Gedragslijn Bewust Belonen TU Delft 2010 (nadere uitwerking van CAO art. 3.20 lid 2) 1. Aanleiding voor de totstandkoming van de gedragslijn Bij de vaststelling van de nieuwe R&O-regeling 2009 ontstond er binnen de TU behoefte aan gezamenlijke normen en een uniforme werkwijze in de toepassing van bewust belonen. De bestaande richtlijnen per beheerseenheid waren enigszins complex en uiteenlopend geformuleerd. Gestreefd is naar vereenvoudiging en consistentie van instrumenten en criteria. 2. Doelstellingen bewust belonen In het streven naar verhoging van kwaliteit en productiviteit wil de TU medewerkers extra belonen voor buitengewone prestaties. Inzet en betrokkenheid nemen immers toe als medewerkers hiervoor aandacht en erkenning krijgen vanuit hun omgeving. Het uitspreken van die waardering in de vorm van een compliment kan al een enorme stimulans zijn. Onderstaande gedragslijn gaat over de financiële vormen van beloning. De TU Delft stuurt niet alleen op de taakinhoud en het functioneren van mensen binnen het UFOprofiel en de jaarafspraken, maar daarnaast steeds meer op ontwikkeling, houding en functieoverschrijdend optreden. Voorbeelden van buitengewone houdingsaspecten c.q. competenties zijn: Draagt actief bij aan de strategie van de organisatie, bijvoorbeeld door extra inzet op het gebied van onderwijs, klantgerichtheid, etc. Stelt zich flexibel op, is hulpvaardig naar collega’s, is bereid extra taken op zich te nemen Signaleert kansen voor verbetering en neemt hierin initiatief Ziet belangen van anderen buiten de eigen kring en speelt daar actief op in Toont creativiteit, bijvoorbeeld in onderzoek of bij het oplossen van complexe problemen Stimuleert collega’s, levert een positieve bijdrage aan de werksfeer 3. Uitgangspunten Bewust belonen is nooit een automatisme. Beslissingen en voorstellen moeten altijd goed worden onderbouwd, zodat duidelijk is dat het om een selectieve en weloverwogen keuze gaat. Beslissingen worden genomen door de decaan/beheerder. Mandatering aan afdelingsvoorzitter/directeur is mogelijk. Afstemming en interpretatie van onderstaande criteria vindt plaats tijdens de overlegmomenten binnen de R&O-cyclus. Uitzondering hierop zijn de boter-bij-de-vis-beloningen en de jaarlijkse periodieke verhogingen. Een faculteit, OTB of de UD kan besluiten om voor Bewust Belonen een apart budget in de begroting op te nemen als percentage van de loonsom. HR toetst (op basis van de afgesproken criteria en normen), adviseert en draagt zorg voor een efficiënte administratieve afhandeling van de genomen beslissingen; 4. Relatie tussen ontwikkeling en prestaties Soms wordt binnen de TU Delft gesteld dat zeer goed of excellent functioneren per definitie zou moeten leiden tot bevordering naar een hogere schaal. Dit is niet het geval. Medewerkers kunnen zich, bijvoorbeeld door enorme inzet en ervaring, binnen de kaders van hun UFO-niveau, ontwikkelen tot uitermate waardevolle krachten. In dat geval kan een functioneringstoelage worden overwogen, zonder de criteria behorend bij een hogere schaal geweld aan te doen. Een percentage van 3% komt ongeveer overeen met een periodiek. Een oplopende toelage (wel jaarlijks vast te stellen in de R&O-cyclus) kan in stapjes van 3% bijvoorbeeld oplopen naar 6 of 9%, afhankelijk van het niveau van de prestaties. Een percentage van 8% komt ongeveer overeen met een maandsalaris. Het niveau van de toelage kan mede worden gerelateerd aan de omschrijvingen zoals verwoord bij de gratificaties. 