisten delen foto’s en video’s van belangrijke gebeurtenissen. Social networks: contact leggen en onderhouden (Facebook, LinkedIn en Google+). Om nieuws op te delen, maar tevens handig voor het onderhouden van contact met het publiek. Bloggen: het bijhouden van een online dagboek (Wordpress). Informatie, nieuws en meningen worden via blogs gedeeld. Het delen van informatie gaat dus niet alleen via tekst, maar ook via geluid en beeld (Newcom, 2011). Kenmerkend voor sociale media is het delen van informatie door gebruikers zelf (Dasselaar, 2012). Op de websites worden onder andere posts, tweets, foto’s en video’s geplaatst. Deze berichten en beelden worden gelezen, bekeken, becommentarieerd en gedeeld. 4.2 Sociale media en burgerjournalistiek Nu bekend is wat sociale media zijn, is het belangrijk te weten hoe zij hebben bijgedragen aan het ontstaan van burgerjournalistiek. Sociale media zijn de belangrijkste platformen voor burgerjournalisten om informatie op te delen (Dasselaar, 2010). Dit komt omdat sociale media een aantal belangrijke kenmerken bezitten die het mogelijk maken eenvoudig nieuwsberichten en nieuwswaardige informatie, foto’s en video’s te delen met elkaar (Duffy, Freelon, Howard e.a., 2011). Het eerste kernmerk is laagdrempeligheid. Iedereen kan een profiel aanmaken, sociale media zijn Scriptie | Emmy van Driel 22 eenvoudig te gebruiken en kosten (doorgaans) geen geld. Het tweede kenmerk is snelheid: nieuws, foto’s en video’s staan nog geen tien seconden nadat de content gemaakt is op Facebook of Flickr. De komst van de smartphone heeft een belangrijke rol gespeeld in de snelheid van sociale media (Boyd en Ellison, 2007). Omdat het dankzij de smartphone mogelijk is altijd en overal online te zijn, kunnen berichten en beelden snel op sociale media geplaatst worden. Tot slot is er de reikwijdte: de content is zichtbaar voor alle contacten op Facebook of volgers (Boyd en Ellison, 2007). Zij kunnen de informatie weer delen, waardoor nog meer mensen de berichten dan wel beelden onder ogen krijgen. Zoals deze vier kenmerken bewijzen, lenen sociale media zich goed voor het plaatsen van informatie, waardoor het belangrijke platformen zijn voor de totstandkoming van burgerjournalistiek. 4.2.1 Inzet sociale media Sociale media zijn handige instrumenten om informatie in te winnen over actualiteiten, omdat ze zich door de bereikbaarheid gemakkelijk lenen voor live-verslagen (Pleijter, persoonlijke communicatie). Tijdens de rellen in Haren richtte een groep studenten op Twitter een account op: @HarenLive (De Uitgeeffabriek, 2012). Via het sociale netwerk hielden ze hun 12.000 volgers op de hoogte van de gebeurtenissen in Haren. Niet alleen de nieuwsconsument, maar ook traditionele media als de NOS maken gebruik van informatie die op sociale media staat, door het nieuws bijvoorbeeld te noemen in hun berichtgeving. Een blik op de Twitter-accounts van de geïnterviewde journalisten Holligan, Eltringham, De Kloet, De Vries en Van der Zande laat zien dat ze veel bloggers, nieuwsinstanties en deskundigen, zoals economen, volgen. Relevante en nieuwswaardige informatie wordt gecontroleerd door contact te leggen met de burgerjournalisten en de informatie te verifiëren door bij instanties te controleren of het bericht klopt. Indien de informatie juist is bevonden, wordt het in een bericht naar buiten gebracht (De Vries, persoonlijke communicatie). Daarnaast worden sociale media door traditionele media gebruikt om in contact te komen met het publiek. In de berichtgeving van traditionele media zien we dat er vaak wordt gevraagd naar de mening van het publiek. Dit gebeurt vaak via sociale media, zo blijkt uit de interviews met de in het kader van dit onderzoek geïnterviewde journalisten. Het volgende voorbeeld van journaliste Anna Holligan laat dit zien. Er was een rel gaande rondom het Koningslied van John Ewbank. Deze rel had zelfs het nieuws in het Verenigd Koninkrijk bereikt en Holligan wilde weten wat de Nederlanders vonden van het lied (Holligan, persoonlijke communicatie). Daarom riep ze haar Nederlandse volgers via Twitter aan te geven wat er wel of niet goed was aan het nummer. De reacties die ze kreeg werden verwerkt in een reportage over het Koningslied (Holligan, persoonlijke communicatie). Doordat er slechts enkele mensen aan het woord kwamen, waren deze meningen vermoedelijk niet representatief voor de Nederlandse bevolking. Echter, het gaf wel degelijk een indruk van hoe men over de zaak dacht. Dit voorbeeld laat zien hoe de stem van het publiek bijdraagt aan het nieuws. Scriptie | Emmy van Driel 23 4.3 De invloed van sociale media op burgerjournalistiek De invloed die sociale media hebben op burgerjournalistiek wordt gezien in de rol die sociale media en burgerjournalistiek hebben gehad op het ontstaan van de Arabische Lente. Uit onderzoek van Duffy, Freelon, Howard e.a. (2011) blijkt dat sociale media veel gebruikt zijn door burgerjournalisten om gesprekken over misstanden in het Midden-Oosten te voeren. Ook zijn ze gebruikt om kritische informatie over de Egyptische en Tunesische overheden te delen met elkaar, maar ook met westerse nieuwswebsites als de BBC en CNN (Duffy, Freelon, Howard e.a. (2011). Uit dit voorbeeld blijkt dat sociale media dus gebruikt zijn om burgerjournalistiek op te bedrijven, waardoor de problemen in het Midden-Oosten aan het licht kwamen. Bij een gebrek aan eigen informatie gebruikten nieuwsorganisaties als The New York Times en The Guardian informatie afkomstig van sociale media, amateurvideo’s en verslagen van ooggetuigen (Hermida, 2010). Maar niet alle burgerjournalistieke content was betrouwbaar. Uit onderzoek van Newman (2009) blijkt dat veel berichten in het voordeel van de oppositiepartij waren. De berichten waren dus ongenuanceerd. Bovendien werden er ook berichten overdreven of zelfs verzonnen om de westerse media naar de hand te zetten van de oppositie. Zo werd er op sociale media gezegd dat meer dan drie miljoen Iranezen protesteerden tegen de verkiezingen, terwijl dit in werkelijkheid om een paar honderdduizend mensen ging (Newman, 2009). Omdat door de nieuwsorganisaties vermoed werd dat niet alle informatie even betrouwbaar was, verifieerde zij het werk van burgerjournalisten door het te vergelijken met informatie van andere ooggetuigen, om te zien of de informatie overeenkomstig was alvorens ze het publiceerden (Newman, 2009). 4.3.1 Twitter Uit een onderzoek van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (2010) naar Twitter blijkt dat het medium een bijzonder groot bereik heeft tijdens een crisis, ondanks het lage percentage Nederlanders dat een Twitter-account heeft. Dit valt te verklaren: Twitter is overwegend openbaar, waardoor iedereen – ook mensen zonder een Twitter-account - in principe toegang heeft tot de informatie. Bovendien is de informatie hier kort en overzichtelijk omdat het slechts in 140 tekens moet worden geduid, waardoor de nieuwsconsument snel een helder overzicht van het nieuws heeft. Alle voor dit onderzoek geïnterviewde journalisten gebruiken het medium, zo blijkt uit de interviews. Zij gebruiken het platform om te zien waar men over praat en of er belangrijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden (Eltringham, Holligan, De Kloet, De Vries en Van der Zande, persoonlijke communicatie). Twitter leent zich gemakkelijk voor dergelijke zaken omdat het een vluchtig en actueel platform is (Hermida, 2010). Dat de NOS gebruik maakt van Twitter als nieuwsbron kan men goed zien in de verslaggeving van de NOS over de politieke situatie in Iran in 2009. Bij een gebrek aan informatie werd Twitter door de NOS gebruikt als meest primaire bron (Heijedaal, 2009). Door onder andere via #Iranelections49 te zoeken naar tweets over de situatie, verkreeg de NOS veel informatie die zij vervolgens gebruikten in nieuwsberichten op de website, reportages en nieuwsuitzendingen. Zo werd Scriptie | Emmy van Driel 24 burgerjournalistieke informatie, afkomstig van onder andere protestanten, gebruikt in de verslaggeving van de NOS. Hoewel de NOS niet met zekerheid kon zeggen dat het nieuws juist was, hebben ze het toch gebruik omdat ze op geen andere manier aan nieuws konden komen (Den Hartog, 2009). Gesteld kan worden dat burgerjournalistiek dus een belangrijke rol speelde in de berichtgeving over de verkiezingen. Maar de geïnterviewde journalisten gebruiken Twitter niet alleen om nieuws te vinden, maar ook om zelf nieuws te delen met volgers. Een blik op de Twitter pagina’s van de geïnterviewden laat zien dat de journalisten veel nieuws publiceren. Zo twittert Van der Zande op 11 juni 2013 het volgende: ‘De onderwijsinspectie heeft net op Radio1 gezegd dat ook Wiskunde A examen gestolen is op Ibn Ghaldoun, dat maakt 14 gestolen examens’ (@vanderzande, 2013). Deze informatie was pas net bekend en dus bijzonder actueel. 4.4 Conclusie Sociale media zijn belangrijke platformen waarop burgerjournalisten nieuwswaardige informatie kunnen delen. Gezegd kan worden dat via deze platformen eenvoudig user generated content (content gemaakt door ‘gewone’ mensen) kan worden verspreid en dat om die reden burgerjournalistiek tot stand komt op sociale media. Dit komt omdat sociale media laagdrempelig zijn en de informatie snel kan worden geplaatst en gedeeld. Sociale media zijn tijdens grote nieuwsgebeurtenissen erg geschikt voor het verspreiden van informatie. Dit komt omdat het mede dankzij de smartphone mogelijk is altijd en overal online te zijn en zodoende direct informatie te delen. Dat ook officiële nieuwsinstanties als de NOS sociale media gebruiken om informatie in te winnen geeft aan dat de platformen belangrijke informatie bevatten. Toch blijkt uit onderzoek van Newman (2010) dat veel tweets ongenuanceerd en subjectief zijn en dus niet altijd even betrouwbaar. Dit kan verklaard worden door de snelheid van het internet – een tweet moet direct online, anders is het al oud nieuws – en door het gegeven dat tweets vaak persoonlijk zijn en dus een kant van de zaak belichten. Scriptie | Emmy van Driel 5 25 De voor- en nadelen van burgerjournalistiek ten opzichte van beroepsjournalistiek In de voorafgaande hoofdstukken zijn de verschillen tussen burgerjournalistiek en beroepsjournalistiek uitgelegd. Aan de hand van die gegevens kunnen in dit hoofdstuk de voor- en nadelen van burgerjournalistiek ten opzichte van beroepsjournalistiek op een rij worden gezet, zodat duidelijk is waarvoor burgerjournalistiek wel en niet handig te gebruiken is. Er wordt gekeken naar onafhankelijkheid, anonimiteit, gratis informatie, het teveel aan informatie en de betrouwbaarheid van burgerjournalistieke content. 5.1 Onafhankelijkheid van (burger)journalisten Onafhankelijkheid is van groot belang voor de journalist om zijn of haar werk – de burger juist informeren - goed te kunnen doen. Carpenter (2008) zegt over de onafhankelijkheid van zowel beroepsjournalisten als burgerjournalisten het volgende: Traditional journalists who work for an organization are more likely to conform to organizational norms, and thus, behave in a more predictable manner because traditional journalists share the organizations’ goals and values, while citizen journalists experience a greater degree of independence (Carpenter, 2008, p. 6). Als we deze stelling aanhouden zijn burgerjournalisten doorgaans onafhankelijker dan beroepsjournalisten, omdat zij geen rekening hoeven te houden met de doelen en waarden van een nieuwsorganisatie. Het internet zorgt voor meer vrijheid en dus onafhankelijke berichtgeving (Morozov, 2011). In de revolutie in het Midden-Oosten die in december 2010 begon, speelde burgerjournalistiek een belangrijke rol (Nevejan, 2011). De staat beheerst de pers en dus is de berichtgeving verre van onafhankelijk. Daarom gebruikten mensen onder andere sociale media om elkaar, maar ook de wereldpers te informeren over de misstanden in het gebied en de vorderingen van de opstand tegen de regering (Khamis en Vaughn, 2011). Zodoende werden sociale media dragers van belangrijke informatie over de revolutie, voor zowel de betrokkenen als de wereldpers. Echter, in tegenstelling tot hoe Carpenter het doet overkomen: burgerjournalisten zijn ook niet altijd onafhankelijk en objectief. Gekeken naar het bovenstaande voorbeeld van de burgerjournalistieke verslaggeving van de revolutie in het Midden-Oosten, zien we dat vooral revolutionairen en protestanten burgerjournalistiek werk verrichtten. Hun doel was de bevolking, maar ook de westerse wereld te informeren over de misstanden in het Midden-Oosten (Duffy, Freelon, Howard e.a., 2011). Zij wilden het publiek ervan overtuigen dat protesteren tegen de dictatoriale regering een goede zaak was. Daarom berichtten de burgerjournalisten veelal over zaken die de regering in een slecht daglicht stelde en toonden ze vooral berichten die in hun voordeel waren (Duffy, Freelon, Howard e.a., 2011). Hun berichtgeving was Scriptie | Emmy van Driel 26 zodoende ook niet objectief en onafhankelijk. Gesteld kan worden dat zowel burgerjournalisten als beroepsjournalisten niet altijd even onafhankelijk zijn omdat ze of werken voor een organisatie met belangen, of omdat ze schrijven met een belang. Toch is de informatie van beroepsjournalisten doorgaans betrouwbaarder, omdat zij (vaker) journalistieke principes als hoor en wederhoor toepassen (Van der Zande, persoonlijke communicatie). 5.2 Anonimiteit Nu de onafhankelijkheid van zowel beroepsjournalisten als burgerjournalisten onderzocht is kan er gekeken worden naar een kenmerk van burgerjournalistiek dat verband houdt met de onafhankelijkheid: anonimiteit. 5.2.1 Voordelen anonimiteit Op het internet hoeft men geen gegevens van zichzelf te delen, omdat iemand onder een pseudoniem op het web kan opereren. Schrijver Morozov (2011) stelt dat die anonimiteit de burgerjournalist een gevoel van veiligheid geeft. Want als iemand zich kan verschuilen achter een (anonieme) identiteit hoeft men geen verantwoording af te leggen en kan deze persoon dus vrijuit schrijven (Allan, Carter en Sonwalker, 2007). Wanneer we kijken naar de burgeroorlog in Syrië, een zaak die nog steeds speelt, zien we dat anonimiteit een belangrijke rol speelt. Uit onderzoek van Amnesty International (2013) blijkt dat journalisten die schrijven over misstanden in Syrië, gevangen worden genomen of zelfs worden gemarteld of gedood. (Burger)journalisten zetten dus hun leven op het spel wanneer zij informatie wereldkundig maken op het web. Echter, omdat men anoniem op het internet kan opereren kunnen de revolutionairen informatie op het web plaatsen, zonder dat ze hierdoor in de problemen komen met de dictatoriale overheid. Aan de hand van dit voorbeeld kan worden geconcludeerd dat in sommige gevallen anonimiteit op het internet er voor kan zorgen dat zaken aan het licht komen, die anders altijd verzwegen zouden worden. 5.2.2 Nadelen anonimiteit Aan de andere kant kan anonimiteit ook nadelig zijn. Dit heeft twee redenen. De eerste reden is dat anonimiteit de schrijver of maker van burgerjournalistiek werk oncontroleerbaar maakt. Wanneer een bron niet te controleren is, kan dit de betrouwbaarheid van de content in het geding brengen (De Feijter, 2007). Want als de lezer niet weet waar de informatie vandaan komt, kan men ook niet controleren of de informatie klopt. Bovendien kan ook de schrijver niet ter verantwoording worden groepen, zoals dat wel kan bij journalisten die onder hun eigen naam schrijven. Op de betrouwbaarheid van burgerjournalistieke content zal in de paragraaf Betrouwbaarheid (5.6) worden ingegaan. Een tweede nadeel van anonimiteit is het gegeven dat mensen hun ongenoegen kunnen uiten via een blog. Een voorbeeld hiervan is het artikel ‘I hate George Bush’ op de blogwebsite ExperienceProject (2005). Het artikel is een voorbeeld waarbij anonimiteit een Scriptie | Emmy van Driel 27 rol heeft gespeeld in het overbrengen van een ongenuanceerde, sterke mening en voorkeur in plaats van eerlijke, objectieve artikelen die beroepsjournalisten worden geacht te schrijven. Het probleem van de ongenuanceerde, haatdragende blogger op nieuwsblogs is niet eenvoudig opgelost. Wellicht een begin is het gebruiken van moderators (toezichthouders op een internetforum of blog), zodat zij de berichten of reacties op blogwebsites eerst kunnen controleren op haatdragendheid voordat het op de blog geplaatst wordt. 5.3 Diversiteit in het nieuwsaanbod Safran (z.j.), journalist, stelt dat burgerjournalisten weinig toevoegen aan het nieuwsaanbod, omdat ze enkel berichten over informatie die al bekend is, omdat de onderwerpen al behandeld zijn in berichtgeving van traditionele media. Dit lijkt te kloppen, getuige het voorbeeld van www.nieuwsblog.nl. Op de bekende blog zijn berichten letterlijk overgenomen van traditionele media als RTL Z, De Volkskrant en www.nu.nl (Nieuwsblog, 2013). Echter, eerder in dit onderzoek bleek dat traditionele media tijdens grote nieuwsgebeurtenissen gebruik maken van burgerjournalistieke informatie omdat dit het laatste nieuws is. Dit lijkt tegenstrijdig met de stelling van Safran dat burgerjournalisten alleen berichten over informatie die al bekend is. Aan de hand van deze gegevens kunnen we concluderen dat, hoewel er blogs zijn waarop slechts over informatie wordt bericht die al bekend is, burgerjournalistiek wel voor diversiteit in het nieuwsaanbod kan zorgen door tijdens grote nieuwsgebeurtenissen informatie te delen over wat men ziet en hoort. Dit blijkt ook uit onderzoek van Carpenter (2010). Zij stelt bovendien dat burgerjournalisten op hun websites, blogs en Facebookpagina’s veel meer ruimte hebben om het nieuws te bieden dat traditionele media links laten liggen in verband met beperkte ruimte (Carpenter, 2010). Zodoende zou burgerjournalistiek meer diversiteit in het nieuwsaanbod brengen. Ook bij lokaal nieuws is het mogelijk het nieuwsaanbod te vergroten door burgers te laten bijdragen aan het nieuws omdat inwoners van een dorp, een stad of een regio vaak heel goed weten wat er speelt in de gemeenschap (Pilling, 2006). Wanneer zij hun ideeën en nieuws delen met lokale nieuwsorganisaties, zou dit wel kunnen zorgen voor meer diversiteit (Pilling, 2006). Want waar bij de lokale krant vaak dezelfde onderwerpen worden behandeld, kan de burger het nieuwsaanbod verrijken door zelf met nieuws te komen over wat er precies leeft in de regio. 5.4 Gratis informatie Een van de grootste veranderingen in de laatste jaren is de opkomst en de groei van het internet als een bron van informatie (Dutton en Blank, 2011). Dit heeft tot gevolg dat nieuwsconsumenten nu ook via een nieuw platform informatie tot zich kunnen nemen. Burgerjournalistieke content is dankzij het internet veelal openbaar, snel beschikbaar en bovendien gratis (Den Blanken, Van Bockxmeer, De Munck en Poel, 2003). Scriptie | Emmy van Driel 28 5.4.1 Voordelen gratis informatie Wat betreft de toegankelijkheid van burgerjournalistieke content, lijkt er een toegevoegde waarde te zijn ten opzichte van het werk van traditionele media. Burgerjournalistieke informatie is namelijk overwegend gratis, waardoor veel nieuwsconsumenten toegang hebben tot het nieuws. Want waar een abonnement op de krant vaak duur is, is hetzelfde nieuws te verkrijgen op verschillende websites op het internet. In Nederland heeft 94 procent van alle huishoudens toegang tot het internet en dus toegang tot het nieuws (Elskamp, 2012). Uit een studie van Drok en Schwartz (2009) blijkt dat in vergelijking met traditionele nieuwsmedia, het gebruik van internet als nieuwsbron flink is toegenomen: de helft van de respondenten bevestigde dat hun online nieuwsgebruik de afgelopen twee jaar is gestegen. 84 procent van de jongeren van deze generatie gaan online om nieuws tot zich te nemen. Dit tegenover 75 procent van de eerste generatie internetgebruikers (Dutton en Blank, 2011). Toch gebruikt de nieuwsconsument televisie het meest om nieuws te verkrijgen. Hierna volgen de radio en de krant (Drok en Schwartz, 2009). Hoewel het internet als nieuwsbron een opmars heeft gemaakt, worden traditionele media door nieuwsconsumenten dus nog steeds het meest gebruikt om nieuws te verkrijgen. Echter, hier kan in de toekomst verandering in komen gezien het feit dat het aantal personen die internet als nieuwsbron gebruiken gestegen is en dat nu al 84 procent van de jongeren van deze generatie online gaan om nieuws tot zich te nemen. Zodoende is te verwachten dat het internet als nieuwsbron een steeds belangrijkere rol zal innemen in het nieuwsaanbod. 5.4.2 Nadelen gratis informatie Hoewel het voor de nieuwsconsument prettig is dat zij gratis aan nieuws kunnen komen, kleven er ook nadelen aan zoveel gratis informatie. Niet alle informatie is namelijk even betrouwbaar, waardoor het publiek onjuist geïnformeerd kan worden. Hier zal in de paragraaf Betrouwbaarheid (5.6) dieper op worden ingegaan. Een tweede nadeel is dat er een teveel aan informatie is ontstaan. Zoals in de vorige paragraaf besproken is, werd door de komst van het internet het nieuwsaanbod aanzienlijk groter. Op het web is tegenwoordig dusdanig veel nieuws voorhanden dat men spreken kan van een teveel aan informatie (Berghel, 1997). Dit heeft tot gevolg dat het internet een doolhof is voor de nieuwsconsument. Want waar kan informatie gevonden worden? Bovendien blijkt uit onderzoek van Gillebaard, Kaashoek, Ongena, Segers en Vermaas (2008) dat de helft van de internetgebruikers het lastig vindt om te bepalen of de gevonden informatie klopt. Daarom stellen Drok (2007) en Bruns (2010) dat het de taak van de journalist is om dit teveel aan informatie te filteren, nieuwswaardigheden te selecteren en actualiteiten te berichten. Zoals in hoofdstuk 4 te lezen is, staat het eerste nieuws al online voordat traditionele media er over kunnen berichten. Daarom kan gesteld worden dat de prioriteit van de beroepsjournalist niet langer bij het zoeken naar nieuws ligt, maar bij het filteren van informatie, door relevant nieuws te selecteren en dit vervolgens te publiceren (Van der Zande, persoonlijke communicatie). De Kloet vult zijn collega aan door te zeggen dat het zoeken naar waardevol nieuws door informatie te filteren, hoort bij het vak journalistiek (De Kloet, persoonlijke communicatie). De vraag is of burgerjournalisten dit ook kunnen. Niet Scriptie | Emmy van Driel 29 helemaal, zo blijkt uit een interview met journalist Bas de Vries over NOS Net. Uit het vraaggesprek blijkt dat burgerjournalisten moeite hebben nieuws te herkennen, omdat het voor hen lastig is de relevantie van informatie te beoordelen (bij dit onderzoek zal in paragraaf 7.2 stil worden gestaan). Ook dit houdt verband met het te veel aan informatie: men plaatst lukraak informatie op het net, zonder te weten of dit echt relevant nieuws is. Opnieuw wordt dus bevestigd dat journalisten informatie moeten filteren door de nieuwswaardigheden te selecteren, zoals Bruns (2010) en Drok (2007) stellen. 