1 leerplandoelstellingen, leerinhouden en - VVKSO

advertisement
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK
SECUNDAIR ONDERWIJS
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
ELEKTROTECHNIEKEN
Tweede graad TSO
Brussel - Licap: D/2002/0279/020 - september 2002
ALGEMENE INHOUD
LESSENTABEL ................................................................................................................
5
ALGEMEEN DEEL ..........................................................................................................
7
ELEKTRICITEIT - PRAKTIJK .....................................................................................
13
ELEKTRICITEIT EN LAB .............................................................................................
47
INSTALLATIEMETHODEN ..........................................................................................
83
Algemene inhoud
D/2002/0279/020
3
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LESSENTABEL
Pedagogische vakbenaming
Uur/week Administratieve vakbenaming
Basisvorming en fundamenteel gedeelte
Totaal
Godsdienst
Aardrijkskunde
Frans
Geschiedenis
Informatica
Lichamelijke opvoeding
Nederlands
Wiskunde
Elektriciteit - praktijk (x)
Elektriciteit en lab (x)
Installatiemethoden (x)
Toegepaste fysica
34
2
1
2
1
1
2
4
3
8
3
6
1
34
2
1
2
1
1
2
4
3
8
3
6
1
AV Godsdienst
AV Aardrijkskunde
AV Frans
AV Geschiedenis
AV Informatica
AV Lichamelijke opvoeding
AV Nederlands
AV Wiskunde
PV Praktijk Elektriciteit
TV Elektriciteit
TV Elektriciteit
TV Toegepaste fysica
Complementair gedeelte maximum
Elektriciteit - praktijk (x)
2
2
2
2
PV Praktijk Elektriciteit
Elektriciteit en lab (x)
Engels
1
1
1
1
TV Elektriciteit
AV Engels
_______________________
(x) Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.
Lessentabel
D/2002/0279/020
5
Elektrotechnieken
2de graad TSO
ELEKTROTECHNIEKEN
Tweede graad TSO
ALGEMEEN DEEL
D/2002/0279/020
Algemeen deel
D/2002/0279/020
7
Elektrotechnieken
2de graad TSO
INHOUD
1
INLEIDING ....................................................................................................
9
2
INSTROOM EN BEGINSITUATIE ............................................................
12
3
UITSTROOM .................................................................................................
12
Algemeen deel
D/2002/0279/020
8
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1
INLEIDING
1.1
Nieuwe impulsen
Volgende impulsen liggen aan de basis tot vernieuwing van het leerplan:
1.2
vernieuwde visie op TSO en BSO die leidt naar duidelijkere profilering en een min of
meer eenvormig stramien voor de leerplannen;
pedagogisch-didactische inzichten om geïntegreerd te werken;
het geïntegreerde gebruik van informatie- en communicatie technologie;
leerplannen vertrekken vanuit leerplandoelstellingen die door hun formulering het
beoogde niveau aangeven;
recente aanbevelingen in de doorlichtingverslagen van de inspectie.
Vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting
Deze tweede graad is in wezen geen finaliteit. De aangeboden vormingscomponenten streven
vooral doorstroming naar de derde graad (zie 4: uitstroom) na. De TSO-studierichting
Elektrotechnieken biedt in combinatie met een derde graad binnen het brede domein van de
toegepaste elektriciteit, elektronica, en industriële ICT, een theoretisch-technische vorming
aan eigen aan het arbeidsveld van de technicus.
Deze TSO-vorming is erop gericht werknemers te vormen die zich op het niveau tussen de
opdrachtgever-ontwerper en de zuivere uitvoerder kunnen bewegen. Het studieobject van een
studierichting op dit ‘niveau’ heeft dus als studieobject de uit te voeren realisatie. De
doelstellingen zijn:
-
via technisch tekenen communiceren om het concept van de realisatie te begrijpen en de
uitvoering voor te bereiden;
de noodzakelijke uivoeringsrichtlijnen formuleren om de gevraagde kwaliteitscriteria te
bereiken;
meewerken aan de uitvoering en leidinggevend kunnen optreden.
De klemtoon ligt op het herkennen, toelichten en verwerken van de ontwerpaspecten om te
komen tot de praktische realisaties. Er is echter ook voldoende aandacht voor de
uitvoeringsgerichte vaardigheden. De taak van dergelijke technicus is dus zowel uitvoerend
als coördinerend of leidinggevend.
Dit in tegenstelling met een BSO-vorming die het uitvoeren van de realisatie als studieobject
heeft. Met als doelstellingen:
-
via technisch tekenen communiceren om tot de gewenste uitvoering te komen;
gepast handelen op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria;
de uitvoering realiseren op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria.
Uitgaande van bovenstaande profilering is het specifieke studieobject voor de tweede graad
‘Elektro-technieken’ de uit te voeren realisatie van de elektrische installatie van een nieuwe
residentiële woning en de renovatie of herstelling daarvan.
Daarnaast worden een grondige basiskennis en transfereerbare vaardigheden verworven om
de doelstellingen van een derde graad binnen hetzelfde domein te bereiken.
Algemeen deel
D/2002/0279/020
9
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1.3
Algemene pedagogisch-didactische wenken: geïntegreerd leerplan
Het leerplan is in hoofdzaak bedoeld als leidraad. De doelstellingen en leerinhouden
betekenen een referentiekader. De wenken zijn bedoeld als suggesties, als tips. Het leerplan
mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de
verwachtingen van de leerlingen te luisteren.
Er moet naast opleiding voldoende aandacht blijven bestaan voor opvoeding.
De vorming moet zo sterk mogelijk aanleunen op wat typisch en attractief is voor het
betreffende arbeidsveld. De leerlingen dienen tot het inzicht te komen dat er een samenhang is
tussen het lesgebeuren en het arbeidsproces in het dagelijkse leven. Het is de bedoeling om
beroepsfiere technici te vormen.
Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke
samenhang tussen de vakken te realiseren. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te
bereiken is vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan.
Een geïntegreerd leerplan houdt in dat er zo weinig mogelijk onderverdeling is in vakken. Dit
betekent voor het vak ‘Installatiemethoden’ dat er geen afzonderlijke leerplanonderdelen
bestaan voor tekenen, installatieleer en werkmethoden. De leerplandoelstellingen en
leerinhouden worden zodanig aangeboden dat deze elementen als één geheel worden ervaren,
waardoor ook de relatie met het vak ‘Praktijk Elektriciteit’ optimaal wordt. In dit vak komen
heel wat technologishe aspecten van elektrische installaties aan bod. Het is niet de bedoeling
dat de leerlingen een encyclopedische kennis verwerven, maar wel dat zij de attitude en de
methode ontwikkelen om de juiste bronnen rond deze materie te raadplegen. Zij leren de
werking van elektrische componenten en apparaten verklaren en de technische specificaties
van materialen, componenten en toestellen interpreteren.
Door de leerplandoelstellingen en leerinhouden te groeperen ontstaat er een referentiekader
om, waar mogelijk, projectmatig te werken. In de context van dit leerplan werken we aan een
globaal project: het realiseren van de huishoudelijke elektrische installatie van een
residentiële woning, het studieobject waarvan reeds sprake was in paragraaf 1.2 van deze
inleiding waarin de vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting werden
omschreven. Dergelijke aanpak bevordert sterk de succeservaring en het welbevinden van de
leerlingen. Een aantal randvoorwaarden om op deze vernieuwde aanpak te realiseren dienen
vervuld te zijn: voldoende ruimte en uitrusting, in aantal beperkte klasgroep, aangepaste
leermiddelen …
De nogal abstracte leerinhouden van deze discipline verplichten de leerkrachten constant te
overwegen welke werkvorm zij zullen gebruiken in elke specifieke leersituatie. Een leerkracht
kan werkvormen hanteren waarbij hij/zij doceert, demonstreert of delegeert. In deze laatste
situatie heeft de leerkracht vooral een begeleidende taak. De leerlingen onderzoeken,
experimenteren, dialogeren, testen, schetsen, tekenen, voeren uit, schakelen, stellen in
werking, monteren, demonteren, controleren en evalueren.
Enkel technische vakken die, naast een theoretische onderbouw voor de tweede graad, ook
een belangrijke ondersteunende kennis aanbrengen voor doorstroming naar een volgende
graad, worden afzonderlijk gehouden. Zij dienen echter de samenhang met de meer praktisch
georiënteerde vakken te bewaren.
Algemeen deel
D/2002/0279/020
10
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Dit is hier het geval met het vak ‘Elektriciteit en lab’. De leerlingen verwerven inzichten om
berekeningen en metingen uit te voeren in verband met elektrische grootheden. De
wetenschappelijke en wiskundige benadering van dit vak moet ondersteund worden via
overleg met de leerkrachten ‘Wiskunde’ en ‘Toegepaste fysica’. Er wordt gewerkt met de
basisgrootheden en afgeleide grootheden van het SI-stelsel, waarbij ook steeds de correcte
eenheden worden gebruikt. Vectoriële benaderingen worden niet uit de weg gegaan. Het
niveau moet echter progressief worden opgebouwd.
Binnen dit vak wordt eveneens integratie nagestreefd. De theorie en de
laboratoriumoefeningen dienen geïntegreerd aan bod te komen. Een vaklokaal dat, door zijn
concept en uitrusting, de mogelijkheid biedt om er de basisbegrippen van de elektriciteit
geïntegreerd te onderwijzen, kan daarbij bijzonder nuttig zijn. De verschillende activiteiten
van de leerlingen zoals het volgen van theorie, het maken van oefeningen en het meten aan
proefopstellingen, kunnen plaatsvinden in dit lokaal. Bepaalde leerinhouden die niet als
meetopstelling door de leerlingen worden uitgevoerd, kunnen via klassikale opstellingen
gehanteerd door de leraar, didactisch worden ondersteund. Ook didactische software zal
daartoe worden aangewend.
De metingen en proeven worden zoveel mogelijk aansluitend op de theorie door de leerlingen
zelf uitgevoerd. Om de lessen efficiënt te laten verlopen wordt aanbevolen telkens twee
lesuren na elkaar te voorzien voor dit vak.
1.4
Het gebruik van Informatie- en Communicatie Technologie (ICT)
Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak, biedt
optimaal gebruik moet worden gemaakt.
Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn:
-
-
Het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en
uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom’s, …
Het gebruik van educatieve programma’s in verband met de elektriciteitstheorie,
eenvoudige simulatie, het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellings- en
waarnemingsvermogen.
Eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen.
Programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie.
Eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerken.
In het vak ‘Installatietechnieken’ wordt de computer, met eenvoudige CAD-software, als
tekenhulp geïntegreerd aangewend (zie ook paragraaf 2.5).
Er dient opgemerkt dat de programma’s die men gebruikt dermate gebruiksvriendelijk dienen
te zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de
beheersing van één of ander softwarepakket.
1.5
De aanpak van het tekenen en schetsen binnen de vakken
‘Installatiemethoden’ en ‘Praktijk Elektriciteit’
Zowel bij het meetkundig en mechanisch tekenen als bij het schematekenen, beiden
geïntegreerd in het vak ‘Installatiemethoden’ is het gebruik van een aangepast CAD-pakket
een belangrijk en hedendaags hulpmiddel.
Algemeen deel
D/2002/0279/020
11
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Vooral het verhogen van het waarnemings- en voorstellingsvermogen en het lezen, begrijpen
en interpreteren van de tekeningen en schema’s staan centraal, NIET de beheersing van de
software. aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te
passen, om toelichting bij uitvoeringsdetails te geven …
Het gebruik van de computer met gebruikersvriendelijke tekensoftware verhoogt echter de
efficiëntie, waardoor er meer aandacht kan gaan naar de reeds vermelde doelstellingen van het
tekenen en de creatieve aspecten daarvan. In de lessen ‘Praktijk Elektriciteit’mogen echter de
vaardigheden rond het schetsen niet worden vergeten, bijvoorbeeld om een opgemeten
bestaande toestand of wijzigingen
aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te passen, om
toelichting bij uitvoeringsdetails te geven …
2
INSTROOM EN BEGINSITUATIE
De logische instroom voor het eerste leerjaar van de tweede graad van de studierichting
‘Elektrotechnieken’, komt uit de A-stroom van de eerste graad, meer bepaald uit het tweede
leerjaar van de basisopties ‘Mechanica-elektriciteit’ en ‘Industriële wettenschappen’. De
leerlingen kunnen echter net zo goed van een ander tweede leerjaar van de eerste graad
komen, waardoor eventueel een vrij heterogene groep kan ontstaan. Omwille van
bovenstaande bedenkingen is het raadzaam de voorkennis rond elektriciteit te relativeren.
Typische kenmerken die van de leerlingen verwacht worden en waar tijdens hun vorming
verder aandacht wordt gegeven zijn:
-
3
Beschikken over een voldoend ruimtelijk waarnemings- en voorstellingsvermogen.
Interesse hebben voor het verwerven van zowel technisch-theoretische als praktische
kennis en vaardigheden.
In teamverband willen werken en communicatief ingesteld zijn.
Probleemoplossend willen denken en handelen en voldoende creativiteit aan de dag
willen leggen bij het organiseren van werkzaamheden.
Verantwoordelijkheid nemen bij het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden en
aandacht willen besteden aan kwaliteit, preventie en milieu.
Bereid zijn om informatie te raadplegen en documentatie te zoeken.
Richtlijnen en voorschriften correct willen toepassen.
UITSTROOM
Na de tweede graad van de studierichting ‘Elektrotechnieken’ zullen de leerlingen vooral
uitstromen naar de derde graad in:
-
de studierichting ‘Elektrische installatietechnieken’ of
de studierichting ‘Elektronische installatietechnieken’ of
de studierichting ‘Industriële ICT’.
Algemeen deel
D/2002/0279/020
12
Elektrotechnieken
2de graad TSO
ELEKTROTECHNIEKEN
Tweede graad TSO
Elektriciteit praktijk
1ste en 2de leerjaar: 8 (+2) uur/week
D/2002/0279/020
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
13
Elektrotechnieken
2de graad TSO
INHOUD
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...........................................
15
2
EVALUATIE ..................................................................................................
40
3
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ...................................................
40
4
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................
44
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
14
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
DE NODIGE MAATREGELEN TREFFEN OM VEILIG OM TE GAAN
MET ELEKTRISCHE ENERGIE
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1.1
Aandacht besteden aan een veilige en zuivere werkplek.
Veiligheidsvoorschriften
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Hygiënische voorschriften
1.2
De gevaren
elektrische
onderkennen.
Veilig omgaan met elektriciteit
Oorzaken en gevolgen
1.3
De gebods- en verbodstekens in functie
van de uit te voeren werkzaamheden
naleven.
Veiligheidsvoorschriften
- de gebods- en verbodstekens
- werkplaatsreglement
- persoonlijke beschermingsmiddelen
1.4
Het werkplaatsreglement toepassen.
Werkplaatsreglement
1.5
De persoonlijke beschermingsmiddelen
gebruiken,
de
collectieve
beschermingsmaatregelen nemen en de
richtlijnen terzake naleven.
Persoonlijke beschermingsmiddelen.
Aanrakingsgevaar, elektrocutie
Isolatie, aarding
Veiligheidsmaatregelen
1.6
Veiligheidsgewoonten veranderen.
De voordelen van veilig
versterken en het veilig
aantrekkelijker maken
1.7
De bescherming van anderen bevorderen.
Sluiten van deuren
Afdekken van klemmen
Uitschakelen van voedingen.
Plaatsen van waarschuwingsborden
1.8
Volgens de geldende afspraken afval
sorteren en opslaan.
Milieuvoorschriften
1.9
De gereedschappen en machines veilig
benaderen en ermee omgaan volgens goed
vakmanschap.
Specifieke veiligheidsbegrippen in de
elektriciteit:
- aanrakingsgevaar, elektrocutie
- isolatieaarding
- te treffen veiligheidsmaatregelen
- keur- en veiligheidsmerken
- keuze van beveiligen
- opbouwen van stellingen en
- ladders
- bediening van hoogtewerkers
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
die het
energie
gebruik van
meebrengen
15
gedrag
gedrag
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1.10
Het gebruik van een bedrijfsapotheek beheersen en gepast handelen in een
noodsituatie.
Situering van de bedrijfsapotheek
Alarmeren van de bevoegde diensten
Eerste hulp verlenen
1.11
De hygiënische voorschriften naleven.
Hygiënische voorschriften
1.12
Verantwoordelijk zijn voor orde, netheid,
gezondheid en milieu.
Orde, netheid, gezondheid en milieu
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe
bestemde plaats.
Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB.
Doorheen de werkzaamheden dient men steeds aandacht te geven aan veiligheid, hygiëne
en milieu.
Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement als leidraad nemen en er voortdurend
naar verwijzen.
Didactische panelen op goed gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning.
De leerlingen dienen een veilige en doordachte arbeidsmentaliteit aan te leren.
Kwaliteit moet men nastreven in elk deelaspect van de uitvoering maar ook in de veiligheid voor onszelf en de anderen.
De leerlingen dienen erop gewezen dat de producten die men aflevert door anderen op
een veilige wijze moeten gebruikt worden.
Leerlingen aansporen om op het internet te zoeken naar de voorschriften terzake.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1.13
Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te
duiden
Pictogrammen
1.14
De Europese
toelichten
Europese regelgeving
1.15
De gepaste veiligheid gebruiken in functie
van de opdracht en de gebruikte
toestellen; de veiligheidsregels in de
elektrische installatie integreren.
Normen ARAB - AREI
Voorschriften van de plaatselijke
stroomleverancier
1.16
De regels van
omschrijven.
Goed vakmanschap
1.17
Verantwoordelijkheid opnemen omtrent
elkaars veiligheid
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
regelgeving
goed
ter
zake
vakmanschap
16
De
EHBO-beginselen
elektrocutie
Het
verzorgen
van
verwondingen
rond
kleine
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de
veiligheidsmaatregelen tonen.
Aandacht voor linkshandigen.
Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijzen naar de Europese reglementering.
De keuze van de elektrische beveiligingen in schema’s en schakelingen integreren.
Raadpleeg ter zake ook EN-6O2O4-1
Aandacht voor restmaterialen en batterijen
2
DE
VOORBEREIDINGEN
TREFFEN
OM
DE
WERKZAAMHEDEN AAN EEN HUISINSTALLATIE UIT TE
VOEREN
2.1
Het bouwplan
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.1.1
De gebruikte symboliek op een bouwplan
herkennen.
De symbolen
architect
2.1.2
De meest geschikte plaats voor de meterkast aanduiden.
Plaatsbepaling meterkast, volgens de
geldende voorschriften
2.1.3
De plaats van de
aansluitbocht bepalen.
Plaatsbepaling energiesteen of aansluit
bocht,
volgens
de
geldende
voorschriften
2.1.4
Het traject van de aardingslus bepalen.
Plaatsing aardingslus
2.1.5
De plaatsing van
overwegen en bepalen.
aardingspennen
Aardingspennen
2.1.6
De plaats
bepalen.
aardonderbreker
Aardonderbreker
2.1.7
Het traject van de wachtbuizen voor elektricteit, telefoon en teledistributie aanduiden.
van
de
energiesteen
of
gebruikt door de
Traject wachtbuizen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Het bouwplan van een eenvoudige woning kiezen waarin een gedeelte van een installatie
kan gerealiseerd worden in inbouw, in holle wanden en opbouw, in droge en in vochtige
lokalen.
De symbolen en tekenmethoden op een bouwplan toelichten, zoals de gevels, de muren,
doorsneden, platte gronden en bovenaanzichten en dit in samenspraak met de lessen
‘Installatiemethoden’.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
17
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
-
Samen met de leerlingen stapsgewijs de verschillende fasen van de realisatie van een
huisinstallatie beknopt doorlopen en bespreken, zoals dit in praktijk voorkomt. De
leerlingen dienen aan te voelen dat in het eerste leerjaar reeds een eenvoudige installatie
tot stand komt.
Klassikaal vanuit het vak ‘Installatiemethoden’ een dossier samenstellen van een zeer
eenvoudige huisinstallatie in het 1ste jaar van de 2de graad.
Het is aan te bevelen in het begin van het schooljaar een bouwwerf te bezoeken waar een
installatie in realisatie is. Het is belangrijk dat de leerlingen van in het begin een zo
volledig mogelijk beeld krijgen van de werkomgeving waarin ze later terecht komen.
Gebruik ook zoveel mogelijk de multimedia en het internet.
Zowel de nationale als de plaatselijke voorschriften en richtlijnen behandelen bij de
praktische uitvoering van een installatie.
Een aanbeveling: de leerlingen in het begin van het schooljaar een visuele voorstelling
geven (tegen een wand van de werkplaats) van het grondplan van een huis, met daarop de
voorbereidende werkzaamheden.
2.2
Gereedschappen, materialen en technieken toepassen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.2.1
De gereedschappen herkennen en gebruiken.
Mes, kniptang, universele tang,
bektang, juniorzaag, kabelstripper
2.2.2
Draad en kabels herkennen en bewerken.
HO7 V-U, H07 V-R, XVB- F2,
XFVB-F2, EVAVB
2.2.3
Soepele snoeren herkennen en bewerken.
H07 VK, H03 VH-H, H05 RR-T, H07
RN-
2.2.4
De gepaste soldeerbout overeenkomstig
de aard van het werk gebruiken.
Soldeerbouten
2.2.5
Het gebruik van verschillende soldeer- en
vloeimiddelen gebruiken.
Soldeermiddelen
2.2.6
Het onderhoud van een soldeerbout
correct uitvoeren.
Onderhoud soldeerbout
2.2.7
Draden vertinnen en solderen in functie
van een reële toepassing.
Vertinnen en solderen
2.2.8
Solderen van een multikabel aan een
multistekker.
Soepele multikabel solderen
2.2.9
Solderen en desolderen van componenten
op een printplaat.
Componenten solderen en desolderen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het hanteren van gereedschappen correct aanleren.
Bewerkingen enkel uitvoeren in concrete toepassingen.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
18
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
We vermijden hier het veelvuldig oefenen van verbindingen, waar leerlingen nog geen
kijk op hebben.
Sommige verbindingen worden niet veel meer gebruikt, het is dan ook zinloos ze
veelvuldig in te oefenen.
Bij het solderen voorkomen we het langdurig solderen als bezigheid, een leerling die
bewijst dat hij de techniek beheerst moet verder kunnen (uitbreiding).
Veilige werkmethodes toepassen, geen breekmessen toelaten.
een complexe draadfiguren plooien en solderen, maar reële toepassingen uit de praktijk.
Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbindingen, beschadiging van de kern,
de juiste aansluitdruk.
De leerlingen ook kennis laten maken met nieuwe gereedschappen, die in de praktijk
gebruikt worden.
Zorgen voor een goede verluchting tijdens het solderen.
Het gebruik van catalogi, het internet en cd-roms van firma’s vormen een goed
hulpmiddel.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.2.10 Kabelschoenen monteren met het gepaste
gereedschap.
Kabelschoenen
2.2.11 Lasdopverbindingen maken met het gepaste gereedschap.
Lasdopverbindingen
2.2.12 Verbindingen
met
insteekklemmen maken.
Insteekklemmen
gepaste
2.2.13 Verbindingen realiseren met lusterklemmen.
Lusterklemmen
2.2.14 Een krimpkous aanbrengen met het gepaste gereedschap .
Krimpkous
2.2.15 Een telefoonconnector aansluiten met het
gepaste gereedschap.
Telefoonconnector
RJ45 - krimptang
2.2.16 Een aardlus op een correcte wijze verbinden met de aardonderbreker.
Aardlus - aardonderbreker
Voorschriften AREI
2.2.17 Een aardpen - aardgeleider en aardonderbreker met elkaar verbinden.
Aardpen - aardgeleider - aardonderbreker
Voorschriften AREI
2.2.18 De hoofdequipotentiale verbindingen uitvoeren.
Draaddoorsneden
Uitvoering
Verbindingsklemmen
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
19
Elektrotechnieken
2de graad TSO
2.2.19 De bijkomende equipotentiale verbindingen uitvoeren.
Draaddoorsneden
Uitvoering
Verbindingsklemmen
2.2.20 Het indrijven van een aardingspen uitvoeren.
Indrijven aardingspen
Voorhamer
Elektrische en pneumatische hamer
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Al de verbindingen kaderen in een reële situatie.
Gepaste gereedschappen gebruiken, bij dure gereedschappen toch minstens één
exemplaar ter beschikking van de leerlingen stellen.
Voor telefoonaansluitingen de gangbare verbindingen hanteren, maar ook de modulaire
aansluiting uitvoeren.
De leerlingen op het belang van een goede uitvoering van aarding en equipotentiale
verbindingen wijzen.
Aantonen waar je welk type aardgeleider gebruikt, elektrolytisch volkoper of
loodommanteld.
correcte plaatsingswijze van aardpennen benadrukken: eventueel werken met verkorte
pennen, die terug uitgegraven kunnen worden.
Een bezoek aan een werf waar op dat moment deze werken gebeuren is aan te raden.
Een realistisch opgebouwd voorgemonteerd paneel of een wand ter beschikking stellen
van de leerlingen om de oefeningen rond aarding en equipotentiale verbindingen uit te
voeren.
3
PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN HUN
COMPONENTEN
3.1
Plaatsen van inbouwdozen, buis, kabel, centraaldozen en verdeelbord in en
op muren, beton en holle wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
3.1.1
Stijve Tth-buis op
ontbramen en plooien.
3.1.2
Stijve Tth-buis monteren in en op de
muur.
Montage in opbouw in een droog
lokaal
Montage in inbouw
Montage
in
opbouw
en
spatwaterdichte uitvoering
3.1.3
Stijve Tth-buis monteren in holle wanden.
Montage in holle wanden
3.1.4
Monteren en bevestigen van soepele buis
in holle wanden.
Soepele buis in holle wanden
3.1.5
Monteren en bevestigen van soepele buis
in muur en beton.
