VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO Brussel - Licap: D/2002/0279/020 - september 2002 ALGEMENE INHOUD LESSENTABEL ................................................................................................................ 5 ALGEMEEN DEEL .......................................................................................................... 7 ELEKTRICITEIT - PRAKTIJK ..................................................................................... 13 ELEKTRICITEIT EN LAB ............................................................................................. 47 INSTALLATIEMETHODEN .......................................................................................... 83 Algemene inhoud D/2002/0279/020 3 Elektrotechnieken 2de graad TSO LESSENTABEL Pedagogische vakbenaming Uur/week Administratieve vakbenaming Basisvorming en fundamenteel gedeelte Totaal Godsdienst Aardrijkskunde Frans Geschiedenis Informatica Lichamelijke opvoeding Nederlands Wiskunde Elektriciteit - praktijk (x) Elektriciteit en lab (x) Installatiemethoden (x) Toegepaste fysica 34 2 1 2 1 1 2 4 3 8 3 6 1 34 2 1 2 1 1 2 4 3 8 3 6 1 AV Godsdienst AV Aardrijkskunde AV Frans AV Geschiedenis AV Informatica AV Lichamelijke opvoeding AV Nederlands AV Wiskunde PV Praktijk Elektriciteit TV Elektriciteit TV Elektriciteit TV Toegepaste fysica Complementair gedeelte maximum Elektriciteit - praktijk (x) 2 2 2 2 PV Praktijk Elektriciteit Elektriciteit en lab (x) Engels 1 1 1 1 TV Elektriciteit AV Engels _______________________ (x) Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen. Lessentabel D/2002/0279/020 5 Elektrotechnieken 2de graad TSO ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO ALGEMEEN DEEL D/2002/0279/020 Algemeen deel D/2002/0279/020 7 Elektrotechnieken 2de graad TSO INHOUD 1 INLEIDING .................................................................................................... 9 2 INSTROOM EN BEGINSITUATIE ............................................................ 12 3 UITSTROOM ................................................................................................. 12 Algemeen deel D/2002/0279/020 8 Elektrotechnieken 2de graad TSO 1 INLEIDING 1.1 Nieuwe impulsen Volgende impulsen liggen aan de basis tot vernieuwing van het leerplan: 1.2 vernieuwde visie op TSO en BSO die leidt naar duidelijkere profilering en een min of meer eenvormig stramien voor de leerplannen; pedagogisch-didactische inzichten om geïntegreerd te werken; het geïntegreerde gebruik van informatie- en communicatie technologie; leerplannen vertrekken vanuit leerplandoelstellingen die door hun formulering het beoogde niveau aangeven; recente aanbevelingen in de doorlichtingverslagen van de inspectie. Vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting Deze tweede graad is in wezen geen finaliteit. De aangeboden vormingscomponenten streven vooral doorstroming naar de derde graad (zie 4: uitstroom) na. De TSO-studierichting Elektrotechnieken biedt in combinatie met een derde graad binnen het brede domein van de toegepaste elektriciteit, elektronica, en industriële ICT, een theoretisch-technische vorming aan eigen aan het arbeidsveld van de technicus. Deze TSO-vorming is erop gericht werknemers te vormen die zich op het niveau tussen de opdrachtgever-ontwerper en de zuivere uitvoerder kunnen bewegen. Het studieobject van een studierichting op dit ‘niveau’ heeft dus als studieobject de uit te voeren realisatie. De doelstellingen zijn: - via technisch tekenen communiceren om het concept van de realisatie te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden; de noodzakelijke uivoeringsrichtlijnen formuleren om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken; meewerken aan de uitvoering en leidinggevend kunnen optreden. De klemtoon ligt op het herkennen, toelichten en verwerken van de ontwerpaspecten om te komen tot de praktische realisaties. Er is echter ook voldoende aandacht voor de uitvoeringsgerichte vaardigheden. De taak van dergelijke technicus is dus zowel uitvoerend als coördinerend of leidinggevend. Dit in tegenstelling met een BSO-vorming die het uitvoeren van de realisatie als studieobject heeft. Met als doelstellingen: - via technisch tekenen communiceren om tot de gewenste uitvoering te komen; gepast handelen op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria; de uitvoering realiseren op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria. Uitgaande van bovenstaande profilering is het specifieke studieobject voor de tweede graad ‘Elektro-technieken’ de uit te voeren realisatie van de elektrische installatie van een nieuwe residentiële woning en de renovatie of herstelling daarvan. Daarnaast worden een grondige basiskennis en transfereerbare vaardigheden verworven om de doelstellingen van een derde graad binnen hetzelfde domein te bereiken. Algemeen deel D/2002/0279/020 9 Elektrotechnieken 2de graad TSO 1.3 Algemene pedagogisch-didactische wenken: geïntegreerd leerplan Het leerplan is in hoofdzaak bedoeld als leidraad. De doelstellingen en leerinhouden betekenen een referentiekader. De wenken zijn bedoeld als suggesties, als tips. Het leerplan mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de verwachtingen van de leerlingen te luisteren. Er moet naast opleiding voldoende aandacht blijven bestaan voor opvoeding. De vorming moet zo sterk mogelijk aanleunen op wat typisch en attractief is voor het betreffende arbeidsveld. De leerlingen dienen tot het inzicht te komen dat er een samenhang is tussen het lesgebeuren en het arbeidsproces in het dagelijkse leven. Het is de bedoeling om beroepsfiere technici te vormen. Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke samenhang tussen de vakken te realiseren. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken is vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. Een geïntegreerd leerplan houdt in dat er zo weinig mogelijk onderverdeling is in vakken. Dit betekent voor het vak ‘Installatiemethoden’ dat er geen afzonderlijke leerplanonderdelen bestaan voor tekenen, installatieleer en werkmethoden. De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat deze elementen als één geheel worden ervaren, waardoor ook de relatie met het vak ‘Praktijk Elektriciteit’ optimaal wordt. In dit vak komen heel wat technologishe aspecten van elektrische installaties aan bod. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen een encyclopedische kennis verwerven, maar wel dat zij de attitude en de methode ontwikkelen om de juiste bronnen rond deze materie te raadplegen. Zij leren de werking van elektrische componenten en apparaten verklaren en de technische specificaties van materialen, componenten en toestellen interpreteren. Door de leerplandoelstellingen en leerinhouden te groeperen ontstaat er een referentiekader om, waar mogelijk, projectmatig te werken. In de context van dit leerplan werken we aan een globaal project: het realiseren van de huishoudelijke elektrische installatie van een residentiële woning, het studieobject waarvan reeds sprake was in paragraaf 1.2 van deze inleiding waarin de vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting werden omschreven. Dergelijke aanpak bevordert sterk de succeservaring en het welbevinden van de leerlingen. Een aantal randvoorwaarden om op deze vernieuwde aanpak te realiseren dienen vervuld te zijn: voldoende ruimte en uitrusting, in aantal beperkte klasgroep, aangepaste leermiddelen … De nogal abstracte leerinhouden van deze discipline verplichten de leerkrachten constant te overwegen welke werkvorm zij zullen gebruiken in elke specifieke leersituatie. Een leerkracht kan werkvormen hanteren waarbij hij/zij doceert, demonstreert of delegeert. In deze laatste situatie heeft de leerkracht vooral een begeleidende taak. De leerlingen onderzoeken, experimenteren, dialogeren, testen, schetsen, tekenen, voeren uit, schakelen, stellen in werking, monteren, demonteren, controleren en evalueren. Enkel technische vakken die, naast een theoretische onderbouw voor de tweede graad, ook een belangrijke ondersteunende kennis aanbrengen voor doorstroming naar een volgende graad, worden afzonderlijk gehouden. Zij dienen echter de samenhang met de meer praktisch georiënteerde vakken te bewaren. Algemeen deel D/2002/0279/020 10 Elektrotechnieken 2de graad TSO Dit is hier het geval met het vak ‘Elektriciteit en lab’. De leerlingen verwerven inzichten om berekeningen en metingen uit te voeren in verband met elektrische grootheden. De wetenschappelijke en wiskundige benadering van dit vak moet ondersteund worden via overleg met de leerkrachten ‘Wiskunde’ en ‘Toegepaste fysica’. Er wordt gewerkt met de basisgrootheden en afgeleide grootheden van het SI-stelsel, waarbij ook steeds de correcte eenheden worden gebruikt. Vectoriële benaderingen worden niet uit de weg gegaan. Het niveau moet echter progressief worden opgebouwd. Binnen dit vak wordt eveneens integratie nagestreefd. De theorie en de laboratoriumoefeningen dienen geïntegreerd aan bod te komen. Een vaklokaal dat, door zijn concept en uitrusting, de mogelijkheid biedt om er de basisbegrippen van de elektriciteit geïntegreerd te onderwijzen, kan daarbij bijzonder nuttig zijn. De verschillende activiteiten van de leerlingen zoals het volgen van theorie, het maken van oefeningen en het meten aan proefopstellingen, kunnen plaatsvinden in dit lokaal. Bepaalde leerinhouden die niet als meetopstelling door de leerlingen worden uitgevoerd, kunnen via klassikale opstellingen gehanteerd door de leraar, didactisch worden ondersteund. Ook didactische software zal daartoe worden aangewend. De metingen en proeven worden zoveel mogelijk aansluitend op de theorie door de leerlingen zelf uitgevoerd. Om de lessen efficiënt te laten verlopen wordt aanbevolen telkens twee lesuren na elkaar te voorzien voor dit vak. 1.4 Het gebruik van Informatie- en Communicatie Technologie (ICT) Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak, biedt optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn: - - Het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom’s, … Het gebruik van educatieve programma’s in verband met de elektriciteitstheorie, eenvoudige simulatie, het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellings- en waarnemingsvermogen. Eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen. Programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie. Eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerken. In het vak ‘Installatietechnieken’ wordt de computer, met eenvoudige CAD-software, als tekenhulp geïntegreerd aangewend (zie ook paragraaf 2.5). Er dient opgemerkt dat de programma’s die men gebruikt dermate gebruiksvriendelijk dienen te zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket. 1.5 De aanpak van het tekenen en schetsen binnen de vakken ‘Installatiemethoden’ en ‘Praktijk Elektriciteit’ Zowel bij het meetkundig en mechanisch tekenen als bij het schematekenen, beiden geïntegreerd in het vak ‘Installatiemethoden’ is het gebruik van een aangepast CAD-pakket een belangrijk en hedendaags hulpmiddel. Algemeen deel D/2002/0279/020 11 Elektrotechnieken 2de graad TSO Vooral het verhogen van het waarnemings- en voorstellingsvermogen en het lezen, begrijpen en interpreteren van de tekeningen en schema’s staan centraal, NIET de beheersing van de software. aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te passen, om toelichting bij uitvoeringsdetails te geven … Het gebruik van de computer met gebruikersvriendelijke tekensoftware verhoogt echter de efficiëntie, waardoor er meer aandacht kan gaan naar de reeds vermelde doelstellingen van het tekenen en de creatieve aspecten daarvan. In de lessen ‘Praktijk Elektriciteit’mogen echter de vaardigheden rond het schetsen niet worden vergeten, bijvoorbeeld om een opgemeten bestaande toestand of wijzigingen aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te passen, om toelichting bij uitvoeringsdetails te geven … 2 INSTROOM EN BEGINSITUATIE De logische instroom voor het eerste leerjaar van de tweede graad van de studierichting ‘Elektrotechnieken’, komt uit de A-stroom van de eerste graad, meer bepaald uit het tweede leerjaar van de basisopties ‘Mechanica-elektriciteit’ en ‘Industriële wettenschappen’. De leerlingen kunnen echter net zo goed van een ander tweede leerjaar van de eerste graad komen, waardoor eventueel een vrij heterogene groep kan ontstaan. Omwille van bovenstaande bedenkingen is het raadzaam de voorkennis rond elektriciteit te relativeren. Typische kenmerken die van de leerlingen verwacht worden en waar tijdens hun vorming verder aandacht wordt gegeven zijn: - 3 Beschikken over een voldoend ruimtelijk waarnemings- en voorstellingsvermogen. Interesse hebben voor het verwerven van zowel technisch-theoretische als praktische kennis en vaardigheden. In teamverband willen werken en communicatief ingesteld zijn. Probleemoplossend willen denken en handelen en voldoende creativiteit aan de dag willen leggen bij het organiseren van werkzaamheden. Verantwoordelijkheid nemen bij het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden en aandacht willen besteden aan kwaliteit, preventie en milieu. Bereid zijn om informatie te raadplegen en documentatie te zoeken. Richtlijnen en voorschriften correct willen toepassen. UITSTROOM Na de tweede graad van de studierichting ‘Elektrotechnieken’ zullen de leerlingen vooral uitstromen naar de derde graad in: - de studierichting ‘Elektrische installatietechnieken’ of de studierichting ‘Elektronische installatietechnieken’ of de studierichting ‘Industriële ICT’. Algemeen deel D/2002/0279/020 12 Elektrotechnieken 2de graad TSO ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO Elektriciteit praktijk 1ste en 2de leerjaar: 8 (+2) uur/week D/2002/0279/020 Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 13 Elektrotechnieken 2de graad TSO INHOUD 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ........................................... 15 2 EVALUATIE .................................................................................................. 40 3 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ................................................... 40 4 BIBLIOGRAFIE ............................................................................................ 