5.5 Betrouwbaarheid Veel beroepsjournalisten twijfelen aan de betrouwbaarheid en zelfs geloofwaardigheid van burgerjournalistiek werk, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven (Villamedia, 2010). Critici twijfelen aan de journalistieke vaardigheden van burgerjournalisten. Men vraagt zich af of ze wel ‘echte’ journalistiek bedrijven, getuige van een gebrek aan een journalistiek proces dat objectiviteit, ethiek en kwaliteit waarborgt (Bakker en Paterson, 2011). Ook Van der Zande en Eltringham twijfelen aan de journalistieke kwaliteiten van burgerjournalisten. Eltringham vindt dat burgerjournalisten geen echte journalistiek bedrijven omdat ze niet in staat zijn hetzelfde werk als een journalist te doen (Eltringham, persoonlijke communicatie). Van der Zande stelt dat burgerjournalisten geen hoor en wederhoor toepassen, gebeurtenissen niet in een kader kunnen plaatsen en niet objectief zijn (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Omdat burgerjournalisten deze kwaliteiten niet zouden bezitten, zou hun werk ook minder betrouwbaar zijn. Echter, hier is een onderscheid in te maken. Burgerjournalistieke bijdragen als foto’s en beelden spreken voor zich. Deze zijn doorgaans wel betrouwbaar omdat het momentopnamen van een bepaalde gebeurtenis zijn. Ook ooggetuigenverslagen zijn doorgaans betrouwbaar: de burgerjournalist beschrijft wat hij ziet (Pleijter, persoonlijke communicatie). Maar wanneer burgerjournalisten hun kijk op het nieuws geven door een artikel over een onderwerp te publiceren zal dit niet altijd even betrouwbaar zijn, omdat niet alle burgerjournalisten – zoals van der Zande en Eltringham al stellen – in staat zijn objectief naar een zaak te kijken. Bovendien verkondigen ze voornamelijk meningen en worden niet alle feiten gecheckt (Carpenter, 2008). Uit de interviews met beroepsjournalisten – waaronder Eltringham en Van der Zande - blijkt echter dat zij niet negatief tegenover burgerjournalistiek staan. Sterker nog: zij zijn groot voorstander van het gebruik van burgerjournalistiek. Dit lijkt tegenstrijdig met eerdere bevinden waarin Eltringham en Van der Zande stellen dat burgerjournalisten niet dezelfde kwaliteiten bezitten als journalisten. De verklaring voor deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid is simpel: journalisten zien burgerjournalistiek als een aanvulling op traditionele journalistiek, niet als een vervanging (Eltringham, Holligan en De Kloet, persoonlijke communicatie). Wanneer burgerjournalisten informatie leveren in de vorm van ooggetuigenverslagen en beelden, zien de geïnterviewde beroepsjournalisten dit als een nuttige bijdrage, omdat ze zo Scriptie | Emmy van Driel 30 het nieuws beter kunnen verslaan (Eltringham, Holligan, De Kloet en Van der Zande, persoonlijke communicatie). Vandaar dat ze positief tegenover burgerjournalistiek staan. 5.6 Conclusie Omdat beroepsjournalisten werken voor een organisatie met doelen en regels zijn ze niet altijd onafhankelijk. Maar ook burgerjournalisten zijn niet altijd onafhankelijk en objectief. Dit was te zien in de burgerjournalistieke verslaggeving van de Arabische Lente, waarin burgerjournalisten propageerden voor hun zaak om de wereld er van te overtuigen dat het protesteren tegen de dictatoriale overheden een gegronde reden had. In diezelfde revolutie zorgde anonimiteit op het internet er voor dat men kon berichten over misstanden in het land, zonder opgepakt te worden door de overheid. In sommige gevallen zorgt anonimiteit op het internet er voor dat zaken aan het licht komen. Echter, het nadeel van anonimiteit is dat de bron niet te achterhalen is en dus niet gecontroleerd kan worden, wat de betrouwbaarheid in het geding brengt. Ook gebruiken mensen blogs om zich anoniem af te reageren door middel van haatdragende berichten. Hier kan iets aan gedaan worden door moderators (toezichthouders op een internetforum of blog) te gebruiken. Omdat informatie op het internet snel voorhanden en bovendien gratis is, heeft het internet als nieuwsbron een opmars gemaakt. Toch worden traditionele media worden nog steeds het meest gebruikt om nieuws te verkrijgen. Een nadeel van zoveel gratis informatie is dat er een teveel aan informatie is ontstaan. Hierdoor hebben consumenten geen overzicht van wat wel en geen relevant nieuws is. Daarom is het de taak van de journalist om informatie te filteren, nieuwswaardigheden te selecteren en actualiteiten te publiceren, zodat het nieuws toch bij het publiek komt. Burgerjournalisten zijn in mindere mate tot deze taken in staat, omdat zij moeite hebben met het herkennen van nieuws en de relevantie ervan te beoordelen. Om die reden is burgerjournalistieke content niet altijd even betrouwbaar. Toch staan beroepsjournalisten positief tegenover burgerjournalistiek, omdat hun beelden een nuttige bijdrage leveren aan de journalistiek. Bovendien zorgen burgerjournalistieke bijdragen in verslaggeving van grote nieuwsgebeurtenissen voor diversiteit in het nieuwsaanbod omdat er verschillenden meningen en invalshoeken worden belicht. Dit zien we ook op kleine schaal, bijvoorbeeld bij lokale berichtgeving wanneer burgers zaken die er spelen in een gemeente aankaarten. Scriptie | Emmy van Driel 6 31 Journalistieke codes Binnen de journalistiek zijn er codes die journalisten dienen te gebruiken tijdens hun werk. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke journalistieke codes er zijn en waar ze voor dienen. Ook wordt er gekeken of zowel burgerjournalisten als beroepsjournalisten de codes naleven. 6.1 Journalistieke codes Journalistieke codes leggen professionele normen en waarden vast, om de kwaliteit van de journalistiek te waarborgen (Van der Wurff en Schönbach, 2011). De codes zijn richtlijnen voor het dagelijkse journalistieke handelen (Limor & Himelboim, 2006). Blanken en Brouwers (2007) stellen dat de codes dienen als uitgangpunt voor de beroepsjournalisten en als aanspreekpunt voor het publiek (Van der Wurff en Schönbach, 2011). Zo weten journalisten bijvoorbeeld aan welke regels zij zich dienen te houden en kan het publiek hen hier op wijzen mochten journalisten de codes niet naleven. 6.1.1 Welke codes zijn er en wat staat er in? Journalistieke codes kunnen in drie groepen verdeeld worden: de codes die nationaal worden verstrekt door vertegenwoordigde organisaties als de Nederlandse Vereniging van de Journalistiek (NVJ), de internationale codes zoals de Code van Bordeaux uit 1954 en de codes die redacties zelf opstellen. Vooral de Code voor de Journalistiek is welbekend onder de Nederlandse beroepsjournalist. De code is opgesteld door professionele journalisten en verenigd in het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren (Nederlandse Vereniging voor de Journalistiek, 2008). In de Code voor de Journalistiek staan onder andere de onderstaande punten: Bij het doorgeven van nieuws neemt de journalist de werkelijkheid zoals hij die aantreft en waarneemt als uitgangspunt. De verificatie van feiten en de weergave van uiteenlopende meningen belichaamt het journalistieke streven naar objectiviteit. Het zoeken naar hoor- en wederhoor is een journalistiek basisprincipe. In het bijzonder bij het publiceren van beschuldigingen of verdachtmakingen aan het adres van een persoon of organisatie, past de journalist wederhoor toe. De journalist verzamelt, selecteert en publiceert het nieuws zonder zich te verschuilen achter een andere dan zijn eigen identiteit, tenzij met die werkwijze een groot maatschappelijk belang is gediend. De journalist brengt in de berichtgeving een duidelijk onderscheid aan tussen feiten, beweringen en meningen (Nederlandse Vereniging voor de Journalistiek, 2008). Scriptie | Emmy van Driel 32 Wat we uit deze punten kunnen opmaken is dat er wordt verwacht dat berichtgeving altijd juist is (feiten checken) en objectief (hoor en wederhoor toepassen). Ook moet het voor de nieuwsconsument duidelijk zijn of de content bestaat uit meningen of feiten. De journalist dient tevens eerlijk te werk te gaan tijdens het verzamelen, analyseren en publiceren van nieuws door onder eigen naam uit te komen. Alleen wanneer het gaat om een maatschappelijk belang mag de journalisten anoniem zijn. Echter, bij dit laatste punt kan een kritische noot worden geplaatst. De Code voor de Journalistiek omschrijft namelijk niet wanneer iets een maatschappelijk belang is, waardoor het punt niet eenduidig is. Journalist A kan iets als een maatschappelijk belang beschouwen, terwijl journalist B dit niet doet. 6.1.2 Beroepsjournalistiek en codes Van der Burgt, Schönbach en Van der Wurff (2008) stellen het volgende: ‘Some journalists maintain that formal codes improperly impinge on the constitutional freedom of the press. Others believe that formal expressions of professional values enhance the quality of journalistic work and protect the profession against outside interference’ (Van der Burgt, Schönbach en Van der Wurff, 2008. p. 3). Sommige journalisten vinden de codes nodig om de kwaliteit van journalistieke content te waarborgen, terwijl andere journalisten van mening zijn dat het de vrijheid van de pers in het geding brengt: de beroepsgroep is verdeeld. De codes lijken doorgaans geen grote rol te spelen in de ethische beslissingen die journalisten dagelijks maken (Pritchard & Morgan, 1989). In de interviews die voor dit onderzoek gehouden zijn, begon geen van de ondervraagde journalisten over codes en ethiek tijdens de verslaggeving. Wanneer journalisten bij het maken van journalistieke content normen en waarden moeten afwegen, volgen ze vaak hun eigen inschattingen en routines (Parsons & Smith, 1988). Ook hun eigen interesse in bepaalde onderwerpen kan een rol spelen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de codes niet leven onder de beroepsgroep. Dit kan komen doordat de codes wellicht verouderd zijn of omdat de journalisten menen dat hun eigen afwegingen genoeg zijn. Maar er zijn nog andere redenen waarom de journalist geneigd is eerder zijn of haar eigen intuïtie te volgen, dan de journalistieke codes te raadplegen. De codes zijn zoals gezegd niet eenduidig, want wanneer de journalist zich er aan dient te houden, wordt hij of zij met twee zaken geconfronteerd: Wat betekenen de eisen aan goede journalistiek nu precies in de dagelijkse praktijk? Sommige eisen zijn tegenstrijdig met elkaar Journalisten kunnen namelijk verschillende opvattingen hebben over wat de eisen aan een goede journalist zijn. De een vindt het bijvoorbeeld belangrijk de waarheid boven water te halen op welke manier dan ook, terwijl de ander van mening is dat hierbij ook rekening moet worden gehouden met eventuele betrokkenen. Daarnaast spreken sommige punten in de Code voor de Journalistiek elkaar tegen. ‘De journalist zal de privacy van personen niet verder aantasten dan in het kader van een open berichtgeving noodzakelijk is’, staat Scriptie | Emmy van Driel 33 bijvoorbeeld in contrast met het volgende punt in de Code voor de Journalistiek: ‘De journalist ontziet de privacy van slachtoffers, nabestaanden, patiënten maar ook van verdachten en daders (…) (Nederlandse Vereniging voor de Journalistiek, 2008)’. In het eerste punt staat namelijk dat de privacy van personen niet verder moet worden aangetast dan noodzakelijk is, in het tweede punt moet de privacy van een persoon helemaal ongemoeid worden gelaten. Ook hanteert elke redactie zijn eigen regels waaraan de journalist zich dient te houden. Zo hanteert de NOS bijvoorbeeld de code dat de achternamen van slachtoffers of daders alleen met de eerste letter worden genoemd, RTL Nieuws daarentegen hecht minder waarde aan de privacy van het slachtoffer of de dader en noemt wel de hele achternaam. Zo kan het voorkomen dat er in het NOS Journaal gesproken wordt van ‘verdachte Jasper S.’ en in de nieuwsuitzending van RTL Nieuws van ‘Jasper Spiering’ (deze voorbeelden zijn fictief). 6.1.3 Burgerjournalistiek en codes ‘Wij zijn geen journalistiek medium. Ons motto is: Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’, aldus Geenstijl-oprichter Dominique Weesie in Vrij Nederland (Van de Griend, 2008). Geenstijl is een populaire, maar omstreden nieuwsblog die talloze rellen op haar naam heeft staan, waaronder een zaak rondom de in november 2007 in opspraak geraakte wethouder Paul Depla. Geenstijl.nl berichtte dat beveiligingscamera’s Depla hebben vastgelegd terwijl de wethouder zich in een fietsenkelder oraal liet bevredigen door VVDgemeenteraadslid Jolanda van Veluw (Benschop, 2013). Waar de website het nieuws direct publiceerde, berichtten andere media (Telegraaf uitgezonderd) er niet over, omdat het in hun ogen een privékwestie was. Pas toen de voorzitter enkele dagen later opstapte, spraken ook de traditionele media over het voorval, omdat er vanaf dat moment sprake was van een politiek feit (Vasterman, 2010). Hieruit blijkt dat Geenstijl.nl geen of andere journalistieke codes hanteert, dan de traditionele pers. Omdat Geenstijl ‘geen journalistiek medium’ is, meent de redactie dat zij zich ook niet aan dergelijke codes hoeven te houden. Echter, hun doel is ook niet om objectief en eerlijk nieuws te brengen, maar om te rellen. GeenStijl is een van de vele voorbeelden op het internet waarbij weinig rekening met ethiek wordt gehouden. Burgerjournalisten zouden ongezouten meningen prefereren boven emotionele distantie en objectieve weergave van feiten (Tangerman, 2008). Wanneer slechts een mening wordt gepresenteerd zorgt dit voor ongenuanceerde berichtgeving. Dit druist in tegen de codes en verschilt bovendien van de verslaggeving van professionele journalisten. Want hoewel beroepsjournalisten ook niet alle codes hanteren, hebben zij vaak wel geleerd hoor en wederhoor toe te passen, zo objectief mogelijk te zijn en twee kanten van een verhaal te belichten (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Online content heeft de discussie rondom het wel of niet hanteren van journalistieke codes aangewakkerd (Van der Burgt, Schonbach en Van der Wurf, 2008). Want moet de burgerjournalist zich aan de gedragscodes houden, als beroepsjournalisten dit niet doen? Ja. Zowel journalisten als burgerjournalisten zouden de codes moeten naleven (Vermeulen, Scriptie | Emmy van Driel 34 2007). Nu de nieuwsconsument ook via het internet nieuws tot zich neemt, is het belangrijk ook op het internet nieuws correct, genuanceerd en objectief weer te geven om het publiek juist te informeren (Admin, 2011). Hoewel dus niet iedereen hier zo over denkt – getuige het voorbeeld van geenstijl.nl – nemen sommige burgerjournalisten het initiatief om zelf richtlijnen te bedenken die burgerjournalisten kunnen gebruiken wanneer zij informatie delen met het publiek (Friend en Singer, 2007). Zo bestaat er tegenwoordig een code speciaal voor bloggers: The Blogger’s Code of Ethics, bedacht door Jonathan Dube, online journalist. In de code staat onder andere hoe burgerjournalisten zouden moeten omgaan met privacy, hoor en wederhoor en het controleren van feiten (voor een aantal van de punten uit The Bloggers Code of Ethics, zie foto 1 op pagina 80 van deze scriptie). 6.2 Conclusie Journalistieke codes leggen professionele normen en waarden vast, om de kwaliteit van de journalistiek te waarborgen. De beroepsgroep is verdeeld over het gebruiken van journalistieke codes. In de interviews die voor dit onderzoek gehouden zijn, begon geen van de ondervraagde journalisten over de codes tijdens de verslaggeving. Ook blijkt uit onderzoek van Parsons en Smith (1988) dat journalisten bij het maken van journalistieke content normen en waarden afwegen vanuit hun gevoel, niet door de richtlijnen te raadplegen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de codes niet leven onder de beroepsgroep. Dit kan komen doordat de codes wellicht verouderd zijn of omdat de journalisten menen dat hun eigen afwegingen genoeg zijn. Ook het gegeven dat vrijwel elke redactie zijn eigen regels heeft waaraan de beroepsjournalist zich moet houden kan een rol spelen (Shonbach en Wurff, 2011). Onder burgerjournalisten lijken journalistieke codes eveneens niet te leven. Dit kan komen doordat zij niet afweten van het bestaan van dergelijke codes of omdat ze menen dat wanneer beroepsjournalisten zich niet houden aan de codes, zij dit ook niet hoeven te doen. Toch is het voor beide partijen belangrijk de codes te raadplegen om het nieuws correct , genuanceerd en objectief weer te geven om het publiek juist te informeren (Vermeulen, 2007). Zeker nu we kampen met een teveel aan informatie is het van belang dat nieuws aan bepaalde criteria voldoet, zodat er een lijn wordt getrokken in hoe te berichten en het overzicht voor de burger duidelijk is. Scriptie | Emmy van Driel 7 35 Het gebruik van burgerjournalistiek door de NOS tijdens de rellen in Haren In voorgaande tekst is uitgelegd wat er onder burgerjournalistiek wordt verstaan, wat de voor- en nadelen zijn en hoe sociale media een belangrijke rol vervullen binnen burgerjournalistiek. In dit hoofdstuk wordt er gekeken hoe de NOS tijdens de rellen in Haren is omgegaan met burgerjournalistiek om te zien of dit het werk van de verslaggever beïnvloed heeft. 7.1 De NOS De Nederlandse Omroep Stichting (NOS) is Nederlands’ grootste nieuwsorganisatie. De stichting is op 29 mei 1969 opgericht, wanneer de organisaties Nederlandse Radio Unie (NRU) en de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) samengaan (NOS, 2013). De publieke omroep heeft onder andere de taak Nederlanders onafhankelijk en betrouwbaar nieuws te bieden en verslag te doen van grote evenementen (NOS, 2013). De NOS is actief op radio, televisie, internet, sociale media en mobiele applicaties. 7.2 Tweerichtingsverkeer bij de NOS De inbreng van de burger is nuttig voor de NOS, omdat journalisten die werkzaam zijn bij de organisatie zo weten wat er leeft in de samenleving (De Vries, persoonlijke communicatie). De NOS springt hier op in door tweerichtingsverkeer te creëren. Zo is de NOS actief op sociale media met een eigen Facebook-pagina en meerdere accounts op Twitter, waaronder @NOScommunicatie (NOS Facebook, 2013 en @NOScommunicatie, 2013). Sociale media worden gebruikt om in contact te komen met het publiek (zij kunnen vragen stellen, opmerkingen plaatsen of suggesties leveren), nieuwtjes te delen en om zelf aan informatie te komen (NOS, 2013). Ook zijn redactieleden onder eigen naam actief op sociale media, zo blijkt uit de vele Twitter-accounts van redacteuren. Samengevat creëert de NOS tweerichtingsverkeer door contact te leggen met het publiek via sociale media. 7.3 Burgerjournalistieke initiatieven binnen de NOS Vanaf de tsunami in 2004 zijn burgerjournalistieke bijdragen een grotere rol gaan spelen in de verslaggeving van de NOS (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Op www.nos.nl staat het volgende: ‘De NOS werkt graag met jou samen door gebruik te maken van wat jij ziet of wat jij weet’ (NOS, 2013). Sinds de tsunami in 2004, heeft de NOS het belang van een samenwerking met burgerjournalisten gerealiseerd, getuige twee burgerjournalistieke initiatieven die de NOS rijk is: NOS Ooggetuige en NOS Net. Scriptie | Emmy van Driel 36 7.3.1 NOS Ooggetuige Inzenders kunnen op eigen initiatief informatie sturen naar NOS Ooggetuige via e-mail of een webformulier. Ook worden via Twitter mensen opgeroepen om foto’s en video’s van bepaalde gebeurtenissen te mailen naar de NOS. Hierbij gaat het over zeer uiteenlopende onderwerpen: van informatie over branden tot foto’s van Holleeder en video’s van files (@Ooggetuige, 2013). Al deze bijdragen worden gecontroleerd op kwaliteit, onjuistheden en betrouwbaarheid door de inzender te bellen en te vragen naar achtergrondinformatie over het werk (De Kloet, persoonlijke communicatie). Ook wordt gekeken of de informatie overeenkomt met de informatie die de NOS op dat moment al heeft (De Vries, persoonlijke communicatie en NOS, 2013). De NOS gebruikt de relevante bijdragen in berichtgeving op de radio, de televisie of het internet (NOS, 2013). 