Soepele buis in muur en beton
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
maat
LEERINHOUDEN
maken,
20
Op maat
Ontbramen
Plooien
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.1.6
Voorbedrade, geribde buis in muur en
beton plaatsen.
Voorbedrade, geribde buis
Draadkleuren
Aantal draden per buis
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Het is de bedoeling dat de leerlingen vertrekken vanaf een paneel en zelfstandig, volgens
en gegeven buizenplan, de buizen plooien en monteren. Dit paneel zal achteraf gebruikt
worden om de basislichtschakelingen en de gemengde schakelingen op uit te voeren. De
montage gebeurt best met inbegrip van een aftakdoos. Met H07 V-U en met XVB-F2 kan
dan de bedrading uitgevoerd worden. Op deze wijze heeft de buisoefening nut.
Voor de inbouw in holle wanden met stijve en soepele buis is het aangewezen dat de
buizen door een paar balkjes of plankjes op de rugwand van een paneel en in inbouw- en
centraaldozen kunnen bevestigd worden. Bijvoorbeeld, de tekening van een bouwplan
overbrengen op een paneel; voorzie op dit paneel ook ruimte voor een verdeelbord.
De leerlingen kunnen hierop later ook de gemengde schakelingen uitvoeren.
Tabel met de handelsmaten van PVC-buis ter beschikking stellen.
Tabel met maximum toegelaten geleiders per buis ter beschikking stellen.
De leerlingen moeten ook in een gemetste muur buis aanleggen.
Bezoek aan een werf is eveneens aangewezen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.1.7
Met gepast gereedschap en de juiste
grondstoffen mortelspecie aanmaken.
Grondstoffen en gereedschappen om
mortelspecie aan te maken
3.1.8
Buizen en inbouwdozen inmetselen met
mortelspecie.
Inmetselen van buizen en inbouwdozen
3.1.9
Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen.
Onderhoud
Opslag
3.1.10 Met gepast gereedschap en de juiste
grondstoffen
gipsen
kalkspecie
aanmaken.
Grondstoffen en gereedschappen voor
het aanmaken van gips- en kalkspecie
3.1.11 Buizen en inbouwdozen inmetselen met
gips- of kalkspecie.
Inmetselen van buizen en inbouwdozen
3.1.12 Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen.
Onderhoud
Opslag
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Lijsten met voorschriften van de bouwfederatie ter beschikking stellen met betrekking
tot de samenstelling van mortels, …
Bij de bouwfederatie de technieken opvragen om de verwerking toe te lichten.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
21
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
De eigenschappen van de grondstoffen toelichten aan de hand van brochures aan te
vragen bij deze federatie.
Multimedia raadplegen.
3.2
Plaatsen van kabel, plaatsen van geribde bedrade buis en draad trekken
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.2.1
Plaatsen en aansluiten van kabel.
Leidingen voor vaste aanleg
Aftakdozen
Bevestigingen
Invoeren
Verbindingen
Draadkleuren
3.2.2
Plaatsen en
bedrade buis.
geribde
Afrollen van de bobijn
Vasthechten
Invoeren
Verbindingen
Draadkleuren
3.2.3
Trekken van draden in een stijve Tth-buis.
Gereedschappen
Aantal draden per buis
Draadkleuren
Draadreserven
Verbindingen
- achter schakelaar
- centraaldoos
- aftakdoos
aansluiten
van
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij het plaatsen van kabels in opbouw zijn er veel plaatsingswijzen mogelijk, men
moet de plaatselijke situatie goed inschatten.
-
De opmars van de bedrade buis is niet meer te stuiten, de loonkost bij plaatsing is veel
kleiner. De aanleg vraagt wel een doordachte strategie, want het aantal draden dient
vooraf bekend te zijn. Draadtrekken in bestaande buizen blijft nodig bij renovatie.
3.3
3.3.1
Plaatsen en aansluiten van schakelaars, wandcontactdozen en aftakdozen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een
enkelpolige
uitvoeren, controleren,
opsporen,
de werking verklaren.
Enkelpolige lichtschakeling
lichtschakeling
testen, fouten
3.3.2
Dubbelpolige lichtschakeling
Een
dubbelpolige
uitvoeren, controleren,
opsporen,
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
lichtschakeling
testen, fouten
22
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.3.3
3.3.4
de werking verklaren.
Dubbele aansteking
Een schakeling met dubbele aansteking
uitvoeren, controleren, testen, fouten
opsporen, de werking verklaren.
Een wisselschakeling uitvoeren,
controleren, testen, fouten opsporen,
de werking verklaren.
Wisselschakeling
3.3.5
Een kruisschakeling uitvoeren,
controleren, testen,fouten opsporen,
de werking verklaren.
Kruisschakeling
3.3.6
Een dubbelpolige wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, de werking
verklaren.
Dubbelpolige wisselschakeling
3.3.7
Een wissel - wisselschakeling uitvoeren,
controleren, testen, fouten opsporen,
de werking verklaren.
Wissel - wisselschakeling
3.3.8
Een gemengde schakeling uitvoeren,
controleren, testen, fouten opsporen,
de werking verklaren.
Lichtschakeling met wandcontactdoos
Draadsectie.
4.3.9
Lichtschakelingen uitvoeren met schakelaars met controlelamp en signaallamp
controleren, testen, fouten opsporen,
de werking verklaren.
Lichtschakelaars met controlelamp
Lichtschakelaars met signaallamp
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Klassikaal het situatieschema van het bouwplan stapsgewijs opbouwen en duiden waarom bepaalde schakelingen op die plaats hun toepassing vinden.
Geen kableeroefeningen maken met deze schakelingen, maar ze uitvoeren op het buizenpaneel dat de leerlingen voorheen gerealiseerd hebben.
Het accent leggen op het maken van verbindingen, draadreserve, draadkleuren.
Stroombaan- en bedradingsschema’s uit het vak Installatiemethoden gebruiken.
Rekening houden met de voorschriften uit het AREI.
Schakelaars laten doormeten, spanning en stroom meten, fouten opsporen, en dit alles
met de gepaste meetapperatuur.
3.4
3.4.1
Montage van draag- en gootsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een kabelgoot bewerken en plaatsen op
een muur of draagsysteem.
Aftekenen
Afkorten
Boren in een muur of metaal
Bevestigen op de muur
draagsysteem
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
23
of
het
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.4.2
Klein materiaal plaatsen.
Pluggen, schroeven, eindstukken,
hoekstukken, beugels
3.4.3
Montage van plintkabelgoot en deze van
een stopcontact voorzien.
Aftekenen
Afkorten
Bevestigen
Plaatsing stopcontact
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Overzichtstabellen ter beschikking stellen:
 pluggen
 houtschroeven
 metaalschroeven
 parkers
 klein installatiematerialen
 bevestigingsmaterialen
-
De leerlingen laten werken met een verstekbak.
3.5
3.5.1
Plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen met een vaste of losse
standplaats
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Plaatsen en aansluiten van een elektrisch
toestel met een losse standplaats.
Trekontlasting
Soepele snoeren
Stekker - stopcontact
Strijkijzer, wafelijzer, broodrooster, …
Beveiliging
Trekontlasting
Kabels voor vaste aansluiting
Stekker - stopcontact
Elektrisch
vuur,
wasmachine,
droogkast, …
3.5.2
Plaatsen en aansluiten van een elektrisch
toestel met een vaste standplaats.
3.5.3
De aansluiting van een nokkenschakelaar
uitvoeren.
Schakeltabel
Aansluiting
3.5.4
De
aansluiting
van
temperatuurregeling uitvoeren.
Thermostaat
Mechanisch
Elektrisch - elektronisch
Programmeerbaar
3.5.5
Aansluiten van enkele eenvoudige
toestellen met verwarmingselementen op
een eenfasig net.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
een
24
Waterdruk of hogedruktoestellen
Drukloze
of
lagedrukvoorraadtoestellen
Lagedruk aftap- of leeglooptoestellen
Doorstroomtoestellen
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
25
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Belang hechten aan de trekontlasting bij snoeren en kabels.
De leerlingen laten meten op de toestellen: doormeten van snoer, …
Schakeltabellen opzoeken.
Een thermostaat aansluiten op een reële verbruiker.
Al de toestellen met een verwarmingselement hebben een éénfasige aansluiting.
3.6
Plaatsen van materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte
uitvoering.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.6.1
Van gegeven stroombaanschema’s het
bedradingsschema tekenen volgens een
gegeven buizenplan.
Opbouw in een droog lokaal
Opbouw spatwaterdicht
Inbouw in een droog lokaal
3.6.2
Verzamelen van de benodigde materialen
en gereedschappen.
Keuze materialen
Keuze gereedschappen
3.6.3
Uitvoeren van de schakelingen, controleren, testenfout zoeken en de werking
verklaren.
Gemengde schakelingen
Montage inbouw - opbouw
Draad, kabel
Met en zonder aftakdoos
Controle
Foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Dit zijn duidelijk doelstellingen voor het 2de leerjaar.
Verwerken van de volgende installatiematerialen: opbouw en inbouw, spatwaterdicht,
draad, kabel, voorbedrade buis, PVC-buis en alle bijhorende componenten.
Deze oefeningen zijn een synthese van alle schakelingen.
Alle schakelingen uit te voeren met beschermingsgeleider.
De leerlingen laten kennis maken met de uitvoering van de schakelingen: met aftakdoos,
met centraaldoos, met de verbindingen in een inbouwdoos.
3.7
Plaatsen van verlichtingstoestellen en signaalgevers
3.7.1
Plaatsen van verlichtingstoestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.1.1 Aan de hand van een stroombaanschema
TL-lampschakelingen uitvoeren, controleren, testen en fout zoeken.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
26
TL-verlichting
TL-lamp met starter
Schakeling met condensator
Duoschakeling
Tandemschakeling
Starterloze ontsteking
HF-voorschakelapparaat
Compacte fluorescentielampen
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.7.1.2 Aan de hand van een stroombaanschema
schakelingen uitvoeren met halogeenlampen, controleren, testen, foutzoeken.
Aansluiten op 12 V en 230 V.
Klassieke
en
elektronische
transformator
Draaddoorsnede - beveiliging
Lijninstallatie
Sterinstallatie
T-installatie
Ringinstallatie
3.7.1.3 Aan de hand van een stroombaanschema
schakelingen uitvoeren met dimmers,
controleren, testen, foutzoeken.
Enkelpolige schakeling
Wisselschakeling
Inbouw - modulair
Gloeilampen - halogeenlampen 230 V
Halogeenlampen op ZLVS 12 of 24 V
met gewikkelde transformator - met
elektronische transformator
Elektronische
transformator
met
dimfunctie
TL-lampen standaard en HF
Compacte 4-pins TL-lampen
Regelbare ballasten
Starterloze TL - lampen
3.7.1.4 Aan de hand van het schema van de fabrikant een schakeling uitvoeren voor een
noodverlichting.
Schema lezen
Reglementering
Autonome noodverlichting
Met zelftest
Pictogrammen
Met veiligheidsverlichting
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het bestaan van de verschillende types TL-lampen verklaren aan de hand van hun toepassingsgebied.
Het belang van kleurtemperatuur, kleurweergave-index en kleuronderscheiding aan de
hand van praktische voorbeelden aantonen. (U)
Verschillende types van armaturen ter beschikking stellen.
Het belang van reflectoren en rasters toelichten.
Nadruk leggen op het belang van de juiste montage van een armatuur.
Documentatie van de fabrikanten gebruiken - didactische opstelling - multimedia.
3.7.2
Plaatsen en aansluiten van signaalgevers
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.2.1 Bel- en zoemerschakelingen uitvoeren,
controleren, testen, foutzoeken en de
werking verklaren.
Gewone drukknop
Met verlichte drukknop
3.7.2.2 Signalisatieschakelingen met terugmelding uitvoeren, controleren, testen, fouten
opsporen en de werking verklaren
Signalisatieschakelingen
terugmelding
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
27
met
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.7.2.3 Een deurmelder monteren en aansluiten
volgens de voorschriften van de fabrikant.
Deurmelder
Schakelingen
Controle
Testen
Foutzoeken
3.7.2.4 Een binnenhuiscentrale voor telefoon
monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant.
Binnenhuiscentrale met
toestellen
Schakelingen
Controle
Testen
Foutzoeken
Modulaire aansluitingen
toestellen.
3.7.2.5 Een parlefooninstallatie monteren en aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant.
meerdere
van
de
Twee- en meerdraadssystemen.
Eén deurstation en één binnentelefoon
Idem met elektrisch deurslot
Eén
deurstation
met
meerdere
binnentelefoons
met
en
zonder
onderlinge
gespreksmogelijkheid - met elektrisch
deurslot (U)
Deurstation voor appartementsgebouw
zonder en met gespreksgeheim, met
etagebel en elektrisch deurslot (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De schema’s gebruiken uit de lessen ‘Installatiemethoden’ of die van de fabrikanten.
(catalogi)
De schakelingen duiden in het geheel van het bouwplan.
Bij gebrek aan materiaal in de school, kan men meestal terecht bij de fabrikanten voor
workshops.
Gebruik catalogi, internet, cd, technische boeken.
3.7.2.6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een videofoon-installatie monteren en
aansluiten volgens de gegevens van de
fabrikant.
Schakelingen uitvoeren
Controleren
Testen
Foutzoeken
Twee of meerdraadssysteem
Eén deurstation en één huistoestel
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
28
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Eén deurstation en één huistoestel met
extra-oproepluidspreker en elektrisch
slot
Eén
deurstation
en
meerdere
huistoestellen met of zonder extra
luidspreker en elektrisch slot (U)
Twee deurstations en meerdere
huistoestellen (U)
Deurstation voor appartementsgebouw
met gespreksgeheim (U)
Vaste of beweegbare camera met en
zonder nachtverlichting (U)
3.7.2.7 Een rook- en brandmelder monteren en
aansluiten volgens de voorschriften van
de fabrikant.
Rookmelder
Brandmelder
Aansluiten
Controle
Testen
Foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De schema’s van de fabrikanten gebruiken.
De leerlingen aan borden met vaste opstelling de oefeningen laten uitvoeren.
Aandacht geven aan spanningsvallen bij grote afstanden.
Bezoek aan een beurs om kennis te maken met de soorten toestellen op de markt.
Internet raadplegen - catalogi - technische werken.
3.7.3
Plaatsen en aansluiten van elektrisch gestuurde schakelingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.3.1 Een relaisschakeling uitvoeren volgens
een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, foutzoeken en de werking
verklaren.
Schakeling voor verlichtingsdoeleinden
Vanop één of meerdere plaatsen te
bedienen
Montage
Bedradingslijst opstellen
Enkel-en dubbelpolige uitvoering
Spoelspanningen 24 V en 230 V
Schakeling voor verlichtingsdoeleinden
3.7.3.2 Een impulsrelaisschakeling uitvoeren volgens een gegeven stroombaanschema,
controleren, testen, fouten opsporen en de
werking verklaren.
Vanop één of meerder plaatsen te
bedienen
Montagemogelijkheden
Enkel- en dubbelpolige uitvoering
Met en zonder verlichte drukknoppen
Met centrale besturing
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
29
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Bedradingslijst
3.7.3.3 Een schakeling uitvoeren met een trappenhuisautomaat volgens een gegeven
stroombaanschema, controleren, testen,
fouten opsporen en de werking verklaren.
Vanop één of meerdere plaatsen te
bedienen
Enkel- en dubbelpolige uitvoering
Verschillende spoelspanningen
Montagemogelijkheden
Met en zonder verlichte drukknoppen
Met dimfunctie
Bedradingslijst
3.7.3.4 Detectoren en modulaire technische
alarmgevers monteren en aansluiten.
Rookdetectoren
Gasdetectoren
Overstromingsdetectoren
Temperatuurverhogingsdetectoren
Opbouw of modulaire inbouw
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Schakelingen uitvoeren op panelen of in een verdeelkast, eventueel met kabelgoot.
De schakelingen integreren in de opbouw van de huisinstallatie en duiden.
De schema’s uit het vak installatiemethoden gebruiken.
Metingen met juiste meetapparatuur uitvoeren.
Rekening houden met de voorschriften van de fabrikant en het AREI.
Catalogi gebruiken, …
Normalisatie toepassen.
3.7.3.5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een schakeling uitvoeren met een
tijdrelais
volgens
een
gegeven
stroombaanschema, controleren, testen,
fouten opsporen en de werking
verklaren.
Vanop één of meerdere plaatsen te
bedienen
Enkel- en dubbelpolige uitvoering
Verschillende spoelspanningen
Montagemogelijkheden
Vertragingsmogelijkheden
Bedradingslijst
3.7.3.6
Een modulaire schakelaar aansluiten
volgens de gegevens van de fabrikant.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
30
1-2-3-4-polige uitvoering met of
zonder signalisatie
Enkelpoligeen
dubbelpolige
wisselschakelaar
Draaischakelaar als hoofdschakelaar
Elektrotechnieken
2de graad TSO
3.7.3.7
Aan de hand van de gegevens van de
fabrikant een schakelklok aansluiten.
Analoge schakelklokken
Digitale schakelklokken
Gangreserve
Programmeerbare klokken
Uur -, dag-, weekprogramma
Opbouw en modulaire inbouw
3.7.3.8
Een thermostaat aansluiten volgens de
gegevens van de fabrikant.
Mechanische thermostaten
Elektronische thermostaten
Programmeerbare (U)
Opbouw en modulaire inbouw
3.7.3.9
Een contactor aansluiten, de componten
monteren, volgens de voorschriften van
de fabrikant.
Monofasige uitvoering
24 V of 230 V spoelspanning,
drie- en vierpolige aansluiting (U)
3.7.3.10 Een voorkeurrelais aansluiten, de componenten
monteren,
volgens
de
voorschriften van de fabrikant.
Monofasige uitvoering
Drie- en vierpolige uitvoering (U)
3.7.3.11 Een voorrangrelais aansluiten, de componenten
monteren,
volgens
de
voorschriften van de fabrikant.
Monofasige uitvoering
Één of meerdere ontlaste kringen
Driefasige uitvoering (U)
3.7.3.12 En gecombineerde schakeling uitvoeren
met de gekende componenten.
Synthese-oefening
Lichtschakelingen
Comfortschakelapparatuur
Leidingsschema
Bedradingsschema
Keuze van de materialen, bestellijst
In buis en met kabel
Verdeelbord monteren en aansluiten
Toestellen plaatsen
Controle, testen, foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Toestellen van verschillende fabrikanten ter beschikking stellen.
Realistische schakelingen uitvoeren vookomend in huishoudelijke installaties.
Stroombaanschema’s van de fabrikant omzetten naar bedradingsschema’s en
bedradingslijsten.
Schakelingen controleren en de fouten opsporen met gepaste apparatuur.
Rekening houden met de voorschriften en reglementeringen van het AREI.
Catalogi gebruiken.
Multimedia en internet.
Het is de bedoeling met de syntheseoefening om de leerling van het 1 ste leerjaar een
beperkte huishoudelijke installatie te laten uitvoeren met de componenten die hij beheerst
op het einde van het schooljaar.
Rekening houden met efficiëntie en veilige werkmethoden.
De verschillende schema’s en lijsten kunnen in combinatie met ‘Installatiemethoden’
opgesteld worden, de oefening kan eventueel een groepswerkje zijn.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
31
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
4
De voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier dienen in acht genomen en kunnen
dus verschillen van regio tot regio.
De leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen om tijdens de werkzaamheden beroep te
mogen doen op catalogi, multimedia en internet.
PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN COMFORTSCHAKELINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.1
Een elektronisch stuurrelais met logische
functies monteren en aansluiten.
Tijdfunctie, telfunctie, timerfunctie
Programmeertaal
Maak- en verbreekcontacten
Uitgangrelais, hulprelais
Uitgangen: spoel, impulsschakelaar
Relais als houdfunctie
Tijdrelais
Optellende en aftellende componenten
Schakelklokken
Teksten met variabelen
Functierelais:
analoge
waarde
vergelijking
Simulatie van de stroomweg
Schakelschema’s: laden, opslaan,
testen, beveiligen
4.2
Een eenvoudig domoticasysteem voor
een residentiële woning opbouwen.
Situatieschema
Twee- of vieraderige bedrading (U)
Wel of niet verlichte drukknoppen
Modulaire opbouw van de installatie
Lijn-, ster- of boomstructuur
Schakel- en rolluikmodules
Programma: opstellen, invoeren, testen
Installatiestructuur
Componenten selecteren, bestellijst
Sensoren
RF-systeem integratie (U)
Interfaces (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Een eenvoudig domoticasysteem gebruiken.
Logische functies: logo, easy, nikobus.
Nadruk leggen op modulaire opbouw van de installatie.
Verschillende installatiestructuren aanleren.
Aandacht trekken naar veilig en efficiënt werken.
Catalogi gebruiken.
Bij bepaalde firma’s kan men tijdelijk over demonstratiepanelen beschikken.
Programmeren aanleren via trainingskit.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
32
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Ook de programmatie via pc aanleren.
Indien mogelijk een vergelijking maken tussen verschillende types van verschillende
fabrikanten.
Multimedia en internet raadplegen.
Het is de bedoeling om op het einde van het 2de jaar de leerlingen voeling te laten hebben
met basisbegrippen rond woningintelligentie, en met hen een huisinstallatie uit te voeren
die gedeeltelijk dergelijke uitvoering krijgt. De uiteindelijk uitdieping kan gebeuren in de
3de graad.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.3
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van een bewegingsmelder.
Verlichting
Ventilatie
Opbouw, inbouw
Soorten schakelingen
Controleren, testen en foutzoeken
4.4
Aan de hand van een aansluitschema de
installatie uitvoeren van een schemerschakelaar.
Opbouw
Modulaire inbouw
Enkelpolig, dubbelpolig
Één of meerdere functies
Programmeerbaar (U)
Controleren, testen, foutzoeken
4.5
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van op afstand
gestuurde schakelingen (RF-systemen).
(U)
Verlichting
Scherm en zonnewering, rolluiken
Signalisatie
Hek en poorten
Afstandsdimmers
Vaste en mobile zenders en ontvangers
4.6
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van infrarood gestuurde
schakelingen. (U)
Verlichting
Zonnewering, rolluiken
Afstandsdimmers
Signalisatie
Vaste en mobile zenders en ontvangers
4.7
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van draaggolfgestuurde
schakelingen. (U)
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
33
Verlichting
Schermrolluik en zonnewering
Afstandsdimmers
Interface RF-draaggolfontvanger
Interface-infrarooddraaggolfontvanger
Vaste, modulaire en mobile zenders en
ontvangers
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
5
Systemen van verschillende fabrikanten gebruiken.
Realistische toepassingen uitvoeren in de praktijk.
Programmatie van RF-systemen in de woning uitvoeren. (U)
Alle schakelingen, indien mogelijk, in vaste bedrading uitvoeren. (U)
Rekening houden met de geldende voorschriften.
Met didactische panelen is, naar de leerlingen toe veel te bereiken.
Catalogi, multimedia en internet.
EEN VERDEEL- OF SCHAKELKAST SAMENSTELLEN EN DE
VERSCHILLENDE COMPONENTEN MONTEREN EN AANSLUITEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.1
Een smeltveiligheidsvoet monteren en
aansluiten.
Voet voor smeltveiligheid
Keuze kalibreerwaarde
5.2
Een penautomaat monteren en aansluiten.
Penautomaat
5.3
Een railautomaat monteren en aansluiten.
Railautomaat
1-2-3-4-polige uitvoering.
Modules
5.4
Een differentieelschakelaar of -automaat
monteren en aansluiten.
Differentieel
2-en 4-polig
Klemnummering
Voorschriften AREI
Selectiviteit - type
5.5
Een overspanningsbeveiliger monteren en
aansluiten.
Overspanningsbeveiliger
2-4-polig
Klemnummering
Type
Voor appartementsgebouw
Beveiligingsniveau Umbr of Up
5.6
Een inwendige bliksemafleider monteren
en aansluiten. (U)
Inwendige bliksemafleide (directe
blikseminslag)
Klemnummering
2-en 4-polige uitvoering
Juiste type
5.7
De vereiste vonkbruggen selecteren bij
een uitwendige bliksemafleider. (U)
Vonkbruggen
IEC 1024
Directe en indirecte blikseminslag
Bliksemafleider
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
34
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij de montage van de toestellen in het verdeelbord geen brugjes met draden meer plooien, maar gebruikmaken van verbindingsrails.
Nadruk leggen op veilig en efficiënt werken.
Componenten gebruiken of tenminste laten zien van verschillende fabrikanten.
Op didactische panelen de verschillen aantonen.
Gebruikmaken bij het opzoeken van cd ’s van fabrikanten.
Catalogi.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.8
Aan de hand van een ééndraadsschema
van een woning, een geschikt verdeelbord
bepalen.
Kasttype
Aantal modules
Voorschriften van het AREI
5.9
Een lay-out van het verdeelbord
uittekenen in functie van de uit te voeren
installatie.
Bord lay-out
Maatschets
Verschillende componenten
5.10
Het verdeelbord monteren in opbouw of
opbouw volgens de voorschriften van de
fabrikant.
Montage
Op en in een muur
In een holle wand
5.11
Het verdeelbord uitrusten met de vereiste
modules en deze onderling verbinden met
verbindingsrails.
Modules
Verbindingsrails
5.12
De verschillende kringen volgens goed
vakmanschap aansluiten.
Aansluiten van de kringen
Uittesten
Etikettering
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De leerlingen brengen dit ééndraadsschema mee vanuit de lessen ‘Installatiemethoden’.
In het 1ste jaar maken we een verdeelbord in een éénfasige uitvoering, in het 2de jaar kan
dit gaan naar een driefasige uitvoering.
Materialen van verschillende fabrikanten gebruiken of tenminste tonen.
Bedraden komt alleen ter sprake bij renovatiewerken, het is goed dat leerlingen toch een
beperkte oefening rond bedraden krijgen.
