licht breking kleuren

advertisement
Licht
Kleuren, lenzen en breking
BREKING
BREKING
De lichtstraal valt op het
water, (hoek van inval, i).
i
r
De lichtstraal wordt
naar de normaal toe
gebroken (hoek van
breking, r).
Applet lichtbreking
• applet breking
Lens
Brandpunt
In een lens treedt ook breking op, waardoor de
lichtstralen na de lens naar 1 punt gaan.
Denk maar aan een brandglas.
De Lens uitvergroot
• In een lens treedt breking op!
• Eerst naar de normaal toe (van lucht naar glas).
• Vervolgens van de normaal af (van glas naar lucht).
Met een lens kan een beeld worden
gevormd. Dat gebeurt als volgt:
Een straal door het midden van de
lens gaat gewoon rechtdoor.
Zomaar een straal, afkomstig van
een voorwerpspunt . . . .
gaat naar het beeldpunt.
Applet beeldvorming
• Applet beeldvorming door een lens
Let op bij een lens geldt als
gevolg van de loop van de
stralen het volgende:
a. Het beeld is omgedraaid.
b. Van het beeld is ook . . .
links en rechts verwisseld.
1. Scherm 1 is zo gezet dat . . .
er een scherp beeld te zien is.
2. Scherm 2 staat te dichtbij . . .
het beeld is niet scherp. 2
1
blinde vlek
hoornvlies
netvlies
lens
pupil
iris
zenuw
Een schematische tekening.
lens
netvlies
Als het voorwerp dichterbij staat . . .
moet de ooglens boller worden.
De ooglens maakt een scherp beeld.
1. Elke straal door het midden . . .
van de lens gaat rechtdoor.
2. a. Het beeld is omgedraaid.
b. Het beeld is verkleind.
c. Van het beeld is ook . . .
links en rechts verwisseld.
De camera obscura, een groot gat . . .
Onscherp
De camera obscura, een klein gat . . .
Scherper
De camera obscura, geen lens . . .
Onscherp
De camera, met lens . . .
Scherp
1. Een witte lichtstraal . . .
valt op een glazen prisma.
2. De lichtstraal breekt twee keer . . .
en op het scherm zie je het spectrum.
1. Bij wit licht is het hart rood.
2. De rode kleur wordt weerkaatst.
3. De andere kleuren van het . . .
spectrum worden geabsorbeerd.
1. Bij wit licht is het hart rood.
2. Een blauw filter in de bundel . . .
en het hart wordt zwart want . . .
het absorbeert het blauwe licht.
1. Bij wit licht is het hart rood.
2. Een rood filter in de bundel . . .
en het hart wordt rood want . . .
het weerkaatst het rode licht.
1. Bij wit licht is het ‘onze’ vlag.
2. Een blauw filter in de bundel . . .
en rood wordt zwart . . .
en wit en blauw worden blauw.
1. Bij wit licht is het ‘onze’ vlag.
2. Een rood filter in de bundel . . .
en rood en wit worden rood . . .
en blauw wordt zwart.
Download