7.3.2 NOS Net NOS Net is een in 2010 opgericht netwerk van mensen die kennis en ervaringen delen met de NOS. Het doel van NOS Net is om met behulp van de inmiddels 1500 nieuwspartners (contactpersonen in het netwerk) meer informatie en kennis te vergaren dan een redactie alleen kan (De Vries, persoonlijke communicatie). De partners kunnen zichzelf opgeven om nieuwspartner te worden. Zij hebben zeer uiteenlopende achtergronden: van bakkers tot makelaars en verpleegsters. De nieuwspartners worden niet gecheckt bij aanmelding, maar pas wanneer de NOS hun kennis van een onderwerp wil gebruiken, zoals gebeurde op Prinsjesdag, toen nieuwspartners met verstand van de economie werden gevraagd wat de miljoenennota betekende voor de maatschappij (De Vries, persoonlijke communicatie en NOS, 2012). De nieuwspartner wordt op betrouwbaarheid onderzocht door te vragen wat voor werk de persoon doet, welke ervaringen hij/zij heeft met het onderwerp en of hij/zij vaker bijdragen heeft geleverd aan nieuwsorganisaties. De inzendingen worden door afzonderlijke journalisten gecontroleerd op onder andere nieuwswaarde, relevantie en betrouwbaarheid (De Vries, persoonlijke communicatie). ‘Niet alle informatie die we binnen krijgen is even relevant. Wat we merken is dat veel nieuwspartners het lastig vinden om nieuws te herkennen en aan te geven wat belangrijk is en niet’, aldus de Vries. Deze vaardigheden worden journalisten wel geacht te bezitten. Journalisten selecteren namelijk informatie, zodat het publiek geïnformeerd wordt over zaken die voor hen van belang zijn. Evenzo is het in dat proces belangrijk dat journalisten hoofd- en bijzaken kunnen scheiden. Nu blijkt dat burgerjournalisten moeite hebben met deze journalistieke taken geeft dit niet alleen aan dat zij niet voldoen aan de criteria die er aan journalisten worden gesteld, maar ook dat de journalist nog steeds nodig is om nieuws te selecteren. Gekeken naar beide burgerjournalistieke initiatieven is het verschil tussen NOS Ooggetuige en NOS Net dat via NOS Ooggetuige iedereen door de NOS wordt gevraagd een bijdrage te leveren en dat via NOS Net specifiek nieuwspartners worden gevraagd naar informatie wanneer zij verstand hebben van het onderwerp. Scriptie | Emmy van Driel 37 7.4 De rellen in Haren In onderstaande paragrafen wordt er gekeken naar de rellen in Haren en de rol van de media tijdens deze gebeurtenis. De 15-jarige Merthe uit Haren plaatste op 7 september 2012 een uitnodiging op Facebook voor haar zestiende verjaardag. Deze uitnodiging was openbaar en werd al vlug verspreid op het internet. De uitnodiging werd al snel ingetrokken, maar het feest leidde toen al een eigen leven. De adresgegevens van het meisje stonden op internet, waardoor men wist waar het feest zich zou afspelen (Commissie Project X Haren, 2013). Het gevolg is dat er op 21 september 2012 ongeveer drie- tot vijfduizend jongeren naar Haren komen. Bij het vallen van de avond ontaardt Project X Haren – onder invloed van drugs en drank - in rellen (Commissie Project X Haren, 2013). Winkels worden geplunderd, straten vernield, ruiten worden kapot gegooid, er ontstaan ruzies en jongeren raken slaags met de politie (voor een foto van de rellen, zie pagina 80). De impact van de rellen is groot: niet alleen raken jongeren gewond, ook het dorp is vernield. Uit onderzoek van commissie Project X Haren (2013) blijkt dat de totale schade tegen de miljoen euro loopt. 7.5 Een mediahype 7.5.1 Traditionele media Aanvankelijk trekt het feest van Merthe niet de aandacht van traditionele media. Maar wanneer het groter wordt leggen media de link met de film Project X, waarin een feest totaal uit de hand loopt (Commissie Project X Haren, 2013). De belangstelling van de traditionele pers is vanaf dat moment groot: De Wereld Draait Door, RTL Nieuws, 3FM evenals het NOS Journaal besteden aandacht aan de zaak. Zoals in figuur 1 te zien is steeg het aantal aanmeldingen voor het feest van Merthe vanaf het moment dat de massamedia over de zaak berichtten in rap tempo van amper duizend aanmeldingen op 17 september, tot ruim tienduizend aanmeldingen op 19 september (Commissie Project X Haren, 2013). Figuur 1. Commissie Project X Haren, De weg naar Haren, 2013. p. 21 Scriptie | Emmy van Driel 38 Uit deze stijging kan worden afgeleid dat de berichtgeving over Haren door traditionele media er voor heeft gezorgd dat meer mensen naar het ‘feest’ in Haren wilden gaan. Deze aanname wordt bevestigd door Carina Jacobi, onderzoekster voor de Nederlandse Nieuwsmonitor naar de mediahype rondom Haren: ‘De aandacht voor Haren nam inderdaad toe op sociale media vanaf 18 september, toen ook de massamedia erover gingen berichten’ (Jacobi, persoonlijke communicatie). Dit kan komen doordat massamedia een groot bereik hebben, waardoor meer mensen van het bestaan van het feest afwisten. De traditionele media worden er zodoende van beschuldigd olie op het vuur te hebben gegooid. Een bewering die leidde tot grote verontwaardiging bij professionele journalisten. NOS-verslaggever Van der Zande erkent dat traditionele media een rol hebben gespeeld in het groter worden van de rellen (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Toch dekt de journalist zich al snel in door het volgende te zeggen: ‘Maar het is als media onze taak om te signaleren wat er in de maatschappij speelt en om dat vervolgens aan te kaarten bij het grote publiek. Dat hebben we gedaan. We hebben nooit mensen aangespoord om mee te gaan rellen’ (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Toch blijkt uit het onderzoeksrapport van commissie Project X Haren (2013) dat de invloed van traditionele media op het groter worden van de rellen groot is geweest. Als er gekeken wordt naar uitzendingen van bijvoorbeeld DWDD en het NOS Journaal ziet men dat er rond de 21 ste van september 2012 bijzonder veel aandacht is besteed aan het feest in Haren. Doordat de zaak zoveel aandacht kreeg in de pers ontstond er een enorme mediahype, terwijl een feest in Haren eigenlijk helemaal geen groot nieuws is. Door voortdurend bovenop de zaak te zitten, zoals in DWDD gebeurde, werd Haren groter gemaakt dan het aanvankelijk was (Commissie Project X Haren, 2013). Op de vraag of massamedia dan verantwoordelijk zijn aan het ontstaan van de rellen in Haren antwoordt Jacobi van niet: ‘Er zit nog een hele stap tussen veel aandacht in media en het uitbreken van rellen’ (Jacobi, persoonlijke communicatie). De media zijn niet schuldig aan het uitbreken van de rellen, vindt commissie Project X Haren (2013). Volgens de commissie had de uitbraak te maken met meerdere factoren, waaronder het gedrag van de jongeren, een gebrek aan voorbereiding van de autoriteiten en weinig zichtbare politie. Samengevat hebben de media bijgedragen aan het groter worden van de rellen, door zoveel aandacht aan de zaak te besteden, maar zijn ze niet alleen verantwoordelijk voor het uitbreken van de rellen. 7.5.2 Sociale media Door de uitnodiging voor het ‘feest’ van Merthe via Facebook te verspreiden hebben sociale media er voor gezorgd dat veel jongeren wisten van het feest (Commissie Project X Haren, 2013). Toch was het vooral de interactie tussen de traditionele media, de sociale media en de telecom media die de bekendheid van het feest heeft vergroot (Van Dijk, persoonlijke communicatie). Zo kon persoon X in een aflevering van DWDD horen over het feest, om vervolgens op sociale media meer informatie te vergaren en deze informatie te delen met vrienden via Whatsapp. Desondanks beweert Van Dijk dat sociale media niet verantwoordelijk zijn voor het uit de hand lopen van Project X Haren. ‘Dat is veroorzaakt Scriptie | Emmy van Driel 39 door de omstandigheden daar en heeft niets met de sociale media te maken’ (Van Dijk, persoonlijke communicatie). Deze bewering van Van Dijk is nogal tegenstrijdig met de stelling van commissie Project X Haren (2013) waaruit blijkt dat op sociale media mensen werden aangespoord om mee te doen met de rellen. De bewering van Van Dijk dat de sociale media niet verantwoordelijk zijn voor het uit de hand lopen van de rellen lijkt dus niet te kloppen. Geconcludeerd kan worden dat sociale media invloed hebben gehad op het ontstaan (de uitnodiging voor het feest werd op Facebook verspreid), het bekender worden (via sociale media werden mensen op de hoogte gesteld van het feest) en het groter worden (op sociale media werden jongeren uitgenodigd naar het feest te komen) van de rellen. 7.5.3 Burgerjournalistiek tijdens Haren Op het internet stonden tal van foto’s en video’s, gemaakt door ooggetuigen (nu.nl, 2012). Dit had twee belangrijke oorzaken. Ten eerste was Haren een veelbesproken onderwerp waardoor het voor jeugd interessant was informatie te delen (Denekamp, Jacobi, Janssen e.a., 2013). De jongeren waren er bij en dat mocht iedereen weten. Ten tweede waren er veel jongeren aanwezig, van wie de meesten in het bezit waren van een smartphone. Zodoende konden zij snel berichten uploaden op bijvoorbeeld sociale media, waardoor de platformen bronnen van informatie werden (Pleijter, persoonlijke communicatie). Zo werd er op Twitter de livestream ProjectXHaren in het leven geroepen. @HarenLive had in vier uur tijd ruim 12.000 volgers (De Uitgeeffabriek, 2012). De personen achter @HarenLive waren geen journalisten, maar zeven studenten die geen enkele journalistieke ervaringen hadden. De studenten haalden hun informatie van het internet, maar hadden ook contact met jongeren die bij de rellen aanwezig waren. Bij hen checkten ze de informatie die op het internet stond, voordat ze het nieuws deelden (De Uitgeeffabriek, 2012). 7.6 Verslaggeving Haren door de NOS In de voorgaande paragrafen blijkt dat sociale media en burgerjournalistiek hoogtij vierden tijdens de rellen in Haren. Om te zien of dit het werk van de professionele journalist heeft beïnvloed wordt er gekeken hoe de NOS verslag heeft gedaan van de rellen. Namens de NOS waren er meerdere verslaggevers in Haren, onder wie Jeroen Wollaars, Emil van Oers en Martijn van der Zande. Laatstgenoemde is in het kader van dit onderzoek geïnterviewd. Gekeken naar de verslaggeving van de NOS voor, tijdens en na de rellen in Haren vielen de volgende dingen op: ten eerste wordt er vooral aan sfeerverslaggeving gedaan. De verslaggevers beschrijven wat ze zien in plaats van met cijfers en feiten te komen. Een goed voorbeeld hiervan is de volgende quote uit een audiofragment van de verslaggeving van Van der Zande: ‘Ik zie auto’s die voorbij rijden en mensen die even stil blijven staan. Zij komen op de fiets of lopend even kijken wat er gebeurt, maar eigenlijk gebeurt er nog niet zo veel’ (NOS op 3, 2012). Scriptie | Emmy van Driel 40 Het tweede dat opvalt in de verslaggeving van de NOS is dat veel reportages bestaan uit vox-pops (interviews met ooggetuigen). Een goed voorbeeld hiervan is een deel uit een nieuwsuitzending van de NOS over de rellen in Haren (NOS op 3, 2012). In het fragment is Van der Zande zelf slechts de eerste dertig seconden aan het woord. Hij vertelt kort wat hij gezien heeft (de sfeerbeschrijving), waarna ruim twee minuten lang jeugd geïnterviewd is over waarom zij in Haren zijn en wat ze doen (NOS op 3, 2012). In de laatste twintig seconden van het filmpje sluit de verslaggever het fragment af door te zeggen dat hij net te horen heeft gekregen dat de Albert Heijn geplunderd is. Ten derde is er geconstateerd dat de verslaggevers gebruik hebben gemaakt van burgerjournalistiek. In het interview met Van der Zande geeft de journalist aan sociale media te hebben gebruikt om informatie over de situatie in Haren te vergaren omdat officiële instanties weinig konden zeggen (Van der Zande, persoonlijke communicatie). Zo wilde een politiewoordvoerder niet bevestigen, noch ontkennen dat er een meisje zou zijn omgekomen tijdens de rellen (De Uitgeeffabriek, 2012). Alleen wanneer de journalist de informatie die op sociale media stond kon verifiëren met wat zijn collega’s op de redactie hem konden vertellen of met informatie die hij om zich heen hoorde, gebruikte Van der Zande dit nieuws in zijn verslaggeving. Dit valt te zien in de berichtgeving van de plundering van de Albert Heijn. Dit werd op Twitter bekend gemaakt door @HarenLive (De Uitgeeffabriek, 2012). Van der Zande zag dit nieuws op Twitter en meldde het bericht kort in een nieuwsuitzending. Later was hij zelf aanwezig bij de Albert Heijn om medewerkers te interviewen over de gebeurtenis, zoals te horen is in het geluidsfragment ‘De Albert Heijn aan het woord.’ Het nieuws dat de supermarkt leeggeroofd werd door een groepje jongeren was groot nieuws. De NOS was op het moment zelf niet aanwezig, de ‘verslaggever’ van stuk.tv wel. Omdat de NOS toch graag over het voorval wilde berichten zal de NOS gekozen hebben om deze burgerjournalistieke bijdrage te gebruiken. Andere bijdragen die de NOS heeft gebruikt zijn de amateurvideo’s die de livestream ProjectXHaren heeft gemaakt (NOS op 3, 2012). Toch zien we in nieuwsuitzendingen relatief weinig burgerjournalistieke bijdragen terug. De reden hiervoor kan zijn dat journalisten op de hoogte waren van het feit dat er een feest ging plaatsvinden dat mogelijk uit de hand zou lopen. Daarom waren journalisten zelf aanwezig om verslag te doen, waardoor er minder bijdragen van burgerjournalisten nodig waren om het nieuws te kunnen verslaan. Wat tevens opvalt in de verslaggeving van de NOS is dat de nieuwsorganisatie niet alleen actief was op de televisie, de radio en hun website, maar ook op sociale media. Wanneer er gekeken wordt naar de officiële Twitter-accounts van de NOS en naar persoonlijke accounts van bijvoorbeeld Van der Zande, zien we dat er veel korte nieuwsupdates en foto’s over de situatie zijn getweet (@NOS, 2013 en @vanderzande, 2013). Tevens wordt ook na de 21ste veel aandacht besteed aan de nabespreking van de gebeurtenis in nieuwsuitzendingen en op www.nos.nl. Voorbeelden hiervan zijn achtergrondartikelen op de website en reconstructiefilmpjes in het journaal (www.nos.nl, Scriptie | Emmy van Driel 41 2012 en NOS, 2012). Ook werden persconferenties over de situatie in Haren live uitgezonden op de livestream Journaal 24 en op Rapport-Haren van minuut tot minuut, een liveblog over commissie Project X Haren (Storify, 2012 en www.nos.nl, 2013). Tot slot is er bij de analyse van de verslaggeving van de NOS gekeken naar het hanteren van journalistieke codes. In hoofdstuk zes zijn er een aantal journalistieke voorschriften uit de Code voor de Journalistiek uitgelicht. Naar deze codes is gekeken bij het analyseren van de verslaggeving van Haren. In de berichtgeving van de NOS en burgermedia is te zien dat de identiteit van relschoppers niet is beschermd omdat hun gezichten te zien zijn op beelden. Dit is in strijdt met de Code voor de Journalistiek die stelt dat de privacy van mensen gewaarborgd moet worden (Code voor de Journalistiek, 2008). Echter, hiervoor kan gekozen zijn omdat er een groot belang was, namelijk het opsporen van de relschoppers. Dit werd na de rellen met behulp van de foto’s gedaan door de politie. Van der Zande heeft wel hoor en wederhoor toepast door zowel relschoppers als agenten en inwoners van Haren aan het woord te laten. Ook heeft de verslaggever de informatie gecheckt alvorens hij het gebruikte in zijn verslaggeving. Dit in tegenstelling tot @HarenLive. De Livestream berichtte zonder de informatie eerst gecontroleerd te hebben over een meisje dat doodgedrukt zou zijn, iets wat achteraf niet waar bleek (De Uitgeeffabriek, 2012). 7.7 Beïnvloeding door burgerjournalistiek Nu bekend is hoe de NOS verslag heeft gedaan van de ongeregeldheden in Haren, is het belangrijk te weten of burgerjournalistiek het werk van de beroepsjournalist heeft beïnvloed. Het is belangrijk te zeggen dat burgerjournalistiek inderdaad invloed heeft gehad op het werk van beroepsjournalisten tijdens de rellen in Haren. Deze bewering wordt bewezen door de volgende punten: De nadruk in de berichtgeving van de NOS lag niet alleen op verslag doen van de rellen zelf, maar vooral op het analyseren en nabespreken. Vragen als ‘hoe heeft dit kunnen gebeuren?’ en ‘wie zijn er verantwoordelijk?’ zijn uitvoerig besproken in de verslaggeving van de NOS. Dit kan gezien worden in fragmenten als ‘Project X Haren: een reconstructie (NOS, 2012). De nadruk op analyse en nabespreking is een gevolg van de beïnvloeding door burgerjournalistiek. Tijdens de rellen werd de eerste informatie vooral aangeboden door burgerjournalisten op sociale media. Echter, sociale media boden weinig ruimte en tijd om diep in te gaan op een bepaalde zaak. De professionele journalisten speelden in op het gebrek aan achtergrondinformatie door de zaak Haren uit te pluizen en deskundigen te raadplegen. Tijdens de rellen in Haren brachten burgerjournalisten het eerste nieuws, waardoor zij de verslaggeving van journalisten beïnvloed hebben. Want voor de beroepsjournalist lag de nadruk daardoor op het verklaren van wat er is gebeurd en in mindere mate op het brengen van het eerste nieuws, omdat burgerjournalisten dit al deden. Scriptie | Emmy van Driel 42 Ook het gebruik van vox-pops toont beïnvloeding door burgerjournalistiek. Door het gebruik van vox-pops tijdens Haren kwamen slachtoffers en relschoppers aan het woord, waardoor de stem van de burger gehoord werd (Lewis en Wahl-Jorgensen, 2005). De stem van het publiek is belangrijk geworden sinds de komst van burgerjournalistiek. Belangrijk om te zeggen is dat de vox-pop geen vorm van burgerjournalistiek is, maar een vorm van interviewen die populairder werd sinds de komst van burgerjournalistiek (Musschoot en Lombaerts, 2010 en Lewis en Wahl-Jorgensen, 2005). In de verslaggeving van de rellen door de NOS werd er op sociale media ook verslag gedaan van Haren, hetzij minder uitgebreid. Tijdens Haren was Twitter een belangrijk nieuwsplatform, zo blijkt wel uit het gegeven dat @HarenLive in vier uur tijd 12.000 volgers had. Om ook dit publiek te bereiken deden de beroepsjournalisten verslag van de rellen op Twitter. Daarnaast zien we als gevolg van de 24/7 bereikbaarheid van het internet en het feit dat daardoor ook burgerjournalistieke informatie altijd en overal kan worden geplaatst, dat de NOS ook direct nieuws wil leveren, getuige het feit dat persconferenties over de rellen live werden uitgezonden op de livestream Journaal 24. 7.8 Conclusie Burgerjournalistiek heeft invloed gehad op het werk van de professionele journalist tijdens de verslaggeving van Haren. Dit blijkt uit de volgende punten: beroepsjournalisten hebben de nadruk gelegd op het analyseren en nabespreken van de rellen, omdat burgerjournalisten het eerste nieuws omtrent Haren brachten. Daarom lag de nadruk voor beroepsjournalisten meer op het verklaren. Ook het gebruik van vox-pops getuigt van beïnvloeding, omdat sinds de komst van burgerjournalistiek vox-pops worden gebruikt om het publiek te betrekken bij de zaak door ‘gewone’ mensen aan het woord te laten, zoals ook gebeurt bij burgerjournalistiek. Omdat Twitter tijdens Haren door burgerjournalisten werd gebruikt om informatie te delen, wilde de NOS het publiek ook bereiken door ook op Twitter verslag te doen, hetzij minder uitgebreid. Tot slot zien we beïnvloeding door burgerjournalistiek in de 24/7 verslaggeving van de NOS op Journaal 24. Dankzij het internet, de smartphone en sociale media hebben burgerjournalisten de mogelijkheid altijd content online te zetten. De NOS wil niet achterblijven en doet tijdens Haren hetzelfde door op Journaal 24 updates te geven over Haren. Scriptie | Emmy van Driel 8 43 Het gebruik van burgerjournalistiek door de BBC tijdens de rellen in Londen In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar burgerjournalistieke initiatieven binnen de BBC, de rellen in Londen, de rol van de media tijdens deze rellen en de manier waarop de BBC verslag deed van deze ongeregeldheden. Tot slot wordt er gekeken of beïnvloeding heeft plaatsgevonden en zo ja, op welke manier. 8.1 De BBC De British Broadcasting Corporation (oftewel BBC) werd in oktober 1922 opgericht en was daarmee de eerste nationale omroep wereldwijd (BBC, 2013). Het is de publieke omroep in het Verenigd Koninkrijk. De BBC is actief op de radio, de televisie en het internet. Veel van de zenders zijn in het buitenland te beluisteren en te zien, zo ook in Nederland. 8.2 Tweerichtingsverkeer bij de BBC Bij de BBC kan men reacties plaatsen op verschillende websites van de nieuwsorganisatie, wordt er gebruik gemaakt van burgerjournalistiek (hier wordt later in dit hoofdstuk op in gegaan), telt de BBC vele blogs en zijn redactieleden actief op sociale media als Facebook, Twitter en Flickr (Robertson, 2013). Daarnaast bracht de organisatie tweerichtingsverkeer in live televisie waaronder Free Speech, een programma op BBC Three waarin reacties die het publiek op sociale media hebben gedeeld in het programma zelf worden besproken. Nu volgen ook de ‘grotere’ zenders als BBC One en BBC Two met soortgelijke programma’s als Stargazing Live, waarin het publiek via sociale media vragen kan stellen aan deskundigen op het gebied van het universum (BBC, 2013). Dat BBC One en BBC Two ook interactie met het publiek krijgen, laat zien dat de Britse nieuwsorganisatie het tweerichtingsverkeer verder wil ontwikkelen. 8.3 Burgerjournalistiek op grote schaal Burgerjournalistiek werd bij de BBC voor het eerst op grote schaal gebruikt in 2004, toen er door een tsunami delen van onder andere Thailand en Indonesië overspoeld werden door vloedgolven met duizenden doden tot gevolg (Eltringham, persoonlijke communicatie). Bij de BBC werden de redacties overdonderd door enorme hoeveelheden foto’s en video’s van de ramp. De BBC maakte voor het eerst op grote schaal gebruik van ingezonden beeldmateriaal (Eltringham, persoonlijke communicatie). Later in deze paragraaf zal worden uitgelicht wat er sinds 2004 veranderd is in het gebruik van burgerjournalistiek door de BBC. Scriptie | Emmy van Driel 44 Aanvankelijk waren veel redacteuren sceptisch over het gebruik van burgerjournalistiek, omdat zij bang waren dat de kwaliteit van het nieuws in gevaar zou worden gebracht door onjuiste burgerjournalistieke bijdragen (Haikonen, 2008 en Eltingham, persoonlijke communicatie). Door deze sceptische houding van veel journalisten binnen de BBC kwam UGC Hub (een burgerjournalistieke afdeling binnen de BBC) niet van de grond (Eltringham, persoonlijke communicatie). Hier kwam verandering in toen op 7 juli 2005 een terroristische aanslag in Londen plaatsvond. In metro’s en in een bus explodeerden bommen die 52 mensen het leven kostte (Laville, Williams en Norton-Taylor, 2009). De nieuwsorganisatie kreeg binnen zes uur na de aanslagen meer dan duizend foto’s, twintig video’s, vierduizend sms’jes en twintigduizend e-mails van personen die betrokken waren bij de ramp, waardoor de BBC het nieuws met behulp van burgerjournalistieke bijdragen kon verslaan (Sambrook, 2005). Hoewel de BBC al tijdens de tsunami in 2004 op grote schaal gebruik had gemaakt van burgerjournalistiek, was 7 juli 2005 voor de Engelse nieuwsorganisatie een ommekeer in de manier waarop journalistiek bedreven werd. Dit blijkt onder andere uit het feit dat het aantal burgerjournalistieke bijdragen is toegenomen, de UGH Hub van de grond kwam en dat er tal van andere burgerjournalistieke initiatieven binnen de BBC zijn ontstaan (BBC, 2013 en Eltringham, persoonlijke communicatie). Over de burgerjournalistieke initiatieven binnen de BBC zal in volgende paragraaf meer over worden verteld. Journalist Sambrook omschrijft de aanslag als het moment waarop men zich bij de BBC realiseerde dat het publiek de BBC meer informatie kon bieden, dan de nieuwsorganisatie hen kon verschaffen (Sambrook, 2005). Samenwerking met het publiek zou voortaan een belangrijke rol innemen. 