Het doel en de principewerking van al de onderdelen van een verdeelbord zijn behandeld
in het vak ‘Installatiemethoden’, de leerkracht beperkt zich in de praktijk tot een controle
van deze componenten.
Het testen van de goede werking van de componenten gebeurt demonstratief, bv. de
uitschakeling van een differentieel.
Metingen rond de lekstroom van een differentieel.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
35
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.13
Een werfkast samenstellen.
Werfkast
Reglementering
AREI
5.14
Een energiekabel aansluiten.
EXVB - EVVB
Verbindingen
Gereedschappen
AREI
Plaatselijke voorschriften
5.15
Een huisaansluitkast samenstellen.
Huisaansluitkast
Scheider
Aansluitmodule
Meetmodule
Ontvangsttoestel
Stuurkring
Verbindingen
Kleurencode
Aftakkabel
Aansluitbocht
Aansluitplaat
Meterkast
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Hier is een verwijzing naar ‘Installatiemethoden’ nodig, de bespreking hiervan kan in de
werkplaats niet gebeuren, wel de uitvoering en de samenstelling van de onderdelen.
Hier dient men zeker rekening te houden met de plaatselijke reglementeringen, die variëren nogal sterk van regio naar regio.
De leerkracht vraagt best documentatie op bij de stroomleverancier, de verschillen in
netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren.
Aansluitkabels en hulpstukken verklaren vanuit overzichtslijsten (Installatiemethoden)
Multimedia en internet raadplegen.
6
METEN, FOUTEN OPSPOREN EN HERSTELLINGEN UITVOEREN IN
EEN RESIDENTIËLE INSTALLATIE EN HUISHOUDELIJKE
TOESTELLEN
6.1
Metingen uitvoeren in een residentiële installatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
6.1.1
De
spreidingsweerstand
residentiële installatie meten.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
LEERINHOUDEN
bij
een
36
Spreidingsweerstand
Voorschriften AREI
Plaatselijke voorschriften
Types van meetapparaten
Voorschriften van de fabrikant
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6.1.2
Isolatiemetingen uitvoeren in een residentiële installatie.
Isolatiemetingen
Voorschriften AREI
Plaatselijke voorschriften
Meettoestellen
Voorschriften fabrikant
De nodige besluiten trekken uit de
metingen
Besluiten, te nemen maatregelen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Metingen ven de spreidingsweerstand uitvoeren in een bestaande installatie, dit kan
klassikaal gebeuren in een huis in opbouw bij een werfbezoek.
Aandacht besteden aan de gevaren bij het openen van de aardonderbreker.
De leerlingen kunnen de metingen zelfstandig uitvoeren of in groepjes.
Laat de leerlingen zeker besluiten trekken uit de resultaten.
De meest moderne meetapparatuur tonen.
6.2
Metingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.2.1
Isolatiemetingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen.
Isolatiemetingen
Voorschriften van het AREI
Meettoestellen
Voorschriften van de fabrikant
6.2.2
De nodige besluiten trekken uit de
meetresultaten.
Besluiten
6.2.3
Huishoudelijke toestellen demonteren en
monteren.
Demonteren
Monteren
Werking
Componenten herkennen
Koffiezet,
toaster,
wafelijzer,
grillplaat,
schotelverwarmer,
kookplaat,
verwarmingsradiator,
accumulatie, waterverwarmer, ...
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Recente toestellen gebruiken.
Gepaste gereedschappen zijn zeker nodig, ook de juiste meettoestellen zijn van belang.
Het demonteren en monteren dient met een bijzondere aandacht te gebeuren.
Nadruk leggen op veilig, voorzichtig en efficiënt werken.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
37
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6.3
Fouten opsporen en herstellingen uitvoeren in installatie en toestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.1
Een algemene methode om fouten op te
sporen toepassen.
Foutzoekmethoden
6.3.2
Door redenering de mogelijke oorzaken
opsommen.
Oorzaken
6.3.3
Het
gebruik
verantwoorden.
Meetapparaten
6.3.4
De herstelling vakkundig uitvoeren.
Herstelling
6.3.5
De controle uitvoeren na de herstelling.
Controle
6.3.6
Bij comfortschakelingen het gepaste
meet- en testapparatuur gebruiken.
Comfortschakelingen
van
meetapparaten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
7
Het komt erop aan dat de leerling een algemene wijze kan toepassen om fouten op te
sporen in de schakelingen die hij/zij uitvoert.
Benadrukken dat herstellen op een doordachte en een veilige wijze dient te gebeuren.
De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen:
- door bezichtiging,
- door gebruik te maken van opsporingsdiagrammen,
- door waar te nemen en te redeneren.
De controle is een belangrijke schakel in het afleveren van een goed product.
Het opsporen van fouten en de herstellingen zijn te integreren in alle onderdelen van dit
leerplan, en dit het ganse leerjaar door.
KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR
ZICHZELF EN DEANDEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.1
Assistentie verlenen bij de keuring.
Keuring van de installatie
7.2
Het eigen werk analyseren en beoordelen.
Zelfevaluatie
7.3
De kwaliteit van het eigen werk en de onderneming bevorderen.
Nastreven van kwaliteit
7.4
Voorkomen van situaties die mens en
milieu schaden.
Mens en milieu
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
38
Elektrotechnieken
2de graad TSO
7.5
De equipotentiale verbindingen volgens
de gestelde criteria voorzien.
Eqiupotentiale verbindingen
7.6
Naleven van de veiligheidsvoorschriften
en de evacuatieplannen.
Veiligheidsvoorschriften
Evacuatieplannen
7.7
Concreet handelen in een noodsituatie,
zorgen voor de veiligheid van zichzelf en
de anderen.
Noodsituaties
7.8
Eerste hulp verlenen in afwachting van
gespecialiseerde hulp.
Eerste hulp
7.9
Alarmeren van de bevoegde diensten en
personen.
Bevoegde diensten
Personen
7.10
Controle uitvoeren op installaties en toestellen.
Door de installateur
Door de gebruiker
Door een keuringsorganisme
8
HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES GEBRUIKEN
EN ONDERHOUDEN BIJ REALISATIES IN METAAL, HOUT EN
KUNSTSTOFFEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8 .1
De hulpmiddelen, de gereedschappen en
de machines juist benoemen en hun
functie alsook de werking toelichten.
Aftekengereedschappen voor metaal,
hout en kunststoffen: hoogtemaat,
kraspen, centerpons, …
8.2
Een geschikt hulpmiddel, gereedschap en
machine gebruiken in functie van het uit
te voeren werk en vakkundig gebruiken.
Klemgereedschappen, gereedschappen
om te vervormen, te verspanen, te
verbinden, af te werken, …
8.3
De hulpmiddelen, de gereedschappen en
de machines met zorg schoonmaken en
opbergen.
Hygiëne en orde op de werkplek
8.4
Op een veilige wijze verspanende bewerkingen uitvoeren op metalen en kunststoffen.
Boren, zagen, vijlen, tappen van
plaat-, staafmateriaal en profielen
8.5
Op een veilige wijze vervormende
bewerkingen uitvoeren op metalen en
kunststoffen.
Plooien van plaat, staafmateriaal en
Profielen
8.6
Op een veilige wijze verbindingen
uitvoeren met metalen en kunststoffen.
Lijmen, klinken, solderen, puntlassen,
kunststoflassen
8.7
Het oppervlak behandelen en afwerken.
Verven, polijsten, …
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
39
Elektrotechnieken
2de graad TSO
8.8
De snij- en aftekengereedschappen onder
houden.
Slijpen
van
boren,
beitels,
centerpunten, krasnaalden, …
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
8.9
Ervoor zorgen dat de hulpmiddelen, gereedschappen en de machines steeds juist benoemd
worden.
In het begin kan de keuze van hulpmiddelen, gereedschappen en machines nog bepaald
worden door de leraar. Na verloop maken de leerlingen zelf hun keuze.
Deze leerlingen hebben in de 1ste graad reeds kennis gemaakt met deze materie.
Het schoonmaken van gereedschappen en machines behoort bij het gebruik.
Zeer veel aandacht moet gaan naar het veilig werken en het ordenen van de werkplek.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een elektromechanisch project realiseren.
Materialen en gereedschappen
Metaal
Kunststoffen
Bewerkingen
Montage
8.10 Een bouwpakket realiseren.
Componenten herkennen
De componenten plaatsen
Mechanische inbouw
Testen
Foutzoeken
Dimmer, flikkerlicht, kleine voeding,
testapparaat, ….
8.11 Inzicht verwerven in de elektrische installatie bij een motor of auto. (U)
Autoelektriciteit
Motorelektriciteit
Verlichting
Ruitenwissers,
richtingaanwijzers,
toeter
Ontsteking, oplaadsysteem van een
accu, …
Componenten herkennen
Testen
Foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Men heeft hier de keuze om met de leerlingen de mechanische bewerking in een oefening
aan te leren. Het best zou een oefening gekozen worden waar ook elektriciteit of
elektronica een inbreng hebben.
De leerlingen begeleiden in hun keuze van materialen en gereedschappen.
Gebruik maken van lichte metalen en van kunststoffen.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
40
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
2
Enkele voorbeelden als hulp: doormeetapparaat, bedieningspaneeltje, batterijlader, …
de behuizing van een elektronicapakketje, … bureellamp, …
Laat hier de leerling ook een inbreng in hebben, …
Laat zoveel mogelijk bewerkingen aan bod komen met een aanbod aan gereedschappen.
Gebruik de in de handel verkrijgbare bouwsetjes, aan een aanvaardbare kostprijs en onder
teveel bijkomend ingrijpen.
Veel aandacht naar fijn soldeerwerk, temperatuur, soldeerbanen, beschadiging aan
componenten.
Belang hechten aan het feit dat de leerlingen de componenten herkennen en de werking
toelichten.
Bij de elektriciteit van de auto ook verwijzen naar de elektrische aangedreven auto.
Schema’s gebruiken van fabrikanten.
Didactische oefenpanelen zijn hier zeker nuttig.
Catalogi, multimedia en internet gebruiken.
EVALUATIE
Bij het evalueren van het praktijkgebeuren dient men afwisselend aandacht te hebben voor de
vaardigheden, de beroepsgerichte kennis en de werkattitudes van de leerlingen.
Een aantal aandachtspunten:
-
3
de juiste keuze van gereedschappen, materialen en componenten,
het correct gebruik van gereedschappen,
het volgen van de richtlijnen,
het toelichten en motiveren van de gebruikte werkmethodes,
het raadplegen van werkdocumenten,
het werken binnen de gestelde tijdslimieten,
de zin voor nauwkeurigheid, netheid, kwaliteit en de zorg voor het milieu,
het economisch verantwoord omgaan met materialen,
het naleven van de veiligheidsvoorschriften,
het kritisch ingesteld zijn ten opzichte van eigen werk,
de zin voor teamwork,
de groei naar zelfstandigheid.
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Werkplaats
Uitrusting en gereedschappen
Multimedia pc met internetaansluiting
AREI
Oefenpanelen
Wand:
- opbouw
- inbouw
Kast met
- catalogi
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
41
Elektrotechnieken
2de graad TSO
- prijslijsten
- overzichtslijsten
- leerboeken
Pictogrammen
Werkplaatsreglement
Veiligheidsborden
Kolomboormachine
Handboormachine
Set metaalboren
Set houtboren
Schroefmachine
Set bits
Metaalzaag
Trekveer
Plooiveer
Waterpas - smetkoord
Schietlood
Slangwaterpas
Buizensnijder
Boorhamer
Decoupeerzaag
Tafelslijpmolen
Krimptang
Plaatschaar
Plooibank
Set doortrekmatrijzen
Set schroefdraadsnijkussens
Set schroefdraadtappen
Wringijzer
Set ring- en steeksleutels
Set inbussleutels
Borgveertang
Blindklinknageltang
Meetapparaten voor:
- isolatiemeting
- aardingsmetingen
- stroom- en spanning
Ladder en stelling
Grondstoffen en materialen
Bouwstoffen (cement, zand, pleister, …)
Gipskartonplaat
Cellenbeton - steen - beton
Silicone en lijmen
Aardelektrode
Meetbrug
Enkele verdeelkasten
Smeltveiligheiden
Kalibreerelementen
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
42
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Automaten
Verliesstroomschakelaars
Verdeelrais
Verbindingsrails
Invoertullen
Soorten TL-buizen
Soorten spaarlampen
Soorten halogeenlampen
Noodverlichtingsarmatuur
Veiligheidsverlichtingsarmatuur
Per groep leerlingen
Gereedschappen
Mokerhamer
Steenbeitel
Schuifmaat
Aftekengereedschappen
Traceerpen
Centerpons
Doorslag Winkelhaak
Set vijlen
Soldeerbout 150 W
Soldeerbout licht
Soldeermiddelen
Bankschroef
Snelspantang
Kabelschoentang
Eindhulstang
Truweel
Grondstoffen - materialen
Lichtschakelaars - stopcontacten:
- opbouw
- inbouw
Imputschakelaars
- enkel- en dubbelpolig
- spoelspanning 230 V en 8 V
Trappenhuisautomaat
- zonder en met dimfunctie
- 3 of 4 geleiders
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
43
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Parlofoon - videofoon
Dimmers
Bewegingsmelders
Schemerschakelaars
Relais - contactoren
Tijdschakelaars - schakelklok
Signaalgevers
Drukknoppen
Deurmelder
Binnenhuisrelais
Voorrangrelais
Voorkeurrelais
Beltransformatoren
Kabelschoenen
Tele-aansluitingen
LS-aansluitingen
Verlichtingsarmaturen
- voor TL
- voor huishoudelijke toepassingen
Stekkers en koppelstekkers
Programmeerbare module
Soorten
- schakelaars
- stopcontacten
- inbouwdozen
- aftakdozen
- buizen
- toebehoren
- schroeven (metaal en hout)
- pluggen
- kabelgoten
- lijsten
- plinten
- toebehoren
- draden, kabels en snoeren
- verbindingsmiddelen (lasdop, …)
Huishoudelijke toestellen
- kookplaat
- strijkijzer
- wafelijzer
- koffiezet
- wasmachine
- droogkast
Per leerling
Universele tang
Striptang
Zijkniptang
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
44
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Ronde bektang
Set schroevendraaiers
Set kruisschroevendraaiers
Rolmeter
Meetlat
Juniorzaagje
Hamer
Elektricienmes
Meettoestel
Koffer
Priem
Kraspen
Bouwplan - bouwsymbolen
Lijst elektrische symbolen
Werkplaatsreglement
Veiligheidsvoorschriften bij het werken aan elektrische installaties
Universe meetinstrument
4
BIBLIOGRAFIE
DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer1-2,
Uitgeverij Wolters Plantyn.
HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn.
COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij
Wolters Plantyn.
NEDERVEEN, J.P.,Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische
Boeken.
VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij.
VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij
Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier
Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen
Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij
CED-Samson
Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN
Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij
Wolters Plantyn
Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO,
Uitgeverij Wolters Plantyn.
Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO,
Uitgeverij Wolters Plantyn.
Elektriciteit praktijk
D/2002/0279/020
45
Elektrotechnieken
2de graad TSO
ELEKTROTECHNIEKEN
Tweede graad TSO
Elektriciteit en lab
1ste en 2de leerjaar: 3 (+1) uur/week
D/2002/0279/020
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
46
Elektrotechnieken
2de graad TSO
INHOUD
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...........................................
47
2
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ...................................................
79
3
EVALUATIE ..................................................................................................
79
4
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................
80
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
47
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
BOUW VAN DE STOF
LEERPLANDOELSTELLINGEN
van
LEERINHOUDEN
1.1.
De samenstelling
omschrijven.
de
stof
1.2
Een elektrische stroom verklaren als
een verplaatsing van vrije elektronen
Elektrische stroom
1.3
Het onderscheid verklaren
geleiders en isolatoren .
Geleiders en isolatoren.
tussen
Molecule, atoom, elektron, positief en
negatief ion
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij de aanvang van de leerstof elektriciteit vertrekken we zoals in de fysica vanuit
dezelfde bouwstenen.
Hoewel de kennis tot op heden nog onvolledig en ingewikkeld is willen we in deze
leereenheid op een eenvoudige wijze deze materie reeds benaderen.
De toestanden waarin een atoom zich kan bevinden geven een kijk op de herkomst van
licht, warmte en stroomgeleiding.
Toestanden als geleiding en niet-geleiding zijn van groot belang.
1.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica en in samenspraak deze elementen
behandelen.
1.2 Leerstof beperken tot wat effectief gebruikt wordt in de lessen elektriciteit.
1.3 Een overzicht met voorbeelden aanbieden. Ook enkele proefjes inschakelen. Deze leerlingen hebben al even kennis gemaakt in de 1ste graad (TO).
2
DE ELEKTRISCHE STROOMKRING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.1
De onderdelen en hun functie in een
stroomkring onderscheiden.
Bron, smeltveiligheid, leidingen, schakelaar en verbruiker
2.2
Onderscheid maken tussen een open en
gesloten stroomkring en inzien
wanneer er al dan niet vrije elektronen
vloeien.
Open en gesloten stroomkring
2.3
De polariteit van een bron herkennen.
Conventionele- en elektronenstroomzin
van elkaar onderscheiden.
Polariteit en stroomzin
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
48
Elektrotechnieken
2de graad TSO
2.4
Zelfstandig een gesloten stroomkring
opbouwen.
Opbouw van een gesloten stroomkring
2.5
De symbolen
stroomkring.
De elementaire symbolen voor de bron,
de geleider, de verbruiker en de schakelaar
plaatsen
in
een
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Nu we weten wat een elektrische stroom is en dat niet alle stoffen goede geleiders zijn,
gaan we zoeken naar toepassingen om hem nuttig te gebruiken.
-
We bouwen met de leerlingen een stroomkring op met de onderdelen daarvoor nodig.
Deze opbouw is reeds in de 1ste graad aan bod gekomen, toch is het nodig deze
leereenheid nog eens grondig te herhalen.
-
Deze aanbreng lijkt abstract, maar met aangepaste leermiddelen en met vergelijkende
voorbeelden zal de leerling de juiste inzichten verwerven.
Een correct voorbeeld met waterkring mag gerust gehanteerd worden om de leerling die
inzichten bij te brengen.
2.1 Demonstratie door de leerkracht: de leerstof vanuit de 1ste graad kan hier herhaald,
uitgediept en eventueel bijgestuurd worden.
2.4 De leerlingen bouwen zelf de elektrische stroomkring op.
3
STROOMSTERKTE
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.1
De basisgrootheid stroomsterkte met
het gebruikte symbool en eenheid
kennen en dit in het SI-stelsel
onderbrengen.
De stroomsterkte I
De ampère (A)
3.2
De meest praktische veelvouden en Veelvouden en onderdelen van de
onderdelen van de eenheid ampère ampère uA, mA, kA
weergeven en omzetten.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
SI-stelsel.
-
We letten er vooral op die eenheden aan te brengen die op dat moment relevant zijn.
Zo voorkomen we dat de leerlingen overdonderd worden met allerlei
wetenswaardigheden die ze op dat moment niet kunnen plaatsen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
49
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Belangrijk is het om de logica achter de opbouw van alle afgeleide eenheden te begrijpen.
Om een samenhangend geheel te bekomen dienen we enkele mechanische begrippen te
verduidelijken om vandaaruit de afgeleide SI-eenheden voor de elektrotechniek op te
bouwen.
-
Ideaal zou zijn mocht de collega toegepaste fysica de onderlinge verbanden aanbrengen
en de eenheden duiden in samenspraak met de onderscheiden vakleerkrachten.
3.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica: metrologie, grootheden en eenheden volgens
het SI-eenhedenstelsel.
Het SI-stelsel aanbrengen als een universele afspraak binnen de wetenschappen en de
techniek.
3.2 Oefeningen op de omzettingen. Positieve en negatieve machten van 10 gebruiken, met als
exponent steeds drie of een veelvoud van drie.
Steeds de meest praktische waarden (uA, mA, kA) laten gebruiken.
Hier is een duidelijke coördinatie met het vak wiskunde zeker nodig.
4
SPANNING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.1
Het begrip spanning afleiden uit het
ladingsverschil tussen 2 punten.
4.2
Het symbool
weergeven.
4.3
De meest gebruikte veelvouden en de
onderdelen van de volt weergeven en
omzetten.
4.4
De begrippen klemspanning en EMK
van elkaar onderscheiden.
en
de
eenheid
Spanning U, potentiaal
potentiaalverschil U
(v)
en
Symbool U, en eenheid: de volt (V)
De meest gebruikte veelvouden en
onderdelen van de volt: µV, mV, kV,
MV
De klemspanning U
De EMK-eenheid de volt (V)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
4.1 Zie 3.1 voor de aanbreng van de begrippen uit het SI-stelsel.
Maak gebruik van multimedia.
-
De leerlingen meten zelfstandig een spanning over de aansluitklemmen van een batterij,
zij doen dat met een digitaal toestel. Het meten met meettoestellen zien we in leerinhoud
7.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
50
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
Zij gaan hun meettoestel controleren op de juiste instellingen en werking.
Batterijcontrole, diverse meetbereiken, gevaren bij het gebruik van een meettoestel toe
lichten.
De leerlingen bouwen een eenvoudige elektrische stroomkring op met inschakeling van
een A-meter en een V-meter. Zij meten de bronspanning en de stroom in de kring
wanneer die gesloten wordt.
4.3 Oefeningen op de omzettingen, positieve en negatieve machten gebruiken. Zie 3.2.
Bij al de omzettingen is het wellicht nuttig de leerlingen tabellen ter hand te stellen, op die
wijze bekomen ze een duidelijk overzicht van het geheel.
5
WEERSTAND
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.1
Het begrip elektrische weerstand R
omschrijven als verhouding tussen de
spanning U en de stroom I.
Weerstand als verhouding 1
5.2
Symbool en de eenheid en de grootheid
van weerstand weergeven.
Symbool R en eenheid van weerstand
de ohm ()
5.3
De meest gebruikte veelvouden en de
onderdelen van de ohm weergeven en
omzetten.
Veelvouden en onderdelen van de
Ohm:
m, , k, M 
5.4
Het systeem van de kleurencode
gebruiken om de weerstandswaarde en
de tolerantie te bepalen.
Weerstandswaarden en tolerantie aan de
hand van de kleurencode
5.5
Zelfstandig weerstanden nameten.
Meten van weerstandswaarden met een
digitale meter
5.6
De soorten weerstanden herkennen.
Soorten weerstanden
5.7
De samenstelling van een weerstand
omschrijven en zijn toepassing duiden.
Kooldraadweerstand
Metaalfilmweerstand
Draadgewikkelde weerstand
Regelbare weerstand
Speciale weerstanden
5.8
Kenmerkende
eigenschappen
weerstanden bespreken.
Stabiliteit, nauwkeurigheid, maximum.
toegelaten
spanning,
temperatuur
afhankelijk
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
van
51
1V
= ---1A
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
5.1 Zie 3.1 in verband met het SI-telsel.
5.3 Oefeningen maken op de omzettingen, werken met negatieve en positieve exponenten
van de machten van 10. De leerlingen een tabel bezorgen met benaming, waarde en
symbool van de meest voorkomende waarden.
5.3 Verwijzen naar Installatiemethoden voor de samenstelling van weerstanden.
Oefeningen maken met de 4-5-6-kleurenringen. (U)
5.4 Leerlingen zelf laten meten en de bedenkingen laten formuleren rond de gemeten
waarden en de berekende waarden.
5.6 Beperken in de opsomming.
5.7 Aan de hand van overzichtslijsten de leerlingen kennis laten maken met de samenstelling
en hun praktische bruikbaarheid.
5.8 De kenmerkende eigenschappen samen met de leerlingen ontdekken.
6
WET VAN FARADAY
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.1
Het begrip hoeveelheid elektriciteit
omschrijven.
Hoeveelheid elektriciteit Q
6.2
Het symbool en de eenheid van deze
grootheid weergeven.
Symbool (Q) en eenheid van de
hoeveelheid elektriciteit Coulomb (C)
6.3
De wet van faraday gebruiken.
Het verband tussen de eenheid
coulomb, ampère sec. (As) kennen en
de gebruikte eenheid ampère-uur (Ah)
toepassen.
Wet van Faraday
Q=Ixt
Praktische eenheid van de hoeveelheid
elektriciteit (Ah)
6.4
De meest gebruikte veelvouden en
onderdelen
van
de
Coulomb
weergeven en omzetten.
De meest gebruikte veelvouden en
onderdelen van de eenheid Coulomb:
C, kC
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
6.1 Wanneer de elektrische stroom door een verbruiker gaat, treden er bepaalde
verschijnselen of effecten op. Deze effecten treden enkel op als de kring gesloten is, de
hevigheid van het effect is afhankelijk van de grootte van de stroom.
De duur van het effect is weer afhankelijk van de tijd dat de stroom door de kring mag
vloeien.
6.3 Oefeningen maken die verwijzen naar praktische voorbeelden: accu, condensator.
Vertrekken vanuit het SI-eenheden stelsel, zie 3.1.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
52
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6.4 Omzettingen inoefenen.
Steeds positieve en negatieve machten van 10 per drie gebruiken bij de omzettingen.
7
WERKEN MET MEETTOESTELLEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.1
Analoge en digitale meettoestellen van
elkaar onderscheiden.
V-, A-, ohmmeter herkennen.
Soort meettoestellen
7.2
De symbolen
herkennen.
Symbolen op meettoestellen
7.3
De digitale multimeter als volt-ampére
en ohmmeter gebruiken.
op
meettoestellen
Het
gepast
meetbereik
spanningsssoort kiezen.
7.4
Zelfstandig
uitvoeren.
7.5
Zelfstandig
uitvoeren.
een
en
spanningsmeting
een
Gebruik van de digitale multimeter
stroommeting
Meten van spanningen
Meten van stromen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
7.1 Het onderscheid aantonen met didactische toestellen tussen analoge en digitale
meettoestellen.