44 Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 14 Elektrotechnieken 2de graad TSO 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 DE NODIGE MAATREGELEN TREFFEN OM VEILIG OM TE GAAN MET ELEKTRISCHE ENERGIE LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1.1 Aandacht besteden aan een veilige en zuivere werkplek. Veiligheidsvoorschriften Persoonlijke beschermingsmiddelen Hygiënische voorschriften 1.2 De gevaren elektrische onderkennen. Veilig omgaan met elektriciteit Oorzaken en gevolgen 1.3 De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werkzaamheden naleven. Veiligheidsvoorschriften - de gebods- en verbodstekens - werkplaatsreglement - persoonlijke beschermingsmiddelen 1.4 Het werkplaatsreglement toepassen. Werkplaatsreglement 1.5 De persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, de collectieve beschermingsmaatregelen nemen en de richtlijnen terzake naleven. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Aanrakingsgevaar, elektrocutie Isolatie, aarding Veiligheidsmaatregelen 1.6 Veiligheidsgewoonten veranderen. De voordelen van veilig versterken en het veilig aantrekkelijker maken 1.7 De bescherming van anderen bevorderen. Sluiten van deuren Afdekken van klemmen Uitschakelen van voedingen. Plaatsen van waarschuwingsborden 1.8 Volgens de geldende afspraken afval sorteren en opslaan. Milieuvoorschriften 1.9 De gereedschappen en machines veilig benaderen en ermee omgaan volgens goed vakmanschap. Specifieke veiligheidsbegrippen in de elektriciteit: - aanrakingsgevaar, elektrocutie - isolatieaarding - te treffen veiligheidsmaatregelen - keur- en veiligheidsmerken - keuze van beveiligen - opbouwen van stellingen en - ladders - bediening van hoogtewerkers Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 die het energie gebruik van meebrengen 15 gedrag gedrag Elektrotechnieken 2de graad TSO 1.10 Het gebruik van een bedrijfsapotheek beheersen en gepast handelen in een noodsituatie. Situering van de bedrijfsapotheek Alarmeren van de bevoegde diensten Eerste hulp verlenen 1.11 De hygiënische voorschriften naleven. Hygiënische voorschriften 1.12 Verantwoordelijk zijn voor orde, netheid, gezondheid en milieu. Orde, netheid, gezondheid en milieu PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB. Doorheen de werkzaamheden dient men steeds aandacht te geven aan veiligheid, hygiëne en milieu. Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement als leidraad nemen en er voortdurend naar verwijzen. Didactische panelen op goed gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning. De leerlingen dienen een veilige en doordachte arbeidsmentaliteit aan te leren. Kwaliteit moet men nastreven in elk deelaspect van de uitvoering maar ook in de veiligheid voor onszelf en de anderen. De leerlingen dienen erop gewezen dat de producten die men aflevert door anderen op een veilige wijze moeten gebruikt worden. Leerlingen aansporen om op het internet te zoeken naar de voorschriften terzake. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1.13 Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te duiden Pictogrammen 1.14 De Europese toelichten Europese regelgeving 1.15 De gepaste veiligheid gebruiken in functie van de opdracht en de gebruikte toestellen; de veiligheidsregels in de elektrische installatie integreren. Normen ARAB - AREI Voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier 1.16 De regels van omschrijven. Goed vakmanschap 1.17 Verantwoordelijkheid opnemen omtrent elkaars veiligheid Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 regelgeving goed ter zake vakmanschap 16 De EHBO-beginselen elektrocutie Het verzorgen van verwondingen rond kleine Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de veiligheidsmaatregelen tonen. Aandacht voor linkshandigen. Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijzen naar de Europese reglementering. De keuze van de elektrische beveiligingen in schema’s en schakelingen integreren. Raadpleeg ter zake ook EN-6O2O4-1 Aandacht voor restmaterialen en batterijen 2 DE VOORBEREIDINGEN TREFFEN OM DE WERKZAAMHEDEN AAN EEN HUISINSTALLATIE UIT TE VOEREN 2.1 Het bouwplan LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2.1.1 De gebruikte symboliek op een bouwplan herkennen. De symbolen architect 2.1.2 De meest geschikte plaats voor de meterkast aanduiden. Plaatsbepaling meterkast, volgens de geldende voorschriften 2.1.3 De plaats van de aansluitbocht bepalen. Plaatsbepaling energiesteen of aansluit bocht, volgens de geldende voorschriften 2.1.4 Het traject van de aardingslus bepalen. Plaatsing aardingslus 2.1.5 De plaatsing van overwegen en bepalen. aardingspennen Aardingspennen 2.1.6 De plaats bepalen. aardonderbreker Aardonderbreker 2.1.7 Het traject van de wachtbuizen voor elektricteit, telefoon en teledistributie aanduiden. van de energiesteen of gebruikt door de Traject wachtbuizen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Het bouwplan van een eenvoudige woning kiezen waarin een gedeelte van een installatie kan gerealiseerd worden in inbouw, in holle wanden en opbouw, in droge en in vochtige lokalen. De symbolen en tekenmethoden op een bouwplan toelichten, zoals de gevels, de muren, doorsneden, platte gronden en bovenaanzichten en dit in samenspraak met de lessen ‘Installatiemethoden’. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 17 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - - Samen met de leerlingen stapsgewijs de verschillende fasen van de realisatie van een huisinstallatie beknopt doorlopen en bespreken, zoals dit in praktijk voorkomt. De leerlingen dienen aan te voelen dat in het eerste leerjaar reeds een eenvoudige installatie tot stand komt. Klassikaal vanuit het vak ‘Installatiemethoden’ een dossier samenstellen van een zeer eenvoudige huisinstallatie in het 1ste jaar van de 2de graad. Het is aan te bevelen in het begin van het schooljaar een bouwwerf te bezoeken waar een installatie in realisatie is. Het is belangrijk dat de leerlingen van in het begin een zo volledig mogelijk beeld krijgen van de werkomgeving waarin ze later terecht komen. Gebruik ook zoveel mogelijk de multimedia en het internet. Zowel de nationale als de plaatselijke voorschriften en richtlijnen behandelen bij de praktische uitvoering van een installatie. Een aanbeveling: de leerlingen in het begin van het schooljaar een visuele voorstelling geven (tegen een wand van de werkplaats) van het grondplan van een huis, met daarop de voorbereidende werkzaamheden. 2.2 Gereedschappen, materialen en technieken toepassen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2.2.1 De gereedschappen herkennen en gebruiken. Mes, kniptang, universele tang, bektang, juniorzaag, kabelstripper 2.2.2 Draad en kabels herkennen en bewerken. HO7 V-U, H07 V-R, XVB- F2, XFVB-F2, EVAVB 2.2.3 Soepele snoeren herkennen en bewerken. H07 VK, H03 VH-H, H05 RR-T, H07 RN- 2.2.4 De gepaste soldeerbout overeenkomstig de aard van het werk gebruiken. Soldeerbouten 2.2.5 Het gebruik van verschillende soldeer- en vloeimiddelen gebruiken. Soldeermiddelen 2.2.6 Het onderhoud van een soldeerbout correct uitvoeren. Onderhoud soldeerbout 2.2.7 Draden vertinnen en solderen in functie van een reële toepassing. Vertinnen en solderen 2.2.8 Solderen van een multikabel aan een multistekker. Soepele multikabel solderen 2.2.9 Solderen en desolderen van componenten op een printplaat. Componenten solderen en desolderen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Het hanteren van gereedschappen correct aanleren. Bewerkingen enkel uitvoeren in concrete toepassingen. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 18 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - We vermijden hier het veelvuldig oefenen van verbindingen, waar leerlingen nog geen kijk op hebben. Sommige verbindingen worden niet veel meer gebruikt, het is dan ook zinloos ze veelvuldig in te oefenen. Bij het solderen voorkomen we het langdurig solderen als bezigheid, een leerling die bewijst dat hij de techniek beheerst moet verder kunnen (uitbreiding). Veilige werkmethodes toepassen, geen breekmessen toelaten. een complexe draadfiguren plooien en solderen, maar reële toepassingen uit de praktijk. Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbindingen, beschadiging van de kern, de juiste aansluitdruk. De leerlingen ook kennis laten maken met nieuwe gereedschappen, die in de praktijk gebruikt worden. Zorgen voor een goede verluchting tijdens het solderen. Het gebruik van catalogi, het internet en cd-roms van firma’s vormen een goed hulpmiddel. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2.2.10 Kabelschoenen monteren met het gepaste gereedschap. Kabelschoenen 2.2.11 Lasdopverbindingen maken met het gepaste gereedschap. Lasdopverbindingen 2.2.12 Verbindingen met insteekklemmen maken. Insteekklemmen gepaste 2.2.13 Verbindingen realiseren met lusterklemmen. Lusterklemmen 2.2.14 Een krimpkous aanbrengen met het gepaste gereedschap . Krimpkous 2.2.15 Een telefoonconnector aansluiten met het gepaste gereedschap. Telefoonconnector RJ45 - krimptang 2.2.16 Een aardlus op een correcte wijze verbinden met de aardonderbreker. Aardlus - aardonderbreker Voorschriften AREI 2.2.17 Een aardpen - aardgeleider en aardonderbreker met elkaar verbinden. Aardpen - aardgeleider - aardonderbreker Voorschriften AREI 2.2.18 De hoofdequipotentiale verbindingen uitvoeren. Draaddoorsneden Uitvoering Verbindingsklemmen Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 19 Elektrotechnieken 2de graad TSO 2.2.19 De bijkomende equipotentiale verbindingen uitvoeren. Draaddoorsneden Uitvoering Verbindingsklemmen 2.2.20 Het indrijven van een aardingspen uitvoeren. Indrijven aardingspen Voorhamer Elektrische en pneumatische hamer PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Al de verbindingen kaderen in een reële situatie. Gepaste gereedschappen gebruiken, bij dure gereedschappen toch minstens één exemplaar ter beschikking van de leerlingen stellen. Voor telefoonaansluitingen de gangbare verbindingen hanteren, maar ook de modulaire aansluiting uitvoeren. De leerlingen op het belang van een goede uitvoering van aarding en equipotentiale verbindingen wijzen. Aantonen waar je welk type aardgeleider gebruikt, elektrolytisch volkoper of loodommanteld. correcte plaatsingswijze van aardpennen benadrukken: eventueel werken met verkorte pennen, die terug uitgegraven kunnen worden. Een bezoek aan een werf waar op dat moment deze werken gebeuren is aan te raden. Een realistisch opgebouwd voorgemonteerd paneel of een wand ter beschikking stellen van de leerlingen om de oefeningen rond aarding en equipotentiale verbindingen uit te voeren. 3 PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN HUN COMPONENTEN 3.1 Plaatsen van inbouwdozen, buis, kabel, centraaldozen en verdeelbord in en op muren, beton en holle wanden LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.1.1 Stijve Tth-buis op ontbramen en plooien. 3.1.2 Stijve Tth-buis monteren in en op de muur. Montage in opbouw in een droog lokaal Montage in inbouw Montage in opbouw en spatwaterdichte uitvoering 3.1.3 Stijve Tth-buis monteren in holle wanden. Montage in holle wanden 3.1.4 Monteren en bevestigen van soepele buis in holle wanden. Soepele buis in holle wanden 3.1.5 Monteren en bevestigen van soepele buis in muur en beton. Soepele buis in muur en beton Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 maat LEERINHOUDEN maken, 20 Op maat Ontbramen Plooien Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.1.6 Voorbedrade, geribde buis in muur en beton plaatsen. Voorbedrade, geribde buis Draadkleuren Aantal draden per buis PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - Het is de bedoeling dat de leerlingen vertrekken vanaf een paneel en zelfstandig, volgens en gegeven buizenplan, de buizen plooien en monteren. Dit paneel zal achteraf gebruikt worden om de basislichtschakelingen en de gemengde schakelingen op uit te voeren. De montage gebeurt best met inbegrip van een aftakdoos. Met H07 V-U en met XVB-F2 kan dan de bedrading uitgevoerd worden. Op deze wijze heeft de buisoefening nut. Voor de inbouw in holle wanden met stijve en soepele buis is het aangewezen dat de buizen door een paar balkjes of plankjes op de rugwand van een paneel en in inbouw- en centraaldozen kunnen bevestigd worden. Bijvoorbeeld, de tekening van een bouwplan overbrengen op een paneel; voorzie op dit paneel ook ruimte voor een verdeelbord. De leerlingen kunnen hierop later ook de gemengde schakelingen uitvoeren. Tabel met de handelsmaten van PVC-buis ter beschikking stellen. Tabel met maximum toegelaten geleiders per buis ter beschikking stellen. De leerlingen moeten ook in een gemetste muur buis aanleggen. Bezoek aan een werf is eveneens aangewezen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.1.7 Met gepast gereedschap en de juiste grondstoffen mortelspecie aanmaken. Grondstoffen en gereedschappen om mortelspecie aan te maken 3.1.8 Buizen en inbouwdozen inmetselen met mortelspecie. Inmetselen van buizen en inbouwdozen 3.1.9 Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen. Onderhoud Opslag 3.1.10 Met gepast gereedschap en de juiste grondstoffen gipsen kalkspecie aanmaken. Grondstoffen en gereedschappen voor het aanmaken van gips- en kalkspecie 3.1.11 Buizen en inbouwdozen inmetselen met gips- of kalkspecie. Inmetselen van buizen en inbouwdozen 3.1.12 Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen. Onderhoud Opslag PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Lijsten met voorschriften van de bouwfederatie ter beschikking stellen met betrekking tot de samenstelling van mortels, … Bij de bouwfederatie de technieken opvragen om de verwerking toe te lichten. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 21 Elektrotechnieken 2de graad TSO - De eigenschappen van de grondstoffen toelichten aan de hand van brochures aan te vragen bij deze federatie. Multimedia raadplegen. 3.2 Plaatsen van kabel, plaatsen van geribde bedrade buis en draad trekken LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.2.1 Plaatsen en aansluiten van kabel. Leidingen voor vaste aanleg Aftakdozen Bevestigingen Invoeren Verbindingen Draadkleuren 3.2.2 Plaatsen en bedrade buis. geribde Afrollen van de bobijn Vasthechten Invoeren Verbindingen Draadkleuren 3.2.3 Trekken van draden in een stijve Tth-buis. Gereedschappen Aantal draden per buis Draadkleuren Draadreserven Verbindingen - achter schakelaar - centraaldoos - aftakdoos aansluiten van PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij het plaatsen van kabels in opbouw zijn er veel plaatsingswijzen mogelijk, men moet de plaatselijke situatie goed inschatten. - De opmars van de bedrade buis is niet meer te stuiten, de loonkost bij plaatsing is veel kleiner. De aanleg vraagt wel een doordachte strategie, want het aantal draden dient vooraf bekend te zijn. Draadtrekken in bestaande buizen blijft nodig bij renovatie. 