8.4 Hoe wordt burgerjournalistiek gebruikt bij de BBC? De nieuwsorganisatie experimenteert, in opdracht van de overheid, al een aantal jaar met burgerjournalistiek (BBC, 2013). De drie belangrijkste initiatieven Have Your Say, User Generated Content Hub en BBC’s College of Journalism worden hieronder uitgelicht 8.4.1 UGC Hub Het team achter de in 2005 opgerichte UGC Hub bestaat inmiddels uit twintig journalisten. Zij houden zich 24/7 bezig met het selecteren, controleren en verifiëren van ingezonden burgerjournalistieke bijdragen (Haikonen, 2008). Over het proces van selecteren bij de BBC zeggen onderzoekers Wardle en Williams het volgende: (..) to separate out the kinds of audience content that can lead to new stories or add to the reporting or analysis of events already being covered (the wheat), and that material, usually opinion-based, which neither tells us or the BBC anything new, and does not add to our understanding in any significant way (Wardle en Williams, 2012. p. 12) Scriptie | Emmy van Driel 45 Er wordt bij de BBC dus een onderscheid gemaakt tussen twee soorten journalistieke bijdragen: inzendingen die kunnen leiden tot nieuws of bijdragen aan nieuws dat er al is en inzendingen die bestaan uit meningen. Met dit laatste wordt weinig tot niets gedaan, maar met het eerste gebeurt het volgende: ten eerste zijn de inzenders verplicht naam, leeftijd en telefoonnummer of e-mailadres achter te laten zodat het team achter UGC Hub contact kan zoeken om achtergrondinformatie over de inzending te verkrijgen (BBC, 2013). Ook wordt de informatie geverifieerd door het nieuws te vergelijken met de informatie die de BBC op dat moment al heeft. Echter, wanneer het nieuws nog onbekend is bij de BBC wordt er gekeken of het zelfde nieuws bericht wordt door andere burgerjournalisten en of deze informatie overeen komt (Haikonen, 2008). Foto’s en beelden worden gecontroleerd op echtheid door onder andere te kijken of schaduwen op het ingezonden beeld kloppen (Eltringham, persoonlijke communicatie). Bijvoorbeeld: wanneer een gebeurtenis om 12.00 uur in de middag plaatsvond, is de schaduw van de persoon op de foto klein. Als de schaduw op de ingezonden foto dus heel groot is, klopt de foto niet. Wanneer de inzendingen relevant zijn bevonden worden ze gebruikt op www.bbc.co.uk of in nieuwsuitzendingen (Wardle en Williams, 2012). Iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de BBC of een reactie op de website heeft achtergelaten wordt in het netwerk van de BBC opgenomen. Het netwerk, dat inmiddels uit ongeveer veertig- tot vijftigduizend mensen bestaat, wordt ook beheert door UGC Hub (Haikonen, 2008 en Eltringham, persoonlijke communicatie).The Hub wordt vooral ingezet bij grote nieuwsgebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld de rellen in Londen in 2011 (Eltringham, persoonlijke communicatie). Hier zal later in dit hoofdstuk naar gekeken worden. 8.4.2 Have Your Say ‘Have your say’ kan vergeleken worden met NOS Ooggetuige. Op de pagina van Have your Say op www.bbc.co.uk kan het publiek nieuwswaardige informatie sturen aan de BBC via email, sociale media en mobiele telefoon (BBC, 2013). Maar de BBC vraagt ook zelf naar bijdragen via de website en sociale media, waaronder Twitter. Onderwerpen waar naar gevraagd wordt zijn zeer uiteenlopend: van informatie over een tornado in Oklahoma tot video’s van protestanten in Brazilië (@BBC_HaveYourSay, 2013). Ook wordt het publiek gevraagd of ze aanwezig zijn bij een belangrijke gebeurtenis, zodat ze de BBC informatie kunnen verschaffen over het voorval. Dit is te zien in het volgende voorbeeld: ‘#Heathrow airport have confirmed that both runways have been closed as a result of an incident. Are you there?’(BBC, 2013). De bijdragen die de BBC via Have Your Say verkrijgt, worden gecontroleerd op echtheid en relevantie door het team achter UGC Hub. Sommige bijdragen worden gebruikt op de pagina van Have Your Say, zoals gebeurde met enkele inzendingen van protestanten in Brazilië, andere bijdragen worden gebruikt in de verslaggeving (Haikonen, 2008). Na registratie kunnen er direct reacties geplaatst worden op de website. Echter, moderators (beheerders van een blog) bekijken die reacties en verwijderen ze wanneer de reacties ongepast zijn (Wardle en Williams, 2010). Scriptie | Emmy van Driel 46 8.4.3 BBC’s College of Journalism Een ander bijzonder initiatief van de BBC om burgers meer bij de journalistiek te betrekken is BBC’s College of Journalism. Op de website wordt geleerd hoe reportages in elkaar steken, waar goed filmmateriaal aan voldoet en hoe men moet interviewen (BBC, 2013). Onderdeel van College of Journalism is het Journalism Trainee Scheme (JTS). Het in 2007 gelanceerde programma waarin gewone mensen in een jaar tijd worden opgeleid tot journalist, krijgt ongeveer drieduizend aanmeldingen per jaar (BBC, 2013). Jaarlijks worden slechts twaalf mensen aangenomen. Hoewel de opleiding geen garantie is voor een baan bij de BBC, werken de nieuwe journalisten na het afronden van de opleiding doorgaans wel voor de Britse nieuwsorganisatie (BBC, 2013). De BBC noemt het dan ook een succes. 8.5 De rellen in Londen Op 6 augustus 2011 braken er in Noord-Londen grote rellen uit nadat een jonge man - Mark Duggan - op 4 augustus door een politiekogel om het leven kwam (Phillips, Frosts en Singleton, 2013). Inwoners van Londen eisten gerechtigheid en demonstreerden voor het politiebureau in de wijk Tottenham in Londen (ANP, 2011). Wat begon als een rustige demonstratie, mondde uit in rellen in Londen en andere delen van het Verenigd Koninkrijk (Riots Communities and Victims Panel, 2012). Meer dan 15.000 relschoppers raakten slaags met de politie, plunderden en stichtten brand. De London riots, zoals de rellen in het Verenigd Koninkrijk genoemd worden, duurden in totaal vijf dagen. Vijf mensen kwamen om. Het waren de ergste rellen die het Verenigd Koninkrijk in 25 jaar heeft meegemaakt (Riots Communities and Victims Panel, 2012). 8.6 De rol van de media In onderstaande paragrafen wordt gekeken naar welke rol media speelden in de uitbraak van de rellen in augustus 2011. 8.6.1 Traditionele media Uit onderzoek van The Guardian en The London School of Economics and Political Science (2012) blijkt dat traditionele media – met name de televisie – belangrijk waren tijdens de rellen in Londen, omdat zij mensen op de hoogte brachten van de ongeregeldheden. Meer dan honderd van de 270 respondenten gaven aan via het televisiejournaal over de rellen gehoord te hebben. Sommigen zeiden dat de dramatische beelden op de televisie hen verleid hadden zelf ook mee te doen met de rellen. Dit zou komen doordat BBC News en Sky News in het beginstadium van de rellen overdreven hebben wat betreft de grootte en de ernst van de situatie (Riots Communicaties and Victims Panel, 2012). Omdat de media zoveel aandacht hebben besteed aan de rellen kan gesteld worden dat traditionele media een rol hebben gespeeld in het bekender worden van de rellen, maar ook in het groter worden van de rellen. Dit wordt bevestigd door The Guardian en The London School of Economics and Political Science. Uit dit onderzoek naar de rellen bleek dat 72 procent van Scriptie | Emmy van Driel 47 de ondervraagde relschoppers vond dat de media-aandacht had bijgedragen aan de bekendheid en het groter worden van de rellen. De beide nieuwsorganisaties zouden de rellen erger hebben gemaakt door relschoppers indirect naar de rellen toe te leiden (Halliday, 2012). Een goed voorbeeld van een artikel dat relschoppers naar de rellen toe zou hebben gedreven is England Riots: map and timeline op www.bbc.co.uk/news, waarin met routekaart aangegeven is waar de rellen plaatsvonden (BBC News, 2011). Media hebben dus bijgedragen aan twee dingen: het ontstaan en het groter maken van de rellen. 8.6.2 Sociale media Het eerste protest na de dood van Mark Duggan ontstond op Facebook, toen mensen werden aangespoord mee te doen aan de demonstratie voor het politiebureau aan de Tottenham High Road (Guardian, 2012). Sociale media werden gebruikt om anderen te informeren over de ongeregeldheden (wat gebeurt er) en om berichten, foto’s en video’s van de rellen te delen. In totaal zouden er meer dan 2,6 miljoen tweets over de rellen op het internet zijn geplaatst (Procter, Vis en Voss, 2011). Daarnaast werd vooral Twitter door relschoppers gebruikt om elkaar aan te sporen deel te nemen aan de rellen, getuige deze tweet: ‘Let's finish guy fawkes job #londonriots #downwithparliament’ (Robertson, 2013 en Ball en Lewis, 2011). Deze tweets werden gedeeld, hadden dus een groot bereik en veel invloed. Daarom kan er geconcludeerd worden dat sociale media hebben bijgedragen aan het ontstaan en het groter maken van de rellen. Dit wordt bevestigd door het Riots and Communities Victims Panel (2012). Velen stellen daarom dat sociale media verantwoordelijk zijn voor de rellen (Ball en Lewis, 2011). Echter, de rellen hadden meerdere oorzaken, waaronder armoede, onvrede en een tekort aan politie (Riots and Communicaties Victims Panel, 2012). Sociale media hebben dus een grote rol gespeeld tijdens de rellen, maar zijn niet alleen verantwoordelijk voor het uit de hand lopen van de rellen. 8.6.3 Burgerjournalistiek De rellen waren onderwerp van gesprek onder de Britten en zodoende ook op het internet. Zoals in de vorige paragraaf beschreven is, werden via sociale media als Twitter, Facebook en Flick foto’s en video’s van de rellen, de plunderingen en de brandstichtingen door ooggetuigen verspreid. Omdat de burgerjournalisten veelal relschoppers of ooggetuigen waren konden zij het nieuws over de rellen als eerste melden: ze waren er zelf bij. Waar journalisten moeite hadden het tempo van de rellen bij te houden – de plekken waar hevig werd gereld verplaatsten zich voortdurend - stond op het internet exact waar dit gebeurde (Halliday, 2012). Echter, niet al het nieuws dat op het internet stond was even betrouwbaar: er werden veel onwaarheden over de rellen verspreid (Peters, 2011). Men berichtte over gebeurtenissen terwijl zij deze informatie niet hadden geverifieerd (Lewis en Richards, 2011). Hierdoor kwam ook onwaar nieuws op het internet terecht, wat leidde tot paniek. Zo werden er onjuiste geruchten verspreid, zoals de roddel dat The Londen Eye in de brand zou zijn gezet en dat er een leeuw uit de dierentuin was ontsnapt (Lewis en Richards, 2011). Samengevat vierde burgerjournalistiek tijdens de rellen hoogtij, maar was niet alle informatie juist waardoor er veel onzekerheden over de rellen bestonden (Eltringham, persoonlijke communicatie). Scriptie | Emmy van Driel 48 8.7 Verslaggeving van de rellen Nu bekend is welke rol media speelden tijdens de rellen, kan er gekeken worden naar hoe de BBC verslag deed van de rellen. Het eerste dat opvalt wanneer er naar de berichtgeving van de BBC wordt gekeken is dat er tweerichtingsverkeer heeft plaatsgevonden (BBC News, 2011). Zo is er gebruik gemaakt van vox-pops (interviews met ooggetuigen). In reportages zijn relschoppers, slachtoffers, inwoners en winkeliers geïnterviewd over wat er gebeurde, wat ze van de rellen vonden en indien het relschopper waren: waarom ze meededen aan de rellen. Zo creëert de BBC het tweerichtingsverkeer waar zo op gehamerd wordt en betrekken ze de burger bij het nieuws. Het tweede dat we zien in de verslaggeving van de BBC is dat er gebruik is gemaakt van burgerjournalistiek. Hoewel de berichten op www.bbc.co.uk geschreven zijn door beroepsjournalisten, zijn de video’s die bij de artikelen worden geplaatst veelal amateurbeelden van YouTube (BBC News, 2011). Een voorbeeld is een filmpje waarin te zien is hoe een studente wordt beroofd door een bende relschoppers (BBC News UK, 2011). De reden dat de BBC zoveel burgerjournalistieke bijdragen gebruikt heeft is omdat ooggetuigen vaak ter plekke waren op de momenten dat er iets nieuwswaardigs gebeurde. Inwoners van Londen of relschoppers konden daarom een gebeurtenis filmen, terwijl verslaggevers op zoek moesten naar dergelijke gebeurtenissen en daarom vaak te laat waren (Eltringham, persoonlijke communicatie). Om die reden heeft de BBC burgerjournalistiek ook gebruikt als bron (Eltringham, persoonlijke communicatie). Zoals in voorgaande paragrafen te lezen is, stond vooral Twitter tijdens de rellen vol met informatie over de ongeregeldheden. Wanneer er nieuwswaardige berichten worden getweet, verifieert de BBC deze informatie door gebruik te maken van UGC Hub. Indien de informatie juist bleek werd het nieuws gebruikt in de verslaggeving van de BBC (Wardle en Williams, 2010 en Eltringham, persoonlijke communicatie). Hoe UGC Hub informatie controleert, heeft u kunnen lezen in paragraaf 8.4.2. Er werd door de BBC niet alleen verslag gedaan op de televisie en de radio, maar ook vooral op het internet. De website van de BBC stond vol met nieuwsberichten, reportages, achtergrondartikelen, video’s en foto’s van de rellen in het Verenigd Koninkrijk (BBC News, 2011). Maar wanneer we kijken naar de Twitter-accounts van de nieuwsorganisatie zien we dat ook op dit platform de BBC zeer actief was (@BBC, 2011). Ze gebruikten sociale media dus niet alleen om informatie te verkrijgen, maar ook om zelf nieuws te delen, getuige de volgende tweet: ‘21 year old man arrested over Croydon furniture store fire on suspicion of arson with intent to endanger life #LondonRiots’ (@BBC, 2011). Wat tevens opvalt in de verslaggeving van de BBC is dat verslaggevers of presentatoren vaak zeggen dat gaat om het ‘laatste nieuws’. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de BBC graag wil benadrukken dat zij op de hoogte zijn van het laatste nieuws. Ook heeft de BBC tijdens de rellen een liveblog bijgehouden over de ongeregeldheden, waarop Scriptie | Emmy van Driel 49 voortdurend de laatste nieuwtjes werden geüpload (BBC Live, 2011). Dit zagen we ook in de verslaggeving van de NOS tijdens de rellen in Haren. Tot slot is er bij de analyse van de verslaggeving van de BBC gekeken naar het hanteren van journalistieke codes. Aan de hand van de journalistieke codes die in hoofdstuk zes zijn uitgelicht, is er gekeken of de verslaggevers van de BBC in hun verslaggeving van de rellen in Londen zich hebben gehouden aan de codes. Gesteld kan worden dat de beroepsjournalisten dat overwegend hebben gedaan. Zo heeft de BBC hoor en wederhoor toegepast door zowel voor- als tegenstanders van de rellen aan het woord te laten (BBC News, 2011). Echter, de BBC heeft de code omtrent de privacy van mensen niet gehanteerd. De code stelt dat de privacy van mensen moet worden bewaakt, maar de nieuwsorganisatie heeft relschoppers herkenbaar in beeld gebracht, waardoor hun privacy niet is gewaarborgd. Dit zag men ook in video’s van de NOS. Evenals de NOS kan de BBC gekozen hebben om de relschoppers wel in beeld te brengen omdat het hier ging om een belang: het opsporen van de relschoppers. 8.8 Beïnvloeding van BBC-verslaggevers In de vorige paragraaf heeft u kunnen lezen hoe er door de BBC verslag is gedaan van de rellen in het Verenigd Koninkrijk in augustus 2011. Zodoende kan er nu gekeken worden of burgerjournalistiek invloed heeft gehad op het werk van de beroepsjournalist. Burgerjournalistiek heeft inderdaad invloed gehad op het werk van verslaggevers tijdens de rellen in Londen. Dit wordt bewezen aan de hand van de volgende punten: in de verslaggeving van de BBC is te zien dat er veel tweerichtingsverkeer is gecreëerd door onder andere vox-pops te gebruiken. In vrijwel elke reportage van de BBC zijn winkeliers, relschoppers of inwoners van Londen aan het woord gelaten over wat zij zien, waarom ze rellen (in het geval van de relschopper) of wat ze vinden van de gebeurtenis. De stem van het volk is sinds de toegenomen interactiviteit in het medialandschap belangrijker geworden. De vox-pops zijn vooral populair geworden in de verslaggeving sinds de komst van burgerjournalistiek (Lewis en Wahl-Jorgensen, 2005 en Musschoot en Lombaerts, 2010). Om die reden kan er gezegd worden dat burgerjournalistiek het werk van de verslaggever tijdens de rellen in Londen beïnvloed heeft. De BBC heeft op twee manieren gebruik gemaakt van burgerjournalistiek: als een bron voor nieuws en als bijdragen in onder andere nieuwsuitzendingen of reportages (BBC News, 2011 en Eltringham, persoonlijke communicatie). Dat burgerjournalistieke informatie werd gebruikt door de BBC in de berichtgeving van de nieuwsorganisatie geeft aan dat burgerjournalistiek de manier waarop journalisten hun informatie vergaren heeft veranderd. Gebeurde dit vroeger uitsluitend door onder andere instanties te bellen of mensen op straat te interviewen, nu wordt het internet als platform voor burgerjournalistieke informatie ook gebruikt om aan informatie te komen (De Vries, persoonlijke communicatie). Het feit dat de Scriptie | Emmy van Driel 50 BBC gebruik heeft gemaakt van burgerjournalistieke bijdragen in de vorm van onder andere foto’s en video’s laat duidelijk zien dat burgerjournalistiek een aanvulling is op traditionele journalistiek. Waar de beroepsjournalist niet overal kan zijn, is de burgerjournalist als ooggetuige dit wel. Zodoende kan geconcludeerd worden dat burgerjournalistiek er voor heeft gezorgd dat de berichtgeving van de BBC niet langer uitsluitend bestaat uit informatie en beelden van verslaggevers, maar ook uit het werk van burgerjournalisten. Nieuws is een co-creatie geworden. De BBC deed tijdens de rellen in Londen niet alleen verslag op de radio en de televisie, maar ook op het internet en sociale media (BBC News, 2011 en @BBC, 2011). Natuurlijk heeft deze verandering te maken met de komst van het internet, maar het internet en sociale media dienen als platformen om burgerjournalistiek op te bedrijven. Zodoende gaan het internet en burgerjournalistiek is dit geval hand in hand. Dus ook hier blijkt dat burgerjournalistiek invloed heeft gehad op het werk van beroepsjournalisten. Vooral op Twitter was de BBC zeer actief tijdens de rellen, getuige de vele tweets met het laatste nieuws over de rellen (@BBC, 2011). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat veel mensen tegenwoordig Twitter gebruiken als nieuwsbron omdat er bijzonder veel informatie wordt getweet (Univeristy College Falmouth, z.j.) Uit onderzoek van de universiteit van Falmouth blijkt dat 51 % van de jongeren via Twitter over grote nieuwsgebeurtenissen horen. Voor de BBC is het belangrijk mee te dingen in het nieuwsaanbod, door - net als burgerjournalisten - ook informatie te delen via Twitter. Dit blijkt uit de volgende tweet van BBC Global News chef Peter Horrocks ‘Tweet or be sacked’ (University College Falmouth, z.j.). De laatste beïnvloeding door burgerjournalistiek in het werk van de verslaggever is te zien in de woorden ‘het laatste nieuws’. Verslaggevers en nieuwspresentatoren gebruikten deze woorden herhaaldelijk, waarmee ze duidelijk wilden benadrukken dat ook de BBC het publiek op de hoogte stelt van het laatste nieuws. Ook wilden ze niet achterblijven op burgerjournalisten, getuige dit voorbeeld: op www. http://james.cridland.net/blog/mappingthe-riots/ verscheen een kaart waarop precies aangegeven stond waar de rellen op dat moment plaatsvonden (James Cridland, 2011). Niet lang nadat deze kaart online was, kwam de BBC met eenzelfde kaart (BBC News, 2011). Omdat de eerste informatie doorgaans direct te lezen is in burgerjournalistieke content op sociale media als Twitter en Facebook, is het voor de BBC nog belangrijker dan voor de komst van het internet dat zij als eerste met het nieuws naar buiten komt. Echter, beroepsjournalisten kunnen niet altijd het eerst met nieuws komen, omdat eerder in dit onderzoek naar voren kwam dat veel verslaggeving van de BBC deels gemaakt is met de informatie van ooggetuigen op het internet, omdat zij zelf niet altijd aanwezig zijn bij een nieuwsgebeurtenis. Scriptie | Emmy van Driel 51 8.9 Conclusie De BBC maakte voor het eerst gebruik van burgerjournalistiek na de tsunami in 2004 en heeft sindsdien enkele belangrijke burgerjournalistieke initiatieven opgezet, waaronder Have Your say (een pagina waar mensen informatie kwijt kunnen sturen) en UGB Hub, een afdeling binnen de BBC waar burgerjournalistieke bijdragen worden verworven, ingezonden informatie wordt geverifieerd en het netwerk van de BBC wordt onderhouden. Zowel traditionele media als sociale media hebben een belangrijke rol gespeeld tijdens de rellen in Londen, omdat ze hebben bijgedragen aan het ontstaan en het groter maken van de rellen. Ook de BBC heeft uitgebreid verslag gedaan van de rellen en zodoende bijgedragen aan het groter maken van de rellen. Burgerjournalistiek heeft het werk van verslaggevers beïnvloed tijdens de rellen in Londen. Zo is er in de verslaggeving gebruik gemaakt van vox-pops, een vorm van interviewen die sinds de komst van burgerjournalistiek belangrijker is geworden. Ook is burgerjournalistiek gebruikt als bron van informatie, wat laat zien dat burgerjournalistiek de manier van informatie vergaren veranderd heeft. Daarnaast zijn burgerjournalistieke bijdragen gebruikt in reportages en nieuwsuitzendingen. Dit laat zien dat burgerjournalistiek de manier waarop het nieuws wordt samengesteld, veranderd is: nieuws is nu een co-creatie (nieuws dat bestaat uit het werk van beroepsjournalisten en burgerjournalisten). De BBC deed niet alleen verslag op de radio en televisie, maar ook op sociale media. Dit laat zien dat sinds de komst van burgerjournalisten die informatie delen op sociale media, de nieuwsorganisatie ook mee moet dingen in het nieuwsaanbod op deze platformen. En tot slot heeft burgerjournalistiek invloed gehad op de manier van verslaggeving. Namelijk, dat het de BBC wil benadrukken dat ook zij - net als burgerjournalisten – snel met nieuws komen door voortdurend te benadrukken dat ze het laatste nieuws hebben. In conclusie kan er dus gesteld worden dat burgerjournalistiek wel degelijk veel invloed heeft gehad op het werk van de verslaggever tijdens de rellen in Londen in 2011. Scriptie | Emmy van Driel 52 Scriptie | Emmy van Driel 9 53 Conclusie Binnen de beroepsgroep heerst er nog veel onduidelijkheid over wat burgerjournalistiek precies is en hoe de relatief nieuwe vorm van journalistiek het beste gebruikt kan worden. Daarom is er in deze scriptie onderzoek gedaan naar het