Natuurkunde §3.1 t/m §3.3 §3.2 Je hebt indirecte lichtbronnen

advertisement
Natuurkunde §3.1 t/m §3.3
§3.2
Je hebt indirecte lichtbronnen (voorwerp dat de licht van een lamp/zon weerkaatst).
En directe lichtbronnen (zon, gloeilamp, laser).
Een lichtbron zend een lichtbundel uit -> verzameling evenwijdige lichtstralen.
Evenwijdig =
Divergent <
Convergent >
Diffuse terugkaatsing – als een lichtstraal invalt op een ruw, dof oppervlak, is er sprake van diffuse
terugkaatsing. Het licht wordt in alle richtingen teruggekaatst. -> verstrooiing (deze terugkaatsing
zorgt ervoor dat we voorwerpen in onze omgeving kunnen zien).
Spiegelende terugkaatsing – als een lichtstraal invalt op een glad, spiegelend oppervlak, is er sprake
van spiegelende terugkaatsing -> het licht kaatst in 1 richting terug.
Invalshoek is gelijk aan de terugkaatshoek
i=t
Wit voorwerp = weerkaatst alle kleuren licht
Zwart voorwerp = absorbeert alle kleuren licht
Breking vanuit lucht – glas:
-Breekt in de richting van de normaal,
-Brekingshoek is kleiner dan de invalshoek,
-sin i/sin r=n (brekingsindex)
Breking vanuit glas – lucht:
-Breekt van de normaal af,
-De brekingshoek is groter dan de invalshoek,
-sin i/sin r=n (brekingsindex)
Totale terugkaatsing als i=t
Grenshoek = sin g=1/n
§3.3
Je hebt bolle en holle lenzen (bol is +, hol is -)
Bolle positieve lens:
-Convergerende werking,
-Hoofdas gaat door het optisch middelpunt en staat loodrecht op de lens,
-Lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas -> brandpunt (F),
Holle negatieve lens:
-Divergerende werking,
-Heeft ook een hoofdas en een optisch middelpunt,
-De lichtstralen in een lichtbundel die evenwijdig aan de hoofdas op de lens vallen lijken uit een
punt van de lens te komen; het brandpunt F.
-f aan beide kanten dezelfde waarde
Beeldvorming positieve lens:
-Plaats van het beeld hangt af van de plaats van het voorwerp en de brandpuntsafstand f,
-Hoe groter v, hoe kleiner b,
-Hoe kleiner f, hoe kleiner b,
1/v+1/b=1/f (alles in m)
-Beeldconstructie
 Lichtstraal door optisch middelpunt -> ongebroken rechtdoor
 Lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas na breking -> door F
 Lichtstraal door het brandpunt voor de lens -> na breking evenwijdig aan de hoofdas.
Hoe groter v, des te kleiner B
Vergroting: N=b/v
Als v is kleiner dan f snijden de constructiestralen elkaar niet achter de lens.
Sterkte van de lens: S=1/f (S in dioptrie) (f in m)
Beeldvorming negatieve lens:
-b hangt af van v en f,
-Beeld is altijd virtueel,
-1/v+1/b=1/f (alles in m en negatieve waarde voor f)
-Beeldconstructie:
 Lichtstraal door het optisch middelpunt -> ongebroken rechtdoor
 Lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas lijkt na breking van het brandpunt achter de lens te
komen
 Lichtstraal in de richting van het brandpunt achter de lens loopt na breking evenwijdig aan
de hoofdas.
N=|b/v|
Lenssterkte: S=1/f
f negatieve waarde
Download