7.2 Oefeningen maken op het herkennen van de symbolen op een meettoestellen.
7.3 Een digitaal meettoestel leren gebruiken.
Een goede en veilige meetmethode aanleren is hier belangrijk voor het verdere verloop
van de vele meetopdrachten die leerlingen dienen uit te voeren.
De leerlingen meten met een digitaal toestel, maar de leerkracht dient een demo te doen
met een analoog toestel om de leerling te laten zien dat de twee toestellen een toepassing
vinden.
7.4 Zelfstandig een meetopstelling uitvoeren bij het meten van een stroom en een spanning.
Het best integreren bij een ander leerinhoud. (stroomkring en wet van Ohm)
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
53
Elektrotechnieken
2de graad TSO
8
WET VAN OHM
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8.1
Zelfstandig het verband tussen
spanning en stroomsterkte uit een
meting afleiden en het wiskundig
verband nagaan.
Het verband tussen spanning en stroomsterkte bij een vaste weerstandswaarde
U
I = ---R
8.2
Het
begrip
weerstand
kunnen
omschrijven als verhouding tussen
spanning en stroomsterkte.
Weerstand als verhouding:
R = U/I
8.3
Zelfstandig het verband tussen
spanning en stroom via een meting in
een grafiek weergeven.
I = f(U) met R als constante
8.4
Uit
de
U/I-karakteristiek
weerstandswaarde bepalen.
I = f (R) met U als constante
8.5
Zelfstandig het verband tussen stroom
en weerstand via een meting in een
grafiek weergeven.
de
Toepassingen op de wet van ohm
De wet van ohm toepassen in een
willekeurige keten.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
8.1 Zie 3.1 in verband met. het SI-stelsel.
-
Leerlingen dienen het wiskundig verband goed te doorgronden, de begrippen recht en
omgekeerd evenredig goed in te oefenen in samenspraak met de collega wiskunde.
8.3 Een verbruiker kiezen met een zuiver resistief gedrag, die weinig temperatuurgevoelig is.
Leerling zelf de meting laten uitvoeren.
8.5 Oefeningen maken met realistische waarden.
9
ENERGIE
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
9.1
De term energie omschrijven.
De bepaling van energie
9.2
De verschillende vormen van energie
omschrijven.
Hoofdvormen van energie
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
54
Elektrotechnieken
2de graad TSO
9.3
De omzetting van elektrische energie
naar andere energievormen met een
praktisch voorbeeld omschrijven.
Energieomvormingen
De
omzetting
van
andere
energievormen naar elektrische energie
met
een
praktisch
voorbeeld
omschrijven.
9.4
Wet van behoud van energie
De wet op het behoud van energie
interpreteren.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Elke omvorming van energie gaat gepaard met een gedeeltelijk verlies aan energie. Dit verlies
is niet nuttig gebruikt, het is echter niet verdwenen maar omgezet in een energie die niet
bedoeld was. (bv. warmte bij een motor, warmte bij een gloeilamp, ...)
9.2 Praktische voorbeelden geven rond de verschillende vormen van energie.
9.3 Didactische panelen en multimedia gebruiken.
9.4 De wet op het behoud aantonen via een proefopstelling met proeflamp.
10
ARBEID, VERMOGEN EN RENDEMENT
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
10.1
Aantonen dat het vermogen van een
verbruiker kan bepaald worden door
het product van spanning en
stroomsterkte.
Elektrisch vermogen P, formule,
afgeleide formule, eenheid de watt (W)
P=UxI
10.2
Veelvoud van de watt weergeven.
De kilowatt (kW)
10.3
Zelfstandig het vermogen rechtstreeks
meten met een W-meter. (U)
Vermogenmeting (U)
10.4
Uit de bepaling van arbeid in functie
van het vermogen, de formule voor
elektrische arbeid afleiden.
Elektrische arbeid
W-formule
afgeleide formules - de kilowattuur
(kWh)
W= UxIxt
Ws - J - Wh - kWh
10.5
De elektrische arbeid van een
elektrisch toestel voor een gegeven
tijd berekenen.
Berekenen van elektrische arbeid
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
55
-
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De begrippen arbeid, vermogen en rendement staan in een nauwe onderlinge relatie met
elkaar.
Het vermogen is een vergelijkbare factor wanneer het gaat om toestellen (motoren,
huishoudelijke toestellen, lampen, …).
-
Arbeid of energie is duur en er dient voorzichtig mee omgesprongen, denk maar aan het
huishoudelijk verbruik.
Sommige enrgiebronnen zullen met de tijd opgebruikt zijn (steenkool, aardolie, …) dus
zullen andere bronnen dienen ontgonnen. Goedkope energiebronnen kunnen
aangesproken worden (wind, water, …).
Schadelijke bronnen dienen vermeden te worden (kernsplitsing, milieuonvriendelijke
uitstoot van stoffen).
-
Het begrip rendement heeft verband met voorgaande begrippen. Hoe groter het rendement
hoe minder verlies aan nutteloze energie.
10.1 Voorbeelden uit de praktijk, vergelijken van vermogens.
Bv. vergelijking van de vermogens van gloeilampen.
- De leerlingen zelf de proefopstellingen laten uitvoeren.
- V-meter en A-meter (2 opstellingen).
10.3 In demo een W-meter bijschakelen.
10.4 De formules van arbeid, vermogen en de wet van ohm met elkaar in verband brengen.
10.5 Aantonen dat het vermogen kan berekend worden met de gegevens op de kWh-meter.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
10.6
De praktische eenheid afleiden uit de
formule van arbeid, en het nut ervan
aantonen.
De kWh als praktische eenheid van
elektrische arbeid
10.7
Het
begrip
verduidelijken.
Joule - effect
“Joule-effect“
10.7.1 De formule afleiden.
W = R I ² x t in Joule
10.7.2 Het nut en het nadeel van het
Jouleeffect aan de hand
van
voorbeelden aantonen.
Toepassingen van het Joule-effect
10.8
Het begrip rendement verduidelijken.
Rendement-symbool (n)
10.9
Het rendement van een elektrische
verbruiker bepalen.
Rendement
verbruiker
Pn
n = -----
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
56
van
een
elektrische
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Pt
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
10.6 Energiemeters aanhalen.
Demonstratieproef met kWh-meter.
Faktuur elektriciteitsleverancier bespreken.
10.7 Het Joule-effect aantonen met een weerstand onder spanning, verschillende stromen
sturen
door enkele weerstanden.
De factor I ² toelichten.
Wijzen op de gevolgen van slechte contacten.
10.8 Praktische voorbeelden rond rendement, uit de praktijk.
Via een praktische oefening de termen toegevoegde en nuttige energie verklaren.
10.9 Het vermogen laten aflezen op kenplaatjes van toestellen.
Het rendement theoretisch en praktisch bepalen.
11
SCHAKELEN EN WEERSTANDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.1.1 De
soorten
onderscheiden.
11.1.2 Het begrip
omschrijven.
1.1.2
LEERINHOUDEN
schakelingen
vervangingsweerstand
Serie - parallel - gemengd
Vervangingsweerstand
Serieschakeling van weerstanden.
11.2.1 Een serieschakeling van enkele
weerstanden tekenen en herkennen.
Serieschakeling van weerstanden
Symbolen van weerstanden
11.2.2 De
eigenschappen
van
een
serieschakeling
van
weerstanden
toelichten en de formules afleiden.
Eigenschappen van een serieschakeling
11.2.3 In een serieketen de stroomsterkte, de
bronen
deelspanningen,
de
verschillende weerstanden berekenen.
Vervangingsweerstand - deelspanningen
11.2.4 Zelfstandig
een
serieschakeling
opbouwen en de verschillende
grootheden nameten.
Metingen en oefeningen op grootheden
11.2.5 Uit de eigenschappen enkele praktische
toepassingen toelichten en hun voor- en
Toepassingen van de serieschakeling
Vooren
nadelen
van
de
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
57
Elektrotechnieken
2de graad TSO
nadelen verklaren.
serieschakeling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Een verbruiker, meestal voorgesteld door één weerstand, kan echter bestaan uit meerdere
weerstandselementen die op één of andere manier met elkaar verbonden zijn.
Het kan gaan om in serie geschakelde weerstanden of parallel of een gemengde
schakeling.
-
Serie geschakelde elementen vinden we terug in een kerstboomverlichting of in
schakelingen waar we stroomsterkte onder controle willen houden.
De leerlingen dienen op voorhand te weten waar men naar toe wil en welk praktisch nut
de verschillende schakelingen hebben.
11.2.1
Via computersoftware is een ondersteuning hier zeker mogelijk.
11.2.3
De resultaten van een oefening overnemen voor een meting.
11.2.4
De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren.
De resultaten van de oefeningen overnemen voor de metingen.
De leerlingen zelfstandig de metingen laten uitvoeren.
11.2.5
Kerstboomverlichting, voorschakelweerstand, …
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.3
LEERINHOUDEN
Parallelschakeling van weerstanden
11.3.1 Een parallelschakeling van enkele
weerstanden tekenen en herkennen.
Schema van een parallelschakeling
11.3.2 De
eigenschappen
van
een
parallelschakeling van weerstanden
toelichten en de formules afleiden.
Vervangingsweerstand
11.3.3 Van een parallelketen de stroomsterkte,
de
deelstromen
en
de
vervangingsweerstand berekenen.
Oefeningen op de parallelschakeling
11.3.4 Zelfstandig een parallelschakeling
opbouwen en de verschillende
grootheden nameten.
Metingen van de grootheden
11.3.5 Uit de eigenschappen enkele praktische
toepassingen toelichten en hun vooren nadelen verklaren.
Praktische toepassingen
Voor- en nadelen van de parallelschakeling
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
58
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Parallel geschakelde elementen vinden we terug in vele huishoudelijke toestellen. Een
parallelschakeling komt meer voor in de praktijk dan een serieschakeling, praktisch heel
onze huisinstallatie is een vorm van parallelschakelingen.
De leerlingen dient gewezen op het feit dat er zelden serieschakelingen voorkomen in de
praktijk, dit sluit dan ook uit dat men in de praktijk lampen spontaan in serie schakelt.
11.3.4
De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren.
De leerlingen de metingen zelf laten uitvoeren en de resultaten laten vergelijken met
de gemaakte oefeningen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.4
LEERINHOUDEN
Gemengde schakeling van weerstanden.
11.4.1 Een gemengde schakeling van enkele
weerstanden tekenen en herkennen.
Schema van een gemengde schakeling
11.4.2 De gemengde schakeling als een
combinatie van een serie- en
parallelschakeling beschouwen.
11.4.3 De gemengde schakeling methodisch
vereenvoudigen.
Vervangingsweerstand
11.4.4 Van een gemengde schakeling de
deelspanningen
en
deelstromen
berekenen.
Oefeningen
schakeling
11.4.5 Zelfstandig een gemengde schakeling
opbouwen en de verschillende
grootheden meten.
Meten van de verschillende grootheden
op
een
gemengde
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De leerlingen doen inzien dat een gemengde schakeling een combinatie is tussen een
serie- en parallelschakeling. Deze combinatie komt zeer veel voor.
De leerlingen dienen de gemengde schakeling te herleiden tot een zuiver serie- of
parallelschakeling.
11.4.3
Aan de leerlingen methoden aanreiken om de vervangingsschema’s te tekenen en te
berekenen.
De schema’s aanvullen met deelstromen en deelspanningen.
11.4.4
De resultaten overnemen voor de metingen.
11.4.5
De leerlingen zelfstandig de proefopstelling laten uitvoeren.
De leerlingen zelf de metingen laten uitvoeren.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
59
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.5
LEERINHOUDEN
Belaste en onbelaste spanningsdeler
11.5.1 Zelfstandig een belaste spanningsdeler
nameten.
Belaste spanningsdeler
11.5.2 Toepassingen in de praktijk toelichten.
Toepassingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
11.5.1
De resultaten van de oefeningen door de leerlingen laten nameten.
11.5.2 De leerlingen het nut van de basisschakelingen laten inzien en laten herkennen in
toepassingen.
Voorschakelweerstand, shuntweerstand, belaste spanningsdeler, potentiometer, ….
12
WET VAN POUILLET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
12.1
De factoren die de weerstand van
geleiders beïnvloeden opsommen.
Resistiviteit of soortelijke weerstand
Metingen
12.2
Het begrip soortelijke weerstand
definiëren, het symbool benoemen en
de eenheid afleiden.
Soortelijke weerstand ()
Eenheid: Ohmmeter (m)
1.2.3
De soortelijke weerstand van de meest
gebruikte materialen in de elektriciteit
opzoeken en gebruiken.
Factoren die invloed hebben op de
weerstand van vaste geleiders: lengte,
doorsnede en materiaalsoort
Eenheid en symbool van de grootheid
Resistiviteit of soortelijke weerstand
12.4
De wet van Pouillet weergeven.
Wet van Pouillet en afgeleide formules
xl
R = ____
A
12.5
De wet van Pouillet toepassen bij het
berekenen van een leiding die voldoet
aan de gestelde eisen.
Toepassing
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
60
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN.
-
Sommige onderdelen van de elektrische stroomkring verdienen onze bijzondere aandacht.
Eén ervan zijn de leidingen, hoe laten zij de stroom door, welke zijn de gevolgen, welke
zijn de voorzorgen die we dienen te nemen om een normaal functioneren van de
verbruiker te garanderen.
12.1 Demonstratieproef door de leerkracht aan te tonen.
12.3 Tabel ter beschikking stellen van de leerlingen.
De tabel toelichten.
12.4 Recht- en omgekeerde evenredigheid.
12.5 Uit meetresultaten de formule afleiden.
Verwijzen naar de SI-eenheden.
Toepassen op voorbeelden:
- verwarmingsweerstand, spanningsverlies in de leidingen berekenen, halogeenverlichting,…
- verwijzen naar het vak Installatiemethoden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
12.6
LEERINHOUDEN
Geleiderweerstand en temperatuur
12.6.1 Zelfstandig uit een eenvoudige
proefopstelling de invloed van de
temperatuur op de waarde van de
weerstand aantonen en de grafieken
opstellen.
12.6.2
Het begrip temperatuurcoëfficiënt
verduidelijken, het symbool herkennen
en de eenheid afleiden.
12.6.3
De formule toepassen.
Invloed van de temperatuur op de
waarde van de weerstand
Temperatuur als basisgrootheid
Formule en begrip temperatuurcoëfficiënt
Oefeningen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
12.6.1
Vertrekken vanuit het SI-eenhedenstelsel.
Werken met een metaaldraadlamp en een kooldraadlamp.
De leerlingen zelfstandig laten meten.
12.6.2
Een algemene formule opstellen bij het begrip temperatuurcoëfficient.
De temperatuur van een gloeidraad bij een gloeilamp berekenen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
61
Elektrotechnieken
2de graad TSO
13
SCHEIKUNDIGE SPANNINGSBRONNEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
13.1
De eigenschappen van scheikundige
spanningsbronnen toelichten en het
symbool herkennen.
Ideale spanningsbron
13.2
Het begrip open klemspanning definiëren.
De onbelaste spanningsbron
13.3
Het begrip
toelichten.
De belaste spanningsbron
13.4
Het verband tussen Ri en de toestand
van de bron duiden.
inwendige
weerstand
Klemspanning
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
We maken kennis met de scheikundige verschijnselen die optreden wanneer een
gelijkstroom door een elektrolyt vloeit. Het gaat hier vooral om het leveren van kleine
vermogens voor een zaklantaarn, radio, afstandsbediening, …
-
Men dient de leerlingen er op te wijzen dat juiste benamingen belangrijk zijn en dat de
gevaren bij het gebruik van scheikundige stoffen aandacht verdienen.
-
De begrippen klemspanning en bronspanning aantonen door deductie.
13.1 Gebruik van didactische panelen of multimedia.
13.2 Gebruik een geladen en een ontladen batterij.
Meet het verschil tussen een belaste en een onbelaste spanningsbron.
13.4 De verbanden aantonen via proefopstellingen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
13.5
Het
verband
tussen
open
klemspanning, Ri en U in een formule
definiëren.
Inwendige spanningsval
13.6
Het onderscheid tussen een nietoplaadbare en een oplaadbare batterij
herkennen.
Oplaadbare batterijen
13.7
Soorten spanningsbronnen herkennen.
Soorten spanningsbronnen
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
62
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
13.5 Via proefopstellingen de verbanden aantonen.
13.6 Gebruik een didactisch paneel bij de uitleg rond de opbouw van een batterij.
Maak hier gebruik van de multimedia die over dit onderwerp veelvuldig voorhanden
zijn.
14
SCHAKELEN VAN SPANNINGSBRONNEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
14.1
Het gebruik van een serieschakeling
van batterijen toelichten.
Praktische berekening uitvoeren.
Serieschakeling van batterijen
14.2
Het gebruik van een parallelschakeling
bij batterijen toelichten.
Parallelschakeling van batterijen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Om tot een groter vermogen te komen dienen we spanningsbronnen te schakelen.
Met de leerlingen een batterij of een accu samenstellen.
14.1 Verschillende combinaties van batterijen, goede en minder goede: in serie en oppositie,
door de leerlingen zelf laten nameten.
Accutester gebruiken (autotechniek).
15
MAGNETISME
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
15.1
Natuurlijke
en
kunstmagneten
onderscheiden.
Het geografische van het magnetische
noorden onderscheiden.
Natuurlijke en kunstmagneten
15.2
Vormen van magneten opnoemen.
Basisbegrippen:
Polen, poolas, poolafstand, neutraal
vlak
15.3
Aan de hand van een figuur de
begrippen magnetische massa en
poolsterkte als synoniem herkennen.
Magnetische massa
15.4
Aan de hand van een figuur de
verschillende delen van een magneet
aanduiden en benoemen.
Krachtwerking, afstoten en aantrekken
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
63
Elektrotechnieken
2de graad TSO
15.5
De krachtwerking tussen magneten
aantonen via een proef.
Krachtwerking
15.6
Zelfsandig het magnetisch
rondom een magneet ontdekken.
Magnetisch veld - magnetisch spectrum
15.7
Zelfstandig de wet van de polen
ontdekken en verklaren.
veld
Wet van de polen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De werking van heel wat elektrische toestellen berust op de bijzondere eigenschappen van
het magnetisme.
Daarom is het aangewezen inzicht te verwerven over het bestaan, de herkomst en de
eigenschappen van het magnetisch veld.
-
Begrippen zoals magnetisch veld, inductie, flux, poolsterkte ,… komen aan bod.
Ook gaan we met de leerlingen de stoffen indelen volgens hun beïnvloeding door dit
magnetisch veld.
-
De leerlingen proefondervindelijk de magnetische eigenschappen van materialen laten
ontdekken.
15.1 Praktische voorbeelden tonen.
15.2 Demonstratie met permanente magneten.
15.5 Demoproeven.
15.6 De leerlingen doen deze proef zelf.
Proef met ijzervijlsel en kompas.
De leerlingen ontdekken het aantrekken en afstoten van de polen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
15.8
Het begrip magnetisch veld duiden en
de eigenschappen aantonen.
Het magnetisch veld, definitie en
eigenschappen
15.9
Eigenschappen en de zin van de
veldlijnen weergeven.
Veldlijnen
15.10
Zelfstandig de krachtwerking
magneten aantonen met een proef.
Krachtwerking
15.11
Het begrip permeabiliteit omschrijven
als
de
doorlaatbaarheid
van
magnetische veldlijnen door een stof.
Permeabiliteit  in Henry per meter
(H/m)
15.12
Het begrip magnetische veldsterkte
duiden.
Symbool en eenheid benoemen.
Magnetische veldsterkte (H)
Ampère per meter (A/m)
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
bij
64
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
15.8 Proef met ijzervijlsel, magneten en transparant.
15.9 Buiten de magneet N - Z
In de magneet van Z - N
Tekening met de loop van de veldlijnen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het begrip magnetische flux duiden.
Symbool en eenheid benoemen.
De formule voor flux door een
oppervlakte A toepassen.
Magnetische flux ()
Eenheid de weber (wb)
15.14
Inductie als fluxdichtheid duiden.
Inductie B in wb/m²
15.15
De
verschillende
begrippen
magnetiseren,
demagnetiseren
en
remanent magnetisme verklaren.
Magnetisme, demagnetiseren, remanent
magnetisme
15.16
Zacht-magnetische materialen omschrijven.
Gemakkelijk te magnetiseren
demagnetiseren
Klein remanent magnetisme
15.17
Het gebruik van zacht-magnetische
materialen toelichten en hun gebruik
opsommen.
Zacht-agnetische materialen
Toepassingen
15.18
Hard-magnetische materialen omschrijven.
Moeilijk te magnetiseren en demagnetiseren
Groot remanent magnetisme
15.19
Het gebruik van hard-magnetische Hard-magnetisch materialen
materialen toelichten en hun gebruik Gebruik
opsommen.
15.13
 = B . A (wb) B =  x H
en
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
15.13
Flux = straling
15.14
Analogie met elektriciteit aantonen.
Een figuur met veel ten opzichte van weinig veldlijnen per m².
Overzichtslijsten met verschillende magnetische materialen ter beschikking stellen.
Indien mogelijk vergelijkende tabellen met Bmax .  r (voor zachte materialen),
en Brem, H coer. voor harde materialen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
65
Elektrotechnieken
2de graad TSO
15.19
16
Permanente magneten bij luidsprekers, meettoestellen, kleine motoren, kastsluitingen, magnetische opspanplaten.
ELEKTROMAGNETISME
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
16.1
Uit een proef besluiten dat er een
magnetisch
veld
rond
een
stroomvoerende geleider bestaat.
Proef van Öersted
16.2
De vorm, de zin en de grootte van het
magnetisch veld aantonen.
Zin en sterkte van het veld
16.3
Zelfstandig de zin en het magnetisch
veld op de doorsnede aanduiden.
Rechte geleider
16.4
Aan de hand van de regel van de
rechterhandgreep de zin van het
magnetisch
veld
rond
een
stroomvoerende geleider bepalen.
Regel van de rechterhandgreep bij de
zinbepaling van het magnetisch veld bij
een geleider
16.5
Aan de hand van een proefopstelling het
magnetisch veld in een winding
waarnemen.
Magnetisch veld in een winding
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
We kunnen ook kunstmatig magnetisme opwekken, rond elke stroomvoerende geleider
ontstaat een magnetisch veld.
Om dit veld krachtiger te maken nemen we onze toevlucht tot meer wikkelingen (spoel).
We laten de leerlingen met eenvoudige proefjes dit ontdekken.
-
De toepassingen van elektromagnetisme zijn zeer veelvuldig, laat de leerlingen deze
opsommen.
Deurbel, zoemer, relais, …
De leerlingen kunnen voor deze les didactisch materiaal aanbrengen.
16.1 Een demoproef met een stroomvoerende geleider en een kompasnaald.
Proef met ijzervijlsel - leerlingproef.
Didactische proeven met verschillende toepassingen.
Demoproef met een grof gewikkelde spoel.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
66
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
16.6
De rechterhandgreep gebruiken om de
zin te bepalen.
Regel van de rechterhandgreep bij de
bepaling van de zin van het veld
16.7
Aan de hand van een proefopstelling
het magnetisch veld in een solenoïde
waarnemen.
Een spoel met luchtkern of solenoïde
16.8
De gevolgen van het aanbrengen van
een ijzeren kern in een spoel verklaren.
Een elektromagneet
16.9
De magnetisatiecurve verklaren. (U)
Het begrip verzadiging verklaren.
Magnetisatiecurve
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
16.8 Een elektromagneet laten vervaardigen en aansluiten op een bron.
Demoproef: regelbare bron, verschillende kernen in de spoel.
16.10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Aan de hand van schema’s de werking
verduidelijken
van
een
bel,
elektromagnetische
schakelaar,
hefmagneten,
elektromagnetische
beveiliging.
Praktisch
gebruik
elektromagnetisme
16.11
van
het
Magnetische afscherming
Het principe van de kooi van Faraday
beschrijven.
16.12
Metingen op een relais
Zelfstandig de aantrekstroom en de
houdstroom van een relais bepalen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
16.10
Didactische verduidelijking van de schema’s.
16.11
Afscherming van computers, telekabels, …
16.12
De leerlingen stellen zelfstandig de schakeling samen en voeren de metingen uit.
17
17.1
ELEKTRODYNAMISCHE KRACHTEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het gedrag van een stroomvoerende
geleider in een magnetisch veld
Stroomvoerende
magnetisch veld.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
67
geleider
in
een
Elektrotechnieken
2de graad TSO
omschrijven
toelichten.
en
de
gevolgen
17.2
Lorentzkracht
Met de linkerhandregel de zin van de
Lorentzkracht bepalen.
17.3
Het symbool, de grootte, de eenheid .
F = B . I . l (N)
De factoren die de waarde van de
Lorentzkracht bepalen opsommen
17.4
Het gedrag van twee evenwijdig
geplaatste stroomvoerende geleiders
omschrijven en de gevolgen ervan
toelichten.
Krachtwerking tussen twee evenwijdig
geplaatste stroomvoerende geleiders
17.5
Het
werkingsprincipe
elektromotor verklaren
Praktisch
gebruik
van
elektrodynamische krachten
van
een
de
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het is belangrijk dat de leerlingen in deze toch wel complexe materie de verbanden
kunnen leggen.
In dit onderdeel van het leerplan brengen we twee vorige begrippen samen, namelijk het
magnetisme (permanent) en het magnetisme ontstaan bij stroomdoorgang in een spoel.
Door de beide verschijnselen te combineren zal een stroomvoerende geleider krachten
ondergaan.
De leerling zal ontdekken dat dit verschijnsel (krachten) praktisch kan gebruikt worden.
Het is van belang dit niet louter theoretisch aan te brengen maar minstens door
demoproeven en als het enigszins kan via leerlingproeven te ondersteunen.
17.1 Via een demoproef de verschijnselen laten waarnemen.
17.2 Maak gebruik van transparanten of cd-rom met didactische software.
17.5 Elektromotor, draaispoelmeter, luidspreker, …
18
ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR BEWEGING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
18.1
Het ontstaan van elektromagnetische
inductie verklaren.