3.3 3.3.1 Plaatsen en aansluiten van schakelaars, wandcontactdozen en aftakdozen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Een enkelpolige uitvoeren, controleren, opsporen, de werking verklaren. Enkelpolige lichtschakeling lichtschakeling testen, fouten 3.3.2 Dubbelpolige lichtschakeling Een dubbelpolige uitvoeren, controleren, opsporen, Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 lichtschakeling testen, fouten 22 Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.3.3 3.3.4 de werking verklaren. Dubbele aansteking Een schakeling met dubbele aansteking uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Een wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Wisselschakeling 3.3.5 Een kruisschakeling uitvoeren, controleren, testen,fouten opsporen, de werking verklaren. Kruisschakeling 3.3.6 Een dubbelpolige wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, de werking verklaren. Dubbelpolige wisselschakeling 3.3.7 Een wissel - wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Wissel - wisselschakeling 3.3.8 Een gemengde schakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Lichtschakeling met wandcontactdoos Draadsectie. 4.3.9 Lichtschakelingen uitvoeren met schakelaars met controlelamp en signaallamp controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Lichtschakelaars met controlelamp Lichtschakelaars met signaallamp PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Klassikaal het situatieschema van het bouwplan stapsgewijs opbouwen en duiden waarom bepaalde schakelingen op die plaats hun toepassing vinden. Geen kableeroefeningen maken met deze schakelingen, maar ze uitvoeren op het buizenpaneel dat de leerlingen voorheen gerealiseerd hebben. Het accent leggen op het maken van verbindingen, draadreserve, draadkleuren. Stroombaan- en bedradingsschema’s uit het vak Installatiemethoden gebruiken. Rekening houden met de voorschriften uit het AREI. Schakelaars laten doormeten, spanning en stroom meten, fouten opsporen, en dit alles met de gepaste meetapperatuur. 3.4 3.4.1 Montage van draag- en gootsystemen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Een kabelgoot bewerken en plaatsen op een muur of draagsysteem. Aftekenen Afkorten Boren in een muur of metaal Bevestigen op de muur draagsysteem Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 23 of het Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.4.2 Klein materiaal plaatsen. Pluggen, schroeven, eindstukken, hoekstukken, beugels 3.4.3 Montage van plintkabelgoot en deze van een stopcontact voorzien. Aftekenen Afkorten Bevestigen Plaatsing stopcontact PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Overzichtstabellen ter beschikking stellen: pluggen houtschroeven metaalschroeven parkers klein installatiematerialen bevestigingsmaterialen - De leerlingen laten werken met een verstekbak. 3.5 3.5.1 Plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen met een vaste of losse standplaats LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Plaatsen en aansluiten van een elektrisch toestel met een losse standplaats. Trekontlasting Soepele snoeren Stekker - stopcontact Strijkijzer, wafelijzer, broodrooster, … Beveiliging Trekontlasting Kabels voor vaste aansluiting Stekker - stopcontact Elektrisch vuur, wasmachine, droogkast, … 3.5.2 Plaatsen en aansluiten van een elektrisch toestel met een vaste standplaats. 3.5.3 De aansluiting van een nokkenschakelaar uitvoeren. Schakeltabel Aansluiting 3.5.4 De aansluiting van temperatuurregeling uitvoeren. Thermostaat Mechanisch Elektrisch - elektronisch Programmeerbaar 3.5.5 Aansluiten van enkele eenvoudige toestellen met verwarmingselementen op een eenfasig net. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 een 24 Waterdruk of hogedruktoestellen Drukloze of lagedrukvoorraadtoestellen Lagedruk aftap- of leeglooptoestellen Doorstroomtoestellen Elektrotechnieken 2de graad TSO Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 25 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Belang hechten aan de trekontlasting bij snoeren en kabels. De leerlingen laten meten op de toestellen: doormeten van snoer, … Schakeltabellen opzoeken. Een thermostaat aansluiten op een reële verbruiker. Al de toestellen met een verwarmingselement hebben een éénfasige aansluiting. 3.6 Plaatsen van materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte uitvoering. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.6.1 Van gegeven stroombaanschema’s het bedradingsschema tekenen volgens een gegeven buizenplan. Opbouw in een droog lokaal Opbouw spatwaterdicht Inbouw in een droog lokaal 3.6.2 Verzamelen van de benodigde materialen en gereedschappen. Keuze materialen Keuze gereedschappen 3.6.3 Uitvoeren van de schakelingen, controleren, testenfout zoeken en de werking verklaren. Gemengde schakelingen Montage inbouw - opbouw Draad, kabel Met en zonder aftakdoos Controle Foutzoeken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Dit zijn duidelijk doelstellingen voor het 2de leerjaar. Verwerken van de volgende installatiematerialen: opbouw en inbouw, spatwaterdicht, draad, kabel, voorbedrade buis, PVC-buis en alle bijhorende componenten. Deze oefeningen zijn een synthese van alle schakelingen. Alle schakelingen uit te voeren met beschermingsgeleider. De leerlingen laten kennis maken met de uitvoering van de schakelingen: met aftakdoos, met centraaldoos, met de verbindingen in een inbouwdoos. 3.7 Plaatsen van verlichtingstoestellen en signaalgevers 3.7.1 Plaatsen van verlichtingstoestellen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.7.1.1 Aan de hand van een stroombaanschema TL-lampschakelingen uitvoeren, controleren, testen en fout zoeken. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 26 TL-verlichting TL-lamp met starter Schakeling met condensator Duoschakeling Tandemschakeling Starterloze ontsteking HF-voorschakelapparaat Compacte fluorescentielampen Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.7.1.2 Aan de hand van een stroombaanschema schakelingen uitvoeren met halogeenlampen, controleren, testen, foutzoeken. Aansluiten op 12 V en 230 V. Klassieke en elektronische transformator Draaddoorsnede - beveiliging Lijninstallatie Sterinstallatie T-installatie Ringinstallatie 3.7.1.3 Aan de hand van een stroombaanschema schakelingen uitvoeren met dimmers, controleren, testen, foutzoeken. Enkelpolige schakeling Wisselschakeling Inbouw - modulair Gloeilampen - halogeenlampen 230 V Halogeenlampen op ZLVS 12 of 24 V met gewikkelde transformator - met elektronische transformator Elektronische transformator met dimfunctie TL-lampen standaard en HF Compacte 4-pins TL-lampen Regelbare ballasten Starterloze TL - lampen 3.7.1.4 Aan de hand van het schema van de fabrikant een schakeling uitvoeren voor een noodverlichting. Schema lezen Reglementering Autonome noodverlichting Met zelftest Pictogrammen Met veiligheidsverlichting PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Het bestaan van de verschillende types TL-lampen verklaren aan de hand van hun toepassingsgebied. Het belang van kleurtemperatuur, kleurweergave-index en kleuronderscheiding aan de hand van praktische voorbeelden aantonen. (U) Verschillende types van armaturen ter beschikking stellen. Het belang van reflectoren en rasters toelichten. Nadruk leggen op het belang van de juiste montage van een armatuur. Documentatie van de fabrikanten gebruiken - didactische opstelling - multimedia. 3.7.2 Plaatsen en aansluiten van signaalgevers LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.7.2.1 Bel- en zoemerschakelingen uitvoeren, controleren, testen, foutzoeken en de werking verklaren. Gewone drukknop Met verlichte drukknop 3.7.2.2 Signalisatieschakelingen met terugmelding uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren Signalisatieschakelingen terugmelding Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 27 met Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.7.2.3 Een deurmelder monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant. Deurmelder Schakelingen Controle Testen Foutzoeken 3.7.2.4 Een binnenhuiscentrale voor telefoon monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant. Binnenhuiscentrale met toestellen Schakelingen Controle Testen Foutzoeken Modulaire aansluitingen toestellen. 3.7.2.5 Een parlefooninstallatie monteren en aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant. meerdere van de Twee- en meerdraadssystemen. Eén deurstation en één binnentelefoon Idem met elektrisch deurslot Eén deurstation met meerdere binnentelefoons met en zonder onderlinge gespreksmogelijkheid - met elektrisch deurslot (U) Deurstation voor appartementsgebouw zonder en met gespreksgeheim, met etagebel en elektrisch deurslot (U) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De schema’s gebruiken uit de lessen ‘Installatiemethoden’ of die van de fabrikanten. (catalogi) De schakelingen duiden in het geheel van het bouwplan. Bij gebrek aan materiaal in de school, kan men meestal terecht bij de fabrikanten voor workshops. Gebruik catalogi, internet, cd, technische boeken. 3.7.2.6 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Een videofoon-installatie monteren en aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant. Schakelingen uitvoeren Controleren Testen Foutzoeken Twee of meerdraadssysteem Eén deurstation en één huistoestel Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 28 Elektrotechnieken 2de graad TSO Eén deurstation en één huistoestel met extra-oproepluidspreker en elektrisch slot Eén deurstation en meerdere huistoestellen met of zonder extra luidspreker en elektrisch slot (U) Twee deurstations en meerdere huistoestellen (U) Deurstation voor appartementsgebouw met gespreksgeheim (U) Vaste of beweegbare camera met en zonder nachtverlichting (U) 3.7.2.7 Een rook- en brandmelder monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant. Rookmelder Brandmelder Aansluiten Controle Testen Foutzoeken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De schema’s van de fabrikanten gebruiken. De leerlingen aan borden met vaste opstelling de oefeningen laten uitvoeren. Aandacht geven aan spanningsvallen bij grote afstanden. Bezoek aan een beurs om kennis te maken met de soorten toestellen op de markt. Internet raadplegen - catalogi - technische werken. 3.7.3 Plaatsen en aansluiten van elektrisch gestuurde schakelingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.7.3.1 Een relaisschakeling uitvoeren volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, foutzoeken en de werking verklaren. Schakeling voor verlichtingsdoeleinden Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Montage Bedradingslijst opstellen Enkel-en dubbelpolige uitvoering Spoelspanningen 24 V en 230 V Schakeling voor verlichtingsdoeleinden 3.7.3.2 Een impulsrelaisschakeling uitvoeren volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren. Vanop één of meerder plaatsen te bedienen Montagemogelijkheden Enkel- en dubbelpolige uitvoering Met en zonder verlichte drukknoppen Met centrale besturing Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 29 Elektrotechnieken 2de graad TSO Bedradingslijst 3.7.3.3 Een schakeling uitvoeren met een trappenhuisautomaat volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren. Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Enkel- en dubbelpolige uitvoering Verschillende spoelspanningen Montagemogelijkheden Met en zonder verlichte drukknoppen Met dimfunctie Bedradingslijst 3.7.3.4 Detectoren en modulaire technische alarmgevers monteren en aansluiten. Rookdetectoren Gasdetectoren Overstromingsdetectoren Temperatuurverhogingsdetectoren Opbouw of modulaire inbouw PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Schakelingen uitvoeren op panelen of in een verdeelkast, eventueel met kabelgoot. De schakelingen integreren in de opbouw van de huisinstallatie en duiden. De schema’s uit het vak installatiemethoden gebruiken. Metingen met juiste meetapparatuur uitvoeren. Rekening houden met de voorschriften van de fabrikant en het AREI. Catalogi gebruiken, … Normalisatie toepassen. 3.7.3.5 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Een schakeling uitvoeren met een tijdrelais volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren. Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Enkel- en dubbelpolige uitvoering Verschillende spoelspanningen Montagemogelijkheden Vertragingsmogelijkheden Bedradingslijst 3.7.3.6 Een modulaire schakelaar aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 30 1-2-3-4-polige uitvoering met of zonder signalisatie Enkelpoligeen dubbelpolige wisselschakelaar Draaischakelaar als hoofdschakelaar Elektrotechnieken 2de graad TSO 3.7.3.7 Aan de hand van de gegevens van de fabrikant een schakelklok aansluiten. Analoge schakelklokken Digitale schakelklokken Gangreserve Programmeerbare klokken Uur -, dag-, weekprogramma Opbouw en modulaire inbouw 3.7.3.8 Een thermostaat aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant. Mechanische thermostaten Elektronische thermostaten Programmeerbare (U) Opbouw en modulaire inbouw 3.7.3.9 Een contactor aansluiten, de componten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant. Monofasige uitvoering 24 V of 230 V spoelspanning, drie- en vierpolige aansluiting (U) 3.7.3.10 Een voorkeurrelais aansluiten, de componenten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant. Monofasige uitvoering Drie- en vierpolige uitvoering (U) 3.7.3.11 Een voorrangrelais aansluiten, de componenten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant. Monofasige uitvoering Één of meerdere ontlaste kringen Driefasige uitvoering (U) 3.7.3.12 En gecombineerde schakeling uitvoeren met de gekende componenten. Synthese-oefening Lichtschakelingen Comfortschakelapparatuur Leidingsschema Bedradingsschema Keuze van de materialen, bestellijst In buis en met kabel Verdeelbord monteren en aansluiten Toestellen plaatsen Controle, testen, foutzoeken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Toestellen van verschillende fabrikanten ter beschikking stellen. Realistische schakelingen uitvoeren vookomend in huishoudelijke installaties. Stroombaanschema’s van de fabrikant omzetten naar bedradingsschema’s en bedradingslijsten. Schakelingen controleren en de fouten opsporen met gepaste apparatuur. Rekening houden met de voorschriften en reglementeringen van het AREI. Catalogi gebruiken. Multimedia en internet. Het is de bedoeling met de syntheseoefening om de leerling van het 1 ste leerjaar een beperkte huishoudelijke installatie te laten uitvoeren met de componenten die hij beheerst op het einde van het schooljaar. Rekening houden met efficiëntie en veilige werkmethoden. De verschillende schema’s en lijsten kunnen in combinatie met ‘Installatiemethoden’ opgesteld worden, de oefening kan eventueel een groepswerkje zijn. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 31 Elektrotechnieken 2de graad TSO - 4 De voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier dienen in acht genomen en kunnen dus verschillen van regio tot regio. De leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen om tijdens de werkzaamheden beroep te mogen doen op catalogi, multimedia en internet. PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN COMFORTSCHAKELINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4.1 Een elektronisch stuurrelais met logische functies monteren en aansluiten. Tijdfunctie, telfunctie, timerfunctie Programmeertaal Maak- en verbreekcontacten Uitgangrelais, hulprelais Uitgangen: spoel, impulsschakelaar Relais als houdfunctie Tijdrelais Optellende en aftellende componenten Schakelklokken Teksten met variabelen Functierelais: analoge waarde vergelijking Simulatie van de stroomweg Schakelschema’s: laden, opslaan, testen, beveiligen 4.2 Een eenvoudig domoticasysteem voor een residentiële woning opbouwen. Situatieschema Twee- of vieraderige bedrading (U) Wel of niet verlichte drukknoppen Modulaire opbouw van de installatie Lijn-, ster- of boomstructuur Schakel- en rolluikmodules Programma: opstellen, invoeren, testen Installatiestructuur Componenten selecteren, bestellijst Sensoren RF-systeem integratie (U) Interfaces (U) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Een eenvoudig domoticasysteem gebruiken. Logische functies: logo, easy, nikobus. Nadruk leggen op modulaire opbouw van de installatie. Verschillende installatiestructuren aanleren. Aandacht trekken naar veilig en efficiënt werken. Catalogi gebruiken. Bij bepaalde firma’s kan men tijdelijk over demonstratiepanelen beschikken. Programmeren aanleren via trainingskit. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 32 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Ook de programmatie via pc aanleren. Indien mogelijk een vergelijking maken tussen verschillende types van verschillende fabrikanten. Multimedia en internet raadplegen. Het is de bedoeling om op het einde van het 2de jaar de leerlingen voeling te laten hebben met basisbegrippen rond woningintelligentie, en met hen een huisinstallatie uit te voeren die gedeeltelijk dergelijke uitvoering krijgt. De uiteindelijk uitdieping kan gebeuren in de 3de graad. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4.3 Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van een bewegingsmelder. Verlichting Ventilatie Opbouw, inbouw Soorten schakelingen Controleren, testen en foutzoeken 4.4 Aan de hand van een aansluitschema de installatie uitvoeren van een schemerschakelaar. Opbouw Modulaire inbouw Enkelpolig, dubbelpolig Één of meerdere functies Programmeerbaar (U) Controleren, testen, foutzoeken 4.5 Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van op afstand gestuurde schakelingen (RF-systemen). (U) Verlichting Scherm en zonnewering, rolluiken Signalisatie Hek en poorten Afstandsdimmers Vaste en mobile zenders en ontvangers 4.6 Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van infrarood gestuurde schakelingen. (U) Verlichting Zonnewering, rolluiken Afstandsdimmers Signalisatie Vaste en mobile zenders en ontvangers 4.7 Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van draaggolfgestuurde schakelingen. (U) Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 33 Verlichting Schermrolluik en zonnewering Afstandsdimmers Interface RF-draaggolfontvanger Interface-infrarooddraaggolfontvanger Vaste, modulaire en mobile zenders en ontvangers Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 5 Systemen van verschillende fabrikanten gebruiken. Realistische toepassingen uitvoeren in de praktijk. Programmatie van RF-systemen in de woning uitvoeren. (U) Alle schakelingen, indien mogelijk, in vaste bedrading uitvoeren. (U) Rekening houden met de geldende voorschriften. Met didactische panelen is, naar de leerlingen toe veel te bereiken. Catalogi, multimedia en internet. EEN VERDEEL- OF SCHAKELKAST SAMENSTELLEN EN DE VERSCHILLENDE COMPONENTEN MONTEREN EN AANSLUITEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5.1 Een smeltveiligheidsvoet monteren en aansluiten. Voet voor smeltveiligheid Keuze kalibreerwaarde 5.2 Een penautomaat monteren en aansluiten. Penautomaat 5.3 Een railautomaat monteren en aansluiten. Railautomaat 1-2-3-4-polige uitvoering. Modules 5.4 Een differentieelschakelaar of -automaat monteren en aansluiten. Differentieel 2-en 4-polig Klemnummering Voorschriften AREI Selectiviteit - type 5.5 Een overspanningsbeveiliger monteren en aansluiten. Overspanningsbeveiliger 2-4-polig Klemnummering Type Voor appartementsgebouw Beveiligingsniveau Umbr of Up 5.6 Een inwendige bliksemafleider monteren en aansluiten. (U) Inwendige bliksemafleide (directe blikseminslag) Klemnummering 2-en 4-polige uitvoering Juiste type 5.7 De vereiste vonkbruggen selecteren bij een uitwendige bliksemafleider. (U) Vonkbruggen IEC 1024 Directe en indirecte blikseminslag Bliksemafleider Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 34 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij de montage van de toestellen in het verdeelbord geen brugjes met draden meer plooien, maar gebruikmaken van verbindingsrails. Nadruk leggen op veilig en efficiënt werken. Componenten gebruiken of tenminste laten zien van verschillende fabrikanten. Op didactische panelen de verschillen aantonen. Gebruikmaken bij het opzoeken van cd ’s van fabrikanten. Catalogi. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5.8 Aan de hand van een ééndraadsschema van een woning, een geschikt verdeelbord bepalen. Kasttype Aantal modules Voorschriften van het AREI 5.9 Een lay-out van het verdeelbord uittekenen in functie van de uit te voeren installatie. Bord lay-out Maatschets Verschillende componenten 5.10 Het verdeelbord monteren in opbouw of opbouw volgens de voorschriften van de fabrikant. Montage Op en in een muur In een holle wand 5.11 Het verdeelbord uitrusten met de vereiste modules en deze onderling verbinden met verbindingsrails. Modules Verbindingsrails 5.12 De verschillende kringen volgens goed vakmanschap aansluiten. Aansluiten van de kringen Uittesten Etikettering PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - De leerlingen brengen dit ééndraadsschema mee vanuit de lessen ‘Installatiemethoden’. In het 1ste jaar maken we een verdeelbord in een éénfasige uitvoering, in het 2de jaar kan dit gaan naar een driefasige uitvoering. Materialen van verschillende fabrikanten gebruiken of tenminste tonen. Bedraden komt alleen ter sprake bij renovatiewerken, het is goed dat leerlingen toch een beperkte oefening rond bedraden krijgen. Het doel en de principewerking van al de onderdelen van een verdeelbord zijn behandeld in het vak ‘Installatiemethoden’, de leerkracht beperkt zich in de praktijk tot een controle van deze componenten. Het testen van de goede werking van de componenten gebeurt demonstratief, bv. de uitschakeling van een differentieel. Metingen rond de lekstroom van een differentieel. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 35 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5.13 Een werfkast samenstellen. Werfkast Reglementering AREI 5.14 Een energiekabel aansluiten. EXVB - EVVB Verbindingen Gereedschappen AREI Plaatselijke voorschriften 5.15 Een huisaansluitkast samenstellen. Huisaansluitkast Scheider Aansluitmodule Meetmodule Ontvangsttoestel Stuurkring Verbindingen Kleurencode Aftakkabel Aansluitbocht Aansluitplaat Meterkast PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Hier is een verwijzing naar ‘Installatiemethoden’ nodig, de bespreking hiervan kan in de werkplaats niet gebeuren, wel de uitvoering en de samenstelling van de onderdelen. Hier dient men zeker rekening te houden met de plaatselijke reglementeringen, die variëren nogal sterk van regio naar regio. De leerkracht vraagt best documentatie op bij de stroomleverancier, de verschillen in netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren. Aansluitkabels en hulpstukken verklaren vanuit overzichtslijsten (Installatiemethoden) Multimedia en internet raadplegen. 6 METEN, FOUTEN OPSPOREN EN HERSTELLINGEN UITVOEREN IN EEN RESIDENTIËLE INSTALLATIE EN HUISHOUDELIJKE TOESTELLEN 6.1 Metingen uitvoeren in een residentiële installatie LEERPLANDOELSTELLINGEN 6.1.1 De spreidingsweerstand residentiële installatie meten. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 LEERINHOUDEN bij een 36 Spreidingsweerstand Voorschriften AREI Plaatselijke voorschriften Types van meetapparaten Voorschriften van de fabrikant Elektrotechnieken 2de graad TSO 6.1.2 Isolatiemetingen uitvoeren in een residentiële installatie. Isolatiemetingen Voorschriften AREI Plaatselijke voorschriften Meettoestellen Voorschriften fabrikant De nodige besluiten trekken uit de metingen Besluiten, te nemen maatregelen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Metingen ven de spreidingsweerstand uitvoeren in een bestaande installatie, dit kan klassikaal gebeuren in een huis in opbouw bij een werfbezoek. Aandacht besteden aan de gevaren bij het openen van de aardonderbreker. De leerlingen kunnen de metingen zelfstandig uitvoeren of in groepjes. Laat de leerlingen zeker besluiten trekken uit de resultaten. De meest moderne meetapparatuur tonen. 6.2 Metingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 6.2.1 Isolatiemetingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen. Isolatiemetingen Voorschriften van het AREI Meettoestellen Voorschriften van de fabrikant 6.2.2 De nodige besluiten trekken uit de meetresultaten. Besluiten 6.2.3 Huishoudelijke toestellen demonteren en monteren. Demonteren Monteren Werking Componenten herkennen Koffiezet, toaster, wafelijzer, grillplaat, schotelverwarmer, kookplaat, verwarmingsradiator, accumulatie, waterverwarmer, ... PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Recente toestellen gebruiken. Gepaste gereedschappen zijn zeker nodig, ook de juiste meettoestellen zijn van belang. Het demonteren en monteren dient met een bijzondere aandacht te gebeuren. Nadruk leggen op veilig, voorzichtig en efficiënt werken. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 37 Elektrotechnieken 2de graad TSO 6.3 Fouten opsporen en herstellingen uitvoeren in installatie en toestellen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 6.3.1 Een algemene methode om fouten op te sporen toepassen. Foutzoekmethoden 6.3.2 Door redenering de mogelijke oorzaken opsommen. Oorzaken 6.3.3 Het gebruik verantwoorden. Meetapparaten 6.3.4 De herstelling vakkundig uitvoeren. Herstelling 6.3.5 De controle uitvoeren na de herstelling. Controle 6.3.6 Bij comfortschakelingen het gepaste meet- en testapparatuur gebruiken. Comfortschakelingen van meetapparaten PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - 7 Het komt erop aan dat de leerling een algemene wijze kan toepassen om fouten op te sporen in de schakelingen die hij/zij uitvoert. Benadrukken dat herstellen op een doordachte en een veilige wijze dient te gebeuren. De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen: - door bezichtiging, - door gebruik te maken van opsporingsdiagrammen, - door waar te nemen en te redeneren. De controle is een belangrijke schakel in het afleveren van een goed product. Het opsporen van fouten en de herstellingen zijn te integreren in alle onderdelen van dit leerplan, en dit het ganse leerjaar door. KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR ZICHZELF EN DEANDEREN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 7.1 Assistentie verlenen bij de keuring. Keuring van de installatie 7.2 Het eigen werk analyseren en beoordelen. Zelfevaluatie 7.3 De kwaliteit van het eigen werk en de onderneming bevorderen. Nastreven van kwaliteit 7.4 Voorkomen van situaties die mens en milieu schaden. Mens en milieu Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 38 Elektrotechnieken 2de graad TSO 7.5 De equipotentiale verbindingen volgens de gestelde criteria voorzien. Eqiupotentiale verbindingen 7.6 Naleven van de veiligheidsvoorschriften en de evacuatieplannen. Veiligheidsvoorschriften Evacuatieplannen 7.7 Concreet handelen in een noodsituatie, zorgen voor de veiligheid van zichzelf en de anderen. Noodsituaties 7.8 Eerste hulp verlenen in afwachting van gespecialiseerde hulp. Eerste hulp 7.9 Alarmeren van de bevoegde diensten en personen. Bevoegde diensten Personen 7.10 Controle uitvoeren op installaties en toestellen. Door de installateur Door de gebruiker Door een keuringsorganisme 8 HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES GEBRUIKEN EN ONDERHOUDEN BIJ REALISATIES IN METAAL, HOUT EN KUNSTSTOFFEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 8 .1 De hulpmiddelen, de gereedschappen en de machines juist benoemen en hun functie alsook de werking toelichten. Aftekengereedschappen voor metaal, hout en kunststoffen: hoogtemaat, kraspen, centerpons, … 8.2 Een geschikt hulpmiddel, gereedschap en machine gebruiken in functie van het uit te voeren werk en vakkundig gebruiken. Klemgereedschappen, gereedschappen om te vervormen, te verspanen, te verbinden, af te werken, … 8.3 De hulpmiddelen, de gereedschappen en de machines met zorg schoonmaken en opbergen. Hygiëne en orde op de werkplek 8.4 Op een veilige wijze verspanende bewerkingen uitvoeren op metalen en kunststoffen. Boren, zagen, vijlen, tappen van plaat-, staafmateriaal en profielen 8.5 Op een veilige wijze vervormende bewerkingen uitvoeren op metalen en kunststoffen. Plooien van plaat, staafmateriaal en Profielen 8.6 Op een veilige wijze verbindingen uitvoeren met metalen en kunststoffen. Lijmen, klinken, solderen, puntlassen, kunststoflassen 8.7 Het oppervlak behandelen en afwerken. Verven, polijsten, … Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 39 Elektrotechnieken 2de graad TSO 8.8 De snij- en aftekengereedschappen onder houden. Slijpen van boren, beitels, centerpunten, krasnaalden, … PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 8.9 Ervoor zorgen dat de hulpmiddelen, gereedschappen en de machines steeds juist benoemd worden. In het begin kan de keuze van hulpmiddelen, gereedschappen en machines nog bepaald worden door de leraar. Na verloop maken de leerlingen zelf hun keuze. Deze leerlingen hebben in de 1ste graad reeds kennis gemaakt met deze materie. Het schoonmaken van gereedschappen en machines behoort bij het gebruik. Zeer veel aandacht moet gaan naar het veilig werken en het ordenen van de werkplek. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Een elektromechanisch project realiseren. Materialen en gereedschappen Metaal Kunststoffen Bewerkingen Montage 8.10 Een bouwpakket realiseren. Componenten herkennen De componenten plaatsen Mechanische inbouw Testen Foutzoeken Dimmer, flikkerlicht, kleine voeding, testapparaat, …. 8.11 Inzicht verwerven in de elektrische installatie bij een motor of auto. (U) Autoelektriciteit Motorelektriciteit Verlichting Ruitenwissers, richtingaanwijzers, toeter Ontsteking, oplaadsysteem van een accu, … Componenten herkennen Testen Foutzoeken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Men heeft hier de keuze om met de leerlingen de mechanische bewerking in een oefening aan te leren. Het best zou een oefening gekozen worden waar ook elektriciteit of elektronica een inbreng hebben. De leerlingen begeleiden in hun keuze van materialen en gereedschappen. Gebruik maken van lichte metalen en van kunststoffen. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 40 Elektrotechnieken 2de graad TSO - 2 Enkele voorbeelden als hulp: doormeetapparaat, bedieningspaneeltje, batterijlader, … de behuizing van een elektronicapakketje, … bureellamp, … Laat hier de leerling ook een inbreng in hebben, … Laat zoveel mogelijk bewerkingen aan bod komen met een aanbod aan gereedschappen. Gebruik de in de handel verkrijgbare bouwsetjes, aan een aanvaardbare kostprijs en onder teveel bijkomend ingrijpen. Veel aandacht naar fijn soldeerwerk, temperatuur, soldeerbanen, beschadiging aan componenten. Belang hechten aan het feit dat de leerlingen de componenten herkennen en de werking toelichten. Bij de elektriciteit van de auto ook verwijzen naar de elektrische aangedreven auto. Schema’s gebruiken van fabrikanten. Didactische oefenpanelen zijn hier zeker nuttig. Catalogi, multimedia en internet gebruiken. EVALUATIE Bij het evalueren van het praktijkgebeuren dient men afwisselend aandacht te hebben voor de vaardigheden, de beroepsgerichte kennis en de werkattitudes van de leerlingen. Een aantal aandachtspunten: - 3 de juiste keuze van gereedschappen, materialen en componenten, het correct gebruik van gereedschappen, het volgen van de richtlijnen, het toelichten en motiveren van de gebruikte werkmethodes, het raadplegen van werkdocumenten, het werken binnen de gestelde tijdslimieten, de zin voor nauwkeurigheid, netheid, kwaliteit en de zorg voor het milieu, het economisch verantwoord omgaan met materialen, het naleven van de veiligheidsvoorschriften, het kritisch ingesteld zijn ten opzichte van eigen werk, de zin voor teamwork, de groei naar zelfstandigheid. MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Werkplaats Uitrusting en gereedschappen Multimedia pc met internetaansluiting AREI Oefenpanelen Wand: - opbouw - inbouw Kast met - catalogi Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 41 Elektrotechnieken 2de graad TSO - prijslijsten - overzichtslijsten - leerboeken Pictogrammen Werkplaatsreglement Veiligheidsborden Kolomboormachine Handboormachine Set metaalboren Set houtboren Schroefmachine Set bits Metaalzaag Trekveer Plooiveer Waterpas - smetkoord Schietlood Slangwaterpas Buizensnijder Boorhamer Decoupeerzaag Tafelslijpmolen Krimptang Plaatschaar Plooibank Set doortrekmatrijzen Set schroefdraadsnijkussens Set schroefdraadtappen Wringijzer Set ring- en steeksleutels Set inbussleutels Borgveertang Blindklinknageltang Meetapparaten voor: - isolatiemeting - aardingsmetingen - stroom- en spanning Ladder en stelling Grondstoffen en materialen Bouwstoffen (cement, zand, pleister, …) Gipskartonplaat Cellenbeton - steen - beton Silicone en lijmen Aardelektrode Meetbrug Enkele verdeelkasten Smeltveiligheiden Kalibreerelementen Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 42 Elektrotechnieken 2de graad TSO Automaten Verliesstroomschakelaars Verdeelrais Verbindingsrails Invoertullen Soorten TL-buizen Soorten spaarlampen Soorten halogeenlampen Noodverlichtingsarmatuur Veiligheidsverlichtingsarmatuur Per groep leerlingen Gereedschappen Mokerhamer Steenbeitel Schuifmaat Aftekengereedschappen Traceerpen Centerpons Doorslag Winkelhaak Set vijlen Soldeerbout 150 W Soldeerbout licht Soldeermiddelen Bankschroef Snelspantang Kabelschoentang Eindhulstang Truweel Grondstoffen - materialen Lichtschakelaars - stopcontacten: - opbouw - inbouw Imputschakelaars - enkel- en dubbelpolig - spoelspanning 230 V en 8 V Trappenhuisautomaat - zonder en met dimfunctie - 3 of 4 geleiders Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 43 Elektrotechnieken 2de graad TSO Parlofoon - videofoon Dimmers Bewegingsmelders Schemerschakelaars Relais - contactoren Tijdschakelaars - schakelklok Signaalgevers Drukknoppen Deurmelder Binnenhuisrelais Voorrangrelais Voorkeurrelais Beltransformatoren Kabelschoenen Tele-aansluitingen LS-aansluitingen Verlichtingsarmaturen - voor TL - voor huishoudelijke toepassingen Stekkers en koppelstekkers Programmeerbare module Soorten - schakelaars - stopcontacten - inbouwdozen - aftakdozen - buizen - toebehoren - schroeven (metaal en hout) - pluggen - kabelgoten - lijsten - plinten - toebehoren - draden, kabels en snoeren - verbindingsmiddelen (lasdop, …) Huishoudelijke toestellen - kookplaat - strijkijzer - wafelijzer - koffiezet - wasmachine - droogkast Per leerling Universele tang Striptang Zijkniptang Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 44 Elektrotechnieken 2de graad TSO Ronde bektang Set schroevendraaiers Set kruisschroevendraaiers Rolmeter Meetlat Juniorzaagje Hamer Elektricienmes Meettoestel Koffer Priem Kraspen Bouwplan - bouwsymbolen Lijst elektrische symbolen Werkplaatsreglement Veiligheidsvoorschriften bij het werken aan elektrische installaties Universe meetinstrument 4 BIBLIOGRAFIE DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn. COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P.,Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische Boeken. VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij. VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij CED-Samson Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020 45 Elektrotechnieken 2de graad TSO ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO Elektriciteit en lab 1ste en 2de leerjaar: 3 (+1) uur/week D/2002/0279/020 Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 46 Elektrotechnieken 2de graad TSO INHOUD 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ........................................... 47 2 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ................................................... 79 3 EVALUATIE .................................................................................................. 79 4 BIBLIOGRAFIE ............................................................................................ 80 Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 47 Elektrotechnieken 2de graad TSO 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 BOUW VAN DE STOF LEERPLANDOELSTELLINGEN van LEERINHOUDEN 1.1. De samenstelling omschrijven. de stof 1.2 Een elektrische stroom verklaren als een verplaatsing van vrije elektronen Elektrische stroom 1.3 Het onderscheid verklaren geleiders en isolatoren . Geleiders en isolatoren. tussen Molecule, atoom, elektron, positief en negatief ion PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij de aanvang van de leerstof elektriciteit vertrekken we zoals in de fysica vanuit dezelfde bouwstenen. Hoewel de kennis tot op heden nog onvolledig en ingewikkeld is willen we in deze leereenheid op een eenvoudige wijze deze materie reeds benaderen. De toestanden waarin een atoom zich kan bevinden geven een kijk op de herkomst van licht, warmte en stroomgeleiding. Toestanden als geleiding en niet-geleiding zijn van groot belang. 1.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica en in samenspraak deze elementen behandelen. 1.2 Leerstof beperken tot wat effectief gebruikt wordt in de lessen elektriciteit. 1.3 Een overzicht met voorbeelden aanbieden. Ook enkele proefjes inschakelen. Deze leerlingen hebben al even kennis gemaakt in de 1ste graad (TO). 2 DE ELEKTRISCHE STROOMKRING LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2.1 De onderdelen en hun functie in een stroomkring onderscheiden. Bron, smeltveiligheid, leidingen, schakelaar en verbruiker 2.2 Onderscheid maken tussen een open en gesloten stroomkring en inzien wanneer er al dan niet vrije elektronen vloeien. Open en gesloten stroomkring 2.3 De polariteit van een bron herkennen. Conventionele- en elektronenstroomzin van elkaar onderscheiden. Polariteit en stroomzin Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 48 Elektrotechnieken 2de graad TSO 2.4 Zelfstandig een gesloten stroomkring opbouwen. Opbouw van een gesloten stroomkring 2.5 De symbolen stroomkring. De elementaire symbolen voor de bron, de geleider, de verbruiker en de schakelaar plaatsen in een PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Nu we weten wat een elektrische stroom is en dat niet alle stoffen goede geleiders zijn, gaan we zoeken naar toepassingen om hem nuttig te gebruiken. - We bouwen met de leerlingen een stroomkring op met de onderdelen daarvoor nodig. Deze opbouw is reeds in de 1ste graad aan bod gekomen, toch is het nodig deze leereenheid nog eens grondig te herhalen. - Deze aanbreng lijkt abstract, maar met aangepaste leermiddelen en met vergelijkende voorbeelden zal de leerling de juiste inzichten verwerven. Een correct voorbeeld met waterkring mag gerust gehanteerd worden om de leerling die inzichten bij te brengen. 2.1 Demonstratie door de leerkracht: de leerstof vanuit de 1ste graad kan hier herhaald, uitgediept en eventueel bijgestuurd worden. 2.4 De leerlingen bouwen zelf de elektrische stroomkring op. 3 STROOMSTERKTE LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3.1 De basisgrootheid stroomsterkte met het gebruikte symbool en eenheid kennen en dit in het SI-stelsel onderbrengen. De stroomsterkte I De ampère (A) 3.2 De meest praktische veelvouden en Veelvouden en onderdelen van de onderdelen van de eenheid ampère ampère uA, mA, kA weergeven en omzetten. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN SI-stelsel. - We letten er vooral op die eenheden aan te brengen die op dat moment relevant zijn. Zo voorkomen we dat de leerlingen overdonderd worden met allerlei wetenswaardigheden die ze op dat moment niet kunnen plaatsen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 49 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Belangrijk is het om de logica achter de opbouw van alle afgeleide eenheden te begrijpen. Om een samenhangend geheel te bekomen dienen we enkele mechanische begrippen te verduidelijken om vandaaruit de afgeleide SI-eenheden voor de elektrotechniek op te bouwen. - Ideaal zou zijn mocht de collega toegepaste fysica de onderlinge verbanden aanbrengen en de eenheden duiden in samenspraak met de onderscheiden vakleerkrachten. 3.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica: metrologie, grootheden en eenheden volgens het SI-eenhedenstelsel. Het SI-stelsel aanbrengen als een universele afspraak binnen de wetenschappen en de techniek. 3.2 Oefeningen op de omzettingen. Positieve en negatieve machten van 10 gebruiken, met als exponent steeds drie of een veelvoud van drie. Steeds de meest praktische waarden (uA, mA, kA) laten gebruiken. Hier is een duidelijke coördinatie met het vak wiskunde zeker nodig. 4 SPANNING LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4.1 Het begrip spanning afleiden uit het ladingsverschil tussen 2 punten. 4.2 Het symbool weergeven. 4.3 De meest gebruikte veelvouden en de onderdelen van de volt weergeven en omzetten. 4.4 De begrippen klemspanning en EMK van elkaar onderscheiden. en de eenheid Spanning U, potentiaal potentiaalverschil U (v) en Symbool U, en eenheid: de volt (V) De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de volt: µV, mV, kV, MV De klemspanning U De EMK-eenheid de volt (V) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 4.1 Zie 3.1 voor de aanbreng van de begrippen uit het SI-stelsel. Maak gebruik van multimedia. - De leerlingen meten zelfstandig een spanning over de aansluitklemmen van een batterij, zij doen dat met een digitaal toestel. Het meten met meettoestellen zien we in leerinhoud 7. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 50 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - Zij gaan hun meettoestel controleren op de juiste instellingen en werking. Batterijcontrole, diverse meetbereiken, gevaren bij het gebruik van een meettoestel toe lichten. De leerlingen bouwen een eenvoudige elektrische stroomkring op met inschakeling van een A-meter en een V-meter. Zij meten de bronspanning en de stroom in de kring wanneer die gesloten wordt. 4.3 Oefeningen op de omzettingen, positieve en negatieve machten gebruiken. Zie 3.2. Bij al de omzettingen is het wellicht nuttig de leerlingen tabellen ter hand te stellen, op die wijze bekomen ze een duidelijk overzicht van het geheel. 5 WEERSTAND LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5.1 Het begrip elektrische weerstand R omschrijven als verhouding tussen de spanning U en de stroom I. Weerstand als verhouding 1 5.2 Symbool en de eenheid en de grootheid van weerstand weergeven. Symbool R en eenheid van weerstand de ohm () 5.3 De meest gebruikte veelvouden en de onderdelen van de ohm weergeven en omzetten. Veelvouden en onderdelen van de Ohm: m, , k, M 5.4 Het systeem van de kleurencode gebruiken om de weerstandswaarde en de tolerantie te bepalen. Weerstandswaarden en tolerantie aan de hand van de kleurencode 5.5 Zelfstandig weerstanden nameten. Meten van weerstandswaarden met een digitale meter 5.6 De soorten weerstanden herkennen. Soorten weerstanden 5.7 De samenstelling van een weerstand omschrijven en zijn toepassing duiden. Kooldraadweerstand Metaalfilmweerstand Draadgewikkelde weerstand Regelbare weerstand Speciale weerstanden 5.8 Kenmerkende eigenschappen weerstanden bespreken. Stabiliteit, nauwkeurigheid, maximum. toegelaten spanning, temperatuur afhankelijk Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 van 51 1V = ---1A Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 5.1 Zie 3.1 in verband met het SI-telsel. 5.3 Oefeningen maken op de omzettingen, werken met negatieve en positieve exponenten van de machten van 10. De leerlingen een tabel bezorgen met benaming, waarde en symbool van de meest voorkomende waarden. 