gebruik van burgerjournalistiek tijdens de rellen in Haren in 2012 en de rellen in Londen in 2011 door de NOS en de BBC. In deze scriptie is een antwoord gezocht op de onderzoeksvraag: heeft burgerjournalistiek het werk van de professionele journalist beïnvloed tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012 en gedurende de rellen in Londen in de zomer van 2011? Burgerjournalisten zijn veelal incidentele journalisten, omdat zij journalistiek werk verrichten op het moment dat ze getuige zijn van een belangrijke gebeurtenis. De definitie van burgerjournalistiek die in deze scriptie is aangehouden luidt dan ook als volgt: burgers die (incidenteel) journalistiek werk verrichten, door bijvoorbeeld nieuwswaardige informatie, foto’s en video’s te delen met publiek. Sociale media spelen een belangrijke rol in de totstandkoming van burgerjournalistiek, omdat zij laagdrempelig zijn en de informatie snel geplaatst en gedeeld kan worden. Dit was ook te zien tijdens de rellen in Haren en Londen. Sociale media dienden als platformen voor burgerjournalistiek nieuws over de rellen. Dankzij de smartphone is het mogelijk altijd en overal online te zijn en dus het nieuws te delen. Zodoende heeft het internet als nieuwsbron een opmars heeft gemaakt. Burgerjournalisten hebben doorgaans moeite met het herkennen van nieuws en de relevantie van informatie te beoordelen, waardoor hun informatie over het algemeen minder betrouwbaar is dan het nieuws van beroepsjournalisten. Ook het gegeven dat ze minder goed zijn in gebeurtenissen in kaders plaatsen, objectief verslag doen en vaak anoniem te werk gaan, waardoor de bron niet te controleren valt, zorgt er voor dat de betrouwbaarheid in het geding komt. Ook schrijven sommige burgerjournalisten met een belang, waardoor de informatie minder objectief is. Dit was te zien aan de burgerjournalistieke verslaggeving van de Arabische Lente, waarin burgerjournalisten alleen informatie die in hun voordeel was, deelden met de westerse pers. Ondanks dat burgerjournalistieke content niet altijd even betrouwbaar is, staan beroepsjournalisten positief tegenover burgerjournalistiek, omdat zij met hun ooggetuigenverslagen en ingezonden beelden de berichtgeving van de verslaggevers aanvullen en zodoende een nuttige bijdrage leveren aan de journalistiek. Ook in de verslaggeving van de rellen in Haren en Londen was burgerjournalistieke informatie een belangrijke aanvulling van het nieuws, zo blijkt uit de onderstaande punten. Burgerjournalistiek heeft invloed gehad op het werk van de professionele journalisten tijdens de verslaggeving van Haren in 2012 en de rellen in Londen in 2011. Uit dit onderzoek blijkt Scriptie | Emmy van Driel 54 dat de beïnvloeding bij de NOS en de BBC gezien kan worden in veelal dezelfde punten: beide organisaties hebben in hun verslaggeving veel gebruik gemaakt van vox-pops. Dit getuigt van beïnvloeding, omdat sinds de komst van burgerjournalistiek vox-pops worden gebruikt om het publiek te betrekken bij de zaak door ‘gewone’ mensen aan het woord te laten, zoals ook gebeurt bij burgerjournalistiek. Beïnvloeding door burgerjournalistiek is tevens te zien in de verslaggeving van beide rellen op internet, maar vooral op Twitter. Omdat Twitter tijdens de rellen in Haren en Londen door burgerjournalisten werd gebruikt om informatie op te delen en zodoende een belangrijke bron was voor de nieuwsconsument, wilden de NOS en de BBC het publiek bereiken door op Twitter verslag te doen. Burgerjournalistiek werd door beide nieuwsorganisaties gebruikt als bron van informatie. Bovendien werden burgerjournalistieke bijdragen in de vorm van beelden verwerkt in nieuwsuitzendingen en reportages van zowel de NOS als de BBC. Hieruit kan worden geconcludeerd dat burgerjournalistiek de manier van informatie vergaren heeft veranderd. De verslaggeving van nieuwsorganisaties bestaat niet langer alleen uit het werk van beroepsjournalisten, maar ook uit burgerjournalistieke bijdragen. Er is dus sprake van een co-creatie. Tot slot zagen we dat er bij de BBC en de NOS veel updates werden geven over de nieuwste vorderingen, getuige de extra uitzendingen over de rellen op de BBC en liveblogs van de NOS en de BBC. Dankzij het internet, de smartphone en sociale media hebben burgerjournalisten de mogelijkheid altijd content online te zetten. De nieuwsorganisaties wilden tijdens de rellen in Haren en Londen niet onder doen voor de burgerjournalist en probeerden de nieuwsconsument ook als eerste het nieuws te bieden. Toch werd er bij de NOS meer nadruk gelegd op sfeerbeschrijvingen, analyse en nabespreking omdat burgerjournalisten weliswaar met het eerste nieuws kwamen, maar geen verdere uitleg boden. Er kan dus gesteld worden dat het werk van de beroepsjournalisten tijdens de rellen in Haren in september 2012 en gedurende de rellen in Londen in de zomer van 2011 beïnvloed is door burgerjournalistiek. De beïnvloeding van het werk van de BBC en de NOS was nagenoeg in de zelfde punten te zien. Zo vergaren journalisten informatie op een andere manier, gebruiken ze burgerjournalistieke bijdragen in hun verslaggeving, zijn ze actief op meerder media waaronder Twitter en liveblogs, maken ze veel gebruik van voxpops en ligt er veel nadruk op analyse en nabesprekingen. Scriptie | Emmy van Driel 55 10 Advies Nu de onderzoeksvraag van deze scriptie is beantwoord, kan er advies worden gegeven over hoe traditionele journalisten op een goede manier gebruik kunnen maken van burgerjournalistiek tijdens grote nieuwsgebeurtenissen. Burgerjournalistiek kan het beste bedreven worden tijdens grote nieuwsgebeurtenissen, omdat burgerjournalisten overwegend ooggetuigen zijn en zodoende als eerste toegang hebben tot het nieuws. Daarnaast kan burgerjournalistiek bedreven worden op kleine schaal. Uit dit onderzoek is namelijk gebleken dat burgerjournalistieke bijdragen op lokaal nieuws bijdragen aan diversiteit in het nieuwsaanbod. Uit dit onderzoek blijkt dat burgerjournalisten moeite hebben nieuws te herkennen en relevantie van informatie te beoordelen. Daarom is het voor de beroepsjournalisten nog steeds belangrijk relevante informatie te selecteren, dit nieuws te duiden en te berichtten, zodat de voor het publiek belangrijke informatie toch bij de nieuwsconsument komt. Uit dit onderzoek bleek dat burgerjournalisten doorgaans incidentele journalisten zijn omdat zij vooral als ooggetuigen over nieuwswaardige gebeurtenissen schrijven. Omdat beroepsjournalisten niet altijd aanwezig zijn tijdens onverwachte grote nieuwsgebeurtenissen doen zij er goed aan burgerjournalistieke platformen als blogs en sociale media (Facebook en Twitter) in de gaten te houden en te kijken of er nieuwswaardige informatie wordt bericht. Kortom, burgerjournalistiek kan gebruikt worden als bron. Daarnaast kunnen burgerjournalistieke bijdragen in de vorm van verslagen of beelden gebruikt worden in de verslaggeving ter aanvulling van het nieuws. Echter, in dit onderzoek komt wel naar voren dat burgerjournalistieke informatie doorgaans minder betrouwbaar is dan het werk van beroepsjournalisten. Wanneer nieuwsorganisaties gebruik wensen te maken van burgerjournalistieke informatie is het belangrijk deze eerst te controleren door te kijken of de informatie bekend is bij belangrijke instanties, of meerdere mensen over hetzelfde nieuws berichten en of er op het internet over wordt gepraat. Tevens moet de betrouwbaarheid van de bron worden gecontroleerd door te kijken of hij/zij aanwezig is bij de nieuwsgebeurtenis, of hij/zij vaak geretweet is en of hij/zij vaker nieuws levert aan organisaties. Wanneer de nieuwsorganisatie niet honderd procent zeker is van de juistheid van het nieuws, maar het toch wil melden, is het van belang dat de verslaggever bij het naar buiten brengen van het nieuws zegt dat de informatie nog niet geverifieerd is en dus niet met zekerheid kan worden gezegd dat het juiste informatie is. Doordat de informatie afkomstig van burgerjournalisten niet altijd even betrouwbaar is, staat de beroepsjournalist doorgaans ook wantrouwig tegenover burgerjournalisten. Het is lastig hier iets aan te doen. Wellicht biedt het opnemen van uitsluitend betrouwbare Scriptie | Emmy van Driel 56 burgerjournalisten in een netwerk als bijvoorbeeld NOS Net een oplossing. Echter, het is ook aan de burgerjournalist om vertrouwen te creëren door alleen betrouwbare informatie te publiceren. Wanneer beroepsjournalisten meer vertrouwen krijgen in burgerjournalisten kan er een echte samenwerking tussen de twee soorten journalisten ontstaan, waardoor zij samen nieuws kunnen maken tijdens grote nieuwsgebeurtenissen. De taakverdeling zou er als volgt uit moeten zien: burgerjournalisten berichten het eerste nieuws aan de professionele journalist, die op zijn beurt het belangrijkste nieuws selecteert, de relevantie en betrouwbaarheid controleert, extra informatie vergaart, de zaak analyseert, de informatie duidt en het nieuws naar buiten brengt. Het nieuws kan vervolgens geïllustreerd worden met extra informatie, foto’s en of video’s van burgerjournalisten. Uit dit onderzoek is tevens gebleken dat de nieuwsconsument momenteel het meest gebruik maakt van traditionele media als nieuwsbron. Verwacht wordt dat hier verandering in komt omdat het internet als nieuwsbron een opmars aan het maken is. Daarom doet de beroepsjournalist er goed aan nieuws ook op het internet en sociale media te verslaan, zodat de nieuwsconsument ook via deze platformen op de hoogte wordt gebracht van de belangrijkste zaken. Tot slot kwam er in dit onderzoek naar voren dat zowel burgerjournalisten als beroepsjournalisten weinig gebruik maken van journalistieke codes. Het advies voor beide groepen journalisten luidt dit wel te doen om de kwaliteit van (burger)journalistieke content hoog te houden op zowel de traditionele media (print, radio en televisie) als op de nieuwe platformen internet en sociale media. Op deze manier zal de nieuwsconsument juist, objectief en betrouwbaar nieuws tot zich krijgt en dus juist geïnformeerd worden. De beroepsjournalisten doen er verstandig aan de verschillende journalistieke codes te hanteren. De burgerjournalist kan ook gebruik maken van deze codes, maar ook van online codes zoals The Bloggers Code of Ethics. Scriptie | Emmy van Driel 57 11 Evaluatie 11.1 Onderzoeksproces In januari 2013 is dit onderzoek gestart. Het voorstel werd goedgekeurd zonder dat er verdere problemen optraden. Ook het verrichten van deskresearch verliep zonder problemen. In een maand tijd was de nodige basisinformatie gevonden om dit onderzoek tot een succes te kunnen brengen. Bij het schrijven van het Plan van Aanpak ontstonden er problemen: het onderzoek was te breed. Door het onderzoek af te bakenen en de onderzoeksvraag kleiner te maken, werd dit probleem echter verholpen (voor het Plan van Aanpak, zie bladzijde 81). Nadat het Plan van Aanpak werd goedgekeurd door de examencommissie, werden de interviewkandidaten benaderd. Dit verliep relatief gemakkelijk. De journalisten van de NOS wilden allen graag meewerken. Een tweede probleem kwam ik tegen tijdens het benaderen van de wetenschappers. Aanvankelijk wilde ik graag deskundige Nel Ruigrok spreken. Zij was tijdens het onderzoek echter in het buitenland en had zodoende geen tijd mij te woord te staan. Daarom werd er gekozen voor een collega van Nel Ruigrok: Carina Jacobi. Deze onderzoekster heeft ook meegewerkt aan het onderzoek van de Nederlandse Nieuwsmonitor en kon me veel vertellen over het onderzoek rondom de zaak Haren. De deskundige op het gebied van (burger)journalistiek, Alexander Pleijter, wilde graag meewerken aan het onderzoek. De journalisten werkzaam bij de BBC waren niet makkelijk benaderbaar. Na weken van contact zoeken kreeg ik twee journalisten te spreken: Eltringham en Holligan. Ik heb meerdere pogingen gedaan om in contact te komen met journalist Andy Moore, maar helaas is dit niet gelukt. Echter, Eltringham en Holligan hebben dusdanig veel informatie kunnen verschaffen dat het onderzoek toch tot een succes kon worden gebracht. De interviews verliepen goed en de informatie was bijzonder nuttig voor deze scriptie. Nadat het onderzoek afgerond was, werden de hoofdstukken geschreven. Ook dit verliep zonder veel problemen. De scriptie werd ingeleverd. Echter, deze werd onvoldoende bevonden. Om die reden zijn er in de laatste twee weken veel dingen veranderd in deze scriptie. Er is extra onderzoek gedaan, de interviews zijn nog eens goed nagelezen en de teksten herschreven. 11.2 Validiteit en generaliseerbaarheid 11.2.1 Interviews Om een antwoord te kunnen vinden op mijn probleemstelling, heb ik deskresearch verricht en interviews gehouden. Aan de hand van een topiclist zijn de vragen voor de interviews opgesteld (voor de topiclist, zie pagina 71). De interviews zijn gehouden met journalisten, wetenschappers en een deskundige op het gebied van journalistiek (voor de interviews, zie pagina 71 tot en met 84). Hoewel er in de eerste instantie voor gekozen was om slechts één wetenschapper te interviewen, zijn het er uiteindelijk twee geworden. Hiervoor is gekozen Scriptie | Emmy van Driel 58 omdat beide wetenschappers weliswaar onderzoek hebben gedaan naar Haren, maar Jacobi deed dit vanuit de Nederlandse Nieuwsmonitor en Van Dijk deed dit voor commissie Project X. BBC-verslaggever Andy Moore is helaas niet geïnterviewd. De overige twee BBC verslaggevers Matthew Eltringham en Anna Holligan hebben echter veel informatie verstrekt, dat bijzonder nuttig was voor dit onderzoek. Alle geïnterviewden zijn zorgvuldig bij elkaar gezocht en geselecteerd op basis van hun kennis en ervaringen. 11.2.2 Deelvragen en generaliseerbaarheid De deelvragen die aan het begin van het onderzoek zijn opgesteld (deelvraag een tot en met drie), zijn voornamelijk gericht op deskresearch. Bij de volgende deelvragen is er deskresearch verricht en zijn er interviews gehouden om een goed antwoord te krijgen op de deelvragen. Omdat in dit onderzoek vooral de ervaringen en meningen van journalisten centraal staan, kunnen de antwoorden en dus ook de resultaten van dit onderzoek afwijkend zijn. Omdat de uitkomsten van dit onderzoek bij een vervolgonderzoek mogelijk niet hetzelfde zijn, is dit onderzoek matig generaliseerbaar. 11.2.3 Representativiteit Hoeveel journalisten er in Nederland zijn is niet bekend. Journalistiek is tenslotte een vrij beroep. Ik heb in totaal vijf journalisten gesproken, die door mij selectief gekozen zijn. Zo is onder andere goed gekeken naar de functie van de journalisten bij de NOS of de BBC, om er zeker van te zijn dat de antwoorden van de journalisten relevant maar ook representatief zouden zijn. Zo is een van de geïnterviewde journalisten een chef, een ander een verslaggever en weer een ander een correspondent. De geïnterviewden zijn representatief voor de groep die zij vertegenwoordigen. Ook de onderzoekers van beide rapporten over de rol van media tijdens de rellen in Haren, zijn geselecteerd op hun functie. Beiden hebben zij onderzoek naar de zaak gedaan en deze bevindingen vervolgens opgeschreven in de officiële rapporten. Ook de deskundige op het gebied van (burger)journalistiek, Alexander Pleijter, is met zorg uitgekozen, omdat zijn kennis van het onderwerp bijzonder groot is. 11.3 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek Dit onderzoek biedt mogelijkheden tot een vervolgonderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op het onderzoek dat nu, in 2013, gedaan is. Echter, de technologische revolutie is nog in volle gang en het medialandschap blijft zich ontwikkelen. Zodoende zullen er in de toekomst in de journalistiek meer veranderingen plaatsvinden. Een nieuw onderzoek naar de beïnvloeding van het werk van de beroepsjournalist door burgerjournalistiek zal dan nodig zijn. Gezien de snelheid waarmee nieuwe technologische middelen zich ontwikkelen kan dit onderzoek over ongeveer vijf jaar opnieuw gedaan worden. Er kan onderzoek gedaan worden naar welke media belangrijk zijn voor de totstandkoming van burgerjournalistiek, op welke media beroepsjournalisten verslag zouden moeten doen en wat de rol van de beroepsjournalist is. Scriptie | Emmy van Driel 59 12 Literatuurlijst Aldred, J., Astell, A., Behr, R. et.al. (maart 2008) The world’s 50 most powerful blogs. Geraadpleegd op: 14 april 2013, van: http://www.guardian.co.uk/technology/2008/mar/09/blogs Allan, S, Sonwalker, P. & Carter, C. (oktober 2007) Bearing witness: citizen journalism and human rights issues. Globalisation, Societies and Education. 2007. p. 373–389 Amnesty International (2013) Shooting the messenger: Journalists targeted by all sides in Syria. [ Rapport] Amnesty International Ltd. London. ANP (augustus 2011) Rellen in Londen na dodelijke schietpartij. Geraadpleegd op: 28 maart 2013, van: http://www.nu.nl/buitenland/2583807/rellen-in-londen-dodelijke-schietpartij.html Bakker, T en Paterson, C.(2011) The new frontiers of journalism: citizen participation in the United Kingdom and the Netherlands. In: Brants, K en Voltmer, K. (2011) Political Communication in Postmodern Democracy: challenging the primacy of politics. Londen: Palgrave Macmillan. Ball, J. en Lewis, P. (december 2011) Twitter and the riots: how the news was spread. Geraadpleegd op: 12 mei 2013, van: http://www.guardian.co.uk/uk/2011/dec/07/twitter-riotshow-news-spread BBC (2013) BBC Branding. Geraadpleegd op 28 maart 2013, van: http://www.bbc.co.uk/branding/ BBC (2013) The BBC story. Geraadpleegd op: 28 maart 2013, van: http://www.bbc.co.uk/historyofthebbc/radio90/index.shtml BBC (2013) BBC Academy: BBC College of Journalism. Geraadpleegd op: 28 maart 2013, van: http://www.bbc.co.uk/academy/collegeofjournalism BBC (maart 2013) Have your say. Geraadpleegd op: 30 maart 2013, van: http://www.bbc.co.uk/news/have_your_say/ BBC (oktober 2011) London riots: Metropolitan Police response report. Geraadpleegd op: 29 maart 2013, van: http://www.bbc.co.uk/news/uk-england-london-15433404 Scriptie | Emmy van Driel 60 Belleghem, van, S. (2011). Social media around the World 2011. Geraadpleegd op: 16 februari 2013, van: http://www.slideshare.net/stevenvanbelleghem/social-media-around-theworld-2011 Benschop, A. (2013) Fatsoen moet je ook online doen: internet als digitale schandpaal. Geraadpleegd op: 1 mei 2013, van: http://www.sociosite.org/fatsoen.php Berghel, H. (1997) Cyberspace 2000: dealing with information overload. Communications of the ACM. 2000. p. 19 – 24 Blanken, H. en Deuze, M. (2003) Internet in de journalistiek. De mediarevolutie: 10 jaar www in Nederland. 2003. Boom. Blanken, H. en Brouwers. B. (2007) Concept-code van Genootschap van Hoofdredacteuren. Geraadpleegd op: 16 maart 2013, van: http://www.denieuwereporter.nl/2007/12/conceptcode-van-genootschap-van-hoofdredacteuren/ Blanken, den M, Bockmeer, H en Munck, de S. (februari 2003) Maatschappelijke informatievoorziening via internet [Rapport] Nederlandse Organisatie voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Boon, L. (augustus 2011) Rellen in Londen breiden zich uit – Cameron komt terug van vakantie. Geraadpleegd op: 28 maart 2013, van: http://www.nrc.nl/nieuws/2011/08/08/rellenin-londen-houden-aan/ Bowman, S. en Willis, C. (2003) We Media: How audiences are shaping the future of news and information. New York: American Press Institute. Boyd, D. en Ellison, N.(2007) Social Network Sites: Definition, History and Scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication. 2007. p. 210–230 Broekhoven, van, R. (oktober 2012) Haren & hoe journalisten parasieten werden. Geraadpleegd op: 27 april 2013, van: http://www.journalismlab.nl/2012/10/haren-hoejournalisten-parasieten-worden/ Brown, F. (maart 2007) When the audience does the reporting. With media outlets clamoring for more 'citizen journalism. Quillt. Brown, M. (december 2012) Citizen journalism in 2012. Geraadpleegd op: 14 april 2013 van: http://blog.storyful.com/2012/12/27/citizen-journalism-in-2012/#.UXu6TbUqaAg Scriptie | Emmy van Driel 61 Bruns, A. (2010) From Reader to Writer: Citizen Journalism as News Produsage. Geraadpleegd op: 14 april 2013, van: http://snurb.info/files/2010/From%20Reader%20to%20Writer.pdf\ Bunz, M (maart 2010) BBC teams up with citizen journalists' network Global Voices. Geraadpleegd op: 16 maart 2013, van: http://www.guardian.co.uk/media/pda/2010/mar/09/blogging-digital-media Burgt, van der C., Schönbach, K. En Van der Wurff, R. (oktober 2008) Journalism Ethics in Perspective: Desirability and Feasibility of a Separate Code of Conduct for Online Journalism. Geraadpleegd op: 20 april 2013, van: http://theendofjournalism.wdfiles.com/local-files/vandeburgtetal/Christel%20van%20de%20Burgt.pdf Carpenter, S. (april 2008) Source Diversity in U.S. Online Citizen Journalism and Online Newspaper Articles. Geraadpleegd op: 1 mei 2013 Carpenter, S. (2010) A study of content diversity in online citizen journalism and online newspaper articles. Geraadpleegd op: 24 april 2013, van: http://online.journalism.utexas.edu/2008/papers/OnlineCitizenJournalism_Carpenter.pdf Commissie ‘project X Haren’ (maart 2013) De weg naar Haren [deelrapport] Commissie ‘project X’ Haren Commissie ‘project X’ Haren (maart 2013) Twee werelden: you only live once. [rapport] Commissie ‘Project X’ Haren COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (2010) Twitter in Crisiscommunicatie. Een onderzoek naar de mogelijkheden van het gebruik van Twitter tijdens crises. [rapport] COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. Cridland, J. (2011) Mapping the riots. Geraadpleegd op: 23 juni 2013, van: http://james.cridland.net/blog/mapping-the-riots/ Dasselaar, A. (2012) Social Media survival: de overlevingsgids voor journalisten. Amsterdam: ISOPEDA. Denekamp, M., Jacobi, C., Janssen, K. et.al. (Maart 2013) Project X Haren: een mediahype, maar vooral ná de rellen. [rapport] Nederlandse Nieuwsmonitor Dersjant, T.(z.j.) Laat duizend gedragscodes bloeien. Geraadpleegd op: 9 maart 2013, van: http://www.villamedia.nl/journalist/n/kwaliteit/gedragscode3.shtm Scriptie | Emmy van Driel 62 De Uitgeeffabriek (september 2012) @HarenLive: 12.000 volgers in vier uur. Geraadpleegd op: 13 april 2013, van: http://deuitgeeffabriek.nl/blog/harenlive-12-000-volgers-in-vier-uur/ Dijk, van J. [Persoonlijk interview] 2 april 2013 Domingo, D, Heinonen, A en Paulussen, S et.al. (2007) Doing It Together: Citizen Participation In The Professional News Making Process. Observatorio Journal. 