Het opwekken van een spanning in een
rechte geleider
18.2
De zin van de geïnduceerde spanning
aanduiden en met de rechterhandregel
bepalen in een rechte geleider.
Zin van de opgewekte spanning in een
rechte geleider
18.3
De formule toepassen E = B . l . v
(volt).
Grootte van de opgewekte spanning
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
68
Elektrotechnieken
2de graad TSO
18.4
De zin van de geïnduceerde spanning
aanduiden
en
deze
met
de
rechterhandregel bepalen.
Zin van de opgewekte spanning in een
spoel
18.5
De grootte van de opgewekte spanning
in een spoel berekenen.
De factoren die deze grootte bepalen
duiden.
De opgewekte spanning in een spoel
Het
werkingsprincipe
generator toelichten.
Het praktisch gebruik
gegenereerde spanning
18.6
van
een

E = N . ----t
van
de
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Batterijen en accu’s zijn te zwak om langdurige en zware krachten te ontwikkelen, bv. het
aandrijven van een elektromotor.
Met elektriciteit kan men een mechanische beweging opwekken, het omgekeerde is ook
waar, via beweging van een geleider in een magnetisch veld ontstaat een gegenereerde
EMK in deze geleider (generator).
Bij de behandeling van ‘elektrodynamische krachten’ kon al opgemerkt worden dat bij het
bewegen van een geleider een EMK gegenereerd wordt.
Waarnemen aan de hand van een didactische proefopstelling.
Fietsdynamo (generator).
19
19.1
ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR STROOMVERANDERING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het veranderlijk magnetisch veld door
stroomverandering aantonen.
Stroomverandering in een spoel

De formule E = - N ------t
19.2
Uit de waarnemingen in een proef het
zelfinductieverschijnsel toelichten.
Zelfinductie
19.3
De factoren die de zelfinductiecoëfficient beïnvloeden opsommen.
Het symbool en de eenheid benoemen.
Zelfinductiecoëfficient (L)
Eenheid henry (H)
19.4
De inductieve componenten herkennen
en hun samenstellingen omschrijven.
Inductieve componenten:
spoelen en smoorspoelen
19.5
Enkele toepassingen
opsommen.
spoelen
Toepassingen van spoelen op DC en
AC
69
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
van
19.6
Uit de waarnemingen vanuit een proef
het verschijnsel van de wederzijdse
inductie toelichten.
Wederzijdse inductie
19.7
De principiële werking
transformator verklaren.
Praktisch gebruik van het verschijnsel
wederzijdse inductie
19.8
Bij een transformator het magnetisch
en het elektrisch deel onderscheiden en
toelichten.
Transformator
19.9
Enkele
uitvoeringsvormen
van
enkelfasige transformatoren toelichten.
Beltransformator,
scheidingstransformator,
regelbare
transformator, veiligheidstransformator,
ampèretang
van
een
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
19.1 Demoproef: spoel en kompas.
Demoproef: via scoop, reactie op een blokspanning.
Met verschillende spoelen, de invloed aantonen van kernmateriaal.
Twee spoelen op één kern.
Bifilaire wikkeling, transformator met middenaftakking.
Didactische borden gebruiken met verschillende uitvoeringsvormen van spoelen.
Laat de leerlingen zelf op zoek gaan naar toestellen waar spoelen gebruikt worden.
Vestig de aandacht op het veelvuldig gebruik van spoelen in de electronica en hoogfrequenttechniek. (U)
Bij transformatoren vooral de nadruk leggen op veiligheid, zoals bij het gebruik bij
halogeenverlichting, kinderspeelgoed.
Het gevaar benadrukken bij een regelbare transformator (spaartransformator: geen
netscheiding)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
19.10
Uit de waarnemingen in een proef het
bestaan van wervelstromen aantonen.
Wervelstromen
19.11
Het ontstaan
verklaren.
19.12
Het ontstaan
toelichten.
19.13
De maatregelen om het wervelstroomen ijzerverlies te beperken toelichten.
Maatregelen
beperken
19.14
Toepassingen van de elektromagne-
Toepassingen
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
van
van
wervelstromen
ijzerverliezen
70
Ijzerverliezen (magnetisch verlies)
om
wervelstromen
te
Elektrotechnieken
2de graad TSO
tische inductie opsommen en verklaren
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
19.10
Wervelstroomrem op vrachtwagens.
Als rem in de kWh-meter.
Foucaultrem (3de graad), transformatorprincipe, smoorspoel, inductieoven, …
19.14
Elektromagnetische microfoon, platenspeler,…
20
ELEKTROSTATICA
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
20.1
Het begrip elektrostatica verklaren
Begrip elektrostatica
20.2
Het ontstaan van een positieve en een
negatieve lading toelichten.
Het begrip elektrische lading (Q)
Eigenschappen - eenheid de coulomb
(C)
20.3
Het onderscheid in het aanbrengen van
ladingen verklaren.
Lading overbrengen door:
- contact
- wrijving
- inductie
20.4
De onderlinge krachtwerking tussen Onderlinge krachtwerking
elektrisch geladen voorwerpen aantonen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Deze leerinhouden niet te theoretisch behandelen, zeer praktisch aanbrengen en beperken
in tijd.
-
We behandelen de elektriciteit in rust, geef een uitleg aan de benaming elektrostatica.
-
Onze dagelijkse bezigheden laten ons kennis maken, soms voelen, dat deze ophopingen
van ladingen een realiteit is.
Dit tonen we best aan met zoveel mogelijk proefjes, afhankelijk van de mogelijkheden, tal
van proeven zijn aanwezig in de labo’s fysica.
20.1 Verwijzen naar de bouw van de stof.
20.4 Didactische proeven, praktijkvoorbeelden.
Leerlingproefjes.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
71
Elektrotechnieken
2de graad TSO
21
CONDENSATOREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
21.1
Het begrip capaciteit omschrijven.
Capaciteit
21.2
Het symbool
herkennen.
Capaciteit (C), Farad (F)
21.3
De condensator als een specifieke
component met capaciteit aanduiden.
Condensator
De opbouw van een condensator
21.4
Een aantal uitvoeringsvormen en hun
toepassingsgebied opsommen
Soorten en hun toepassing
21.5
De samenstelling van een condensator
omschrijven en zijn toepassing
duiden.
Samenstelling
Toepassingen
21.6
De gevaren bij het gebruik van
condensatoren onderkennen.
Veiligheid
21.7
Het gedrag van een condensator
aangesloten op een gelijkspanning
verklaren.
Condensator op gelijkspanning
21.8
De waarde van een capaciteit bepalen
uitgaande van de constructiegegevens.
Q
C = -----U
21.9
De
gegevens
vermeldt
condensatoren interpreteren.
Gegevens
Kleurcode
en
de
eenheid
op
A
C =  -----d
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Demoproef die aantoont dat een bron haar lading op de platen van een condensator
overbrengt en dat die lading blijft bestaan na het wegnemen van de bron.
Multimedia.
Veiligheid, milieu (pcb ‘s), zie ‘Installatiemethoden’.
Op een didactisch bord de verschillende uitvoeringen tonen, zeker een overzichtstabel
bezorgen aan de leerlingen.
De nadruk leggen op het feit dat men bij ontlading zeker veiligheidsmaatregelen dient
te treffen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
72
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
21.10
De Ur, Uc en i grafisch herkennen.
Laden en ontladen
21.11
De formule voor de tijdsconstante van
een RC keten herkennen. (U)
Tijdsconstante
21.12
De
parallelschakeling
van
condensatoren
tekenen
en
de
vervangingscapaciteit berekenen.
Inzien dat de lading verdeeld wordt.
Parallelschakeling van condensatoren
21.13
De serieschakeling van condensatoren
tekenen en de vervangingscapaciteit
berekenen.
Inzien dat de lading overal dezelfde is.
Serieschakeling van condensatoren
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
21.6 Opnemen van een grafiek door de leerkracht als demo (U).
21.8 Enkele oefeningen oplossen rond de parallelschakeling van condensatoren.
De leerlingen kunnen de grafieken en de metingen op een scoop vergelijken.
De leerlingen voeren, indien mogelijk, de metingen zelf uit.
De scoop dient dan wel als meetinstrument behandeld te zijn.
22
SINUSOÏDIALE SPANNINGEN EN STROMEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
22.1
De
voornaamste
vormen
van
spanningen en stromen herkennen.
Soorten elektrische stromen
Wisselspanning: sinusoïdale spanning
22.2
Het opwekken van een wisselspanning
verklaren en het ontstaan ervan
toelichten.
Opwekken van een sinusvormige
éénfasige wisselspanning
22.3
De wiskundige formule voor het
berekenen van de gegenereerde
spanning in een draaiend raam
toelichten.
22.4
De verband tussen pulsatie, frequentie
en periode aantonen.
22.5
Kenmerkende eigenschappen: periode
(T), frequentie (f), cirkelfrequentie ()
Wiskundig verband
Het wiskundig verband tussen de
periode T en de frequentie f aantonen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
73
Elektrotechnieken
2de graad TSO
22.6
De begrippen van een sinusvormige
wisselstroom
of
spanning
onderscheiden en de praktische
betekenis toelichten.
Waarden van de wisselspanning en
stroom:
- ogenblikkelijke waarde
- effectieve waarde
- gemiddelde waarde
- top-tot-topwaarde
22.7
Het verband tussen deze twee begrippen
begrijpen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De wisselstroom neemt een zeer belangrijke plaats in de leerstof van de derde graad.
Deze vorm van energie wordt in de centrales opgewekt en komt via het net naar de ver
bruiker.
De leerlingen dienen erop gewezen dat deze stroomsoort voortdurend van zin en grootte
verandert.
De begrippen wisselspanning, wisselstroom duidelijk plaatsen, dit kunnen we best doen
met een grafische voorstelling.
De leerlingen moeten voldoende vertrouwd worden met grafische voorstellingen om
vervolgens andere begrippen te kunnen plaatsen.
22.1 Met een oscilloscoop aantonen - maak gebruik van een cd met didactische softwares.
22.2 De principiële opbouw van een éénfasige wisselstroomgenerator toelichten en aan de
hand van een proef verduidelijken.
22.3 De verschillende eigenschappen benaderen en dit zelfstandig vanuit metingen met de
oscilloscoop en de universele meter.
Indien mogelijk de leerlingen zelf deze waarden laten ontdekken via meting met de scoop.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
74
Elektrotechnieken
2de graad TSO
VECTORIËLE VOORSTELLING
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
23.1
Het verband tussen een sinusoïdale
wisselspanning en de vectoriële
voorstelling aanduiden.
Verband
tussen
vectoriële
sinusoïdale voorstelling
23.2
De begrippen faseverschil, voorijlen,
naijlen, in fase, tegenfase toepassen op
de
sinusoïdale
en
vectoriële
voorstelling.
Faseverschil
In fase
Voorijlen
Naijlen
Tegenfase
23.3
Het optellen en
vectoren toepassen.
Samenstellen
vectoren
ontbinden
van
en
ontbinden
en
van
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De leerlingen vertrouwd maken met het werken met vectoren, dit in samenspraak met de
collega’s wiskunde en mechanica.
-
Door middel van oefeningen de leerlingen het optellen en ontbinden van vectoren aanleren.
Eenmaal hiermee vertrouwd kunnen we met de leerlingen nagaan hoe we met deze
grootheden dienen te werken.
-
Een sinus kunnen we voorstellen als een draaiende vector, wanneer spanning en stroom
niet gelijktijdig vetrekken laten we vectorieel zien wat de begrippen in fase, voorijlen en
naijlen betekenen.
-
De leerlingen zullen na een tijd deze manier van benaderen overnemen en inzicht
verwerven.
23.1 Maak gebruik van bestaande simulatiesoftware.
Vertrekken vanuit vectoren die ronddraaien met een hoeksnelheid  .
23.2 Via oefeningen het verband duiden.
Verband met de wiskunde.
24
ENKELVOUDIGE WISSELSTROOMKETENS
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
75
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24.1
Zelfstandig een resistieve keten
opbouwen en stroom en spanning
meten, op AC en DC.
De zuiver resistieve keten
Metingen op een zuiver resistieve kring
24.2
De eigenschappen van een zuiver
resistieve keten herkennen (AC en
DC).
Eigenschappen
gelijkspanning
24.3
bij
wissel-
en
Invloed van de frequentie
Weten dat de frequentie bij een zuiver
resistieve keten geen invloed heeft.
24.4
Vectordiagram en formules
Het spannings- en stroomverloop bij
een zuiver resistieve keten sinusoïdaal
en vectoriëel tekenen.
24.5
Wet van Ohm
De wet van Ohm voor een zuiver
resistieve keten toepassen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De leerlingen maken kennis met een wisselstroomketen, waarin een ohmse weerstand R,
een spoel L (inductief) en een condensator C (capacitief) zich gedragen als elementen
aangesloten op een wisselspanning.
Aan de leerlingen tonen dat er zich bij wisselstroom andere verschijnselen voordoen dan
bij gelijkstroom.
-
Samen met de leerlingen het gedrag onderzoeken van deze 3 componenten, elk
afzonderlijk aangesloten op een wisselspanning.
-
Later in de 3de graad onderzoeken we de verschijnselen van de 3 componenten in
combinatie met elkaar.
Deze materie ondersteunen met proeven.
24.1 Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen.
24.2 Demo met de scoop.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het Joule-effect
De zuiver capacitieve keten
Metingen op een zuiver capacitieve
keten
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
76
Elektrotechnieken
2de graad TSO
24.6
De Joule-verliezen in een weerstand
berekenen. (U)
24.7
Zelfstandig een capacitieve keten
opbouwen, de stroom en spanning
meten op AC en DC.
24.8
De eigenschappen van een zuiver
capacitieve keten herkennen (AC en
DC).
Eigenschappen
gelijkspanning
24.9
De
formule
gebruiken.
De capacitieve reactantie Xc
24.10
De invloed van de frequentie
verklaren op een capacitieve keten.
van
capacitantie
bij
wissel-
en
Vectordiagram en formules
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen.
-
Grafische voorstelling Xc = f (f).
-
De invloed verklaren van de frequentie op een capacitieve keten (tot 5 kHz).
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24.11
Het spannings- en stroomverloop bij een
zuiver capacitieve keten sinusoïdaal en
vectoriëel tekenen.
Wet van Ohm
24.12
Het bepalen van de capaciteit met
behulp van de wet van Ohm.
De praktische inductieve kring
24.13
De eigenschappen van een inductieve
kring herkennen bij AC en DC.
Metingen op een praktische spoel
De verschillen aantonen tussen een
spoel op AC en DC.
24.14
Het equivalent schema
praktische spoel tekenen.
24.15
De eigenschappen van een zuiver
inductieve kring herkennen.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
van
een
77
Vervangingsschema
De zuiver inductieve kring
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De invloed verklaren tot 5 kHz.
-
U en I verschoven, verschuiving bepalen.
Demo met scoop.
-
Metingen op een hoogohmige inductieve kring zowel op AC als op DC.
-
De ohmse weerstand van een spoel bepalen met een ohmmeter of de V-A meter methode.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24.16
De formule voor inductantie gebruiken.
De invloed van de frequentie verklaren.
De inductieve reactantie XL en de
invloed van de frequentie
24.17
Het spannings- en stroomverloop bij een
zuiver inductieve keten sinusoïdaal en
vectoriëel tekenen.
Vectordiagram en formules
24.18
De wet van Ohm voor een zuiver De wet van Ohm
inductieve keten toepassen. (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Grafische voorstelling XL = f (f).
-
De opbouw van dit hoofdstuk ondersteunen met een aanschouwelijke vorm van onderricht. De leerlingen dienen door metingen en oefeningen inzicht te verwerven in deze
leerstof.
Ook het gebruik van simulatie via software kan een goede didactische ondersteuning
vormen.
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
2
Klassikaal
-
Een of meer verticale didactische panelen met de gepaste bouwstenen voor de
demonstratieproeven
Soorten geleiders en isolatoren
Batterijen, accu’s
Een DC-voeding
Een niet-gestabiliseerde voeding (ongeveer 20 A) voor proeven rond elektromagnetisme
Didactische, goed af te lezen meettoestellen
Een LF-functiegenerator (eventueel met digitale uitlezing)
Een oscilloscoop
Een Watt-meter
Een kWh-meter
Een cos -meter
Elektrische motor, luidspreker, draaispoelmeter, transformator
Multimedia pc met didactische software en internet-aansluiting
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
78
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Projectiesysteem
Transparanten
Catalogi, info-cd-rom’s …
Normen, reglementeringen, lijsten, tabellen, kenplaatjes van elektrische toestellen …
Per meetgroep
-
-
3
Universeel plug-systeem met componenten en verbindingselementen voor de diverse
proeven en metingen.
Componenten om stroomkringen op te bouwen: bron, veiligheden, schakelaars,
verbruikers zoals verschillende soorten lampen, soorten weerstanden, potentiometers,
geleiders …
Componenten voor de proeven rond magnetisme: magneten, kompas, ijzervijlsel,
magnetisch en niet-magnetisch materiaal, spoelen, elektromagneten, relais …
Condensatoren
Meetsnoeren
Digitale multimeters
Een regelbare DC-voeding (bijvoorbeeld 0-30 V, 0-2 A, kortsluitvast)
Een eenvoudige LF-generator (U)
Een eenvoudige oscilloscoop
EVALUATIE
Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen:
-
de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen
bekend te zijn;
zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen;
evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase;
indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring.
De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend:
-
Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband,
moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het
verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen
de probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de
eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In
andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de
gegevens af te leiden.
-
Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct
kunnen weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste
interpretatie kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk
vooropgesteld stramien te hanteren. Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit
verslag, maar dient ook de activiteiten van de leerlingen tijdens de meetsessies in
rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor zelfstandigheid en nauwkeurigheid,
aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid, bereidheid tot teamwork ...).
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
79
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig
duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de
leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden
afgeleid.
-
Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal
vormen kunnen hierbij worden gebruikt:
• Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het
begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof.
• Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks
lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in
hun juiste context kunnen plaatsen.
-
Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere
pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit
groter geheel.
4
BIBLIOGRAFIE
BAELE, D., BOODTS, W., CLABOUT, F., Elektra 1, Uitgeverij Plantyn Wolters.
CLAERHOUT, L., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn.
GOES, P., Basiselektriciteit, Uitgeverij Die Keure.
HAP, P., Tabellenboek en Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn.
NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam technische
Boeken.
Op ’T ROODT, M.A.J., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij van In.
ROELANTS, J., Software Elektra, Uitgeverij van In.
STANDAERT, K., Gedifferentieerd leerpakket Elektriciteit, Standaard Educatieve
Uitgeverij.
TEUNISSEN, F., Elektrotechniek vaktheorie-naslagwerk 1-2, Uitgeverij W.J. Thieme & Cie.
Software TINA, Uitgeverij Die Keure.
Software multiSIM, Electronics Workbench - Antratek.
Elektriciteit en lab
D/2002/0279/020
80
Elektrotechnieken
2de graad TSO
ELEKTROTECHNIEKEN
Tweede graad TSO
INSTALLATIEMETHODEN
D/2002/0279/020
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
83
Elektrotechnieken
2de graad TSO
INHOUD
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...............................................
85
2
EVALUATIE ...................................................................................................... 126
3
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN....................................................... 127
4
BIBLIOGRAFIE ................................................................................................ 129
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
84
Elektrotechnieken
2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
VEILIG EN MILIEUBEWUST OMGAAN MET ELEKTRISCHE
ENERGIE EN DE NODIGE MAATREGELEN VOORZIEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
De gevaren onderkennen die het
gebruik van elektrische energie
meebrengen.
Oorzaken en gevolgen van onveilige
situaties.
2
De gebods- en verbodstekens in
functie van de uit te voeren
werkzaamheden naleven.
Veiligheidsvoorschriften
- de gebods- en verbodstekens
- werkplaatsreglement
- persoonlijke beschermingsmiddelen
3
Het werkplaatsreglement kennen en
naleven.
Werkplaatsreglement
4
De
persoonlijke
beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen kennen en de
richtlijnen terzake naleven.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
5
De voordelen van veilig
versterken en het veilig
aantrekkelijker maken.
Veiligheidsgewoonten
6
De
bescherming
bevorderen.
van
gedrag
gedrag
anderen
Bescherming
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij alle activiteiten dient het aspect veiligheid, hygiëne en milieu als een rode draad
aanwezig te zijn.
Enkel de gebods- en verbodstekens die concreet toepasbaar zijn op de werksituatie en de
productrealisatie dienen aan bod te komen.
Zorg voor een eenvoudig en duidelijk werkplaatsreglement, verwijs er voortdurend naar
en voer geen gedoogbeleid.
Bij de aanvang van elke nieuwe opdracht de aandacht vestigen op veilige werkmethoden.
Firma's raadplegen rond pictogrammen.
Sluiten van deuren, afdekken van klemmen, uitschakelen van voedingen.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
85
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7
Volgens de geldende afspraken afval
sorteren en opslaan.
Milieuvoorschriften
8
De gereedschappen en machines veilig
benaderen en ermee omgaan volgens
de regels van goed vakmanschap.
Specifieke veiligheidsbegrippen in de
elektriciteit:
- aanrakingsgevaar, elektrocutie
- isolatie, aarding
- te treffen veiligheidsmaatregelen
- keur- en veiligheidsmerken
- keuze van beveiligen
- opbouw van stellingen en ladders
- bediening van hoogtewerkers
9
Controle uitvoeren van elektrische
installaties.
Controle
- door de gebruiker
- door de installateur
- door een erkend organisme
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe
bestemde plaats.
Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB.
Minicontainerparken installeren in de school.
OVAM-regeling hanteren.
Zie de informatie bij het ‘Veiligheidsinstituut, Jesusstraat, Antwerpen’.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
10
Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te
duiden.
Pictogrammen
11
De Europese
toelichten.
Europese regelgeving
Normen
Kwaliteitsmerk
Beschermingsgraad van toestellen
12
De gepaste veiligheid kiezen in functie
van de opdracht en de gebruikte
toestellen, de veiligheidsregels in de
elektrische installatie integreren.
Normen ARAB - AREI
Voorschriften van de
stroomleverancier
13
De regels van goed vakmanschap
omschrijven.
Goed vakmanschap
14
De
hygiënische
toelichten.
Hygiënische voorschriften
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
regelgeving
terzake
voorschriften
86
plaatselijke
Elektrotechnieken
2de graad TSO
15
Verantwoordelijkheid
opnemen
omtrent
elkaars
veiligheid
en
gezondheid.
EHBO-beginselen rond elektrocutie
Verzorgen van kleine verwondingen
16
Zin hebben voor en verantwoordelijk
zijn voor orde, netheid, gezondheid en
milieu.
Orde, netheid, gezondheid, milieu
17
De klant inlichten over de plichten bij
het veilig gebruiken van een elektrische
installatie.
Plichten van de gebruiker
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
2
Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de
veiligheidsmaatregelen tonen.
Aandacht voor linkshandigen.
Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijs naar de Europese reglementering.
De keuze van de elektrische beveiligingen in schema's en schakelingen integreren.
Raadpleeg terzake ook NBN, EN 60204-1.
Aandacht voor restmaterialen en batterijen.
Tabellenboek gebruiken.
Koper en lood zijn giftig.
DE WERKZAAMHEDEN PLANNEN EN DE VOORBEREIDINGEN
TREFFEN OM EEN HUISINSTALLATIE UIT TE VOEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
18
Kennismaken met de gegevens op een
bouwplan.
Het bouwplan
19
De noodzaak
verklaren.
Tekennormen
20
De symbolen rangschikken naar type
en gebruik.
Symbolen: types en gebruik
21
De noodzakelijke symbolen herkennen
en toepassen.
Symbolen
22
De doelstellingen van de verschillende
schema’s onderscheiden.
Naar tekenwijze
Eénlijnig
Veellijnig
23
Bestaande schema’s lezen.
Indeling naar doelstellingen:
Verklarende schema's
- Eendraadschema's
- Stroombaanschema's
- Situatieschema's
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
van
tekennormen
87
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Uitvoeringsschema’s
- Bedradingsschema's
- Leidingschema's
- Aansluitschema's
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Uitleggen waarom er bepaalde normen dienen afgesproken te worden.
Gebruik maken van enkele normen (EN 60617 – 1 tot 13).
Vademecum van de installateur (Electrabel).
De symbolen die gebruikt worden in een eenvoudige huisinstallatie dienen gekend te zijn,
en dit in enkel- of meerlijnige tekenwijze.
Bij codeletters verstaan we enkel de benaming van de symbolen.
De nummering van de schakelaar-aansluitpunten wordt niet meer aangeleerd, omdat ze
toch niet echt bestaan op de schakelaars.
Wel belangrijk is de benaming en nummering van de reële bestaande klemnummering.
Bij schakelaars onderscheidt zich dit tussen een herkenningspunt (diep, ster, L, O).
Het onderscheid aantonen tussen de vaste en losse tekenwijze met enkele voorbeelden.
De leerlingen laten gebruikmaken van het dossier van een huisinstallatie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24
De codeletters van symbolen opzoeken
en gebruiken.
Codeletters van onderdelen
25
De codeaanduidingen op de juiste
plaats tekenen.
Plaats van de codering
26
Op een eenvoudig schema de geleiders
en contacten merken.
Fasegeleider, nulleider, PE-geleider,
Hoofd- en hulpcontacten
27
Gebruik van 230 V spanning aantonen.
Gebruik van 230 V
28
Kleurcode van de draden in een
elektrische installatie herkennen.
Kleurcode
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Aan de hand van een of twee eenvoudige lichtschakelingen, voorbeelden geven van de
verschillende soorten schema's. Dit alles op een overzichtelijke structuur samengevat en
moet steeds ter beschikking van de leerling staan.
Over het voedingsnet spreken we enkel over een mono- of enkelfasig net 230 V.