5.3 Verwijzen naar Installatiemethoden voor de samenstelling van weerstanden. Oefeningen maken met de 4-5-6-kleurenringen. (U) 5.4 Leerlingen zelf laten meten en de bedenkingen laten formuleren rond de gemeten waarden en de berekende waarden. 5.6 Beperken in de opsomming. 5.7 Aan de hand van overzichtslijsten de leerlingen kennis laten maken met de samenstelling en hun praktische bruikbaarheid. 5.8 De kenmerkende eigenschappen samen met de leerlingen ontdekken. 6 WET VAN FARADAY LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 6.1 Het begrip hoeveelheid elektriciteit omschrijven. Hoeveelheid elektriciteit Q 6.2 Het symbool en de eenheid van deze grootheid weergeven. Symbool (Q) en eenheid van de hoeveelheid elektriciteit Coulomb (C) 6.3 De wet van faraday gebruiken. Het verband tussen de eenheid coulomb, ampère sec. (As) kennen en de gebruikte eenheid ampère-uur (Ah) toepassen. Wet van Faraday Q=Ixt Praktische eenheid van de hoeveelheid elektriciteit (Ah) 6.4 De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de Coulomb weergeven en omzetten. De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de eenheid Coulomb: C, kC PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 6.1 Wanneer de elektrische stroom door een verbruiker gaat, treden er bepaalde verschijnselen of effecten op. Deze effecten treden enkel op als de kring gesloten is, de hevigheid van het effect is afhankelijk van de grootte van de stroom. De duur van het effect is weer afhankelijk van de tijd dat de stroom door de kring mag vloeien. 6.3 Oefeningen maken die verwijzen naar praktische voorbeelden: accu, condensator. Vertrekken vanuit het SI-eenheden stelsel, zie 3.1. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 52 Elektrotechnieken 2de graad TSO 6.4 Omzettingen inoefenen. Steeds positieve en negatieve machten van 10 per drie gebruiken bij de omzettingen. 7 WERKEN MET MEETTOESTELLEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 7.1 Analoge en digitale meettoestellen van elkaar onderscheiden. V-, A-, ohmmeter herkennen. Soort meettoestellen 7.2 De symbolen herkennen. Symbolen op meettoestellen 7.3 De digitale multimeter als volt-ampére en ohmmeter gebruiken. op meettoestellen Het gepast meetbereik spanningsssoort kiezen. 7.4 Zelfstandig uitvoeren. 7.5 Zelfstandig uitvoeren. een en spanningsmeting een Gebruik van de digitale multimeter stroommeting Meten van spanningen Meten van stromen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 7.1 Het onderscheid aantonen met didactische toestellen tussen analoge en digitale meettoestellen. 7.2 Oefeningen maken op het herkennen van de symbolen op een meettoestellen. 7.3 Een digitaal meettoestel leren gebruiken. Een goede en veilige meetmethode aanleren is hier belangrijk voor het verdere verloop van de vele meetopdrachten die leerlingen dienen uit te voeren. De leerlingen meten met een digitaal toestel, maar de leerkracht dient een demo te doen met een analoog toestel om de leerling te laten zien dat de twee toestellen een toepassing vinden. 7.4 Zelfstandig een meetopstelling uitvoeren bij het meten van een stroom en een spanning. Het best integreren bij een ander leerinhoud. (stroomkring en wet van Ohm) Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 53 Elektrotechnieken 2de graad TSO 8 WET VAN OHM LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 8.1 Zelfstandig het verband tussen spanning en stroomsterkte uit een meting afleiden en het wiskundig verband nagaan. Het verband tussen spanning en stroomsterkte bij een vaste weerstandswaarde U I = ---R 8.2 Het begrip weerstand kunnen omschrijven als verhouding tussen spanning en stroomsterkte. Weerstand als verhouding: R = U/I 8.3 Zelfstandig het verband tussen spanning en stroom via een meting in een grafiek weergeven. I = f(U) met R als constante 8.4 Uit de U/I-karakteristiek weerstandswaarde bepalen. I = f (R) met U als constante 8.5 Zelfstandig het verband tussen stroom en weerstand via een meting in een grafiek weergeven. de Toepassingen op de wet van ohm De wet van ohm toepassen in een willekeurige keten. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 8.1 Zie 3.1 in verband met. het SI-stelsel. - Leerlingen dienen het wiskundig verband goed te doorgronden, de begrippen recht en omgekeerd evenredig goed in te oefenen in samenspraak met de collega wiskunde. 8.3 Een verbruiker kiezen met een zuiver resistief gedrag, die weinig temperatuurgevoelig is. Leerling zelf de meting laten uitvoeren. 8.5 Oefeningen maken met realistische waarden. 9 ENERGIE LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 9.1 De term energie omschrijven. De bepaling van energie 9.2 De verschillende vormen van energie omschrijven. Hoofdvormen van energie Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 54 Elektrotechnieken 2de graad TSO 9.3 De omzetting van elektrische energie naar andere energievormen met een praktisch voorbeeld omschrijven. Energieomvormingen De omzetting van andere energievormen naar elektrische energie met een praktisch voorbeeld omschrijven. 9.4 Wet van behoud van energie De wet op het behoud van energie interpreteren. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Elke omvorming van energie gaat gepaard met een gedeeltelijk verlies aan energie. Dit verlies is niet nuttig gebruikt, het is echter niet verdwenen maar omgezet in een energie die niet bedoeld was. (bv. warmte bij een motor, warmte bij een gloeilamp, ...) 9.2 Praktische voorbeelden geven rond de verschillende vormen van energie. 9.3 Didactische panelen en multimedia gebruiken. 9.4 De wet op het behoud aantonen via een proefopstelling met proeflamp. 10 ARBEID, VERMOGEN EN RENDEMENT LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 10.1 Aantonen dat het vermogen van een verbruiker kan bepaald worden door het product van spanning en stroomsterkte. Elektrisch vermogen P, formule, afgeleide formule, eenheid de watt (W) P=UxI 10.2 Veelvoud van de watt weergeven. De kilowatt (kW) 10.3 Zelfstandig het vermogen rechtstreeks meten met een W-meter. (U) Vermogenmeting (U) 10.4 Uit de bepaling van arbeid in functie van het vermogen, de formule voor elektrische arbeid afleiden. Elektrische arbeid W-formule afgeleide formules - de kilowattuur (kWh) W= UxIxt Ws - J - Wh - kWh 10.5 De elektrische arbeid van een elektrisch toestel voor een gegeven tijd berekenen. Berekenen van elektrische arbeid Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 55 - Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De begrippen arbeid, vermogen en rendement staan in een nauwe onderlinge relatie met elkaar. Het vermogen is een vergelijkbare factor wanneer het gaat om toestellen (motoren, huishoudelijke toestellen, lampen, …). - Arbeid of energie is duur en er dient voorzichtig mee omgesprongen, denk maar aan het huishoudelijk verbruik. Sommige enrgiebronnen zullen met de tijd opgebruikt zijn (steenkool, aardolie, …) dus zullen andere bronnen dienen ontgonnen. Goedkope energiebronnen kunnen aangesproken worden (wind, water, …). Schadelijke bronnen dienen vermeden te worden (kernsplitsing, milieuonvriendelijke uitstoot van stoffen). - Het begrip rendement heeft verband met voorgaande begrippen. Hoe groter het rendement hoe minder verlies aan nutteloze energie. 10.1 Voorbeelden uit de praktijk, vergelijken van vermogens. Bv. vergelijking van de vermogens van gloeilampen. - De leerlingen zelf de proefopstellingen laten uitvoeren. - V-meter en A-meter (2 opstellingen). 10.3 In demo een W-meter bijschakelen. 10.4 De formules van arbeid, vermogen en de wet van ohm met elkaar in verband brengen. 10.5 Aantonen dat het vermogen kan berekend worden met de gegevens op de kWh-meter. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 10.6 De praktische eenheid afleiden uit de formule van arbeid, en het nut ervan aantonen. De kWh als praktische eenheid van elektrische arbeid 10.7 Het begrip verduidelijken. Joule - effect “Joule-effect“ 10.7.1 De formule afleiden. W = R I ² x t in Joule 10.7.2 Het nut en het nadeel van het Jouleeffect aan de hand van voorbeelden aantonen. Toepassingen van het Joule-effect 10.8 Het begrip rendement verduidelijken. Rendement-symbool (n) 10.9 Het rendement van een elektrische verbruiker bepalen. Rendement verbruiker Pn n = ----- Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 56 van een elektrische Elektrotechnieken 2de graad TSO Pt PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 10.6 Energiemeters aanhalen. Demonstratieproef met kWh-meter. Faktuur elektriciteitsleverancier bespreken. 10.7 Het Joule-effect aantonen met een weerstand onder spanning, verschillende stromen sturen door enkele weerstanden. De factor I ² toelichten. Wijzen op de gevolgen van slechte contacten. 10.8 Praktische voorbeelden rond rendement, uit de praktijk. Via een praktische oefening de termen toegevoegde en nuttige energie verklaren. 10.9 Het vermogen laten aflezen op kenplaatjes van toestellen. Het rendement theoretisch en praktisch bepalen. 11 SCHAKELEN EN WEERSTANDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN 11.1.1 De soorten onderscheiden. 11.1.2 Het begrip omschrijven. 1.1.2 LEERINHOUDEN schakelingen vervangingsweerstand Serie - parallel - gemengd Vervangingsweerstand Serieschakeling van weerstanden. 11.2.1 Een serieschakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen. Serieschakeling van weerstanden Symbolen van weerstanden 11.2.2 De eigenschappen van een serieschakeling van weerstanden toelichten en de formules afleiden. Eigenschappen van een serieschakeling 11.2.3 In een serieketen de stroomsterkte, de bronen deelspanningen, de verschillende weerstanden berekenen. Vervangingsweerstand - deelspanningen 11.2.4 Zelfstandig een serieschakeling opbouwen en de verschillende grootheden nameten. Metingen en oefeningen op grootheden 11.2.5 Uit de eigenschappen enkele praktische toepassingen toelichten en hun voor- en Toepassingen van de serieschakeling Vooren nadelen van de Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 57 Elektrotechnieken 2de graad TSO nadelen verklaren. serieschakeling PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Een verbruiker, meestal voorgesteld door één weerstand, kan echter bestaan uit meerdere weerstandselementen die op één of andere manier met elkaar verbonden zijn. Het kan gaan om in serie geschakelde weerstanden of parallel of een gemengde schakeling. - Serie geschakelde elementen vinden we terug in een kerstboomverlichting of in schakelingen waar we stroomsterkte onder controle willen houden. De leerlingen dienen op voorhand te weten waar men naar toe wil en welk praktisch nut de verschillende schakelingen hebben. 11.2.1 Via computersoftware is een ondersteuning hier zeker mogelijk. 11.2.3 De resultaten van een oefening overnemen voor een meting. 11.2.4 De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren. De resultaten van de oefeningen overnemen voor de metingen. De leerlingen zelfstandig de metingen laten uitvoeren. 11.2.5 Kerstboomverlichting, voorschakelweerstand, … LEERPLANDOELSTELLINGEN 11.3 LEERINHOUDEN Parallelschakeling van weerstanden 11.3.1 Een parallelschakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen. Schema van een parallelschakeling 11.3.2 De eigenschappen van een parallelschakeling van weerstanden toelichten en de formules afleiden. Vervangingsweerstand 11.3.3 Van een parallelketen de stroomsterkte, de deelstromen en de vervangingsweerstand berekenen. Oefeningen op de parallelschakeling 11.3.4 Zelfstandig een parallelschakeling opbouwen en de verschillende grootheden nameten. Metingen van de grootheden 11.3.5 Uit de eigenschappen enkele praktische toepassingen toelichten en hun vooren nadelen verklaren. Praktische toepassingen Voor- en nadelen van de parallelschakeling Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 58 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Parallel geschakelde elementen vinden we terug in vele huishoudelijke toestellen. Een parallelschakeling komt meer voor in de praktijk dan een serieschakeling, praktisch heel onze huisinstallatie is een vorm van parallelschakelingen. De leerlingen dient gewezen op het feit dat er zelden serieschakelingen voorkomen in de praktijk, dit sluit dan ook uit dat men in de praktijk lampen spontaan in serie schakelt. 11.3.4 De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren. De leerlingen de metingen zelf laten uitvoeren en de resultaten laten vergelijken met de gemaakte oefeningen. LEERPLANDOELSTELLINGEN 11.4 LEERINHOUDEN Gemengde schakeling van weerstanden. 11.4.1 Een gemengde schakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen. Schema van een gemengde schakeling 11.4.2 De gemengde schakeling als een combinatie van een serie- en parallelschakeling beschouwen. 11.4.3 De gemengde schakeling methodisch vereenvoudigen. Vervangingsweerstand 11.4.4 Van een gemengde schakeling de deelspanningen en deelstromen berekenen. Oefeningen schakeling 11.4.5 Zelfstandig een gemengde schakeling opbouwen en de verschillende grootheden meten. Meten van de verschillende grootheden op een gemengde PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De leerlingen doen inzien dat een gemengde schakeling een combinatie is tussen een serie- en parallelschakeling. Deze combinatie komt zeer veel voor. De leerlingen dienen de gemengde schakeling te herleiden tot een zuiver serie- of parallelschakeling. 11.4.3 Aan de leerlingen methoden aanreiken om de vervangingsschema’s te tekenen en te berekenen. De schema’s aanvullen met deelstromen en deelspanningen. 11.4.4 De resultaten overnemen voor de metingen. 11.4.5 De leerlingen zelfstandig de proefopstelling laten uitvoeren. De leerlingen zelf de metingen laten uitvoeren. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 59 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN 11.5 LEERINHOUDEN Belaste en onbelaste spanningsdeler 11.5.1 Zelfstandig een belaste spanningsdeler nameten. Belaste spanningsdeler 11.5.2 Toepassingen in de praktijk toelichten. Toepassingen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 11.5.1 De resultaten van de oefeningen door de leerlingen laten nameten. 11.5.2 De leerlingen het nut van de basisschakelingen laten inzien en laten herkennen in toepassingen. Voorschakelweerstand, shuntweerstand, belaste spanningsdeler, potentiometer, …. 