2007. p. 131 -154 Drayer, E. (2011) Boze heren en oude meisjes. Geraadpleegd op: 16 februari 2013, van: http://www.vn.nl/Archief/Media/Artikel-Media/Boze-heren-en-oude-meisjes.htm Drok, N. F. (2007). De toekomst van de journalistiek. Amsterdam: Boom Drok, N en Schwarz, F (2009) Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid. Geraadpleegd op: 25 juni 2013, van: http://www.nieuwsindeklas.nl/inspiratie/jongeren-nieuwsmediabetrokkenheid/download-publicatie/ Duffy, A., Freelon, D en Howard, P. et.al. (2011) Opening Closed Regimes: What Was the Role of Social Media During the Arab Spring? Geraadpleegd op: 28 april 2013, van: http://pitpi.org/wp-content/uploads/2013/02/2011_Howard-Duffy-Freelon-Hussain-MariMazaid_pITPI.pdf Efftring, M. en De Rek, W. (oktober 2002) Mondig geworden burger slaat terug naar media. Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/638532/2002/10/04/Mondiggeworden-burger-slaat-terug-naar-media.dhtml Elskamp, G. (januari 2012) Nederland heeft hoogste aantal internetaansluitingen. Geraadpleegd op: 02 mei 2013, van: http://www.pcmweb.nl/nieuws/nederland-heefthoogste-aantal-internetaansluitingen.html Engelfriet, A. (februari 2012) Wanneer is iemand (burger)journalist. Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: http://www.iusmentis.com/meningsuiting/nieuws-journalistiek/wanneerburgerjournalist/#meningen Fijter, de N. (z.j). burgerjournalistiek. In: Drok, N. (red.) De toekomst van de journalistiek. (p. 152-159) Amsterdam: Boom Fisher, H. (2008) Response to Disaster: Fact Versus Fiction and its Perpetuation. New York: University Press Of America. Scriptie | Emmy van Driel 63 Friend, C. & Singer, B. (2007) Online Journalism Ethics: Traditions and Transitions. New York: M.E. Sharpe Inc. Geenstijl (2013) Huisregels. Geraadpleegd op: 1 mei 2013, van: http://www.geenstijl.nl/paginas/huisregels.php Gil de Zúñiga, H. en Kaufhold, K. en Valenzuela, S. (september 2010) Citizen Journalism and Democracy: How User-Generated News Use Relates to Political Knowledge and Participation. Journalism & Mass Communication Quarterly. 2010. p. 515-529 Gillebaard, H., Kaashoek, B en Ongena, G. et.al. (februari 2008) Breedband en de gebruiker 2007. [Rapport] Dialogic. Glasser, T.L. (1999) The idea of public journalism. New York: The Guilford press. Griend, van de R, (augustus 2008) Dominique Weesie van GeenStijl: ‘Bij inbreken ligt voor ons de grens’. Geraadpleegd op: 27 april 2013, van: http://www.vn.nl/Standaard-MediaPagina/Dominique-Weesie-van-GeenStijl-Bij-inbreken-ligt-voor-ons-de-grens.htm Goode, L. (2009) Social news, citizen journalism and democracy. New media and society. 2009. p. 1287-1305. Gross, D. (maart 2010) Survey: More Americans get news from Internet than newspapers or radio. CNN. Geraadpleegd op: 02 mei 2013, van: http://edition.cnn.com/2010/TECH/03/01/social.network.news/index.html Gunter, J. (augustus 2011) London riots: journalists attacked across city. Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.journalism.co.uk/news/london-riots-journalists-attackedacross-city/s2/a545531/ Haikonen, A. (2008) ‘Have Your Say’. Interactivity as a professional value in the BBC radio programming. Geraadpleegd op: 26 juni 2013, van: http://tutkielmat.uta.fi/pdf/gradu03344.pdf Halliday, J. (maart 2012) UK riots 'made worse' by rolling news, BBM, Twitter and Facebook. Geraadpleegd op: 29 maart 2013, van: http://www.guardian.co.uk/media/2012/mar/28/ukriots-twitter-facebook Haren- Beelden project X Haren (september 2012) [video] Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.youtube.com/watch?v=FbN_BFi45e8 Scriptie | Emmy van Driel 64 @Have Your Say (2013) Twitter Heemstra, van M. (oktober 2007) Burgerjournalistiek / Zelf journalistje spelen. Geraadpleegd op: 3 mei 2013, van: http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1370071/2007/10/05/BurgerjournalistiekZelf-journalistje-spelen.dhtml Heijdendael, S. (juni 2009) Twitter als primaire nieuwsbron voor Iran? Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: http://www.radio1.nl/items/6386-twitter-als-primaire-nieuwsbron-voor-iran Hermes, J. (mei 2013) Who is a journalist? Here we go again. Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: http://www.dmlp.org/blog/2013/who-journalist-here-we-go-again%E2%80%A6 Hermida, A. (juli 2010) Twittering the news: The emergence of ambient journalism. Journalism practice. p. 297-308 Himelboim, I. & Limor, Y. (2006) Journalism and moonlighting: An international comparison of 242 codes of ethics. Journal of Mass Media Ethics 2006. p. 265 – 285 Holligan, A. [Persoonlijk interview] 15 april 2013 Horrocks, P. (januari 2008) Value of citizen journalism. Geraadpleegd op: 16 maart 2013, van http://www.bbc.co.uk/blogs/theeditors/2008/01/value_of_citizen_journalism.html Jacobi, C. [Persoonlijk interview] 21 maart 2013 Jacoby, J. (November 1977) Information Load and Decision Quality: Some Contested Issues. Journal of Marketing Research. 1977. p. 569-573 Janssen, M, C. (2010) A Framing Analysis of Weblogs and Online Newspapers. Geraadpleegd op: 28 februari 2013 van: http://scholarworks.sjsu.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=4807&context=etd_theses Kelly, J. (2009). Red kayaks and hidden gold: the rise, challenges and value of citizen journalism. Geraadpleegd op: 19 februari 2013, van: http://www.slideshare.net/victori98pt/the-rise-challenges-and-value-of-citizen-journalism Khamis, S. Vaughn, K. (zomer 2011) Cyberactivism in the Egyptian Revolution: How Civic Engagement and Citizen Journalism Tilted the Balance. Arab Media and Society. 2011. p.137 Scriptie | Emmy van Driel 65 Khondker, H. (november 2006) Role of the new media in the Arab spring. Globalisations. 2011. p. 675-679 Kirk, D. (2011) The Glorious summer of 2011: Leaking, Tweeting, Blogging, Hacking and rioting. The Journal of Criminal Law. 2011. p. 441–444 Kloet, de G. [Persoonlijk interview] 5 maart 2013 Kovach, B. & Rosenstiel, T. (2007) The elements of journalism: What Newspeople Should Know and the Public Should Expect. New York: Three Rivers Press. Kovach, B. & Rosenstiel, T. (2010) Blur: How to Know What’s True in the Age of Information Overload. New York: Bloomsbury. Krotoski, A. (januari 2012) Internet Research & Ethics: The Case of the London Riots Analysis. Geraadpleegd op: 12 mei 2013, van: http://dmlcentral.net/blog/aleks-krotoski/internet-research-ethics-case-london-riots-analysis Laville, S, Williams, R. & Norton-Taylor, R. (april 2009) Four years, 52 dead, £100m - no convictions. Geraadpleegd op: 11 maart 2013, van: http://www.guardian.co.uk/uk/2009/apr/29/july-7-london-bomb-trial Lemm, R. (2011). Dynamiek. Geraadpleegd op: 15 februari 2013, van: http://www.villamedia.nl/opinie/bericht/dynamiek/ Lemoine, R. (november 2009). Belgische koningin weer dood verklaard. Geraadpleegd op: 26 februari 2013, van: http://www.elsevier.nl/web/Stijl/Society/249794/Belgische-koninginweer-dood-verklaard.html/ London Riots - BBC reporter attacked- terrifying footage- BBC uncut. (augustus 2011) [video] Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.youtube.com/watch?feature=endscreen&v=5DhY1uKq6r4&NR=1 Mediafacts. (oktober 2012) NOS-directeur wil meer evenwicht in opinievorming publieke omroep. Geraadpleegd op: 26 april 2013, van: http://www.mediafacts.nl/nieuws/nosdirecteur-wil-meer-evenwicht-in-opinievorming-publieke-omroep/ Mediawijsheid. (2014) Wat is mediawijsheid? Geraadpleegd op: 19 februari 2013, van: http://www.mediawijsheid.nl/site/228Wat+is+Mediawijsheid%3F_21.html Scriptie | Emmy van Driel 66 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2012) Opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking. Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: http://www.trendsinbeeld.minocw.nl/grafieken/3_1_2_31.php Mirkinson, J. (augustus 2011) Reporters attacked in London riots: CNN, BBC, Channel 4 and Sky journalists all targeted. Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.huffingtonpost.com/2011/08/09/london-riots-reporters-attacked_n_921908.html Moore, M. (2010) China makes Skype illegal. Geraadpleegd op: 18 februari 2013, van: http://www.telegraph.co.uk/technology/internet/8231444/China-makes-Skype-illegal.html Morozov, E. (2011) The Net Delusion: The dark side of internet freedom. New York: Perseus Books. Musschoot, I. en Lombaerts, B. (2010) Media in beweging, handboek voor de professional. Leuven: LannooCampus. Nederlandse Vereniging voor de Journalistiek (2008) Ethiek: De Code voor de Journalistiek. Geraadpleegd op: 9 maart 2013, van: http://www.nvj.nl/ethiek/code-voor-de-journalistiek Nevejan, M. (april 2011) De revolutie van Al Jazeera. Geraadpleegd op: 2 april 2013, van: http://www.vn.nl/Archief/Buitenland/Artikel-Buitenland/De-revolutie-van-Al-Jazeera.htm Newburn, T. (2012) Counterblast: Young People and the August 2011 Riots. The Howard Journal of Criminal Justice. 2013. p. 331–335. Newman, N. (September 2009) The rise of social media and its impact On mainstream journalism. Geraadpleegd op: 15 juni 2013, van: http://www.sssup.it/UploadDocs/6635_8_S_The_rise_of_Social_Media_and_its_Impact_on_ mainstream_journalism_Newman_07.pdf Newman360 (augustus 2010) I hate George Bush. Geraadpleegd op: 20 juni 2013, van: http://www.experienceproject.com/groups/Hate-George-Bush/236 Nieuwsblog (2013) nieuwsblog: actualiteiten bespreekbaar. Geraadpleegd op: 21 juni 2013, van: http://www.nieuwsblog.nl/ Nip, M, Y.(2006) Exploring the second phase of public journalism. Journalism Studies. 2006. p. 212-236 @NOScommunitie (2013) Twitter Scriptie | Emmy van Driel 67 NOS (oktober 2011) ‘NOS.nl betrouwbaarste nieuwssite’. Geraadpleegd op 14 juni 2013, van: http://nos.nl/artikel/307471-nosnl-betrouwbaarste-nieuwssite.html NOS (2012) Wat is NOS net? Geraadpleegd op: 10 april 2013, van: http://nos.nl/artikel/346986-wat-is-nos-net.html NOS (2013) Feiten en cijfers. Geraadpleegd op: 31 maart 2013, van: http://over.nos.nl/organisatie/feiten/over-de-nos/taken NOS (2013) Ontstaansgeschiedenis. Geraadpleegd op: 31 maart 2013, van: http://over.nos.nl/organisatie/feiten/ontstaansgeschiedenis NOS (2013) Over de NOS. Geraadpleegd op: 31 maart 2013, van: http://over.nos.nl/ NOS (2013) Vragen en reacties. Geraadpleegd op: 15 april 2013, van: http://over.nos.nl/contact/vragen-en-reacties NVJ (2008) Ethiek: de Code voor Journalistiek. Geraadpleegd op: 15 februari 2013, van: http://www.nvj.nl/ethiek/code-voor-de-journalistiek NOS op Facebook (2013) NOS. Geraadpleegd op: 20 juni 2013 van: https://www.facebook.com/nos @Ooggetuige (2013) Twitter Parsons, P. en Smith, W. (1988) A Case Study in Newsroom Decision Making. Journal of Mass Media Ethics. 2009. P. 4 – 94 Paterson, C. (2005) News Agency dominance in international news. In: Compton, J., Gasher, M. & Skinner, D. (red.) Converging Media, Diverging Politics: A Political Economy of News Media in the United States and Canada. 2005. Oxford: Lexington Books. Peters, N. (augustus 2011) Twitter and its role in the London riots. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://socialmediatoday.com/marketmesuite-app/332769/can-riots-londonbe-blamed-tweeting Phillips, R, Frosts, D. en Singleton, A. (maart 2012) Researching the Riots. The Geographical Journal. 2013. p. 3–10. Pilling, R. (2006) Local journalism and local media: making local news. Oxon: Routledge. Pleijter, A. [Persoonlijk interview] 17 maart 2013 Scriptie | Emmy van Driel 68 Poortman, S. en Sloep, P. B. (2005) Weblogs in het onderwijs. Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://dspace.ou.nl/handle/1820/705 Pownews uitzending (september 2012) [video] Geraadpleegd op: 12 mei 2013, van: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1290646 Pritchard, D, en Morgan M, P. (1989). Impact of ethics codes on judgments by journalists: A natural experiment. Journalism Quarterly. 1989. p. 934-941 Procter, R. (juli 2012) #Riotcleanup: Reading the riots on Twitter. Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://microsites.oii.ox.ac.uk/ipp2012/rob-procter-riotcleanup-reading-riots-twitter Procter, R., Vis, F en Voss, A. (December 2011) How riot rumours spread on Twitter. Geraadpleegd op: 27 april 2013, van: http://www.guardian.co.uk/uk/interactive/2011/dec/07/london-riots-twitter Publishr.nl magazine. Liones (juli 2010) Social Media gebruiken doe je zo! Geraadpleegd op: 30 maart 2013, van: http://www.publishr.nl/2010/07/social-media-gebruiken-doe-je-zo/ Quantcast (2013) Huffingtonpost.com Uniques. Geraadpleegd op 14 juni 2013, van: https://www.quantcast.com/huffingtonpost.com Reading the riots: Investigating England’s summer of disorder. (December 2012) [rapport] The Guardian en The London School of Economics and Political Science Reese, S, Rutigilano, L. en Kideuk, H. et.al. (2007) Mapping the blogosphere: Professional and citizen-based media in the global news area. Geraadpleegd op: 19 februari 2013, van: http://journalism.utexas.edu/sites/journalism.utexas.edu/files/attachments/reese/reeserutigliano-8-3-B-copy.PDF Rellen en vernielingen in Haren (september 2012) [video] Geraadpleegd op: 27 april 2013, van: http://nos.nl/artikel/421413-gewonden-bij-facebookfeest-haren.html Reporters attacked in London riots: CNN, BBC, Channel 4 and Sky journalists. (augustus 2011) [video] Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.youtube.com/watch?v=6RoZdZ2baO8 Riots Communities and Victims Panel. (2012) After the riots: The final report of the Riots Communities and Victims Panel. [rapport] Riots Communities and Victims Panel. Scriptie | Emmy van Driel 69 Robertson, R. (maart 2013) Social media at the BBC: Bridging the gap between audience and production. Geraadpleegd op: 16 april 2013, van: http://www.bbc.co.uk/blogs/internet/posts/Social-Media-at-the-BBC Rosenberry, J. en St. John, B. (2010) Public journalism 2.0: The Promise and Reality of a citizen-engaged Press. New York: Routlegde Press. Safran, S (z.j.) How Participatory Journalism Works. Geraadpleegd op: 11 maart 2013, van: http://www.nieman.harvard.edu/reports/article/100564/How-Participatory-JournalismWorks.aspx Sambrook, R. (2005) Citizen journalism and the BBC. Geraadpleegd op: 10 april 2013, van: http://www.nieman.harvard.edu/reportsitem.aspx?id=100542 Stilbeeld uit videoclip BBC News (augustus 2011) [foto] Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.bbc.co.uk/news/uk-14449675 Tangerman, H. (2008) Digitale zeepkisten. Geraadpleegd op: 24 maart 2013, van: http://www.hiddetangerman.nl/artikelen/digitalezeepkisten.pdf Thurman, N. (februari 2008) Forums for citizen journalists? Adoption of user generated content initiatives by online news media. [paper] Sage Publications ltd. Timmermans, N., Van Es, C en van den Steenhoven, J. (2011) Burgerjournalistiek: een verkennend onderzoek. [Rapport] Stichting Nederland Kennisland. Tottenham Riots 2011- Police car attack, BBC reporter runs (augustus 2011) [video] Geraadpleegd op: 19 april 2013, van: http://www.youtube.com/watch?v=CNPyVaZsbM0 Twitter and the riots: how news was spread. (december 2011) [foto] Geraadpleegd op: 30 maart 2013, van: http://www.guardian.co.uk/uk/2011/dec/07/twitter-riots-how-news-spread Van Dale (2012) Betekenis journalist. Geraadpleegd op: 17 februari 2013, van: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=journalist&lang=nn Vasterman, P.L.M. (2010) De digitale schandpaal: de invloed van internet op het verloop van affaires en schandalen. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap. 2010. p. 118 - 138. Verhoeven, N. (2004) Wat is onderzoek? Den-Haag: Boom Lemma Uitgevers Vermeulen, G. (2007) Privacy en strafrecht: nieuwe en grensoverschrijdende verkenningen. Antwerpen: Maklu. Scriptie | Emmy van Driel 70 Villamedia (2011) Nederland heeft 16.000 burgerjournalisten. Geraadpleegd op: 18 februari 2013, van: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/nederland-heeft-16.000burgerjournalisten/52932/ Villamedia (juli 2010). Wantrouwen tegenover burgerjournalistiek. Geraadpleegd op: 2 mei 2013, van: http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/wantrouwen-tegenoverburgerjournalistiek/48486/ Volota, T. (augustus 2012) Citizen journalism: and the walls came tumbling down. Geraadpleegd op: 17 april 2013, van: http://www.real.com/resources/citizen-journalism-sites Vries, de B [Persoonlijk interview] 24 april 2013 VVOJ (2005) Investigative Journalism in Europe. [Rapport] Vereniging van Onderzoeksjournalisten. Wardle, C. en Williams, A. (2010) Beyond user-generated content: a production study examining the ways in UGC is used within the BBC. Media, Culture and Society. Wurff, van der, R en Shonbach, K. (2011) De effectiviteit van journalistieke codes: een literatuurstudie. [onderzoek] Universiteit van Amsterdam. YouTube CEO Says Journalists Needed Now More Than Ever. (November 2012) [Video] Geraadpleegd op: 13 april 2013, van: http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=WpP5JkICyZw#t=76s Zande, van der M. [Persoonlijk interview] 19 april 2013 Zande, van der M. (juni 2013) Twitter-pagina @vanderzande. Geraadpleegd op: 14 juni 2013, van: https://twitter.com/vanderzande Scriptie | Emmy van Driel 71 13 Bijlagen 13.1 Topiclist Interviews Burgerjournalistiek: Hoe belangrijk zijn sociale media? Hoe wordt er over burgerjournalistiek gedacht? Wat zijn de voor- en nadelen van burgerjournalistiek? Hoe maakt men bij de NOS en de BBC gebruik van burgerjournalistiek? In welke situaties wordt het meest gebruik gemaakt van burgerjournalistieke bijdragen? Hoe worden burgerjournalistieke bijdragen verzameld? Heeft de komst van burgerjournalistiek de manier van verslaggeving veranderd? Haren/ Londen: Welke invloed hadden zowel traditionele media als sociale media tijdens de rellen? Hoe werd er tijdens de rellen in Haren/Londen verslag gedaan van de rellen? Welke rol speelde burgerjournalistiek in de verslaggeving van Haren/Londen? Hoe betrouwbaar was burgerjournalistiek tijdens de rellen? 13.2 Uitgeschreven interviews 13.2.1 Interview met Bas de Vries Wat is het doel van NOS net? ‘Om met behulp van een netwerk meer informatie en kennis te vergaren dan een redactie alleen kan. Met die informatie kunnen we heel veel nieuws maken.’ Kunt u iets vertellen over de nieuwspartners? ‘Via NOS Net onderhouden we het contact met de nieuwspartners en vragen we of ze ons meer kunnen vertellen over bepaalde zaken in het nieuws. De nieuwspartners hebben verschillende achtergronden: bakkers, makelaars, verpleegsters, mensen in de politiek, docenten en advocaten. Alles zit er tussen. We checken de nieuwspartners niet bij aanmelding, maar pas wanneer we hun kennis willen gebruiken. Neem bijvoorbeeld de miljoenennota. Ik geloof vorig jaar op Prinsjesdag, hebben we economen gevraagd wat de miljoenennota betekende voor de maatschappij’ Is tweerichtingsverkeer belangrijk voor de NOS? ‘Het is heel erg belangrijk. De inbreng van de burger is heel nuttig voor de NOS. Zo weten we wat er leeft in de samenleving.’ Scriptie | Emmy van Driel 72 Worden sociale media ingezet om contact te leggen met mensen? ‘Ja. Iedereen zit tegenwoordig op Twitter en Facebook, dus sociale media zijn heel belangrijk voor het contact met burgers.’ Hoe denkt u over de relevantie van burgerjournalistieke bijdragen? ‘Natuurlijk is niet alle informatie even relevant. Wat we merken is dat veel nieuwspartners het lastig vinden om nieuws te herkennen en dus aan te geven wat belangrijk is en niet. Wat wij misschien heel erg belangrijk en nieuwswaardig vinden, vinden zij totaal oninteressant. Andersom werkt dit ook zo. En zo zie je dat burgers niet meteen journalisten zijn alleen omdat ze informatie verstrekken.’ Wat gebeurt er met de bijdragen? ‘We maken er in de praktijk veel gebruik van. Nu bijvoorbeeld, waren we op zoek naar deskundigen op het gebied van economie. Wij benaderen dan onze nieuwspartners en zij komen met informatie en ideeën die wij vervolgens weer gebruiken. Ik geloof dat er momenteel gewerkt wordt aan drie of vier informatieberichten die behandeld zullen worden in een nieuwsuitzending van de NOS. Zo zie je dus, we gebruiken de informatie ook echt.’ Worden de bijdragen geverifieerd? ‘Ja, zeker weten. Alles wordt gecontroleerd. Daar zijn we bij de NOS sowieso nogal happig op. Je moet zeker weten dat de verhalen kloppen voordat je ze het land in helpt. We kijken welk nieuws we binnen krijgen en of de informatie relevant is. Dan bellen we meestal de nieuwspartner en vragen we wat voor werk hij doet, welke ervaringen hij heeft met het onderwerp en of hij vaker bijdragen heeft geleverd. De inzendingen worden door verschillende journalisten gecontroleerd op nieuwswaarde en betrouwbaarheid door bijvoorbeeld te controleren of ANP er al over bericht.’ Wat is de toegevoegde waarde van NOS Net? ‘Een journalist moet een goed netwerk hebben. Journalisten zitten meer en meer in mediaparken en zijn steeds minder op straat te vinden. Met internet en dergelijke is dat minder nodig. Dan is het juist heel fijn om zo’n groot netwerk te hebben van experts die veel weten: dingen die jij en ik niet altijd weten. We krijgen heel veel nuttige informatie binnen.’ Je zei dat je tegen de term burgerjournalistiek bent en dat je het liever co-creatie noemt. Waarom ben je tegen de term burgerjournalistiek? ‘Ik vind het een waanzinterm. Burgers bedrijven geen journalistiek, als ze dat deden zouden ze gewoon journalisten zijn. En dat zijn ze niet. Ze passen de normen die wij journalisten gebruiken niet toe. Denk aan objectiviteit, hoor en wederhoor en dergelijke. Journalistiek is een vak. Een vak waar veel mensen talent voor hebben, maar dat wel absoluut een vak is. ‘Burgerjournalistiek’ dat werkt niet. Wat wel werkt is een samenwerking. Vandaar dat ik liever de term co-creatie gebruik. Burgers weten heel erg veel, veel meer dan wij op een Scriptie | Emmy van Driel 73 redactie weten. Wij zijn weer beter in nieuws herkennen en de informatie duiden. Zij vertellen het en wij doen er iets mee: dat is een prachtige samenwerking.’ Denkt u dat burgerjournalistiek een steeds belangrijkere rol zal innemen in het dagelijks bestaan? ‘De samenwerking tussen journalisten en burgers is heel belangrijk en dat zal voorlopig niet veranderen. Ik geloof echt in burgerjournalistiek, maar als onderdeel van een samenwerking met de professionele journalist.’ 13.2.2 Interview Carina Jacobi Voor 21 september was de aandacht van traditionele media nog gering, waarom werd het pas na die datum zo’n hype? ‘Pas op 21 september gebeurde er iets waarover massale verontwaardiging kon ontstaan, en dat ontstond er ook. Maar ook ontstond er een discussie over een schuldvraag: komt het door de oude media, door Facebook of door de relschoppers zelf?’ Op 21 september zelf wordt er op de televisie druk gepraat over Haren, in de dagbladen minder. Kunt u vertellen waarom er op de televisie meer aandacht voor de zaak was dan in de geschreven pers? ‘Naar mijn idee - dit is niet gebaseerd op harde getallen, maar ik heb veel uitzendingen over Project X Haren gezien - leende Haren zich zo goed voor discussie op televisie omdat het daar met beelden uit de film Project X geïllustreerd kon worden. Daardoor heeft het meer impact dan een artikeltje in de krant.’ De commissie Cohen concludeert in haar rapport dat er geen sprake is van een doorslaggevende rol van de massamedia bij het ontstaan van de rellen in Haren. Blijkt dit ook uit het onderzoek van Nieuwsmonitor? ‘De grootste hype rondom Haren kwam pas na de rellen. De media-aandacht als directe oorzaak van rellen is niet door de Nieuwsmonitor onderzocht. Het argument dat wel gebruikt wordt in de discussie over wie er schuldig is, is dat de massamedia een grote rol zouden spelen. En dat is vooral gebaseerd op het feit dat de aandacht voor Haren op sociale media enorm toenam vanaf 18 september, toen ook de massamedia erover gingen berichten. Dat was inderdaad ook zo. Maar er zit nog een hele stap tussen veel aandacht op sociale media en het uitbreken van rellen.’ 13.2.3 Interview Gerard de Kloet Hoe belangrijk zijn sociale media voor het onderhouden van het contact met de doelgroep? ‘Enorm belangrijk. Binding met het publiek is heel belangrijk geworden. Het voordeel van sociale media is dat ze laagdrempelig zijn, want iedereen zit tegenwoordig op Facebook of Twitter. Maar ze zijn ook relatief eenvoudig te monitoren. Dus dat werkt prettig.’ Wanneer maakt NOS op 3 gebruik van burgerjournalistieke bijdragen? Scriptie | Emmy van Driel 74 ‘Ik denk voornamelijk als het publiek op plekken is waar iets gebeurt. Zeker als we er zelf niet bij zijn is dat erg handig, omdat we dan toch informatie hebben over de gebeurtenis.’ Ik neem aan dat u op dergelijke momenten dan veel burgerjournalistieke bijdragen ontvangt. Hoe vindt u bruikbare informatie? ‘Dat is gewoon een kwestie van goed zoeken. Het zoeken naar waardevolle informatie is je vak.’ Waar selecteert u dan op? ‘Op de kwaliteit en de betrouwbaarheid. We bellen mensen na om over de inzending te praten, we checken dingen online en we bekijken de post geschiedenis van iemand. We doen eigenlijk van alles om er voor te zorgen dat we zeker weten dat de informatie waar is.’ U gaf aan de term burgerjournalistiek niet te gebruiken. Kunt u die keuze nader toelichten? ‘Gebruikers (burger is sowieso een vreselijk woord) zijn gewoon extra ogen en oren en een belangrijke bron voor informatie en nieuws. Journalisten kunnen nu niet meer zonder participatie van gebruikers. Dat is geen burgerjournalistiek maar gewoon moderne journalistiek.’ Over moderne journalistiek gesproken: verwacht NOS op 3 in de toekomst meer gebruik te gaan maken van burgerjournalistieke bijdragen? ‘Dat is moeilijk te voorspellen. Maar hopelijk wel. Zoals ik al zei: hoe meer publieksbijdragen (burgerjournalistieke bijdragen ingezonden door publiek), hoe beter.’ 13.2.4 Interview Martijn van der Zande. Wanneer maakte de NOS voor het eerst gebruik van burgerjournalistiek? ‘Dat was denk ik tijdens de tsunami in 2004, toen er delen van Azië werden overspoeld. Toen maakten we veel gebruik van beelden op YouTube en dergelijke.’ Maakt men bij de NOS vaak gebruik van burgerjournalistieke bijdragen? ‘We gebruiken wel regelmatig foto’s en video’s. Zeker als ik er zelf niet bij kan zijn, vind ik het heel handig om via burgerjournalisten toch aan informatie te komen. Maar ik gebruik het pas nadat het gecontroleerd is.’ Hoe denkt u persoonlijk over burgerjournalistieke bijdragen en burgerjournalistiek? ‘Het is heel interessant en kan echt een aanvulling zijn voor de journalistiek, zeker tijdens grote nieuwsgebeurtenissen. Ook voor burgers zelf is het een aanvulling, omdat ze overal en altijd aan informatie kunnen komen. Maar burgerjournalisten zijn geen echte journalisten. Om een voorbeeld te noemen: een tijd geleden was er een opstootje bij een scholierendemonstratie. Ik was aanwezig en concludeerde dat het niet heel ernstig was. Maar iemand van zestien kan dit totaal anders beleven. Dan wordt het een heel ander bericht. Burgerjournalisten zijn niet altijd even betrouwbaar omdat ze niet altijd even Scriptie | Emmy van Driel 75 objectief zijn. Je moet dingen in een kader kunnen plaatsen. Echte journalisten kunnen dat allemaal wel.’ Is uw rol als journalist veranderd sinds de komst van burgerjournalistiek? ‘Ik denk dat onze positie iets verschoven is. Dingen die we eerst deden zijn misschien iets minder belangrijk geworden door burgerjournalistiek. Denk hierbij aan het vinden van nieuws. Dat doen mensen nu zelf. Sterker nog: ze brengen ons het nieuws. In het geval van Haren vond ik het eerste nieuws over de kwestie op het internet, op blogs en op sociale media. Andere zaken zijn juist weer heel belangrijk. Het selecteren van nieuws en dit duiden heeft nu een grotere prioriteit. We moeten de zaken begrijpelijk maken voor de nieuwsconsument door het uit te leggen en achtergrondinformatie te verstrekken Misschien is het belangrijkste wel dat we nu nieuws duiden. Daarom zal de journalist altijd nodig zijn.’ U was aanwezig tijdens de rellen in Haren. Waarom ging u namens de NOS naar Haren toe, terwijl er ook burgerjournalistieke bijdragen beschikbaar waren? ‘Van je eigen mensen weet je dat ze betrouwbaar zijn. Dat ze juiste informatie geven, dat ze objectief zijn en dat ze weten waar ze het over hebben. Daar kun je bij ooggetuigen niet altijd zeker van zijn. In het geval van Haren wist niemand hoe en wat. Zou het groot worden, of zou het met een sisser aflopen? Maar je kunt niet vanuit je luie stoel in Hilversum een berichtje schrijven op basis van wat je ergens hebt gehoord. Je moet er zelf heen gaan om het te ervaren.’ U zegt ‘niemand wist hoe en wat’. Er was aanvankelijk geen persconferentie, er waren geen nieuwsberichten: hoe kwam u aan uw informatie? ‘In het geval van Haren werden er geen officiële persconferenties gehouden of op een andere officiële manier informatie verstrekt waar je als journalist daadwerkelijk wat mee kon. Als er via officiële kanalen weinig nieuws te verkrijgen is, is het slim je te wenden tot de bronnen die er wel zijn en daarvoor kan burgerjournalistiek op dergelijke momenten handig zijn. Natuurlijk moet je die informatie wel controleren door te kijken wat de redactie er over zegt, want echt niet alle informatie is even betrouwbaarheid hoor. Maar je moet dan ook juist extra goed om je heen kijken: wat zie ik, welke sfeer hangt er, wat gebeurt er. Zo zag ik bijvoorbeeld eerst dat er maar weinig mensen waren, maar dat het er steeds meer werden en dat daardoor ook de sfeer veranderde toen het donkerder werd. Toen liep het natuurlijk echt uit de hand. Was ik er niet bij geweest, dan had ik die informatie via via moeten horen. Dat is geen optie. Daarnaast heb ik heel veel relschoppers en inwoners van Haren geïnterviewd, die mij natuurlijk veel konden vertellen. Die wist daar weer iets van, die vertelde me dat er een opstootje was, of dat de politie strenger op ging treden. Om die redenen maken we bij de NOS steeds meer gebruik van wat wij in het vakjargon voxpopjes noemen. Dat is eigenlijk ook een vorm van burgerjournalistiek.’ Commissie Cohen stelt dat traditionele media de gebeurtenis groter hebben gemaakt dan het aanvankelijk was, bent u het hier mee eens? Scriptie | Emmy van Driel 76 ‘Natuurlijk hebben wij als reguliere media er een rol in gespeeld. Maar onze taak is onder andere om te signaleren wat er in de maatschappij speelt en om dat vervolgens aan te kaarten bij het grote publiek. Dat hebben we gedaan. Niet meer en niet minder. Zie het een beetje als een cirkel: op Facebook werd er over gesproken, wij pikten dat op, deden er iets mee, daardoor wordt het nog groter, wordt het bekender en wordt het vervolgens weer op Facebook gedeeld. Dus we hebben bijgedragen aan het bekender maken van het fenomeen, waardoor het wellicht groter is geworden. Maar we hebben nooit mensen aangespoord om mee te gaan rellen of iets dergelijks.’ Denkt u dat Haren en de grote hoeveelheid belangstelling van burgerjournalisten voor een ommekeer in de journalistiek heeft gezorgd? ‘Het was een mediahype, dus logisch dat er vanuit alle hoeken belangstelling voor de zaak was. Maar om te zeggen dat het een ommekeer was, nee. Mensen willen tegenwoordig overal bij zijn, met hun neus op de zaak zitten. Dus Haren zelf heeft niet voor een verandering in de journalistiek gezorgd. Die verandering was er al. Burgerjournalistiek is een aanvulling op de traditionele journalistiek. Journalistiek wordt voortdurend beïnvloedt door nieuwe ontwikkelingen. Door de komst van burgerjournalistiek is de positie van de professionele journalist verschoven.’ 13.2.5 Interview Jan van Dijk Via sociale media als bijvoorbeeld Facebook werd het feestje van Merte bekender en dus ook groter. Hoe groot is de invloed van sociale media geweest? ‘Groot. Facebook was het primaire medium. Maar volgens mij kwam het kwam vooral door de interactie tussen de media. Sociale media - vooral Facebook - maar ook traditionele media, telecommedia en face-to-face zorgen samen voor het groter en bekender worden van het feest.’ Er is een livestream @HarenLive in het leven geroepen, waar bijna 50.000 mensen naar keken. Waarom was de livestream zo populair? ‘In de eerste plaats voor degenen die niet naar Haren konden of wilden, maar wel benieuwd waren. In de tweede plaats omdat dit een medium van de jongeren zelf was. Zij zorgden zelf ook voor de rapportage. Hiermee gaven zij aan dat het gebeuren van hen was en niet volledig toegeëigend kon worden door de officiële media.’ Er wordt gezegd dat het door sociale media als Facebook kwam dat het uit de hand liep in Haren, bent u het daar mee eens? ‘Nee, daar ben ik het niet mee eens. Wij hebben geen enkel verband kunnen vaststellen tussen uitspraken die worden gedaan op Facebook en relgedrag in Haren. Die uitspraken en dat gedrag staan totaal los van elkaar. Het uit de hand lopen in Haren is veroorzaakt door de omstandigheden daar en heeft niets met de sociale media te maken.’ Scriptie | Emmy van Driel 77 ‘Zo werden de massamedia haast ongemerkt van toeschouwer en rapporteur tot medespeler’, wordt er in het rapport gezegd. Veel journalisten die ik heb gesproken zijn het er niet mee eens. Zij vinden dat ze er waren om het nieuws te verspreiden, en dat hen niets te verwijten valt. Hoe denkt u hier over? ‘Het gaat hier niet om de massamedia. Het rapport is veel genuanceerder. De dagbladen, radio en journaals hebben hun taak netjes verricht. Het zijn alleen een aantal FM radiostations en bepaalde delen van DWDD die te ver zijn gegaan door in feite te mobiliseren. Dit hebben wij empirisch aangetoond. De uitspraken waar je het hier over hebt gaan waarschijnlijk over de opstelling van de massamedia in Haren zelf. Volgens het rapport moet ook dit genuanceerd worden. Sommige media hebben zich terughoudend opgesteld; andere werden deel van de scene in Haren door zich te zichtbaar op te stellen, sommigen zelfs door jongeren uit te nodigen door iets voor de camera’s te doen. Dat heeft jongeren aantoonbaar aangetrokken. Het was het drukste in de buurt van de camera’s.’ 13.2.6 Interview Alexander Pleijter Sommigen zeggen dat burgerjournalistiek niet bestaat, omdat het geen vorm van journalistiek is. Wat vind je persoonlijk van de term burgerjournalistiek? ‘Burgerjournalistiek bestaat wel, daar is geen twijfel over mogelijk. Het is alleen lastig hoe we het fenomeen moeten noemen. Een gewone burger zal zichzelf nooit burgerjournalist noemen, omdat men dan denkt dat je dan aan bepaalde criteria moet voldoen. Maar waar ze zich mee bezig houden is natuurlijk wel journalistiek. Burgerjournalisten aanwijzen is lastig. De meeste mensen zijn namelijk incidenteel burgerjournalist doordat ze toevallig aanwezig zijn bij een belangrijke gebeurtenis. Daarom wordt ook het meeste burgerjournalistiek bedreven tijdens grote nieuwsgebeurtenissen.’ Tom Bakker heeft onderzoek gedaan naar burgerjournalistiek, en zei: ‘Bloggers hebben geen journalistieke ambities, ze vinden het vooral fijn om hun persoonlijke mening even van zich af te schrijven.’ Ben je het hier mee eens? ‘Ja, dat klopt denk ik wel. Je ziet bijvoorbeeld ook dat bepaalde onderwerpen helemaal niet populair zijn onder burgerjournalisten, en andere juist wel. Politieke blogs zijn er bijzonder weinig, modeblogs des te meer. Men schrijft over dingen die ze leuk vinden.’ Is het werk van burgerjournalisten betrouwbaar? ‘Veel professionele journalisten zeggen van niet, omdat burgerjournalisten hun bronnen niet zouden checken. Maar ze maken er wel steeds meer gebruik van. Dat vind ik behoorlijk hypocriet, want veel beroepsjournalisten doen dat ook niet altijd. Dat is een arrogante houding. Burgerjournalisten doen gewoon verslag van wat ze zien of meemaken. Ze ervaren iets en delen die ervaring vervolgens op het internet. Dat is precies hetzelfde als wat een journalist doet. Maar het kan voorkomen dat er een keer iets tussen zit wat niet helemaal klopt. Dan is het aan de journalist om de onware informatie te herkennen en daar zelf objectief naar te kijken. Neem niet alles klakkeloos aan. Dat moet je trouwens nooit doen.’ Scriptie | Emmy van Driel 78 Waarom trok juist Haren zoveel burgerjournalistiek aan? ‘Haren was heel spannend. Ook lenen gebeurtenissen als Haren zich gemakkelijk voor burgerjournalistiek, omdat er veel mensen aanwezig zijn die gemakkelijk informatie door kunnen spelen. Zeker tijdens de rellen in Haren, waar er waren gigantisch veel jongeren aanwezig waren, die allemaal smartphones hadden waarmee foto’s gemaakt konden worden, die dan vervolgens op het internet werden gezet.’ Denk je dat burgerjournalistiek nuttig is tijdens grote nieuwsgebeurtenissen als in Haren? ‘Ja absoluut. Daar is geen twijfel over mogelijk. Dat het handig is blijkt wel uit de populariteit van burgerjournalistiek tijdens grote rampen als Haren. Dan zien we veel liveblogs en trending topics op Twitter. Burgerjournalisten doen dan voortdurend verslag, plukken overal hun informatie vandaan. Dat is heel nuttig voor de professionele journalist, die hier gebruik van kan maken.’ Denkt u dat in de toekomst traditionele media meer gebruik zullen van burgerjournalistiek bij grote nieuws gebeurtenissen? ‘Dat denk ik wel. Er is duidelijk een aardverschuiving aanwezig in het journalistieke landschap. Hoe meer smartphones er in de toekomst zullen zijn, hoe groter burgerjournalistiek zal worden en hoe meer het gebruikt zal worden op de momenten dat het een uitkomst biedt, zoals tijdens grote nieuwsgebeurtenissen als Haren. Burgerjournalistiek is geen tijdelijk begrip. Het is geen hype, maar een nieuwe vorm van journalistiek.’ Vormt burgerjournalistiek dan een bedreiging voor de professionele journalist? ‘Nee. Het medialandschap is veranderd van eenrichtingsverkeer naar tweerichtingsverkeer. Burgerjournalisten spelen daar op in, maar het gaat de taak van de beroepsjournalist niet overnemen. Op de meeste fronten zijn burgerjournalisten helemaal niet actief. Denk hierbij aan politiek. Een beroepsjournalist blijft bovendien nodig om nieuws te duiden. Dat zag je ook bij Haren. Op het moment zelf was vooral burgerjournalistiek heel handig omdat zij veel informatie boden. Maar na de rellen waren het toch echt de beroepsjournalisten die de hele zaak analyseerden en ons uitlegden wat er precies gebeurd was en waarom. Ik denk dat het in de toekomst vaker zo zal gaan.’ 13.2.7 Interview met Matthew Eltringham What was the first time the BBC used citizen journalism on a large scale? ‘Well first I want to say that citizen journalism is a strange term. He or she is just an eyewitness, not a journalist. I would argue to call them incidental journalist. But to answer your question: that must be around the time when we set up a pilot of the UGC Hub, after the tsunami in 2004.’ Scriptie | Emmy van Driel 79 Is it common for the editors at the BBC to use citizen journalism? ‘Well yeah. When there are some breaking stories, that’s when the Hub comes in. That is when it is most used. Actually we are able to tell those stories because of the Hub.’ Could you please tell me a little bit more about UGC? ‘The Hub has a team of about twenty journalists, and is active 24/7 a day. Its job is to seek out, manage, share and verify user generated content. I set it up in 2004, after the tsunami in Asia. We were completely overwhelmed by all the information people send to us – I mean we got some incredible images - but it was a lot. So we needed something to manage that. So I set up a pilot. College’s were sceptical at first, but that changed during the bombings in London in 2005. It was hard for us go find information at the time, but we received many photo’s and video’s from eyewitnesses. Now the Hub is the heart of the BBC really.’ Does the Hub has an information overload? ‘Yes. But we’ll search for content, when we know which programme within the BBC is looking what information. We have technology to search for it.’ How does the BBC verify the information citizen journalists send? ‘Verification is an art, not science. You piece together if something is true. We compare their information with the things we already know and see if it matches. What visual clues can we see in the video and what is the weather like? Once it is checked out and it is indeed what it says it is, it is shared within the organisation.’ Did the BBC use citizen journalism during the riots? ‘Citizen journalism at the time was at its best. The BBC was well aware of that. There was a lot of false information, things just weren’t true. We did have a liveblog and used social media to get information though. We can’t send a reporter everywhere and citizen journalists are everywhere. Their information is authentic. They have their mobile phones and can tell us what is happening right now. We have to be lucky enough to be there at the right time.’ Do you believe that citizen journalism will become even more important for the BBC in the future? ‘The riots showed how much journalism is changed. The BBC argues that you cannot do your job without it: it is modern journalism. The contingency of the Hub is assured, that I know.’ 13.2.8 Interview Anna Holligan Did citizen journalism changed the way you report? ‘A hundred times yes. I use Twitter very very often. In case of the kingsong, I needed Dutch opinion on why that song was so bad. So I asked people on Twitter and I got a lot of response. Everyone has an voice and an opinion, so we should use that.’ Scriptie | Emmy van Driel 80 Is it more common within the BBC to use citizen journalism, than perhaps in Holland? ‘That is difficult for me to compare, however I would argue that the BBC has extra pressure to let people express their opinion. I know for sure that the use of citizen journalism has grown within the BBC.’ Do you use citizen journalism a lot? ‘Yes, maybe even more than most. Dutch people always have something to say and something to add. I use that information when I report.’ What is the value of using citizen journalism? ‘They don’t think about it as academics, or study it from a distance. They are directly connected to the story and so they can tell it better. The value of what people have to say is known. We recognize its value.’ Do you believe that citizen journalism will be used even more in the future? ‘Yes, but traditional journalism and citizen journalism should be balanced, it is teamwork.’ 13.3 Beeldmateriaal 13.3.1 Foto 1 In Online Journalism Ethics: Traditions and Transitions. 