Hoe wordt ze van het net gehaald, en met welke kabel binnengebracht (energiekabel)?
Toevoer langs de lucht/ondergronds.
Aantonen en laten aantonen over het gebruik van 230V, samenhangend met het gevaar en
de nodige veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden.
Het tonen van een video van CPR, elektrocutie, voordracht EHBO.
Voorbeelden van veilige en onveilige situaties laten aantonen door de leerlingen.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
88
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
-
Eventueel zelf voorbeelden geven van onveilige situaties en de leerlingen deze situaties
laten uitwerken tot veilige situaties.
Voorbeelden geven aan de hand van catalogi in verband met persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voorbeelden geven met didactische materialen
 goed, veilig gereedschap,
 persoonlijke beschermingsmiddelen.
Kleurcode: blauw, geel-groen.
De andere kleurcode is volledig vrij (een kleurcode in samenwerking met de plaatselijke
stroomleverancier afspreken).
Op enkele plaatsen in de werkplaats dienen informatieborden voorhanden te zijn in
verband met hulp aan derden rond elektrocutie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
29
De eisen en reglementen waaraan een
huisinstallatie moet voldoen opzoeken.
Voorschriften en reglementen
AREI
30
De wensen van de eigenaar nagaan,
begrijpen en uittekenen.
Bezoek aan een bestaande woning
Wensen van de eigenaar
31
Een situatieschema tekenen in functie
van voorgaande doelstellingen.
Situatieschema
32
De vijf basisschakelingen op een
situatieschema
weergeven
en
verantwoorden.
Enkelpolige schakeling
Dubbelpolige schakeling
Dubbele aansteking
Wisselschakeling
Kruisschakeling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Gebruik van het AREI voor het opzoeken van de basisreglementen voor een
huisinstallatie.
 diff. 30 en 300 mA,
 badkamer: verschillend volume en zijn verband met de elektrische installatie,
 stopcontacten met beveiliging: aarding, kinderbeveiliging,
 buitenverlichting,
 aantal stopcontracten per kring,
 aantal lichtkringen,
 speciale kringen (wasmiddelen, afwasmiddelen, droogkuis, elektrisch fornuis, stoomoven) (dus kringen met een zwaar vermogen),
 draadsectie met zijn installatieautomaten.
De vijf basisschakelingen herhalen met een ander situatieschema.
De wensen van de eigenaar omzetten op een plan. De naverwerking is hier belangrijk.
Hier mag zelfs een bespreking komen met een eigenaar.
Heel voornaam is een plan van een reële nieuwbouw te bespreken met de eigenaar. (Dit
is motiverend voor de leerling).
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
89
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
Eventueel, op bepaalde tijdstippen, een bouwplaats bezoeken om de leerlingen voeling te
geven met de realiteit.
Een situatieplan van een eenvoudige woning zelfstandig kunnen uittekenen:
 living, badkamer en keuken: inbouw in stenen muur,
 garage: opbouw op stenen muur,
 slaapkamer: inbouw in gipsplaten muur.
Aardingen komen later aan bod.
Aandacht bij het plaatsen van meubels, radiatoren, enz.
Schakelaars worden door de fabrikant voorzien van een nummer volgens de normen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
33
De installatie indelen in stroomkringen,
rekening houdend met het AREI.
Indeling stroomkring
34
Het eendraadschema opstellen met de
nodige symbolen en aantekeningen.
Het eendraadschema
35
Een aardingslus en een aardingsklem
herkennen.
Aardingslus - aardingsklem
36
Een volledig
samenstellen.
Frontblad
Situatieplan
Eendraadschema
37
Het verband leggen tussen de
draadsectie en de te kiezen beveiliging.
elektrisch
dossier
Draadsectie - beveiliging
Tabellen raadplegen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Vooraf een bestand dossier tonen en grondig bespreken.
De installatie opdelen in kringen, rekening houdend met het AREI. Eveneens de speciale
kringen uitwerken.
Artikel van aardingsweerstand opzoeken in het AREI .
Aandacht schenken aan de juiste symboliek met de functie ervan.
Een volledig elektrisch dossier opbouwen:
 Voorblad: gegevens eigenaar, uitvoerder, adres, ...
 Situatieplan: uitgewerkt op bouwplan, met aandacht voor bouwkundig tekenen.
(bv. bouwplan, muren, ramen, deuren, kasten, ...)
 Eendraadschema: volledig uitgewerkt, met al de symbolen, naam eigenaar, naam
uitvoerder.
De leerlingen krijgen tabellen ter beschikking: verhouding draadsectie - stroomdoorgang
34: in het eerste jaar een zeer eenvoudige huisinstallatie
in het tweede jaar een uitgebreide volledige huisinstallatie met comfortschakelingen.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
90
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
38
Een keuringsverslag lezen.
Keuringsverslag
39
De vereiste materialen kiezen om een
huisinstallatie uit te voeren.
Materialenlijst opstellen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Een bestaand keuringsverslag lezen, en eventuele opmerkingen theoretisch oplossen.
De leerlingen kiezen de nodige materialen uit catalogi en multimedia.
Een video van de verschillende materialen en hun gebruik ervan is eveneens nuttig.
De lijst moet volledig zijn.
Bij het tekenen volgende wenken in acht nemen:
 normen: EN - 60617 van 1 tot en met 13,
 een cd-rom is ter beschikking in de school of bij de begeleiding,
 de leerlingen integreren schetsen en CAD bij het verwerven van de tekenvaardigheden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
40
De noodzaak van normen verklaren.
AREI, IEC, EN, ARAB
41
Het doel van het
CEBEC omschrijven.
Kwaliteitsmerk
42
Enkele buitenlandse kwaliteitsmerken
verklaren.
Buitenlandse kwaliteitsmerken
43
De verschillende beschermingsgraden
(IP) verklaren.
Beschermingsgraden
44
De
betekenis
cijfercombinaties
opzoeken.
Betekenis
van
cijfercombinaties
45
De soorten isolatie opnoemen en de
symbolen herkennen.
Isolatie van materialen
Symbolen bij dubbele en totale isolatie
46
De betekenis en de aanduiding
toelichten bij klassen van materialen.
Klassen van materialen
van
in
kwaliteitsmerk
letteren
het
AREI
letter-
en
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Opzoekingen doen in de reglementen in functie van een huisinstallatie (AREI).
Tabellen gebruiken met voorbeelden van:
 klassen van het materiaal: 01- 02 - 03 - ...
 uitwendige invloedsfactor: AD1 - AD2 - AD3 - ...
 beschermingsgraad IPxx-A/IPxx-B/IPxx-c/IPxx-D
(AREI 24 juni 2002)
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
91
Elektrotechnieken
2de graad TSO
 veiligheidscurve:
verband leggen in curve tussen verschillende spanningen en de uitschakelsnelheid
van de spanning bij verschillende huidvochtigheid: BB1 - BB2 - BB3.
- Al de symbolen voor een huisinstallatie met lettercode, bestaande klemnummering;
(voorrangsrelais, voorkeurrelais, digitale klok, impuls, trappenhuis, trappenhuis met
dimfunctie, eenvoudig programmeerbare toestellen, parlofoon, verduisteringschakeling,
sensorschakeling (IR) met schakelaar om de volgende mogelijkheden te kunnen
uitvoeren:
 verlichting volledig af,
 verlichting automatisch,
 verlichting manueel aan.
Uiteraard komen de items geleidelijk één voor één in het jaarplan ter sprake.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
47
Gecombineerde
lichtschakelingen
herkennen, tekenen en hun werking
verklaren.
De 5 basisschakelingen en:
dubbelpolige wisselschakeling
wissel- wisselschakeling
48
Basissymbolen
voor
een
motorschakeling herkennen en tekenen.
De werking van een eenvoudige
motorschakeling verklaren.
Start-stop
drukknopposten
met
codering
Start-stopschakeling vanop 1 plaats
Start-stopschakeling vanop 2 plaatsen
Start-stopschakeling met signalisatie
Letter- en nummercodering toepassen.
Codering volgens AREI / EN 60204
Kleurcode bedrading, signalisatie bij de
drukknoppen toepassen.
Gebruik
AREI
keuringsorganisaties
49
Verschillende tekenwijze toepassen.
Volgens plaats
Volgens tekenwijze
50
Soorten schema's kennen.
Verklarende schema's
Uitvoeringsschema's
Situatieschema's
Studieschema's
en
officiële
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De werking van verschillende gecombineerde schakelingen behandelen via tekenen.
Bij gecombineerde lichtschakelingen vertrekt de leerling best vanuit een gegeven
buisschema.
Een gecombineerde lichtschakeling kan ook een wisselschakeling zijn in combinatie met
een dubbelpolige , …
Basissymbolen van een motorschakeling dienen aangebracht te worden: 'motor'thermische beveiliging-start-stop-overneemcontact-contactor.
Werking, materiaal, onderdelen van een contactor.
De verschillende soorten schema's worden met voorbeelden zeer duidelijk en eenvoudig
uitgetekend.
Deze voorbeelden worden ter beschikking gesteld.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
92
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Bij elke schakeling dient het AREI gebruikt te worden waarmee men aantoont waarom
men een schakeling op een bepaalde manier opbouwt.
Ook zeer belangrijk is dat men bestaande schema's van huisinstallaties en
motorschakelingen leert ontleden en lezen. De juiste symbolen dienen herkend te worden.
Met enige begeleiding de werking laten verklaren aan de hand van schema’s.
Kleurcode bedrading motorschakelingen (zwart-rood-blauw-lichtblauw-oranje).
Kleurcode signalisatielampen en drukknoppen opzoeken in EN-norm en de
machinerichtlijnen.
3
TECHNIEKEN EN GEREEDSCHAPPEN OORDEELKUNDIG KIEZEN
BIJ DE UITVOERING VAN RUWBOUWWERKEN
3.1
Uitvoeringstechnieken en gereedschappen voor het maken van sleuven en
gaten in muren, vloeren en wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
51
Soorten bouwmaterialen ondetscheiden.
Snelbouw, Ytong, gipsblokken, beton ...
onderscheid naar afmeting, hardheid
van het materiaal, toepassingen,
gebruikte mortelspecie, lijm
52
Machines om gleuven te maken met de
soorten bouwmateriaal associëren.
Haakse
slijpmachine
(met
stofafzuiging) met enkel of dubbelblad,
freesmachine
53
Veiligheidsvoorschriften in verband
met het gebruik van een haakse
slijpschijf toelichten.
Veiligheidsbril, helm, stofmasker
54
Soorten slijpschijven met het soort
bouwmateriaal associëren.
Staal, roestvrijstaal, steen en nonferrometalen, beton, natuursteen
55
Werkmethode voor het maken van
sleuven toelichten.
Stabiele werkpositie, slijprichting, slijpschijf aangepast aan het te bewerken
materiaal
Sleufdiepte, sleufbreedte
56
Soorten gereedschap om gleuven vrij te
maken met het soort bouwmateriaal
associëren.
Bouwhamer, platte beitel, puntbeitel,
elektropneumatische hamer
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het is de bedoeling dat de leerlingen zo realistisch mogelijk kennismaken met de
bouwmaterialen die gebruikt worden in de residentiële woningbouw.
Enkel die kenmerken aan bod laten komen die relevant zijn, zoals de hardheid van het
materiaal, de vorm, de afmetingen, toe te passen mortelspecie, enz..
Laat de leerlingen overzichtstabellen opstellen aangaande deze bouwmaterialen.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
93
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Een goede kennis van de bouwmaterialen draagt bij tot de keuze van de juiste
gereedschappen, ook deze kunnen in de tabel opgenomen worden.
Speciale aandacht voor de samenhang tussen veiligheidsvoorschriften en de
werkmethoden bij het gebruik van een slijpschijf.
Opzoekingen via internet kunnen de leerlingen helpen bij het opstellen van de
overzichtslijsten.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
57
Soorten machines bij het maken van
doorvoeren in muren, vloeren en
wanden onderscheiden.
Elektropneumatische boormachine, met
elektronische
of
mechanische
slipkoppeling, snoerloze boormachine
58
Soorten boren met het
bouwmateriaal associëren.
Steen, beton, hout, metaal
59
De werkmethode bij het maken van
doorvoeren toelichten.
Boorrichting (van binnen naar buiten),
boren in plafond, boren in betonnen
dwarsliggers (afspraak met architect)
60
Veiligheidsvoorschriften in verband
met het maken van doorvoeren
toelichten.
Stabiele
werkpositie
(stelling),
veiligheidsbril,
helm,
stofmasker,
boormachine met slipkoppeling
61
Noodzaak van de netheid van de
bouwplaats toelichten.
Na slijp- en hakwerk de bouwplaats
opruimen, veiligheid, kwaliteitszorg
soort
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
3.2
62
De soorten gereedschappen en machines opnemen in een documentatiemap.
Speciale aandacht besteden aan het maken van doorvoeren in beton, het nut van een
slipkoppeling benadrukken, als praktijkvoorbeeld kan hier het blokkeren van het boor
aangehaald worden bij aanwezigheid van ijzer in het beton.
Een boormachine heeft een stand ‘kloppen’ en een stand ‘boren’ , leerlingen vergeten
vaak de omschakeling te doen.
Goed gereedschap dient onderhouden te worden. We vergeten ook de verlengsnoeren
niet.
Uitvoeringstechnieken en gereedschappen om gaten te maken in wanden
voor inbouwdozen, verdeelkasten en inbouwspots
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Soorten inbouwdozen onderscheiden
en toelichten.
Diep, halfdiep, universele inbouwdoos
Centraaldoos, merkgebonden inbouwdoos
Inbouwdoos voor holle wanden,
samenstellen meervoudige inbouwdoos
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
94
Elektrotechnieken
2de graad TSO
63
Werkmethode voor het maken van
gaten
voor
inbouwdozen
en
verdeelkasten in muren toelichten.
Gleufdiepte, slijprichting
64
Werkmethode voor het maken van
gaten voor inbouwdozen in holle
wanden toelichten.
Gebruik
van
een
kroonboor,
middelpunt bepalen en aftekenen,
werkwijze voor enkelvoudige en
dubbele inbouwdoos
65
Soort kroonboor met het
bouwmateriaal associëren.
Kroonboor voor beton, steen en gips,
gipsplaten, houten panelen
Boren met waterkoeling (beton)
66
Veiligheidsvoorschriften in verband
met het boren van gaten voor
centraaldozen
in
inbouwspots
toelichten.
Stabiele werkpositie, veiligheidsbril
67
Soorten machines voor het boren van
gaten
voor
inbouwdozen,
centraaldozen
en
inbouwspots
toelichten.
Boormachine met elektronische of
mechanische slipkoppeling
soort
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De soorten inbouwdozen naar vorm, afmetingen en toepassingsgebied in een
overzichtstabel opnemen.
Ook aandacht besteden aan merkgebonden inbouwdozen.
De specifieke gereedschappen vermelden en opnemen in een overzichtstabel, ook de
gereedschappen die niet voorhanden zijn in de werkplaats.
4
UITVOERINGSTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN KIEZEN BIJ HET PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN COMPONENTEN
4.1
Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen van
inbouwdozen, buizen, kabel, centraaldozen en verdeelborden in muren en
holle wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
68
Werkmethode en gereedschappen voor
het plaatsen van inbouwdozen in
muren toelichten.
Voorbehandelen van de muur, pleister
aanmaken (of cementmortel), aanbrengen
van
de
pleister,
plaatsingsdiepte,
onderhoud
gereedschap ...
69
Werkmethode voor het plaatsen van
inwerkdozen
in
holle
wanden
toelichten.
Plaatsing vooraf in het frame van de
holle
wand
(klassieke
en
merkgebonden inbouwdoos), plaatsing
van de steunlatten, plaatsing achteraf
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
95
Elektrotechnieken
2de graad TSO
(inbouwdoos holle wand)
70
Gereedschap
en
materiaal
om
eenvoudig schrijnwerk uit te voeren
toelichten.
Soort
zaag,
houtbeitel,
hamer,
houtschroeven (afmetingen), nagels
(afmetingen), snoerloze boormachine,
...
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De voorschriften van de bouwfederatie in verband met de samenstelling van
mortelspecies opvolgen.
De voorschriften in verband met brandverspreiding, geluidverspreiding opvolgen.
Een overzichtstabel in verband met zagen, beitels, vijzen en nagels met hun handelsmaten
kan nuttig zijn.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
71
De soorten buizen herkennen en het
toepassingsgebied omschrijven.
Tth , voorbedrade buis, metaal
72
De eigenschappen van de verschillende
materialen toelichten.
Metalen, isolatiestoffen, thermoharders,
thermoplasten, niet-ontvlambaar
Overzichtstabel kunststoffen
73
De betekenis van
verklaren
en
de
opnoemen.
Tth, Tal, P, versterkte buis
Overzichtstabel
74
Voorschriften van het AREI toelichten.
Veiligheid, plaats, soort buis
Plaatsingswijze.
75
Werkmethode om buizen te leggen
toelichten.
Algemeen: gleuf op diepte controleren:
plooien, lengte bepalen, afkorten,
bevestigen ...
PE: afkorten, vrije draadlengte, gebruik
van haspel, bevestigen
Tal:
afkorten,
bevestigen,
toepassingsgebied
Het bundelen van de buizen naar de
verdeelkast.
Voorbedrade buis: afkorten, bevestigen,
plaatsen
de lettercode
handelsmaten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Werken met overzichtstabellen, waar de leerlingen naast de benamingen en symbolen ook
de gangbare gegevens gemakkelijk kunnen terugvinden.
Enkel de meest gebruikte materialen behandelen.
Bij voorbedrade buis het afrollen bespreken.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
96
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
76
Gereedschap voor het bewerken en
leggen van buizen toelichten.
Buizensnijder, elektricienmes, drijver,
juniorzaag, plooiveer
77
Klein materiaal voor het leggen van
buizen toelichten.
Kleine installatiematerialen
78
De werkmethode toelichten om een
installatie in holle wanden uit te
voeren.
Kabels en voorbedrade buis, geribde
buis
plaatsen
en
bevestigen,
kabelreserve voorzien
79
Klein materiaal nodig om een
installatie in holle wanden uit te voeren
herkennen.
Zadelklemmen, afmetingen en soorten
80
Werkmethode om sleuven dicht te
metselen toelichten.
Aanmaak van de mortelspecie,
samenstelling, soorten mortelspecie
volgens het soort bouwmateriaal,
aanbrengen mortel, afwerking
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
4.2
Een overzichtstabel laten opstellen rond het klein installatiemateriaal.
Speciale aandacht rond de samenstelling van mortelspecie/kalkspecie in functie van de
gebruikte bouwmaterialen.(doc. bij de bouwfederatie)
Uitvoeringstechnieken materialen en gereedschappen voor het trekken van
draad, kabel en voorbedrade geribde buis
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De
benamingen
en
toepassingsgebieden
van
draden,
snoeren, kabels en voorbedrade
geribde buis verklaren.
Leidingen voor vaste aanleg
82
De eigenschappen
opzoeken.
Non-ferrometalen,
weerstandsmaterialen
Overzichtstabel
83
De eigenschappen van de mantels en
kernisolatie opzoeken.
Isolatiestoffen - overzichtslijsten
Thermohardende kunststoffen
84
Veiligheidstips herkennen in verband
met het gebruik van kabels en bedrade
geribde buis.
Veiligheidstips en reglementering over
het gebruik van leidingen
85
De wettelijk bepaalde kleuren en
genormaliseerde secties in een
Brochure van
maatschappij
81
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
van
geleiders
97
Overzichtstabel
de
stroomleverende
Elektrotechnieken
2de graad TSO
installatie toelichten.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
-
Hier kunnen didactische panelen voorzien worden met de meest gebruikte draden,
snoeren, kabels en voorbedrade geribde buis voor gebruik in een huisinstallatie.
Benadrukken hoe de afwerking (ontmanteling) op een correcte manier gebeurt.
Het is niet de bedoeling dat hier tijdens de les een opsomming gegeven wordt van alle
eigenschappen en toepassingen van al deze materialen. Er wordt een overzichtslijst ter
beschikking gesteld aan de leerling zodat deze zaken kunnen opgezocht worden wanneer
het gebruik van een draad, snoer, kabel of voorbedrade gebruikt wordt in de installatie.
Enkel leidingen tot 16 mm2 vermelden.
In de lijst de geharmoniseerde aanduidingen gebruiken naast de nationale aanduidingen.
Er worden overzichtslijsten ter beschikking gesteld van de gebruikelijke nonferrometalen, isolatiematerialen, weerstandsmaterialen, evenwel ook weer ter raadpleging
te gebruiken wanneer over een bepaalde draad, snoer of kabel gesproken wordt.
Lange leidingen worden via een haspel op een veilige en efficiënte manier aangebracht.
De voorschriften in verband met draadsecties en draadkleuren kunnen eventueel
opgezocht worden in de AIB-Vincottegids (beperkt AREI in verband met veiligheid en
betrouwbaarheid van huishoudelijke elektrische installaties). Deze gids is voor de
leerlingen gemakkelijk op te zoeken via www.aib-vincotte.com en is heel praktisch en
bruikbaar opgevat.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
86
De uitvoeringstechnieken om op een
veilige wijze draden, kabels en
voorbedrade buis te bewerken en
monteren bespreken.
Bewerken van draden en kabels
Ontmantelen van draden en kabels
Trekken van draden.
87
De uitvoeringstechnieken om een
goede verbinding te maken bespreken.
Maken van draadogen aan geleiders
gebruik van kabelschoenen, -hulzen, ogen en -vorken
88
Een soepele snoer op een veilige
manier aansluiten bespreken.
Algemene richtlijnen om een soepele
leiding te verbinden aan een toestel
89
De verschillende gereedschappen voor
het ontmantelen van leidingen
herkennen en toelichten.
Ontmantelgereedschappen voor draad,
kabel en voorbedrade buis
Gebruik van verschillende tangen voor
het plooien van ogen en het bewerken
van kabel
Veilig werken met mes en kabelmes
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij deze leerinhouden moet veel gedemonstreerd worden door de leraar, vandaar best
verwerken tijdens de praktijkles.
Veel aandacht besteden aan veilige werkmethodes bij het ontmantelen en bewerken van
kabels.
Laat steeds met veel zorg het restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe
bestemde plaats.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
98
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
4.3
Het belang benadrukken van een goede verbinding, verwijzen naar Joule-effect, op
draadeinden van soepele snoeren en kabels wordt steeds met draadhulzen (pinnen)
gewerkt (nier meer vertinnen).
Wijzen op veiligheid van personen die met het aangesloten toestel in contact komen.
Het juiste gereedschap gebruiken voor een bepaald werk: universele tang, zijdelingse
kniptang, draadstriptang (verschillende uitvoeringen tonen), drukverbindingstang, ronde
en platte bektang.
Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het aansluiten
van schakelaars en wandcontactdozen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
90
Stroombaan-,
leidingbedradingschema tekenen en
werking
verklaren
van
lichtschakelingen.
en
de
de
De enkelpolige schakeling
De dubbelpolige schakeling
De dubbele aansteking
De wisselschakeling
De kruisschakeling
De dubbelpolige wisselschakeling
De wissel - wisselschakeling
91
Stroombaan-,
leidingbedradingschematekenen
elektrisch gestuurde schakelaars.
en
van
92
Stroombaan-,
leidingbedradingschema
tekenen
schakelingen met contactdozen.
en
bij
93
Functie, bediening en uitvoering
omschrijven bij schakelaars en
contactdozen.
Indeling
volgens
functie,
bedieningswijze en uitvoering
94
Technische gegevens opzoeken en
interpreteren bij schakelaars en
contactdozen.
Technische gegevens, isolatiematerialen, non-ferrometalen, keramische mat
Overzichtslijsten
De impulsschakeling
De trappenhuisautomaat
Contactdozen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Bij de tekenopgaven steeds vertrekken vanuit reële situaties in een perspectieftekening
van een bepaald lokaal. Zo kan de enkelpolige schakeling bijvoorbeeld getekend worden
voor een toilet.
Vanuit het leidingschema en het stroomkringschema het bedradingschema opstellen.
Verlichte schakelaars en drukknoppen (controle- , oriëntatie - en signalisatielampjes).
Lichtschakelaars en contactdozen worden in catalogi van verschillende merken
opgezocht.
Dit opzoeken wordt best geïntegreerd terwijl de lichtschakeling wordt getekend. Zo ziet
de leerling het verband tussen een symbool en de eigenlijke uitvoering.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
99
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
Het gebruikte installatiemateriaal wordt gekozen in functie van de omgeving waarin het
zich bevindt, zo krijgen we inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht materiaal. Bij het
opzoeken in catalogi hier ook de nodige aandacht aan besteden.
Bij de bespreking van de technische gegevens kan verwezen worden naar de lijst van
isolatiematerialen en non-ferrometalen.
Bij het inrichten van winkelruimtes wordt veelvuldig gebruik gemaakt van modulaire
schakelaars. Het is gewenst hier ook reeds de nodige aandacht aan te geven.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
opzoeken
LEERINHOUDEN
95
Beschermingsgraden
interpreteren.
en
Beschermingsgraden
installatiemateriaal
Overzichtslijsten
bij
elektrisch
96
Werkmethoden
opstellen
om
lichtschakelaars en contactdozen te
monteren volgens de regels van goed
vakmanschap.
Schakelaars en contactdozen bij
inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht
materiaal
97
Gereedschappen voor het monteren
van lichtschakelaars en contactdozen
herkennen en het veilig gebruik
toelichten.
Soorten gereedschappen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Overzichtstabellen ter beschikking stellen.
LEEPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
98
Het doel van een controlelamp in een
schakelaar verwoorden.
Controlelampjes in schakelaars
99
Stroombaan-,
leidingen
bedradingsschema
tekenen
bij
lichtschakelingen met controlelampjes.
Lichtschakelingen met controlelampen
in de schakelaars
100
Het doel van een
verwoorden.