12 WET VAN POUILLET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 12.1 De factoren die de weerstand van geleiders beïnvloeden opsommen. Resistiviteit of soortelijke weerstand Metingen 12.2 Het begrip soortelijke weerstand definiëren, het symbool benoemen en de eenheid afleiden. Soortelijke weerstand () Eenheid: Ohmmeter (m) 1.2.3 De soortelijke weerstand van de meest gebruikte materialen in de elektriciteit opzoeken en gebruiken. Factoren die invloed hebben op de weerstand van vaste geleiders: lengte, doorsnede en materiaalsoort Eenheid en symbool van de grootheid Resistiviteit of soortelijke weerstand 12.4 De wet van Pouillet weergeven. Wet van Pouillet en afgeleide formules xl R = ____ A 12.5 De wet van Pouillet toepassen bij het berekenen van een leiding die voldoet aan de gestelde eisen. Toepassing Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 60 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN. - Sommige onderdelen van de elektrische stroomkring verdienen onze bijzondere aandacht. Eén ervan zijn de leidingen, hoe laten zij de stroom door, welke zijn de gevolgen, welke zijn de voorzorgen die we dienen te nemen om een normaal functioneren van de verbruiker te garanderen. 12.1 Demonstratieproef door de leerkracht aan te tonen. 12.3 Tabel ter beschikking stellen van de leerlingen. De tabel toelichten. 12.4 Recht- en omgekeerde evenredigheid. 12.5 Uit meetresultaten de formule afleiden. Verwijzen naar de SI-eenheden. Toepassen op voorbeelden: - verwarmingsweerstand, spanningsverlies in de leidingen berekenen, halogeenverlichting,… - verwijzen naar het vak Installatiemethoden. LEERPLANDOELSTELLINGEN 12.6 LEERINHOUDEN Geleiderweerstand en temperatuur 12.6.1 Zelfstandig uit een eenvoudige proefopstelling de invloed van de temperatuur op de waarde van de weerstand aantonen en de grafieken opstellen. 12.6.2 Het begrip temperatuurcoëfficiënt verduidelijken, het symbool herkennen en de eenheid afleiden. 12.6.3 De formule toepassen. Invloed van de temperatuur op de waarde van de weerstand Temperatuur als basisgrootheid Formule en begrip temperatuurcoëfficiënt Oefeningen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 12.6.1 Vertrekken vanuit het SI-eenhedenstelsel. Werken met een metaaldraadlamp en een kooldraadlamp. De leerlingen zelfstandig laten meten. 12.6.2 Een algemene formule opstellen bij het begrip temperatuurcoëfficient. De temperatuur van een gloeidraad bij een gloeilamp berekenen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 61 Elektrotechnieken 2de graad TSO 13 SCHEIKUNDIGE SPANNINGSBRONNEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 13.1 De eigenschappen van scheikundige spanningsbronnen toelichten en het symbool herkennen. Ideale spanningsbron 13.2 Het begrip open klemspanning definiëren. De onbelaste spanningsbron 13.3 Het begrip toelichten. De belaste spanningsbron 13.4 Het verband tussen Ri en de toestand van de bron duiden. inwendige weerstand Klemspanning PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - We maken kennis met de scheikundige verschijnselen die optreden wanneer een gelijkstroom door een elektrolyt vloeit. Het gaat hier vooral om het leveren van kleine vermogens voor een zaklantaarn, radio, afstandsbediening, … - Men dient de leerlingen er op te wijzen dat juiste benamingen belangrijk zijn en dat de gevaren bij het gebruik van scheikundige stoffen aandacht verdienen. - De begrippen klemspanning en bronspanning aantonen door deductie. 13.1 Gebruik van didactische panelen of multimedia. 13.2 Gebruik een geladen en een ontladen batterij. Meet het verschil tussen een belaste en een onbelaste spanningsbron. 13.4 De verbanden aantonen via proefopstellingen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 13.5 Het verband tussen open klemspanning, Ri en U in een formule definiëren. Inwendige spanningsval 13.6 Het onderscheid tussen een nietoplaadbare en een oplaadbare batterij herkennen. Oplaadbare batterijen 13.7 Soorten spanningsbronnen herkennen. Soorten spanningsbronnen Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 62 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 13.5 Via proefopstellingen de verbanden aantonen. 13.6 Gebruik een didactisch paneel bij de uitleg rond de opbouw van een batterij. Maak hier gebruik van de multimedia die over dit onderwerp veelvuldig voorhanden zijn. 14 SCHAKELEN VAN SPANNINGSBRONNEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 14.1 Het gebruik van een serieschakeling van batterijen toelichten. Praktische berekening uitvoeren. Serieschakeling van batterijen 14.2 Het gebruik van een parallelschakeling bij batterijen toelichten. Parallelschakeling van batterijen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Om tot een groter vermogen te komen dienen we spanningsbronnen te schakelen. Met de leerlingen een batterij of een accu samenstellen. 14.1 Verschillende combinaties van batterijen, goede en minder goede: in serie en oppositie, door de leerlingen zelf laten nameten. Accutester gebruiken (autotechniek). 15 MAGNETISME LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 15.1 Natuurlijke en kunstmagneten onderscheiden. Het geografische van het magnetische noorden onderscheiden. Natuurlijke en kunstmagneten 15.2 Vormen van magneten opnoemen. Basisbegrippen: Polen, poolas, poolafstand, neutraal vlak 15.3 Aan de hand van een figuur de begrippen magnetische massa en poolsterkte als synoniem herkennen. Magnetische massa 15.4 Aan de hand van een figuur de verschillende delen van een magneet aanduiden en benoemen. Krachtwerking, afstoten en aantrekken Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 63 Elektrotechnieken 2de graad TSO 15.5 De krachtwerking tussen magneten aantonen via een proef. Krachtwerking 15.6 Zelfsandig het magnetisch rondom een magneet ontdekken. Magnetisch veld - magnetisch spectrum 15.7 Zelfstandig de wet van de polen ontdekken en verklaren. veld Wet van de polen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De werking van heel wat elektrische toestellen berust op de bijzondere eigenschappen van het magnetisme. Daarom is het aangewezen inzicht te verwerven over het bestaan, de herkomst en de eigenschappen van het magnetisch veld. - Begrippen zoals magnetisch veld, inductie, flux, poolsterkte ,… komen aan bod. Ook gaan we met de leerlingen de stoffen indelen volgens hun beïnvloeding door dit magnetisch veld. - De leerlingen proefondervindelijk de magnetische eigenschappen van materialen laten ontdekken. 15.1 Praktische voorbeelden tonen. 15.2 Demonstratie met permanente magneten. 15.5 Demoproeven. 15.6 De leerlingen doen deze proef zelf. Proef met ijzervijlsel en kompas. De leerlingen ontdekken het aantrekken en afstoten van de polen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 15.8 Het begrip magnetisch veld duiden en de eigenschappen aantonen. Het magnetisch veld, definitie en eigenschappen 15.9 Eigenschappen en de zin van de veldlijnen weergeven. Veldlijnen 15.10 Zelfstandig de krachtwerking magneten aantonen met een proef. Krachtwerking 15.11 Het begrip permeabiliteit omschrijven als de doorlaatbaarheid van magnetische veldlijnen door een stof. Permeabiliteit in Henry per meter (H/m) 15.12 Het begrip magnetische veldsterkte duiden. Symbool en eenheid benoemen. Magnetische veldsterkte (H) Ampère per meter (A/m) Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 bij 64 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 15.8 Proef met ijzervijlsel, magneten en transparant. 15.9 Buiten de magneet N - Z In de magneet van Z - N Tekening met de loop van de veldlijnen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Het begrip magnetische flux duiden. Symbool en eenheid benoemen. De formule voor flux door een oppervlakte A toepassen. Magnetische flux () Eenheid de weber (wb) 15.14 Inductie als fluxdichtheid duiden. Inductie B in wb/m² 15.15 De verschillende begrippen magnetiseren, demagnetiseren en remanent magnetisme verklaren. Magnetisme, demagnetiseren, remanent magnetisme 15.16 Zacht-magnetische materialen omschrijven. Gemakkelijk te magnetiseren demagnetiseren Klein remanent magnetisme 15.17 Het gebruik van zacht-magnetische materialen toelichten en hun gebruik opsommen. Zacht-agnetische materialen Toepassingen 15.18 Hard-magnetische materialen omschrijven. Moeilijk te magnetiseren en demagnetiseren Groot remanent magnetisme 15.19 Het gebruik van hard-magnetische Hard-magnetisch materialen materialen toelichten en hun gebruik Gebruik opsommen. 15.13 = B . A (wb) B = x H en PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 15.13 Flux = straling 15.14 Analogie met elektriciteit aantonen. Een figuur met veel ten opzichte van weinig veldlijnen per m². Overzichtslijsten met verschillende magnetische materialen ter beschikking stellen. Indien mogelijk vergelijkende tabellen met Bmax . r (voor zachte materialen), en Brem, H coer. voor harde materialen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 65 Elektrotechnieken 2de graad TSO 15.19 16 Permanente magneten bij luidsprekers, meettoestellen, kleine motoren, kastsluitingen, magnetische opspanplaten. ELEKTROMAGNETISME LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 16.1 Uit een proef besluiten dat er een magnetisch veld rond een stroomvoerende geleider bestaat. Proef van Öersted 16.2 De vorm, de zin en de grootte van het magnetisch veld aantonen. Zin en sterkte van het veld 16.3 Zelfstandig de zin en het magnetisch veld op de doorsnede aanduiden. Rechte geleider 16.4 Aan de hand van de regel van de rechterhandgreep de zin van het magnetisch veld rond een stroomvoerende geleider bepalen. Regel van de rechterhandgreep bij de zinbepaling van het magnetisch veld bij een geleider 16.5 Aan de hand van een proefopstelling het magnetisch veld in een winding waarnemen. Magnetisch veld in een winding PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - We kunnen ook kunstmatig magnetisme opwekken, rond elke stroomvoerende geleider ontstaat een magnetisch veld. Om dit veld krachtiger te maken nemen we onze toevlucht tot meer wikkelingen (spoel). We laten de leerlingen met eenvoudige proefjes dit ontdekken. - De toepassingen van elektromagnetisme zijn zeer veelvuldig, laat de leerlingen deze opsommen. Deurbel, zoemer, relais, … De leerlingen kunnen voor deze les didactisch materiaal aanbrengen. 16.1 Een demoproef met een stroomvoerende geleider en een kompasnaald. Proef met ijzervijlsel - leerlingproef. Didactische proeven met verschillende toepassingen. Demoproef met een grof gewikkelde spoel. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 66 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 16.6 De rechterhandgreep gebruiken om de zin te bepalen. Regel van de rechterhandgreep bij de bepaling van de zin van het veld 16.7 Aan de hand van een proefopstelling het magnetisch veld in een solenoïde waarnemen. Een spoel met luchtkern of solenoïde 16.8 De gevolgen van het aanbrengen van een ijzeren kern in een spoel verklaren. Een elektromagneet 16.9 De magnetisatiecurve verklaren. (U) Het begrip verzadiging verklaren. Magnetisatiecurve PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 16.8 Een elektromagneet laten vervaardigen en aansluiten op een bron. Demoproef: regelbare bron, verschillende kernen in de spoel. 16.10 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Aan de hand van schema’s de werking verduidelijken van een bel, elektromagnetische schakelaar, hefmagneten, elektromagnetische beveiliging. Praktisch gebruik elektromagnetisme 16.11 van het Magnetische afscherming Het principe van de kooi van Faraday beschrijven. 16.12 Metingen op een relais Zelfstandig de aantrekstroom en de houdstroom van een relais bepalen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 16.10 Didactische verduidelijking van de schema’s. 16.11 Afscherming van computers, telekabels, … 16.12 De leerlingen stellen zelfstandig de schakeling samen en voeren de metingen uit. 17 17.1 ELEKTRODYNAMISCHE KRACHTEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Het gedrag van een stroomvoerende geleider in een magnetisch veld Stroomvoerende magnetisch veld. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 67 geleider in een Elektrotechnieken 2de graad TSO omschrijven toelichten. en de gevolgen 17.2 Lorentzkracht Met de linkerhandregel de zin van de Lorentzkracht bepalen. 17.3 Het symbool, de grootte, de eenheid . F = B . I . l (N) De factoren die de waarde van de Lorentzkracht bepalen opsommen 17.4 Het gedrag van twee evenwijdig geplaatste stroomvoerende geleiders omschrijven en de gevolgen ervan toelichten. Krachtwerking tussen twee evenwijdig geplaatste stroomvoerende geleiders 17.5 Het werkingsprincipe elektromotor verklaren Praktisch gebruik van elektrodynamische krachten van een de PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Het is belangrijk dat de leerlingen in deze toch wel complexe materie de verbanden kunnen leggen. In dit onderdeel van het leerplan brengen we twee vorige begrippen samen, namelijk het magnetisme (permanent) en het magnetisme ontstaan bij stroomdoorgang in een spoel. Door de beide verschijnselen te combineren zal een stroomvoerende geleider krachten ondergaan. De leerling zal ontdekken dat dit verschijnsel (krachten) praktisch kan gebruikt worden. Het is van belang dit niet louter theoretisch aan te brengen maar minstens door demoproeven en als het enigszins kan via leerlingproeven te ondersteunen. 17.1 Via een demoproef de verschijnselen laten waarnemen. 17.2 Maak gebruik van transparanten of cd-rom met didactische software. 17.5 Elektromotor, draaispoelmeter, luidspreker, … 18 ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR BEWEGING LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 18.1 Het ontstaan van elektromagnetische inductie verklaren. Het opwekken van een spanning in een rechte geleider 18.2 De zin van de geïnduceerde spanning aanduiden en met de rechterhandregel bepalen in een rechte geleider. Zin van de opgewekte spanning in een rechte geleider 18.3 De formule toepassen E = B . l . v (volt). Grootte van de opgewekte spanning Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 68 Elektrotechnieken 2de graad TSO 18.4 De zin van de geïnduceerde spanning aanduiden en deze met de rechterhandregel bepalen. Zin van de opgewekte spanning in een spoel 18.5 De grootte van de opgewekte spanning in een spoel berekenen. De factoren die deze grootte bepalen duiden. De opgewekte spanning in een spoel Het werkingsprincipe generator toelichten. Het praktisch gebruik gegenereerde spanning 18.6 van een E = N . ----t van de PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Batterijen en accu’s zijn te zwak om langdurige en zware krachten te ontwikkelen, bv. het aandrijven van een elektromotor. Met elektriciteit kan men een mechanische beweging opwekken, het omgekeerde is ook waar, via beweging van een geleider in een magnetisch veld ontstaat een gegenereerde EMK in deze geleider (generator). Bij de behandeling van ‘elektrodynamische krachten’ kon al opgemerkt worden dat bij het bewegen van een geleider een EMK gegenereerd wordt. Waarnemen aan de hand van een didactische proefopstelling. Fietsdynamo (generator). 