13.3.2 Foto 2 Scriptie | Emmy van Driel 81 Youtube Marcel Klip 13.3.3 Foto 3 Youtube NoEUnoNWO 13.4 Plan van Aanpak Student Naam student: Emmy van Driel Profiel: NM Studentnummer: 500546287 Groep:401C E-mailadres: [email protected] Telefoonnummer: 0628810978 Paraaf voor akkoord student: Datum: 19-03-2013 Naam eerste begeleider: Ronald Kroon Naam tweede begeleider: Jady Petovic Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum: 19-03-2013 Scriptie | Emmy van Driel 82 Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum: Probleemsituatie: De aanleiding voor mijn onderzoek is een videoverslag van de rellen in Haren dat ik zag op www.nos.nl. Dit was op 21 september toen het feest in volle gang was. In het filmpje werden beelden getoond die gemaakt waren door relschoppers zelf en niet door verslaggevers van de NOS. Ook werden inwoners van Haren en relschoppers aan het woorden gelaten om te vertellen over de actuele situatie. Kortom, veel van de verstrekte informatie was afkomstig van burgers. Toen de rellen in Haren plaatsvonden studeerde ik in Oxford, het Verenigd Koninkrijk. Ook op de website van de BBC werd er over de rellen in Haren bericht. Ook hier waren beelden te zien die gemaakt waren door burgers. Het was niet de eerste keer dat het Britse nieuwskanaal gebruik maakte van bijdragen van het publiek. In de zomer van 2011 braken er grote rellen uit in Londen die leidden tot gewelddadige confrontaties tussen honderden relschoppers en de Engelse politie. Destijds werden op http://www.bbc.co.uk foto’s en filmpjes getoond die door ooggetuigen zelf waren gemaakt. Dit zijn voorbeelden van twee recente zaken waarbij burgerjournalistiek ingezet werd door traditionele media. Maar er zijn nog veel meer gebeurtenissen te noemen waarbij bijdragen van het publiek werden gebruikt als nieuws. Denk hierbij aan de bomaanslagen in juli 2005 in Londen (een gebeurtenis die burgerjournalistiek definitief op de kaart heeft gezet), aan de tsunami die in 2004 gebieden van Thailand, Indonesië en andere delen van zuidoost Azië verwoestte, of aan de beelden van het Koninginnedagdrama in Apeldoorn vier jaar geleden. Nieuwsberichten van deze gebeurtenissen werden gekleurd door amateurbeelden en waren overwegend gevuld met informatie afkomstig van burgers. Door deze bekende voorbeelden werd mijn interesse voor burgerjournalistiek gewekt. Al snel kwam ik er achter dat burgerjournalistiek door middel van internet, smartphones en sociale media de laatste jaren steeds groter is geworden, zoals in verschillende literaire werken, waaronder The new frontiers of journalism: citizen participation in the United Kingdom and the Netherlands, te lezen is. Door de bijdragen van burgers staat het eerste nieuws direct op het internet. De grote vraag is dan of de traditionele pers nog wel nodig is. Als de beroepsjournalist daadwerkelijk uitgespeeld zou zijn, is dat problematisch voor de traditionele journalistiek. Er is echter nog weinig bekend over de toekomst van burgerjournalistiek, waardoor de beroepsgroep in onzekerheid verkeerd. Als toekomstig journalist vind ik het interessant te weten hoe de professionele journalist anno 2013 op een goede manier gebruik kan maken van burgerjournalistiek. Probleemstelling: Heeft burgerjournalistiek het werk van de professionele journalist beïnvloed tijdens de rellen Scriptie | Emmy van Driel 83 in Haren op 21 september 2013 en gedurende de rellen in Londen in de zomer van 2011? Doelstelling : Met behulp van dit onderzoek wil ik onderzoeken of burgerjournalistiek het werk van de traditionele journalist heeft beïnvloed tijdens de rellen in Haren en de rellen in Londen, om zo eventueel inzicht te geven in de wijze waarop burgerjournalistiek en professionele journalistiek elkaar hebben beïnvloed tijdens de ongeregeldheden om advies te geven over hoe burgerjournalistiek het best gebruikt kan worden bij grote nieuwsgebeurtenissen als deze. Deelvragen : Deelvraag 1: Wat is burgerjournalistiek en wat is haar functie? - Wat is de definitie van burgerjournalistiek? - Wanneer is burgerjournalistiek ontstaan? - Waarin verschilt burgerjournalistiek van professionele journalistiek? - Bij welke nieuwsgebeurtenissen wordt het meest gebruik gemaakt van burgerjournalistiek? Deelvraag 2: Welke invloed hebben sociale media gehad op burgerjournalistiek? - Wat zijn sociale media? - Welke rol speelden sociale media bij het ontstaan van burgerjournalistiek? - Welke sociale media hebben de grootste invloed gehad op burgerjournalistiek? - Bij welke nieuwsgebeurtenissen worden sociale media gebruikt door traditionele media? Deelvraag 3: Wat zijn de voor- en nadelen van burgerjournalistiek ten opzichte van beroepsjournalistiek? - Wat zijn de redenen om gebruik te maken van burgerjournalistiek? - Heeft burgerjournalistiek invloed op de diversiteit van het nieuwsaanbod? - Wat zijn de voor- en nadelen van de gratis verkrijgbaarheid van burgerjournalistieke content? - Welk gevolg heeft de anonimiteit van het internet op burgerjournalistiek? - Hoe betrouwbaar is burgerjournalistiek? - Past een burgerjournalist hoor en wederhoor toe? - Is de burgerjournalist objectief? Deelvraag 4: Houden burgerjournalisten en beroepsjournalisten rekening met ethiek en journalistieke codes? - Welke journalistieke codes zijn er? - Welke functies hebben de codes? - Zijn de codes aangepast aan deze tijd? - Worden journalistieke codes nageleefd door beroepsjournalisten en burgerjournalisten? Deelvraag 5: Hoe heeft de NOS gebruikt gemaakt van burgerjournalistiek tijdens de rellen in Scriptie | Emmy van Driel 84 Haren afgelopen september? - Wanneer maakte de NOS voor het eerst gebruik van burgerjournalistiek? - Hoe wordt er bij de NOS gebruik gemaakt van burgerjournalistiek? - Wanneer vonden de rellen in Haren plaats? - Hoe ontstonden de rellen in Haren? - Wat gebeurde er tijdens de rellen in Haren? - Welke rol speelde sociale media in de berichtgeving over Project X in Haren? - Hoe berichtte de NOS over de rellen in Haren? - Waar haalde de NOS haar informatie vandaan? - Hoe kwam de NOS aan burgerjournalistieke bijdragen? - Welke burgerjournalistieke bijdragen werden er door de NOS gebruikt? (foto’s, video’s, informatie etc.) - Is de informatie afkomstig van burgers geverifieerd? - Wat was de rol van de NOS-verslaggever tijdens de rellen in Haren? Deelvraag 6: Hoe heeft de BBC gebruikt gemaakt van burgerjournalistiek tijdens de rellen in Londen in de zomer van 2011? - Wanneer maakte de BBC voor het eerst gebruik van burgerjournalistiek? - Hoe wordt er bij de BBC gebruik gemaakt van burgerjournalistiek? (informatie, video’s, foto’s, tips etc.) - Wanneer vonden de rellen in Londen plaats? - Wat was de oorzaak van de rellen in Londen? - Wat gebeurde er tijdens de rellen in Londen? - Welke rol speelde sociale media in de berichtgeving over de rellen in Londen? - Hoe berichtte de BBC over de rellen? - Waar haalde de BBC haar informatie vandaan? - Hoe kwam de BBC aan burgerjournalistieke bijdragen? - Welke burgerjournalistieke bijdragen werden er door de BBC gebruikt? (foto’s, video’s, informatie etc.) - Wat was de rol van de BBC-verslaggever tijdens de rellen in Londen? Verantwoording methode van onderzoek Dit onderzoek is een kwalitatief onderzoek. Nel Verhoeven (2011) zegt dat het voordeel van een kwalitatief onderzoek is dat de onderzoeker zich tijdens het onderzoek kan aanpassen aan de omstandigheden. Hierdoor is de benadering open en flexibel. Bovendien is er ruimte om in te gaan op de achtergronden van de verzamelde gegevens. Dit type onderzoek is voor mijn scriptie zeer geschikt, omdat niet zozeer cijfers, maar juist beleving en beïnvloeding centraal staan. In mijn onderzoek zal ik gebruik maken van twee kwalitatieve onderzoeksmethoden, namelijk deskresearch/literatuuronderzoek en veldonderzoek/interviews. Hieronder worden beide onderzoeksmethoden toegelicht. Deskresearch Scriptie | Emmy van Driel 85 Het verrichten van deskresearch is voor mijn onderzoek erg belangrijk. Ik heb voor deze onderzoekmethode gekozen omdat ik zo aan de nodige basisinformatie kom, die ik vervolgens tijdens mijn onderzoek kan gebruiken. Over burgerjournalistiek is veel informatie te vinden. Ook over de rellen in Haren en Londen is veel informatie verkrijgbaar. Deze informatie zoek ik onder andere op het internet, in boeken, (wetenschappelijke) tijdschriften, databanken, rapporten, scripties en (wetenschappelijk) artikelen. De verkregen informatie verwerk ik niet alleen in de uitkomsten van mijn onderzoek, maar gebruik ik ook als basisinformatie tijdens de voorbereidingen voor de interviews. Ik maak gebruik van deskresearch omdat het voor mijn onderzoek erg belangrijk is om veel informatie te vergaren over mijn onderwerp. De informatie vormt de basis en de kern van mijn onderzoek. Het verrichten van deskresearch heeft voor mij bovendien een aantal voordelen, namelijk dat het een goedkope manier van onderzoek doen is en dat de informatie relatief makkelijk te verkrijgen is. Interviews De tweede onderzoeksmethode die ik heb gekozen is het houden van interviews. Nel Verhoeven (2011) beschrijft in haar boek ‘Wat is onderzoek’ interviews als vraaggesprekken waarin de beleving van de geïnterviewden centraal staat. Het doel van een interview is informatie verzamelen over een bepaald onderwerp. Ik heb gekozen om interviews af te nemen omdat ik op deze manier veel informatie tot mij kan krijgen. Niet alleen informatie die ook te vinden is door deskresearch te verrichten, maar juist persoonlijke ervaringen, wat erg belangrijk is voor mijn onderzoek. Uiteraard zijn de interviewkandidaten deskundigen op het gebied van de onderwerpen die in mijn onderzoek besproken zullen worden. In mijn onderzoek zal ik gebruik maken van halfgestructureerde interviews, omdat er bij deze vorm ruimte is voor de geïnterviewde(n) om uit te wijden over bepaalde onderwerpen en de persoon in kwestie zijn of haar uitspraken kan beargumenteren. Tijdens de interviews kan ik veel vragen stellen, doorvragen en de diepte in gaan met de geïnterviewde(n), waardoor ik een gerichter antwoord krijg op de deelvragen. Om de subjectiviteit te beperken geeft Nel Verhoeven een handige tip die ik zal hanteren: een onderwerplijst maken en deze ook aanhouden. De topics zijn verbonden aan de verschillende deelvragen. Om de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek te waarborgen zorg ik ervoor dat de vragen enkelvoudig en eenduidig zijn. Ook zal ik tijdens het afnemen van de interviews de antwoorden van geïnterviewden controleren, door de uitspraken van de geïnterviewde(n) regelmatig te herhalen of samen te vatten en te vragen of ik het goed heb begrepen. Met het oog op de verschillende invalshoeken binnen mijn onderzoek wil ik in totaal acht interviews afnemen. Ik wil drie interviews met redacteuren van de NOS, drie met redacteuren van de BBC, een interview met een hoogleraar journalistiek en tot slot een met een onderzoeker die een rapport heeft geschreven over de rellen in Haren en de mediaaandacht die daarbij kwam kijken. Scriptie | Emmy van Driel 86 Ik heb gekozen om deze personen te interviewen omdat zij van verschillende onderwerpen binnen mijn onderzoek een andere invalshoek kunnen belichten. Dit komt de representativiteit van mijn onderzoek ten goede. De interviewkandidaten zijn allen deskundigen op het gebied van journalistiek, burgerjournalistiek, de rellen in Haren of Londen. Zij kunnen me zodoende van veel relevante informatie voorzien. Ik wil hen benaderen door te bellen naar redacties. Ook wil ik via sociale media met hen in contact komen. De gesprekken wil ik via de telefoon of face-to-face doen, zodat ik door kan vragen. Ook is men eerder geneigd eerlijk te zijn, omdat het gesprek persoonlijk is. Zoals eerder gezegd wil ik drie redacteuren of verslaggevers interviewen die werkzaam bij de NOS. De redacteuren die ik wil spreken zijn: Gerard de Kloet, Martijn van der Zande en Bas de Vries. De Kloet is chef bij NOSop3. NOSop3 is een voorloper als het aankomt op het gebruik van burgerjournalistiek. Ik wil hem spreken omdat hij als chef veel belangrijke beslissingen neemt omtrent burgerjournalistiek bij NOSop3. Ook wil ik spreken met Martijn van der Zande, verslaggever bij de NOS, omdat hij verslag deed van de rellen in Haren en mij dus veel kan vertellen over zijn verslaggeving tijdens de rellen en over het gebruik van burgerjournalistiek tijdens Project X Haren. Ook wil ik Bas de Vries, redacteur bij NOS Net, interviewen. Hij kan me veel vertellen over het gebruik van burgerjournalistiek bij de NOS, omdat dit veelal verloopt via NOS Net. Daarnaast wil ik Matthew Eltringham, editor bij BBC College of Journalism, interviewen, omdat hij de expert is op het gebied van burgerjournalistiek en sociale media bij de BBC. Ook wil ik spreken met Anna Holligan. Holligan is BBC-correspondente in Nederland, en kan mij veel vertellen over het verschil in gebruik van burgerjournalistiek in Nederland (bijvoorbeeld bij de NOS) en het Verenigd Koninkrijk (de BBC). Ook kan ze me vertellen hoe zij zelf omgaat met burgerjournalistiek op een manier die conform is met de regels van de BBC. Informatie die zeer relevant is voor mijn onderzoek. Ook wil ik een interview houden met Andy Moore, reporter voor de BBC. Hij was veel aanwezig tijdens de rellen in Londen in augustus 2011 en kan me zodoende informatie verschaffen over de rellen, over het gebruik van burgerjournalistiek en of burgerjournalistiek zijn werk heeft beïnvloed. Tot slot wil ik Nel Ruigrok en Alexander Pleijter interviewen. Ruigrok heeft onderzoek gedaan naar de media-aandacht rondom de rellen in Haren. Zo heeft ze onder andere onderzocht wie er verslag deed van de rellen en welke rol de traditionele media hadden bij de bekendheid van Project X Haren. Pleijter is docent Journalistiek en Innovatie, auteur van het boek crossmediale journalistiek en hoofdredacteur van De nieuwe reporter. Ik wil hem interviewen omdat hij een deskundige is op het gebied van burgerjournalistiek en me zodoende kan vertellen of burgerjournalistiek het werk van de professionele journalist beïnvloed en op welke manier. Onderwerpen: - Burgerjournalistiek, hoe denken ze er over? - Verschil burgerjournalistiek en beroepsjournalistiek - Burgerjournalistiek op de werkvloer Scriptie | Emmy van Driel 87 - Waarom maakte de BBC gebruik van burgerjournalistiek bij de grote rellen in Londen? - Wat was de rol van de beroepsjournalist bij de rellen in Haren en in Londen? - Bij welke nieuwsgebeurtenissen heeft de BBC nog meer veel gebruik gemaakt van burgerjournalistiek? - Hoe denkt de redacteur daar over? - Waarom maakte de NOS gebruik van burgerjournalistiek bij de rellen in Haren? - Wat is het voordeel van het inzetten van burgerjournalistiek bij rampen als de rellen in Haren en Londen? - In welke situaties maakte de NOS nog meer gebruik van burgerjournalistiek? - Wat zijn de redenen om gebruik te maken van burgerjournalistiek? - Voor- en nadelen van burgerjournalistiek - Burgerjournalistiek - Anonimiteit op het internet - Betrouwbaarheid - Sociale Media - Ethiek Concept hoofdstukindeling: Inleiding - In dit hoofdstuk vertel ik meer over de aanleiding van mijn onderzoek. Ook de doelstelling en de probleemstelling zullen in dit hoofdstuk worden verteld. Methoden en technieken - In dit hoofdstuk praat ik over het onderzoeksontwerp en mijn analysemethode. Hoofdstuk 1: Burgerjournalistiek -In dit hoofdstuk leg ik uit wat burgerjournalistiek is. Ik geef definities van burgerjournalistiek en vertel wanneer het is ontstaan. Hoofdstuk 2: Sociale media en burgerjournalistiek - In dit hoofdstuk onderzoek ik hoe sociale media hebben bijgedragen aan het ontstaan van burgerjournalistiek. Hoofdstuk 3: Voor- en nadelen van burgerjournalistiek - In dit hoofdstuk zet ik de voor- en nadelen van burgerjournalistiek op een rij om zo het verschil tussen burgerjournalistiek en beroepsjournalistiek aan te tonen Hoofdstuk 4: Ethiek en codes - In dit hoofdstuk ga ik in op journalistieke codes en onderzoek ik of de burgerjournalist en de beroepsjournalist de codes naleven. Hoofdstuk 5: Gebruik burgerjournalistiek door de NOS tijdens de rellen in Haren. Scriptie | Emmy van Driel 88 - In dit hoofdstuk analyseer ik hoe de NOS tijdens de rellen in Haren gebruik heeft gemaakt van burgerjournalistiek en of dat invloed had op het werk van de professionele journalist. Hoofdstuk 6: Gebruik burgerjournalistiek door de BBC tijdens de rellen in Londen. - In dit hoofdstuk ga ik dieper in op de rol van burgerjournalistiek bij de BBC door de rellen in Londen te analyseren. Ook zal ik dit vergelijken met de manier waarop de NOS gebruik maakte van burgerjournalistiek tijdens de rellen in Haren. Resultaten van de eigen onderzoeksmethoden - In dit hoofdstuk bespreek ik de resultaten van mijn onderzoek. Daarnaast bespreek ik de betrouwbaarheid en validiteit. Conclusie - In dit hoofdstuk beschrijf ik de conclusies van de resultaten. Tevens beantwoord ik de probleemstelling. Advies en Aanbeveling - In dit hoofdstuk geef ik adviezen en doe ik een aanbeveling. Evaluatie - In de evaluatie beschrijf ik wat er niet goed ging tijdens het onderzoeksproces en hoe dat kwam. Ook schrijf ik over de validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek en bekijk ik de mogelijkheden voor een eventueel vervolgonderzoek. Literatuurlijst - In dit hoofdstuk zijn de door mij gebruikte bronnen voor het onderzoek te vinden. Bijlagen - In de bijlage staat onder andere; * Plan van Aanpak * Deelvragen * Volledige vragenlijsten * Minder relevante tabellen * Uitgeschreven interviews/panelgesprekken Tijdsplanning Mijn plan van aanpak wil ik graag voor 19 maart 2013 ingeleverd en goedgekeurd hebben. Op 25 maart wil ik voldoende deskresearch hebben gevonden voor mijn onderzoek. In diezelfde week wil ik ook de eerste twee hoofdstukken geschreven hebben. Daarna wil ik aan de slag gaan met het vinden van de laatste interviewkandidaten. De interviews zou ik graag in de eerste week van april willen houden. In de eerste weken van de maand april wil ik het derde en het vierde hoofdstuk schrijven. In de laatste week van april wil ik de laatste Scriptie | Emmy van Driel 89 twee hoofdstukken schrijven hoofdstuk schrijven. In de eerste week van mei wil ik dan gaan beginnen aan mijn beroepsproduct. De reportage over burgerjournalistiek wil ik op twintig e mei af hebben. Mijn afstudeeropdracht wil ik inleveren op 4 juni, zodat ik rond de 18 juni de examengesprekken kan voeren. Waardoor ik dan op 28 juni hoop af te studeren. Data: - Plan van Aanpak: 19 maart 2013 - Deskresearch af: 25 maart 2013 - Laatste interview kandidaten benaderen: 19 maart 2013 - Voorleggen eerste en tweede hoofdstuk aan docent: 31 maart 2013 - Interviewmomenten: 01-07 april 2013 - Voorleggen derde en vierde hoofdstuk aan begeleider: 07 april 2013 - Laatste ontwikkelingen in onderzoek voorleggen aan begeleider: 31 april 2013 - Starten aan beroepsproduct: 01 mei 2013 - Beroepsproduct inleveren: 20 mei 2013 - Afstudeeropdracht inleveren: 04 juni 2013 - Oefenen presentatie afstudeeropdracht: 05 juni 2013 - Examengesprekken: 18-21 juni 2013 - Afstuderen: 28 juni 2013 Afspraken over de begeleiding De onderstaande afspraken zou ik graag maken met mijn begeleider meneer Kroon. - Tweewekelijkse afspraak om zaken door te nemen Tweewekelijkse update via e-mail Tijdens de update via de e-mail houd ik meneer Kroon op de hoogte van de stand van zaken. Ook met eventuele vragen of problemen hoop ik dan terecht te kunnen. Tijdens de afspraken zou ik graag mijn onderzoek door willen nemen. Bronnen: Allan, S. (2009). Citizen journalism: global perspectives Burkley, K. (2012) The rise of citizen journalism. The Guardian De Nieuwe Reporter. (7 maart 2011). Hoeveel Twitteraars kent Nederland? Geraadpleegd op: 27 januari 2013, van: http://www.denieuwereporter.nl/2011/03/hoeveel-twitteraars-teltnederland/ De Nieuwe Reporter. (9 maart 2009). Burgerjournalistiek: een kwartiertje per dag. Geraadpleegd op: 27 januari 2013, van: http://www.denieuwereporter.nl/2009/03/burgerjournalistiek-een-kwartiertje-per-dag/ De Nieuwe Reporter. (18 januari 2011). Raad van de Journalistiek gaat oordelen over Scriptie | Emmy van Driel 90 burgerjournalisten. Geraadpleegd op: 29 januari 2013, van: http://www.denieuwereporter.nl/2011/01/raad-voor-de-journalistiek-gaat-ook-oordelen-overbloggers-en-burgerjournalisten/#more-14427 De Pers. ( 24 maart 2011). Hoeveel leden heeft Facebook in Nederland. Geraadpleegd op: 26 januari 2013, van: http://www.depers.nl/binnenland/556247/Hoeveel-leden-heeftFacebook-in-Nederland.html/ Dialogic. (z.j.). Breedband en de gebruiker. Geraadpleegd op: 26 januari 2013, van: http://www.breedbandgebruiker.nl/ Dode Bomen. (27 januari 2011). Op zoek naar een toekomstbestendig model voor journalistieke mediaorganisaties. Geraadpleegd op: 20 januari 2013, van: http://dodebomen.nl/2011/01/27/op-zoek-naar-een-toekomstbestendig-model-voorjournalistieke-mediaorganisaties/ Elsevier. (2 november 2009). Belgische koningin weer dood verklaard. Geraadpleegd op 24 januari 2013, van: http://www.elsevier.nl/web/Stijl/Society/249794/Belgische-koningin-weerdood-verklaard.html/ Farrah Husin. (30 november 2008). De journalistieke codes. Geraadpleegd op: 24 januari 2013, van: http://undercoverjournalistiek.wordpress.com/de-journalistieke-codes/ Franssen, B. (2011). De VKblog stopt. Geraadpleegd op: 23 januari 2013, van: http://www.vkblog.nl/ Fenton, N. (2010) New media, old news: journalism and democracy in the digital age. Ius Mentur. (2011). Wanneer is iemand (burger)journalist? Geraadpleegd op: 23 januari 2013, van: http://www.iusmentis.com/meningsuiting/nieuws-journalistiek/wanneerburgerjournalist/ Jeroen Mirck. (z.j.) Burgerjournalistiek: kans of bedreiging. Geraadpleegd op: 23 januari 2013, van: http://www.jeroenmirck.nl/2010/06/burgerjournalistiek-bedreiging-of-kans/ Marijnissen, J. (1 maart 2009). Media verliezen hun journalisten en dat is slecht voor de democratie. NRC Handelsblad. 23 januari 2013, p. 12. Marketing Online. (2 augustus 2011). Nederlanders zijn blij met social media. Geraadpleegd op: 23 januari 2013, van: http://www.marketingonline.nl/nieuws/bericht/nederlanders-zijn-blijmet-social-media Mediawijsheid. (2011). Wat is mediawijsheid? Geraadpleegd op: 24 januari 2013, van:http://www.mediawijsheid.nl/site/228Wat+is+Mediawijsheid%3F_21.html Scriptie | Emmy van Driel 91 Nederlandse Vereniging van Journalisten. (april 2008). Ethiek: Code voor de Journalistiek. Geraadpleegd op: 24 januari 2013, van: http://www.nvj.nl/ethiek/code-voor-de-journalistiek Newcom. (2011). Social Media Onderzoek. Geraadpleegd: op 2 februari 2013, van: http://www.newcomresearch.nl/initiatieven/social-media-onderzoek Oosterveer, D. (7 juli 2011). Facebook in Nederland iets meer gebruikers dan Hyves. Geraadpleegd op: 2 februari 2013, van: http://www.marketingfacts.nl/berichten/20110705_facebook_iets_groter_dan_hyves_in_ned erland/ Pleijter, A. (6 juli 2011). De oudere journalist toch wat conservatief. Geraadpleegd op: 26 januari 2013, van: http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2010/07/oudere-journalist-tochwat-ouderwets/ Pleijter, A. (2009) Geen angst voor burgerjournalisten. Geraadpleegd op 24 januari 2013, van: http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2009/02/geen-angst-voor-burgerjournalisten/ Safran, S. (2013) How participatory journalism works. Nieman Report. Geraadpleegd op 13 januari 2013 van; http://www.nieman.harvard.edu/reports/article/100564/How-ParticipatoryJournalism-Works.aspx Sambrook, R. (2005) Citizen journalism and the BBC. Nieman Report. Geraadpleegd op 2 februri 2013 van; http://www.nieman.harvard.edu/reportsitem.aspx?id=100542 Van Dale (2012). Betekenis journalist. Geraadpleegd op: 23 januari 2013, van: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=journalist&lang=nn Verhoeven, N. (2011) Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het e hoger onderwijs. Boom Lemma. 4 druk. Villamedia. (14 juni 2011). Journalist neemt toekomst in eigen hand. Geraadpleegd op: 29 januari 2013, van: http://www.villamedia.nl/opinie/bericht/journalist-neem-toekomst-in-eigenhand/ Scriptie | Emmy van Driel 92