5. Toelichting op alternatieve beloningsvormen Voor bijzondere prestaties worden enkele alternatieve beloningsvormen voorgesteld. Die bevinden zich op het grensvlak van ‘normaal’ personeelsbeleid en bewust belonen. Vrijstelling van bepaalde taken, een inspirerende periode in het buitenland of een bijzondere training kan zeer stimulerend zijn. Medewerkers kunnen dit zien als een extra investering van de organisatie in hun persoonlijke ontwikkeling en loopbaan en dus ook als bijzondere vorm van beloning voor hun inzet. Een periode extra verlof zou een beloningsvorm kunnen zijn voor medewerkers die extra hard hebben gewerkt en verlofdagen tekort komen, bijvoorbeeld vanwege privé-omstandigheden. Ook hier zou voor de duur van het verlof kunnen worden gekeken naar de omschrijvingen bij de gratificaties (bijvoorbeeld 1/4, ½ of hele maand verlof ). 6. Afspraken vooraf over prestatiebeloning Over gratificaties of toelagen kunnen ook vooraf afspraken worden gemaakt. Dit is mogelijk in het geval van tijdelijke extra taken, functies of rollen. Voorbeelden hiervan zijn: niet-structurele managementfuncties binnen het WP (zoals bijv. afdelingsvoorzitter of opleidingsdirecteur), tijdelijke vervulling van 2 functies, etc. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd, waarbij tevens wordt bepaald of en in welke mate het niveau van de prestaties bepalend is voor de hoogte van de gratificatie of de toelage. 7. Uitvoering Voorstellen voor bewust belonen worden besproken en onderling afgestemd in het evaluatieoverleg binnen de R&O-cyclus. In de praktijk zal de voorzitter van dit overleg tevens de beslissingsbevoegde zijn voor de beloningsbeslissingen en heeft P&O direct de mogelijkheid om de adviesrol in te vullen. Indien de besluitvorming tijdens het overleg is afgerond kunnen de leidinggevenden de medewerkers persoonlijk informeren over de genomen besluiten. Mutaties worden groepsgewijs, voorzien van de motivatie, aangeleverd aan P&O-diensten. De betreffende brieven worden van daaruit rechtstreeks verzonden aan de betrokken medewerkers. Criterium Instrument Bij tenminste voldoende functioneren Bij onvoldoende of bijna voldoende functioneren Bij volledige functievervulling, conform gemaakte ontwikkelafspraken (NB passend binnen het kader van lokale afspraken over formatieopbouw) Bij sneller dan gemiddelde ontwikkeling binnen de functie Kleine directe beloning (boter bij de vis) bij eenmalige bijzondere prestatie. Kan buiten de R&O-cyclus om geregeld worden. Bij bijzondere prestatie/extra inzet al dan niet in combinatie met buitengewone functievervulling. Zie onderstaande voorbeelden (cursief gedrukt): Periodieke verhoging Onthouden periodieke verhoging Bevordering naar organieke schaal of hoger UFO-profiel Bij bijzondere prestatie en/of extra inzet (korte periode) Bij bijzondere prestatie en/of extra inzet (langere periode) Goed functioneren in combinatie met - buitengewone inzet gedurende langere periode (3-6 mnd) en/of - eenmalige bijzondere prestatie Zeer goed functioneren in combinatie met - buitengewone inzet gedurende langere periode (3-12 mnd) en/of - eenmalige bijzondere prestatie Uitstekend functioneren (bijv. excellent op onderdelen) in combinatie met - buitengewone inzet gedurende zeer lange periode (> 6 mnd tot structureel) en/of - eenmalige zeer bijzondere prestatie Bij structureel uitstekend functioneren (zeer goed/excellent) Bij extra inzet of bijzondere prestatie van de groep Bij bijzondere prestaties CAOartikel 3.3 lid 1 3.3 lid 3 3.8 lid 2 Extra periodiek 3.3 lid 2 Een cadeaubon van max. € 70,netto of een kleine gratificatie van max. € 500 bruto Gratificatie € 500 bruto tot maximaal 1 maandsalaris bruto (voorbeelden): 3.20 3.20 Gratificatie € 500 bruto Gratificatie € 1000 bruto Gratificatie ¼ bruto maandsalaris Gratificatie ½ bruto maandsalaris Gratificatie 1 bruto maandsalaris Functioneringstoelage Percentage 3%-12% (eventueel oplopend). Niet hoger dan maximum volgende schaal. In principe voor de duur van een jaar (met mogelijkheid van verlenging), in bijzondere gevallen is een langere periode mogelijk. Beloning voor de groep, bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijk uitje/etentje Alternatieve beloning Mogelijk in de vorm van een bijzondere opleiding, training, studiereis, sabbatical of extra verlofdagen. 3.13 3.20 3.20