Oriëntatielampjes in de schakelaars
101
De beperking in het aantal verlichte
schakelaars toelichten.
Beperkingen
102
Stroombaan-,
bedradingschema
lichtschakelingen
oriëntatielampjes.
Lichtschakelingen
met
oriëntatielampjes in de schakelaars
103
Doel en toepassingsgebied van een
signaallamp op een verdeelbord
toelichten.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
oriëntatielamp
leidingtekenen
en
bij
met
100
Signalisatie op een verdeelbord
Elektrotechnieken
2de graad TSO
104
Soorten
elektrisch
gestuurde
schakelaars opsommen en hun
toepassingsgebied verklaren.
Monostabiel, impuls en tijdrelais
Multifunctioneel tijdrelais
105
Het
doel,
toepassingsgebied,
samenstelling en werking verklaren
van gestuurde schakelaars.
Relais - hulpcontact
Contactor - groot vermogen
Impulsrelais
Trappenhuisautomaat
Voorkeurrelais
Voorrangrelais
Schakelklok
Thermostaat
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Gebruik catalogi van verschillende merken om aan te tonen hoe de lampjes kunnen
verwerkt worden in de schakelaars. Bij sommige merken worden schakelaars geleverd
met een extra aansluitklem ingeval een controlelamp moet geschakeld worden.
Deze schakelingen vormen een toepassing op de serie- en parallelschakeling, er kan goed
aangetoond worden waarom de lampjes een zeer grote weerstand moeten hebben.
Bij het tekenen van schema's worden verschillende lichtschakelingen in één opgave
verwerkt. Bij de elektrisch gestuurde schakelaars kunnen defecte relais gedemonteerd
worden om het onderscheid tussen de soorten te zien en de werking te verklaren.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
106
De technische gegevens van een relais
opzoeken en interpreteren.
Technische gegevens van een relais
Spoelgegevens - contactgegevens
107
Het
stroombaanschema
en
aansluitlijst
opstellen
van
relaisschakeling.
Opbouw van een schakeling met relais
Codering en klemnummering bij
relaisschakelingen
108
Het aansluitschema tekenen en de
draadlijst opstellen van een relaisschakeling. (U)
Een relaisschakeling
109
De keuze van draaddoorsneden en
beveiliging verantwoorden bij een
relaisschakeling.
Draaddoorsneden bij relaisschakelingen
110
Verantwoord kiezen van draadkleuren
en klemmen (kabelschoenen, draadpinnen) bij schakelingen met relais.
Draadkleuren en klemmen
111
Stroombaan-,
leidingbedradingschema bij impulstrappenhuisschakelingen tekenen.
en
en
Impulsrelais en trappenhuisautomaat
Netspanning - veiligheidsspanning
Signalisatie in de drukknoppen
Vochtige
omgeving
centrale
bediening
101
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
de
een
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
4.4
Voor het opzoeken van technische gegevens opnieuw gebruik maken van catalogi van
verschillende fabrikanten. Goed onderscheid maken tussen de spoel- en contactgegevens.
Bij het tekenen van stroombaanschema's van relaisschakelingen zeer duidelijk de stuuren vermogenkring van elkaar onderscheiden. De schakelingen laten uitvoeren in de
praktijk op stuurspanning 24V, zeer interessant is het foutzoeken met voltmeter.
Er worden enkel schakelingen gemaakt met lampen of kleine éénfasige motoren.
(bijvoorbeeld: startstop met stop voorrang, bediening van op twee plaatsen, bediening van
twee relais met vergrendeling, volgordeschakeling, kwisschakeling ...).
Er kunnen ook combinaties gemaakt worden met schakelklok (bv. met mogelijkheid tot
manuele bediening), schemerschakelaar (idem), voorkeurrelais, voorrangrelais ...
Aandacht hebben voor de schakellogica, EN-functie, OF-functie, om vanuit een gesteld
probleem tot een oplossing te komen.
Bij de impulsschakelingen het voordeel ten opzichte van de klassieke lichtschakelingen
toelichten. Besteed opnieuw de nodige aandacht aan de eventuele beperkingen in het
aantal verlichte drukknoppen en de manier waarop dit probleem kan opgelost worden.
De impulsschakelingen worden in combinatie
met klassieke lichtschakelingen
uitgevoerd.
Uitvoeringstechnieken, gereedschappen en materialen voor de montage van
goot- en draagsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
112
De soorten kabelgoten onderscheiden.
Handelsmaten, materiaalsoort ...
113
De werkmethode om kabelgoten te
bewerken en te plaatsen toelichten.
Aftekenen,
afkorten
bevestigen ...
114
Het kleinmateriaal om kabelgoten te
plaatsen herkennen en toelichten.
Keilbouten,
pluggen,
schroeven,
bouten, eindstukken, hoekstukken,
beugels
115
Voorschriften van het AREI toelichten
in verband met montage van
kabelgoten.
Aantal kabels, soort kabels, energie en
telecommunicatieleiding
116
Plintmontage toelichten bij plaatsing
van stopcontacten.
Plintmontage
'haaksheid',
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Werken met overzichtstabellen waaruit de leerlingen de juiste keuzes kunnen maken.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
102
Elektrotechnieken
2de graad TSO
4.5
Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen kiezen voor het
plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
117
De opbouw van een nokkenschakelaar
toelichten.
Een schakeltabel opvolgen.
Eénfasig
Samenstelling
Schakeltabel
Gebruik
118
Verschillende vermogens uit serie- en
parallelschakelingen met weerstanden
bepalen.
Warmteregimes
119
Rechtstreekse
en
onrechtstreekse
verwarming onderscheiden.
Rechtstreeks
Onrechtstreeks
120
Stroomkringschema's lezen en de
werking verklaren van eenvoudige
toestellen met verwarmingselementen.
Waterdrukof
hogedrukvoorraadtoestellen
Druklozeof
lagedrukvoorraadtoestellen
Lagedrukaftap of leeglooptoestellen
Doorstroomtoestellen
121
Plaatsingstechnieken
gebruik makend van
gereedschappen.
Plaatsingstechnieken
122
Materiaalkennis van de onderdelen
eigen maken.
Materialen
Overzichtlijsten
123
Voorschriften inzake brandveiligheid
toelichten.
Brandveiligheid - AREI
124
De werking
verklaren.
125
De samenstelling en de werking
bespreken van enkele elektrische
toestellen met een vaste standplaats.
Thermostaat:
- mechanische
- elektronische
- programmeerbare
- opbouw en modulaire inbouw
Elektrisch vuur met oven
Wasmachine
Droogkast
Afwasmachine ...
126
De samenstelling en de werking
bespreken van enkele elektrische
toestellen met een losse standplaats.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
van
een
doornemen
de gepaste
thermostaat
103
Kookplaat
Strijkijzer
Wafelijzer
Broodrooster
Waterverwarmer ...
Elektrotechnieken
2de graad TSO
127
De
beveiliging
temperatuurregeling
verklaren.
en
herkennen
de
en
Temperatuurregeling
Beveiliging
128
De
soepele
snoeren
en
aansluittechnieken
bespreken
om
toestellen aan te sluiten met een losse
standplaats.
Soepele snoeren
Bevestiging elektrisch - mechanisch
Trekontlasting
129
De kabels en aansluittechnieken
bespreken om toestellen aan te sluiten
met een vaste standplaats.
Kabels
Bevestiging elektrisch - mechanisch
Trekontlasting
130
Technieken ontwikkelen om fouten op
te sporen in elektrische toestellen.
Fouten opsporen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Kennis maken met de juiste en nieuwste gereedschappen.
Veilige werkmethodes aanhalen.
Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbinding, beschadiging kern, ...
Multimedia raadplegen.
Overzichtslijsten rond soepele snoeren en kabels.
4.6
Uitvoeringstechnieken en materialen voor het plaatsen en aansluiten van
materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte uitvoering
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
131
De
soorten
onderscheiden.
Spatwaterdicht, niet-spatwaterdicht
132
Materiaal voor niet-spatwaterdichte uitvoering toelichten.
Klassieke uitvoering met montageplaat,
uitvoering met opbouwplint
133
Materiaal
voor
spatwaterdichte
uitvoering herkennen en toelichten.
Aftakdozen, buisingangen, geschroefde
ingang,
wartelingang
(Pg),
verbindingsklemmen,
verhoogde
beugels, railbevestiging van beugels,
tullen, schroeven, pluggen, ...
Overzichtstabellen
134
De werkmethode voor het plaatsen van
een spatwaterdichte opbouw installatie
toelichten.
Aftekenen,
bevestigingspunten,
aftakdozen, ...
135
Het
gereedschap
om
een
spatwaterdichte installatie uit te voeren
herkennen en toelichten.
Smetkoord,
waterpas,
schroevendraaiers, ...
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
opbouwinstallaties
104
bepalen
plaatsen
boren,
Elektrotechnieken
2de graad TSO
4.7
Aansluittechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen en
aansluiten van verlichtingstoestellen en signaalgevers
4.7.1
Verlichtingstoestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
136
Begrippen
rond
verwoorden. (U)
LEERINHOUDEN
verlichting
Lichtstroom,
lichtrendement,
luminatie
lichtsterkte,
verlichtingssterkte,
Kleurtemperatuur, kleurweergave,
kleurnummer.
137
De noodzaak en voorwaarden van een
goede verlichting toelichten.
Noodzaak
Voorwaarden
138
De verschillende verlichtingssystemen
opsommen en hun toepassingsgebied
verklaren.
Direct - indirect - diffuus
139
De verschillende verlichtingssystemen
opsommen en hun toepassingen
toelichten.
Binnen - buiten
Opbouw - inbouw
140
De voorschriften van het AREI
toelichten, rekening houdende met de
beschermingsgraad
voor
de
verschillende lokalen.
Beschermingsgraad
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Maak gebruik van catalogi, laat de leerlingen hierin varianten opzoeken.
De voorschriften laten opzoeken in het AREI.
Rekening houden met de plaatselijke voorschriften bij de plaatsing van buitenarmaturen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
141
Afhankelijk van de situatie een gepaste
verlichting kiezen.
Verlichting in een woning
142
De werking en de samenstelling van
een gloeilamp weergeven.
Lampvermogen
Brandstand
Uitvoeringsvormen
143
Doel en gebruik van de verschillende
lampvoeten toelichten.
Lampvoeten - overzichtstabel
144
De lamphouders opzoeken en hun
eigenschappen toelichten.
Lamphouders - overzichtstabel
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
105
Elektrotechnieken
2de graad TSO
145
Een
veilige
plaatsingstechniek
opstellen om een lamparmatuur te
installeren of te vervangen.
Vervangen van een lamp
Noodverlichting
Ontvlambare stoffen
Vochtige lokalen
Bevestigingen
Montagetechnieken
146
De samenstelling en de werking van
een fluorescentielamp verklaren.
Fluorescentielamp materialen en werking
147
Het doel van het voorschakelapparaat
toelichten.
Voorschakelapparaat
samenstelling,
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Handelsmaten, vormen en technische gegevens van lampvoeten opzoeken in catalogi en
zelf een overzichtstabel laten opstellen.
145 Didactisch bord met enkelvoudige TL-schakeling gebruiken:
 aansluiten op spanning,
 schakelen,
 metingen doen op de starter en de lamp om de werking te verklaren,
 voorschakelapparaten tonen en laten uitmeten,
 op verschillende voorschakelapparaten de verschillen aantonen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
148
De uitvoering met en zonder starter
onderscheiden en toelichten.
Met starter
Zonder starter
149
Stroombaanschema's tekenen en de
werking verklaren bij schakelingen met
TL-lampen.
Duoschakeling- stroboscopisch effect
Tandemschakeling
Handelsvormen
Technische gegevens
150
De handelsvormen en technische
gegevens opzoeken van TL-lampen.
Overzichtstabel
151
Speciale uitvoeringen van TL-lampen
herkennen.
Inwendige reflectie
Cirkelvormig
Speciale effecten
152
De werking en de bouw van een
spaarlamp toelichten.
De spaarlamp
153
De samenstelling, werking en de
toepassingen van halogeenverlichting
verklaren.
Samenstelling
Werking
Toepassingsgebied
Gevaar
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
106
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Lampvoeten
154
De
vergelijking
gloeilamp
halogeenlamp toelichten.
-
155
Het onderscheid tussen halogeenverlichting op lage spanning en op 230 V
toelichten.
Levensduur
Lichtopbrengst
Bedrijfstemperatuur
Lage spanning versus 230 V.
Voordelen
Toepassingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De principiële werking van de verschillende onderdelen uitleggen: gloeilamp, TL-lamp,
starter, voorschakelapparaat, de trafo's bij de halogeenverlichting, ...
148 Zelf metingen uitvoeren om de begrippen te verduidelijken.
Schema's van installateurs ter beschikking stellen bij halogeenverlichting.
Veelvuldig gebruik maken van catalogi, vooral kieskeurig zijn met de keuze hiervan, er
zijn firma's die catalogi bezitten met aansluitschema's en de technische gegevens van de
materialen en componenten.
Overzichtstabellen aangaande verschillende verlichtingsmogelijkheden en lampvoeten.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
156
De verschillende handelsvormen van
halogeenlampen herkennen en hun
toepassingsgebied omschrijven.
Handelsvormen
Toepassingsgebied
Overzichtstabel
157
De veiligheidsmaatregelen verwoorden
bij
het
installeren
van
halogeenverlichting.
Inwendige overdruk
Grote stralingswarmte
Aanrakingen
Opwarmen van de toevoerleidingen
Nadeel bij het dimmen
158
De gebruikte trafo's onderscheiden en
een juiste keuze maken.
Veiligheidstrafo
Beschermingstrafo
Elektronische trafo
159
De soorten schakelingen met halogeen
schetsen en verklaren.
Lijnschakeling
De ster- of T-schakeling
De ringschakeling
160
Het doel en principe van lichtdimming
verklaren.
Dimmer met stuursignaal via lage
veiligheidsspanning of draadloos
161
Het
dimmen
van
gloeilampen
omschrijven en een stroombaanschema
lezen.
Dimmen van gloeilampen
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
107
Elektrotechnieken
2de graad TSO
162
Het dimmen van halogeen op zeer lage
spanning
omschrijven
en
een
stroombaanschema lezen.
Dimmen
spanning
van
halogeen
163
Het
dimmen
van
TL-lampen
omschrijven en een stroombaanschema
lezen.
Dimmen van TL-lampen
164
De soorten dimmers opsommen en hun
toepassingsgebied afbakenen.
Drukknopdimmer
Draaiknop of potentiometer
Moduuldimmer
met
of
geheugen
165
Het principe van draadloze lichtsturing
toelichten. (U)
Draadloze lichtsturing
166
Principe van lichtsturing door middel
van een sensor toelichten en een
stroombaanschema lezen.
Sensor
167
Het begrip noodverlichting en het
toepassingsgebied omschrijven.
Noodverlichting
op
lage
zonder
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Schema's ter beschikking stellen vanuit catalogi.
4.7.2
Signaalgevers
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
168
De constructie en de werking van een
bel toelichten.
Universele bel, wisselstroombel, gong,
zoemer
169
Stroombaan-,
leidingbedradingschema's tekenen.
en
Schakelingen met bellen, keuze van bel
of zoemer, keuze van drukknop,
eenvoudige deurmelder
170
Uitvoeringstechnieken
voor
plaatsen
en
aansluiten
contactdozen voor telefonie.
het
van
Soorten contactdozen voor telefonie,
telefoniekabel
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Alhoewel het elektromagnetisme nog niet behandeld werd in de les elektriciteit en labo,
kan hier reeds de principiële werking van de verschillende toestellen worden gegeven
(een spoel wordt een elektromagneet als er een stroom doorvloeit)
Bij de belschakelingen worden best verschillende tekenopgaven voorzien, vertrekkende
vanuit reële situaties in perspectieftekeningen. Hier vooral belang hechten aan het
schakeltechnisch denken.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
108
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
-
Ook hier weer de verschillende onderdelen van een belschakeling in catalogi laten
opzoeken, ook verwijzen naar de overzichtslijsten over draad en kabel, isolatiestoffen,
non-ferrometalen.
Het materiaal voor telefonie, tv en stereodoeleinden laten opzoeken in catalogi, wijzen op
het belang van wachtbuizen in een huisinstallatie in sterverdeling.
Bij lage spanning, rekening houden met de draadlengte.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
171
De
installatietechnieken
om
contactdozen
om
tven
kabeldistributie te plaatsen en aan te
sluiten bespreken
Soorten contactdozen voor kabel-tv
Coaxiale kabel
172
De
installatietechnieken
en
contactdozen om luidsprekers te
plaatsen en aan te sluiten bespreken.
Soorten contactdozen voor luidsprekers
Parallelsnoer
173
Schema's van een parlofooninstallatie
en video lezen en een aansluitmethode
opstellen.
Deurtelefoon voor ééngezinswoningen
en appartementsgebouw
Richtlijnen voor het installeren
174
De functie van een microfoon, telefoon
en luidspreker omschrijven en de
werking verklaren.
Omzetting geluidstrilling in elektrische
trilling en omgekeerd
Soorten microfoons en eigenschappen
Soorten telefoons en luidsprekers
175
De functie van een elektrisch deurslot
omschrijven en de werking verklaren.
Deurslot
176
Doel en toepassingsgebied van een
deurmelder verantwoorden.
Deurmelder
177
Aan
de
hand
van
een
stroombaanschema de werking van een
deurmelder
verklaren
en
het
bedradingschema afleiden.
178
Doel
en
toepassingsgebied
verantwoorden van een videofoon. (U)
Videfoon
179
Aan
de
hand
van
een
stroombaanschema de (principiële)
werking van een telefoon verklaren en
het bedradingschema afleiden. (U)
Telefoon
180
Aan
de
hand
van
een
stroombaanschema
de
werking
verklaren van rook- en brandmelders.
(U)
Rookmelders
Brandmelders
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
109
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
-
5
De contactdozen voor communicatiedoeleinden laten opzoeken in catalogi, ook aandacht
besteden aan nieuwe evoluties (computernetwerken in UTP-kabel of Coax kabel, telenet
...).
Ook hier weer het belang van wachtbuizen in een installatie aantonen ...
Bij de aansluiting van luidsprekers moet aandacht gegeven worden aan de polariteit
ervan.
Een klassieke parlofooninstallatie laten uitvoeren (praktijk) in telefoniekabel, de nadruk
leggen op het maken van verbindingen, draaddoorsnede voor deurslot, afstand van
energieleidingen ... eventueel schema's van verschillende fabrikanten bespreken.
Hetzelfde voor de videoaansluiting.
2-draads, 4-draads, appartementen.
Microfoons en luidsprekers vormen een mooi te illusteren toepassing op Lorentzkracht en
genereren van spanning door beweging, hier kan eventueel naar de les elektriciteit en labo
verwezen worden.
De leerlingen documentatie geven (eventueel laten opzoeken) over de nieuwe generaties
parlofoons en videofoons in tweedraadsaansluiting.
AANSLUITTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN BIJ
HET INSTALLEREN VAN COMFORTSCHAKELINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
181
Inzicht verwerven bij de plaatsing en
het onderhoud van programmeerbare
schakelmodules.
Domotica - woningintelligentie
Programmeerbare schakelmodule
182
Kennis maken met verschillende
programmeerbare schakelmodules.
Verschillende
schakelmodules
183
Het doel en toepassingsgebied
toelichten van een domoticasysteem.
Nut van domotica
Energiebeheer - comfort - veiligheid communicatie - technisch beheer
184
De voor- en nadelen van een
domoticasysteem
aantonen
ten
opzichte van een klassiek systeem.
Voor- en nadelen
185
Een situatieschema van een nieuwe
installatie modulair omvormen.
Nieuwbouw
186
Een situatieschema van een bestaande
installatie modulair omvormen.
Renovatie
187
Een keuze maken tussen 2- of 4aderige busbekabeling. (U)
Bekabeling
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
110
programmerbare
Elektrotechnieken
2de graad TSO
188
Een programmatietechniek van een
programmeerbare
schakelmodule
toepassen.
Programmatietechniek
189
De componenten selecteren en een
bestellijst opstellen.
Componenten - bestellijst
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Een keuze maken uit enkele systemen, ze met de leerlingen bespreken en er enkele
toepassingen
in een huisinstallatie mee doorvoeren.
De omvormingen klassikaal doorvoeren , onder leiding van de leerkracht, we geven hier
een aanzet naar domotica, de uitwerking komt in de 3de graad.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
190
Het belang van een programmeerbare
logische module toelichten.
Programmeerbare logische module
191
De voor- en nadelen van een bedrade
oplossing ten opzichte van een
programmeerbare oplossing nagaan.
Voor- en nadelen
192
Het systeemconcept toelichten aan de
hand van de typische eigenschappen.
Ingangen,
uitgangen
schakelprogramma
193
De waarheidstabel opstellen in functie
van de programmeerbare module.
Logische blokken: AND, OR, NOT,
NAND, NOR, EXOR
194
De typische eigenschappen van elk
logisch blok opnoemen.
Eigenschappen
195
De typische eigenschappen van elk
functieblok opnoemen
Functieblokken: delay, impuls, setreset, klok ...
en
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Programmeerbare modules voor huishoudelijke en tertiaire toepassingen worden onder
andere op de markt gebracht door Mitsubishi (alpha); Siemens (logo), Moeller (easy) en
zullen ongetwijfeld hun plaats in een huisinstallatie innemen.
Als documentatie kan heel wat informatie op internet worden teruggevonden:
www.meau.com/alphaplc/software/visual_logic.htm (Mitsubishi)
www.ad.siemens.de/logo//html_76/basic_pure.htm (Siemens)
http://easy.moeller.net/easy/englisch/indes.html (Moeller)
In de tekenles kunnen verschillende opdrachten worden uitgewerkt: vanuit een gesteld
probleem de logische formule opstellen, een schema tekenen en laten uitvoeren via de
simulatiesoftware. De schakelaar zelf kan dan geprogrammeerd worden vanuit de
meegeleverde software of eventueel via de bedieningsknoppen op het toestel. Bij het
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
111
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
werken met functieblokken enkel de reeds gekende behandelen, tekenen en laten
programmeren.
Als praktische toepassingen kunnen gecombineerde opgaven met trappenhuisautomaat en
impulsschakelaar worden uitgevoerd. Een programmeerbare module kan eventueel
opgenomen worden in een zekeringkast en toegepast worden in een volledige
huisinstallatie.
Andere voorbeelden zijn comfortschakeling voor verlichting, automatische sturing ,
zonnewering, sturing rolluiken apart en gecentraliseerd, verschillende lichtfuncties in een
woning met centrale bediening, automatische sturing regenwaterpomp/ventiel
leidingwater ...
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
196
Bij
lichtschakelingen
met
bewegingsmelders de uitvoeringen en
toepassingen toelichten.
Bewegingsmelders
Principewerking
Buiten de woning
Binnen de woning
197
Aansluitschema's met verschillende
bewegingsdetectoren
(2
en
3
aansluitpunten) tekenen en verklaren.
Detector in combinatie met een
schakelaar voor handbediening
In combinatie met een serieschakelaar
als keuzeschakelaar
Aansluitschema met 2 detectoren (U)
198
Het principe van draadloze bediening
toelichten. (U)
Principe draadloze bediening
199
Het principe van radiofrequentie en
infrarood toelichten. (U)
Principe radiofrequentie - infrarood
200
De begrippen zender en ontvanger
verklaren. (U)
Zender - ontvanger
201
Opstellingsmogelijkheden en aansluitschema's uitleggen. (U)
Van bestaande schema's en opstellingen
202
Het
begrip
toelichten.
Beveiligen van een woning
203
Het principe verklaren van sensoren die
warmte en/of beweging detecteren.
woningbeveiliging
Warmte - beweging
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Schema's van verschillende fabrikanten gebruiken.
De nodige catalogi, boeken, diskette of cd ter beschikking stellen en de leerlingen
begeleiden in hun keuze.
De leerlingen op een efficiënte wijze de materialen en gegevens leren opzoeken en
vergelijken.
Didactische panelen voorzien.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
112
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6
EEN
VERDEELOF
SCHAKELKAST
OORDEELKUNDIG
SAMENSTELLEN IN FUNCTIE VAN EEN INSTALLATIE
6.1
De verdeel- of schakelkast
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
204
Een overzicht geven van de diverse
soorten verdeelkasten.
Kasten voor huishoudelijk gebruik
205
De verschillende onderdelen van een
verdeelkast herkennen en de kast op
schaal tekenen
Onderdelen van een verdeelkast
206
Weten hoe een kast dient geplaatst te
worden rekening houdend met het
AREI, ARAB en de eisen van de
plaatselijke stroomleverancier.
Plaatsing van een kast
207
De kenmerken opzoeken en relateren
naar de keuze van de te gebruiken kast.
De gegevens van het lastenboek
De IP-klasse
De plaatsingswijze
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een overzicht geven van de diverse soorten verdeelkasten: de leerlingen een beperkt aantal
modellen ter keuze voorleggen.
De verschillende onderdelen van een verdeelkast herkennen en kiezen:
-
-
Ploftekening gebruiken.
Bij de maatschappijen zijn plaatsingsmallen op papier te krijgen waarop alle aansluitingen
staan. Deze gebruiken om de juiste plaatsing toe te lichten. Een verkleind exemplaar in
de cursus is geen overbodige luxe voor later.
Bij de schaaltekening van een kast enkel gebruik maken van de schalen die in de techniek
gebruikelijk zijn.
De kenmerken kunnen opzoeken en relateren naar de keuze van de te gebruiken kast:
-
Elke fabrikant heeft in zijn technische gegevens een overzicht van de IP-normalisatie. Dit
is een prima basis om deze leerstof aan te brengen.
Het kiezen van de juiste bevestigingsmiddelen is een item op een andere plaats in dit
leerplan. Denk eraan, herhalen kan nooit kwaad.
De bijkomende eisen van de maatschappij zouden kunnen zijn dat er een zekere overschot
op de invoerkabel moet zijn, of dat die bij hen dient gekocht te worden, dat zij enkel de
sleuf mogen graven. Dit punt is facultatief naargelang de plaatselijke situatie.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
113
Elektrotechnieken
2de graad TSO
208
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het aantal benodigde modules bepalen
en de kast indelen.
Kringen - modules
De kastgrootte
De kastlay-out tekenen
Bedradingsschema
Nummeren en labelen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het aantal benodigde modules bepalen en de kast indelen:
Dit deel van de leerstof kan men het best aanbrengen door de voorbeeldoefening waarrond dit
jaar wordt gewerkt te gebruiken als basis. Een extra voorbeeld kan verduidelijkend werken.
De keuringsorganismen verstrekken didactische platen met daarop de benodigde markeringen
en veiligheidsvoorschriften.
6.2
De smeltveiligheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
209
Begrippen rond smeltveiligheden
verklaren en toelichten.
De EN-normen
De begrippen: nominale stroom,
gebruiksspanning en uitschakeltijd
De basissamenstelling
210
Het doel van een smeltveiligheid
verklaren.
De relatie nominale stroom en de
uitgaande aansluitsectie
211
Het doel
toelichten.
Kalibreerelementen
van
kalibreerelementen
212
De
soorten
onderscheiden.
smeltveiligheden
213
Uitschakelkarakteristieken toelichten.
Snelle en trage zekeringen
Pen-pen, pen-bus, glaszekeringen, mes
en schroefveiligheden
Uitschakelkarakteristieken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De basisbegrippen aangaande smeltveiligheden verklaren en toelichten:
-
De leerlingen dienen de norm niet van buiten te kennen maar moeten hem wel kunnen
interpreteren.
Een uittreksel van een cataloog gebruiken als basis om de begrippen aan te brengen.
Vertrekkende van doorsnedentekening de samenstelling en het doel van elk onderdeel
verklaren.
Aandacht besteden aan het eventueel herstellen van smeltveiligheden.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
114
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
Inhoud van een zekering tonen aan de hand van doorsnedentekening en een opengewerkte
meszekering. Volgende onderdelen zeker behandelen: houder, zand, smeltdraad,
aansluitingen, codering en een vervangset voor industriemodellen.
Het doel van een smeltveiligheid verklaren:
-
Aan de hand van een tabel uit een catalogi het verband tussen stroom en sectie
verduidelijken.
Het verband stroom en kalibreerelement verduidelijken aan de hand van een kleurtabel
(catalogi).
Geen oefeningen maken op verschil tussen snelle en trage zekeringen. Enkel het verschil
verduidelijken.
De soorten verduidelijken aan de hand van een groep modellen uit diverse catalogi en
echte voorbeelden.
Van een bepaalde smeltveiligheid enkel kunnen aflezen hoe snel hij bij een bepaalde
stroom gaat uitvallen.
De samenstelling, afmetingen en modellen van glaszekeringen zeker behandelen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
214
De
smeltveiligheden
opzoeken,
benoemen en tekenen rekening
houdend met de gestelde eisen.
Soorten smeltveiligheden
Symbolen en codering
Meerpoligheid
Bestellijst
215
De
samenstelling
van
een
zekeringhouder schetsen en toelichten.
Diverse modellen
De onuitwisselbaarheid
Kleurcode van kalibreerelementen
Kleurtabel
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De smeltveiligheden tekenen, benoemen en opzoeken rekening houdend met de gestelde
eisen.
-
-
Een beperkt cataloogaandeel bezorgen aan de leerling en die daaruit onder begeleiding
leren en laten kiezen.
De juiste symbolen zijn te vinden in het AREI. (enkel ter informatie ook de niet Europese
symboliek tonen).
Duidelijk het verband tussen de één- en de veellijnsymboliek verklaren.
Een cataloog van een doorsnee ‘doe het zelf-zaak’ is een voldoende basis voor dit werk.
Prijslijsten van de fabrikanten kunnen verhelderend zijn om het verschil in prijs te
verduidelijken.
Bij het samenstellen van de bestellijst rekening houden dat veiligheden, de voeten, de
versleutelingen en de genaakbaarheidsplaten één geheel vormen.
De samenstelling van een zekeringhouder schetsen en toelichten:
-
Een overzicht uit een cataloog is een voldoende basis.
De verschillende vergrendelingsystemen laten zien en de plaatsing verduidelijken.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
115
Elektrotechnieken
2de graad TSO
-
6.3
Het gepaste gereedschap tonen, en het gebruik toelichten, waarmee deze uitwisseling
dient te geschieden.
Het gebruik van een handvat bij de verwisseling van mesveiligheden uitleggen en
demonstreren.
De automaten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
216
De
basisbegrippen
automaten verklaren.
aangaande
Begrippen: uitschakelcurve, onderbrekingsvermogen, afschakelvermogen
Norm NBN
217
Het
doel
omschrijven.
automaten
Pen, schroef, en installatieautomaat
Samenstelling - werking
218
De juiste automaat kiezen.
In functie van de aangesloten sectie en
dit volgens het AREI
219
Een automaat tekenen en benoemen.
Soorten,
symbolen,
meerpoligheid, bestellijst.
van
de
codering
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
6.4
Transparanten gebruiken om de samenstelling te verduidelijken. Diverse fabrikanten
kunnen deze leveren in kleur en beschikken ook over een inkijkautomaat. Een defect
exemplaar dat opengewerkt is kan ook verrijkend werken.
De leerlingen dienen te weten dat het bimetaal dient om overbelasting te detecteren
(traag) en de elektromagneet dient om een kortsluiting te detecteren (snel).
Aandacht besteden aan het doel en het nut van de vonkenkamer.
De BCD-uitschakelkarakteristieken behandelen en toepassen (behoren meestal bij
bovenstaande transparantenreeks). Een zwart-wit exemplaar voor de leerlingen als hulp
bij het oplossen van toepassingen is aangewezen.
De verliesstroomschakelaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
220
De functie van een verliesstroomschakelaar toelichten.
De plaats van een verliesstroomschakelaar
221
De verliesstroomschakelaar kiezen.
De verliesstroomschakelaar kiezen in
functie van de nominale stroom
Symboliek conform het AREI
Aanluitingswijze
De testknop
222
Aantal verliesstroomschakelaars in een
installatie bepalen aan de hand van de
waarde van de spreidingsweerstand.
Aantal verliesstroomschakelaars
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
116
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een verliesstroomschakelaar verklaren:
-
De werking komt in het tweede leerjaar aan bod en dient dus niet behandeld te worden in
het eerste leerjaar.
De verliesstroomschakelaar behandelen in het eerste leerjaar als een zwarte doos waar
enkel de nominale stroom belang heeft.
De symboliek dient gekregen te worden zonder toelichting qua opbouw.
Onderscheid maken tussen verschillende gevoeligheden.
Periodiek gebruik van de testknop toelichten, duiden op gevaren. Toestellen met
uurwerken en vluchtige geheugens zoals uurwerken, keukenapparatuur en
verwarmingssystemen verliezen hun instellingen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
223
Het werkingsprincipe van een verliesstroomschakelaar toelichten.
Inwendige opbouw
Transformatorprincipe
De gevoeligheid
224
Soorten
en
types
verliesstroomschakelaars opzoeken in
catalogi en de verschillen aantonen.
Soorten en type
Prijsevaluatie
225
Een
verliesstroomschakelaar
aanbrengen op schema's en dit volgens
de geldende normen.
Symbool
Normen
226
Het
verschil
tussen
verliestroomschakelaar
en
verliesstroomautomaat aantonen.
Verschil
Enkele samenstellingen
een
een
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
6.5
Prijzen bij verschillende firma's opvragen hetzij via catalogi of met multimedia.
Twee versies maken, één met een gewone en één met een automaat, beiden met dezelfde
eisen en daarvan een materiaal- en prijsvergelijking maken.
De overspanningbeveiliger
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
227
Het begrip overspanningbeveiliging
definiëren.
Overspanningbeveiliging
Overspanning = inwendige storing
228
Aandacht besteden aan de keuze van
een
verliesstroomschakelaar
bij
gebruik
van
een
overspanningbeveiliger. (U)
Aandacht
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
117
Elektrotechnieken
2de graad TSO
229
De
juiste
overspanningbeveiliger
kiezen in functie van de installatie.
Keuze
Meerpoligheid
Prijsbewust
230
In schema’s
gebruiken.
Symbool
het
juiste
symbool
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
6.6
Verklaren wat de gevolgen zouden kunnen zijn als de N van een systeem 3F+N wegvalt,
dit in het kader van een overspanningbeveiliging.
Het symbool van een overspanningbeveiliging geven en verklaren waarom het er zo
uitziet.
Aandacht besteden aan de verschillende niveaus van overstroombeveiliging, dit om een
zekere vorm van selectiviteit te kunnen bewerkstelligen.
De tijdelijke aansluiting
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
231
Het doel van een tijdelijke aansluiting
uitleggen.
Doel
Aanvraagformulier
Voorschriften
232
Een werfkast herkennen en uittekenen.
Diverse bouwvormen
De onderdelen
Uittekenen
Symbolen en het AREI
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een tijdelijke aansluiting verklaren:
-
Samen met de leerlingen de elektriciteitsleveranciers uit hun doelgebied opzoeken met
gebruikmaking van telefoonboek of multimedia.
Een aanvraagformulier voor een denkbeeldige werf samen met de leerlingen invullen.
Het AREI somt al de eisen op waaraan een werfaansluiting dient te voldoen.
Aan de hand van het bouwplan en de ligging van de voedingleiding de beste keuze
bepalen rekening houdend met het gemak op de werf en de plaatsing van de definitieve
kast. De werf- en de definitieve kabel kunnen mogelijkerwijze dezelfde zijn.
Een werfkast herkennen en uittekenen:
-
Een greep uit de catalogen van diverse producenten kan dienen als basis.
Markt- en kermiskasten kunnen ook als voorbeeld dienen. Dergelijke kasten kunnen soms
in bruikleen worden bekomen bij de gemeente- of stadsbesturen.
Indien nodig de speciale stopcontacten voor dergelijke kasten behandelen.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
118
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6.7
De energiekabels
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
233
Soorten aansluitkabels
functie van de installatie.
kiezen
in
Onder- en bovengrondse installaties
EXVB - EVVB
De kabellengte
De geleiderdoorsnede
234
Benodigdheden voor ondergrondse
aansluitingen opsommen.
Materialen - gereedschappen - verBindingsmethoden.
235
Benodigdheden voor bovengrondse
aansluiting opsommen.
Materialen en gereedschappen - verbindingsmethoden
236
De verschillende voedingsspanningen
bij een huisaansluiting opsommen.
Spanningen afhankelijk van de regio
Veiligheidsinstructies bij gebruik
237
Soorten tarieven herkennen.
NT/TUT/DUT/UNT/ECO
Sociaal tarief
238
De normen en regels van de
plaatselijke stroomleverancier kennen.
Normen
Regels
239
De aansluitmodaliteiten van
huisaansluiting verwoorden.
Scheider - aansluitmode - meetmodule ontvangtoestel
stuurkring
verbindingskabel - kleurenvolgorde bij
de scheider - aftakkabel - aansluitbocht
- aansluitplaat - meterkast
een
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Rekening houden met de eisen en de verlangens van de plaatselijke energieverdeler. Deze
kunnen sterk variëren van regio tot regio.
Documentatie opvragen bij de stroomleverende maatschappij.
De verschillen in netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren.
De soorten aansluitkabels en hun hulpstukken bespreken vanuit een overzichtslijst.
Voldoende didactisch materiaal aanbrengen om deze lessen te ondersteunen en
duidelijk te maken.
De tarieven aan de hand van prijs/uren /voordeel/nadeel:
NT Normaal tarief
TUT Tweevoudig urentarief
DUT Dubbel urentarief
UNT Uitsluitend nachttarief
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
119
Elektrotechnieken
2de graad TSO
6.8
De definitieve keuring van een installatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
240
Een procedure opvolgen om de
installatie te controleren op zijn goede
werking.
De aardingsweerstand
Isolatieweerstand
Eventuele fouten opzoeken
Herstellingen uitvoeren
241
Een keuringsaanvraag invullen.
Keuringsaanvraag
242
Opsommen aan welke formaliteiten
dienen voldaan en welke schema's
dienen aanwezig te zijn.
Formaliteiten
Schema's
243
Opsommen welke personen er dienen
aanwezig te zijn bij de keuring.
Aanwezige personen
244
Een procedure volgen wanneer de
keuring negatief is.
Procedure bij negatieve keuring
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een keuringsovereenkomst behandelen en daaruit de verschillende procedures afleiden.
Een keuring bijwonen op een werf.
7
WERKWIJZEN VASTLEGGEN OM FOUTEN OP TE SPOREN IN EEN
INSTALLATIE EN IN EEN TOESTEL
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
245
Een algemene methode om fouten op te
sporen vastleggen.
Opzoekmethoden
246
Door redenering de mogelijke oorzaken
opsommen.
Onderbreking,
doorverbinding,
kortsluiting, aardsluiting
247
Het
gebruik
van
verschillende
testapparaten verantwoorden.
Testlamp,
doormeetapparaat,
multimeter, isolatiemeter
248
Een herstellingsplan opstellen.
Herstellingsplan
249
De herstelling vakkundig uitvoeren.
Herstelling
250
De controle
herstelling.
251
Het
gebruik
regelapparatuur
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
uitvoeren
na
een
van
meettoelichten
en
bij
120
Bezichtiging, meting, in dienst stellen
Meet- en regelapparatuur
Elektrotechnieken
2de graad TSO
comfortschakelingen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
8
Het komt er voornamelijk op aan dat de leerling een algemene werkwijze kan toepassen
om de fouten op te sporen in de lichtschakelingen en de signalisatieschakelingen die
hij/zij maakt.
Benadrukken dat herstellen op een doordachte en op een veilige wijze dient te gebeuren.
De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen:
 door bezichtiging,
 door gebruik te maken van een foutenopsporingsdiagram,
 door waar te nemen en te redeneren.
De controle is een belangrijke schakel naar het afleveren van een goed product.
We beperken ons hier tot het opsporen en herstellen bij de basisschakelingen van licht en
signaal.
Het opsporen van fouten dient uiteraard te gebeuren bij de schakelingen zelf, maar ook
speciale didactische panelen met een aantal schakelingen kunnen hier gebruikt worden.
KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR
ZICHZELF EN DE ANDEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
252
Aandacht besteden aan een veilige en
zuivere werkplek.
Veiligheidsvoorschriften
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Hygiënische voorschriften
253
Het werkplaatsreglement kennen en
naleven.
Werkplaatsreglement
254
De persoonlijke beschermingsmiddelen
en
collectieve
beschermingsmaatregelen kennen en
de richtlijnen terzake naleven.
Aanrakingsgevaar, elektrocutie,
Isolatie, aarding
Te treffen veiligheidsmaatregelen
255
Volgens geldende afspraken afval
sorteren en opslaan.
Afval, sorteren en opslaan
256
De gebods- en verbodstekens in functie
van de uit te voeren werken naleven.
Gebods- en verbodstekens
257
De veiligheidsvoorschriften om veilig
om te gaan met gereedschappen en
machines kennen.
Veiligheidsvoorschriften
258
Kwaliteit nastreven bij de uitvoering
van werkzaamheden om samen met
anderen een goed product af te leveren.
Opgestelde criteria
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
121
Elektrotechnieken
2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Deze leerinhouden aanbrengen in de loop van het schooljaar, telkens wanneer ze aan bod
komen.
Doorheen alle werkzaamheden dient steeds aandacht gegeven aan veiligheid, hygiëne en
milieu.
Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement dient als leidraad genomen en er
voortdurend naar verwezen.
Laat steeds met veel zorg de restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe
bestemde plaats.
Didactische panelen op goed zichtbare en juist gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning.
Kwaliteit dienen we na te streven in elk deelaspect in de uitvoering.
De leerlingen dienen te weten dat de producten die we afleveren door anderen op een
veilige wijze kunnen gebruikt worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
259
Assistentie verlenen bij de keuring.
Keuring van de installatie
260
Het eigen
beoordelen.
261
De kwaliteit van het eigen werk en de
onderneming bevorderen.
Nastreven van kwaliteit
262
Voorkomen van situaties die milieu en
personen schaden.
Milieu
263
De
equipotentiale
verbindingen
volgens de gestelde criteria voorzien.
Equipotentiale verbindingen
Aan te sluiten onderdelen, machines en
constructies
264
De onderdelen van een equipotentiaalinstallatie opsommen.
Onderdelen van een equipotentiale
systeem
265
De
secties
van
verbindingen bepalen.
De secties
Soort van geleider
werk
analyseren
en
equipotentiaal
Zelfevaluatie
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een equipotentiaal verbinding verklaren:
-
Voor de plaatsing een didactische bouwtekening gebruiken.
In het AREI en Codex staan doorsnedentekeningen van fundering en de plaatsing van de
lus.
Didactische tekening van onderdelen gebruiken die te vinden zijn in het AREI.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
122
Elektrotechnieken
2de graad TSO
De onderdelen van een equipotentiaal installatie herkennen en benoemen:
-
-
Aardingspen (rond en kruis), aardingslus ondergronds, bovengrondse aardingsgeleiders,
meetklem,
verzamelrail,
overschuifisolatiemantel
bij
funderingsdoorgang,
buisaansluitingen (lint en beugel) en vloerdoorgang zeker behandelen.
Prijzen verzamelen uit catalogi van doe-het-zelf-zaken.
De secties van equipotentiaalverbindingen opzoeken:
-
Oude en nieuwe benaming van aardingsgeleiders door elkaar gebruiken.
Brugles naar plaatsing geleiders in opbouw, aarding niet samen met andere geleiders in
dezelfde buis of koker trekken.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
266
Op een bouwplan het equipotentiaal
systeem tekenen.
Bouwplan
Symbolen
267
De uitvoeringstechnieken bij de
plaatsing van een equipotentiaal
systeem beheersen.
Uitvoeringstechnieken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het equipotentiaal systeem op tekeningen en schema's tekenen en lezen:
-
Vertrekken van een bestaand bouwplan en de plaatsing en ligging bespreken.
Idem voor situatieschema.
Symbolen geven (om in het vademecum te steken) en toelichten. Betekenis zelf laten
beredeneren en opschrijven.
De juiste uitvoeringstechnieken toepassen bij de plaatsing van een equipotentiaal systeem:
-
-
Overzicht van productiegamma van kabelschoenen gebruiken en het gebruik van een
kabelschoentang demonstreren. Toepassen in de praktijkles.
Buisaansluitingen opzoeken in catalogi en de plaatsing demonstreren. Toepassen in de
praktijkles.
Plaatsing van aardingen aan metaalconstructies door middel van blindklinknagels en
schroefdraadverbindingen. Aandacht schenken aan roest bij slechte plaatsing.
Metalen kabelgoten dienen gelust te worden ook al is er een galvanische verbinding via
de steunen. Zie AREI.
Verschillende markeringen laten zien zoals plakkers met aardingssymbool,
draadnummers, kabellabels en de juiste manier om deze te plaatsen.
De plaatsing van een verzamelrail en de meetklem.
De juiste kabelschoenen kiezen bij geleiders waar de kern uit verschillende draden
bestaat.
De juiste kabelschoentang kiezen om deze schoenen te persen.
RVS-verbindingen kiezen om toe te passen in ondergrondse en vochtige omgevingen.
Deskundig de juiste aansluitingen kiezen om op water-, gas- en CV-buizen aan te sluiten.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
123
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
268
Het doel van beschermingsgeleiders
duiden.
Soorten.
AREI
269
De beschermingsgeleiders aanduiden
en tekenen.
Aanduiden
Symbool
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het verschil tussen equipotentiaal en beschermingsgeleiders aangeven.
Hoe beschermingsgeleiders koppelen aan een aarding. Rail, die voorzien is van
aansluitingen, tonen en toelichten.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
270
Het principe van een aardingsmeting
uitleggen.
Aardingsmeting
271
Het verschil tussen een elektronische,
een manuele en een stopcontacttoestel
duiden en verklaren.
Manueel toestel.
Elektronisch toestel.
Stopcontacttoestel.
272
Uitvoeringstechniek vastleggen om een
aardingsweerstand te meten.
Uitvoeringstechniek.
273
Factoren die de aardingsweerstand
beïnvloeden opsommen.
Factoren
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij diverse fabrikanten van meettoestellen zijn deze beschrijvingen voorhanden. Zeker
één toestel laten zien en de meting uitvoeren tijdens de les elektriciteit-labo of de praktijk.
Hoe en waar de elektroden dienen geplaatst te worden staat meestal in het boekje van het
meetinstrument zelf.
-
9
HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES KIEZEN BIJ
REALISATIES MET METAAL, HOUT EN KUNSTSTOFFEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
274
De
functie
en
werking
hulpmiddelen,
gereedschappen
machines toelichten.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
LEERINHOUDEN
van
en
124
Aftekengereedschappen voor metaal,
hout en kunststoffen: hoogtemaat,
kraspen, centerpons
Klemgereedschappen,
gereedschappen om te vervormen, te
verspanen, te verbinden, af te werken
Elektrotechnieken
2de graad TSO
275
De hulpmiddelen, gereedschappen en
machines met zorg schoonmaken en
opbergen.
Zorg en orde op de werkplek
276
Op een veilige wijze bewerkingen
uitvoeren op metalen, hout en
kunststoffen:
boren
zagen
vijlen
tappen van plaat- en staafmateriaal,
profielen
plooien van plaat- en staafmateriaal,
profielen
Bewerkingen op metaal, hout en
kunststoffen
277
Lijmen
klinken
solderen
puntlassen
kunststoflassen
278
Oppervlakken behandelen en afwerken
Verven, polijsten
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
-
Integreren in praktijk.
Correcte benamingen gebruiken.
Hulpmiddelen en gereedschappen worden bij het begin door de leerkracht gekozen,
naderhand meer en meer door de leerlingen zelf.
Een aantal van deze doelstellingen werden, in beperkte mate, reeds nagestreefd in de
eerste graad.
Zeer veel belang hechten aan veiligheid en orde.
-
10
MEETKUNDIG EN MECHANISCH TEKENEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
279
Elementaire meetkundige constructies
uitvoeren.
Meetkundige constructies
280
Elementaire projecties tekenen.
Projecties
281
Elementaire ontvouwingen tekenen.
Ontvouwingen
282
De regels van de
projectie toelichten.
Isometrische projectie
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
isometrische
125
Elektrotechnieken
2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
283
Aanzichten van een werkstuk tekenen.
Aanzichten
284
Maataanduidingen op een tekening
lezen en verklaren.
Maataanduidingen
285
Het doel
toelichten.
Doorsneden
286
Uit samenstellingen de onderdelen
afleiden.
Samenstellingen
287
Verschillende
herkennen.
Buitendraad, binnendraad, afmetingen
en samenstelling
van
een
doorsnede
schroefdraadvormen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
2
Volgens de geldende normen tekenen.
Integreren in praktijk waar mogelijk.
Waar mogelijk het verband met de wiskunde duiden.
Zoveel mogelijk tekeningen van werkstukken in verband met componenten en apparaten
uit elektrische installaties gebruiken (zie catalogi).
De doelstellingen via schetsen en gebruik van een eenvoudig CAD-pakket nastreven,
waarbij het tekenen en niet de software centraal staat.
EVALUATIE
Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen:
-
de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen
bekend te zijn;
zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen;
evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase;
indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring.
De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend:
-
Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband,
moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het
verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen de
probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de
eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In
andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de
gegevens af te leiden.
-
Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct kunnen
weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste interpretatie
kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk vooropgesteld stramien
te hanteren.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
126
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit verslag, maar dient ook de activiteiten van
de leerlingen tijdens de meetsessies in rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor
zelfstandigheid en nauwkeurigheid, aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid,
bereidheid tot teamwork ...).
-
Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig
duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de
leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden
afgeleid.
-
Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal
vormen kunnen hierbij worden gebruikt:
 Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het
begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof.
 Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks
lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in hun
juiste context kunnen plaatsen.
-
Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere
pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit groter
geheel.
3
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Lokaal
Multimedia pc met internetaansluiting
Projectiesystemen
Catalogi
Prijslijsten
Info nutsbedrijven
Didactische panelen:
- Aarding
-  aardverbindingen
 equipotentiale verbindingen
 aardonerbreker
- TL-schakeling
- Bouwplan
- Soorten lampen
- Soorten lamphouders
Werkplaatsreglement
CD-rom
Veiligheidsvoorschriften
ARAB-AREI
Normbladen
Pictogrammen
Bouwplannen
Tekenprogramma voor pc (CAD)
Tekenbenodigdheden
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
127
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Symboollijsten
- bouwkundig
- elektrisch
Didactische materialen:
- gereedschappen
- installatiematerialen
- hulpstukken
Tabellen
Overzichtslijsten
Huishoudelijke toestellen
Verlichtingstoestellen
Signaalgevers
Programmeerbare schakelmodule
Meetapparatuur
Per leerling
Bouwplan
Lijst symbolen volgens CAD
Lijst bouwkundige symbolen
Tabellen:
- handelsmaten buizen
- draadsectie - veiligheid
- ……
Overzichtslijsten
- installatiematerialen
- hulpstukken
- materialen
- draden en kabels
- snoeren
- veiligheden
- automaten
- verdeelkasten
- …
Veiligheidsfiches
Instructiefiches
Keuringsformulier
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
128
Elektrotechnieken
2de graad TSO
4
BIBLIOGRAFIE
DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer
1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn.
HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn.
COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij
Wolters Plantyn.
NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische
Boeken.
VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij.
VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij
Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier
Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen
Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij CEDSamson
Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN
Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij
Wolters Plantyn
Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO,
Uitgeverij Wolters Plantyn.
Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO,
Uitgeverij Wolters Plantyn.
Installatiemethoden
D/2002/0279/020
129
Elektrotechnieken
2de graad TSO
Download