19 19.1 ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR STROOMVERANDERING LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Het veranderlijk magnetisch veld door stroomverandering aantonen. Stroomverandering in een spoel De formule E = - N ------t 19.2 Uit de waarnemingen in een proef het zelfinductieverschijnsel toelichten. Zelfinductie 19.3 De factoren die de zelfinductiecoëfficient beïnvloeden opsommen. Het symbool en de eenheid benoemen. Zelfinductiecoëfficient (L) Eenheid henry (H) 19.4 De inductieve componenten herkennen en hun samenstellingen omschrijven. Inductieve componenten: spoelen en smoorspoelen 19.5 Enkele toepassingen opsommen. spoelen Toepassingen van spoelen op DC en AC 69 Elektrotechnieken 2de graad TSO Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 van 19.6 Uit de waarnemingen vanuit een proef het verschijnsel van de wederzijdse inductie toelichten. Wederzijdse inductie 19.7 De principiële werking transformator verklaren. Praktisch gebruik van het verschijnsel wederzijdse inductie 19.8 Bij een transformator het magnetisch en het elektrisch deel onderscheiden en toelichten. Transformator 19.9 Enkele uitvoeringsvormen van enkelfasige transformatoren toelichten. Beltransformator, scheidingstransformator, regelbare transformator, veiligheidstransformator, ampèretang van een PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 19.1 Demoproef: spoel en kompas. Demoproef: via scoop, reactie op een blokspanning. Met verschillende spoelen, de invloed aantonen van kernmateriaal. Twee spoelen op één kern. Bifilaire wikkeling, transformator met middenaftakking. Didactische borden gebruiken met verschillende uitvoeringsvormen van spoelen. Laat de leerlingen zelf op zoek gaan naar toestellen waar spoelen gebruikt worden. Vestig de aandacht op het veelvuldig gebruik van spoelen in de electronica en hoogfrequenttechniek. (U) Bij transformatoren vooral de nadruk leggen op veiligheid, zoals bij het gebruik bij halogeenverlichting, kinderspeelgoed. Het gevaar benadrukken bij een regelbare transformator (spaartransformator: geen netscheiding) LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 19.10 Uit de waarnemingen in een proef het bestaan van wervelstromen aantonen. Wervelstromen 19.11 Het ontstaan verklaren. 19.12 Het ontstaan toelichten. 19.13 De maatregelen om het wervelstroomen ijzerverlies te beperken toelichten. Maatregelen beperken 19.14 Toepassingen van de elektromagne- Toepassingen Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 van van wervelstromen ijzerverliezen 70 Ijzerverliezen (magnetisch verlies) om wervelstromen te Elektrotechnieken 2de graad TSO tische inductie opsommen en verklaren PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 19.10 Wervelstroomrem op vrachtwagens. Als rem in de kWh-meter. Foucaultrem (3de graad), transformatorprincipe, smoorspoel, inductieoven, … 19.14 Elektromagnetische microfoon, platenspeler,… 20 ELEKTROSTATICA LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 20.1 Het begrip elektrostatica verklaren Begrip elektrostatica 20.2 Het ontstaan van een positieve en een negatieve lading toelichten. Het begrip elektrische lading (Q) Eigenschappen - eenheid de coulomb (C) 20.3 Het onderscheid in het aanbrengen van ladingen verklaren. Lading overbrengen door: - contact - wrijving - inductie 20.4 De onderlinge krachtwerking tussen Onderlinge krachtwerking elektrisch geladen voorwerpen aantonen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Deze leerinhouden niet te theoretisch behandelen, zeer praktisch aanbrengen en beperken in tijd. - We behandelen de elektriciteit in rust, geef een uitleg aan de benaming elektrostatica. - Onze dagelijkse bezigheden laten ons kennis maken, soms voelen, dat deze ophopingen van ladingen een realiteit is. Dit tonen we best aan met zoveel mogelijk proefjes, afhankelijk van de mogelijkheden, tal van proeven zijn aanwezig in de labo’s fysica. 20.1 Verwijzen naar de bouw van de stof. 20.4 Didactische proeven, praktijkvoorbeelden. Leerlingproefjes. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 71 Elektrotechnieken 2de graad TSO 21 CONDENSATOREN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 21.1 Het begrip capaciteit omschrijven. Capaciteit 21.2 Het symbool herkennen. Capaciteit (C), Farad (F) 21.3 De condensator als een specifieke component met capaciteit aanduiden. Condensator De opbouw van een condensator 21.4 Een aantal uitvoeringsvormen en hun toepassingsgebied opsommen Soorten en hun toepassing 21.5 De samenstelling van een condensator omschrijven en zijn toepassing duiden. Samenstelling Toepassingen 21.6 De gevaren bij het gebruik van condensatoren onderkennen. Veiligheid 21.7 Het gedrag van een condensator aangesloten op een gelijkspanning verklaren. Condensator op gelijkspanning 21.8 De waarde van een capaciteit bepalen uitgaande van de constructiegegevens. Q C = -----U 21.9 De gegevens vermeldt condensatoren interpreteren. Gegevens Kleurcode en de eenheid op A C = -----d PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Demoproef die aantoont dat een bron haar lading op de platen van een condensator overbrengt en dat die lading blijft bestaan na het wegnemen van de bron. Multimedia. Veiligheid, milieu (pcb ‘s), zie ‘Installatiemethoden’. Op een didactisch bord de verschillende uitvoeringen tonen, zeker een overzichtstabel bezorgen aan de leerlingen. De nadruk leggen op het feit dat men bij ontlading zeker veiligheidsmaatregelen dient te treffen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 72 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 21.10 De Ur, Uc en i grafisch herkennen. Laden en ontladen 21.11 De formule voor de tijdsconstante van een RC keten herkennen. (U) Tijdsconstante 21.12 De parallelschakeling van condensatoren tekenen en de vervangingscapaciteit berekenen. Inzien dat de lading verdeeld wordt. Parallelschakeling van condensatoren 21.13 De serieschakeling van condensatoren tekenen en de vervangingscapaciteit berekenen. Inzien dat de lading overal dezelfde is. Serieschakeling van condensatoren PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 21.6 Opnemen van een grafiek door de leerkracht als demo (U). 21.8 Enkele oefeningen oplossen rond de parallelschakeling van condensatoren. De leerlingen kunnen de grafieken en de metingen op een scoop vergelijken. De leerlingen voeren, indien mogelijk, de metingen zelf uit. De scoop dient dan wel als meetinstrument behandeld te zijn. 22 SINUSOÏDIALE SPANNINGEN EN STROMEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 22.1 De voornaamste vormen van spanningen en stromen herkennen. Soorten elektrische stromen Wisselspanning: sinusoïdale spanning 22.2 Het opwekken van een wisselspanning verklaren en het ontstaan ervan toelichten. Opwekken van een sinusvormige éénfasige wisselspanning 22.3 De wiskundige formule voor het berekenen van de gegenereerde spanning in een draaiend raam toelichten. 22.4 De verband tussen pulsatie, frequentie en periode aantonen. 22.5 Kenmerkende eigenschappen: periode (T), frequentie (f), cirkelfrequentie () Wiskundig verband Het wiskundig verband tussen de periode T en de frequentie f aantonen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 73 Elektrotechnieken 2de graad TSO 22.6 De begrippen van een sinusvormige wisselstroom of spanning onderscheiden en de praktische betekenis toelichten. Waarden van de wisselspanning en stroom: - ogenblikkelijke waarde - effectieve waarde - gemiddelde waarde - top-tot-topwaarde 22.7 Het verband tussen deze twee begrippen begrijpen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - De wisselstroom neemt een zeer belangrijke plaats in de leerstof van de derde graad. Deze vorm van energie wordt in de centrales opgewekt en komt via het net naar de ver bruiker. De leerlingen dienen erop gewezen dat deze stroomsoort voortdurend van zin en grootte verandert. De begrippen wisselspanning, wisselstroom duidelijk plaatsen, dit kunnen we best doen met een grafische voorstelling. De leerlingen moeten voldoende vertrouwd worden met grafische voorstellingen om vervolgens andere begrippen te kunnen plaatsen. 22.1 Met een oscilloscoop aantonen - maak gebruik van een cd met didactische softwares. 22.2 De principiële opbouw van een éénfasige wisselstroomgenerator toelichten en aan de hand van een proef verduidelijken. 22.3 De verschillende eigenschappen benaderen en dit zelfstandig vanuit metingen met de oscilloscoop en de universele meter. Indien mogelijk de leerlingen zelf deze waarden laten ontdekken via meting met de scoop. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 74 Elektrotechnieken 2de graad TSO VECTORIËLE VOORSTELLING 23 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 23.1 Het verband tussen een sinusoïdale wisselspanning en de vectoriële voorstelling aanduiden. Verband tussen vectoriële sinusoïdale voorstelling 23.2 De begrippen faseverschil, voorijlen, naijlen, in fase, tegenfase toepassen op de sinusoïdale en vectoriële voorstelling. Faseverschil In fase Voorijlen Naijlen Tegenfase 23.3 Het optellen en vectoren toepassen. Samenstellen vectoren ontbinden van en ontbinden en van PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De leerlingen vertrouwd maken met het werken met vectoren, dit in samenspraak met de collega’s wiskunde en mechanica. - Door middel van oefeningen de leerlingen het optellen en ontbinden van vectoren aanleren. Eenmaal hiermee vertrouwd kunnen we met de leerlingen nagaan hoe we met deze grootheden dienen te werken. - Een sinus kunnen we voorstellen als een draaiende vector, wanneer spanning en stroom niet gelijktijdig vetrekken laten we vectorieel zien wat de begrippen in fase, voorijlen en naijlen betekenen. - De leerlingen zullen na een tijd deze manier van benaderen overnemen en inzicht verwerven. 23.1 Maak gebruik van bestaande simulatiesoftware. Vertrekken vanuit vectoren die ronddraaien met een hoeksnelheid . 23.2 Via oefeningen het verband duiden. Verband met de wiskunde. 24 ENKELVOUDIGE WISSELSTROOMKETENS Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 75 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 24.1 Zelfstandig een resistieve keten opbouwen en stroom en spanning meten, op AC en DC. De zuiver resistieve keten Metingen op een zuiver resistieve kring 24.2 De eigenschappen van een zuiver resistieve keten herkennen (AC en DC). Eigenschappen gelijkspanning 24.3 bij wissel- en Invloed van de frequentie Weten dat de frequentie bij een zuiver resistieve keten geen invloed heeft. 24.4 Vectordiagram en formules Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver resistieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen. 24.5 Wet van Ohm De wet van Ohm voor een zuiver resistieve keten toepassen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - De leerlingen maken kennis met een wisselstroomketen, waarin een ohmse weerstand R, een spoel L (inductief) en een condensator C (capacitief) zich gedragen als elementen aangesloten op een wisselspanning. Aan de leerlingen tonen dat er zich bij wisselstroom andere verschijnselen voordoen dan bij gelijkstroom. - Samen met de leerlingen het gedrag onderzoeken van deze 3 componenten, elk afzonderlijk aangesloten op een wisselspanning. - Later in de 3de graad onderzoeken we de verschijnselen van de 3 componenten in combinatie met elkaar. Deze materie ondersteunen met proeven. 24.1 Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen. 24.2 Demo met de scoop. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Het Joule-effect De zuiver capacitieve keten Metingen op een zuiver capacitieve keten Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 76 Elektrotechnieken 2de graad TSO 24.6 De Joule-verliezen in een weerstand berekenen. (U) 24.7 Zelfstandig een capacitieve keten opbouwen, de stroom en spanning meten op AC en DC. 24.8 De eigenschappen van een zuiver capacitieve keten herkennen (AC en DC). Eigenschappen gelijkspanning 24.9 De formule gebruiken. De capacitieve reactantie Xc 24.10 De invloed van de frequentie verklaren op een capacitieve keten. van capacitantie bij wissel- en Vectordiagram en formules PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen. - Grafische voorstelling Xc = f (f). - De invloed verklaren van de frequentie op een capacitieve keten (tot 5 kHz). LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 24.11 Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver capacitieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen. Wet van Ohm 24.12 Het bepalen van de capaciteit met behulp van de wet van Ohm. De praktische inductieve kring 24.13 De eigenschappen van een inductieve kring herkennen bij AC en DC. Metingen op een praktische spoel De verschillen aantonen tussen een spoel op AC en DC. 24.14 Het equivalent schema praktische spoel tekenen. 24.15 De eigenschappen van een zuiver inductieve kring herkennen. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 van een 77 Vervangingsschema De zuiver inductieve kring Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De invloed verklaren tot 5 kHz. - U en I verschoven, verschuiving bepalen. Demo met scoop. - Metingen op een hoogohmige inductieve kring zowel op AC als op DC. - De ohmse weerstand van een spoel bepalen met een ohmmeter of de V-A meter methode. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 24.16 De formule voor inductantie gebruiken. De invloed van de frequentie verklaren. De inductieve reactantie XL en de invloed van de frequentie 24.17 Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver inductieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen. Vectordiagram en formules 24.18 De wet van Ohm voor een zuiver De wet van Ohm inductieve keten toepassen. (U) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Grafische voorstelling XL = f (f). - De opbouw van dit hoofdstuk ondersteunen met een aanschouwelijke vorm van onderricht. De leerlingen dienen door metingen en oefeningen inzicht te verwerven in deze leerstof. Ook het gebruik van simulatie via software kan een goede didactische ondersteuning vormen. MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 2 Klassikaal - Een of meer verticale didactische panelen met de gepaste bouwstenen voor de demonstratieproeven Soorten geleiders en isolatoren Batterijen, accu’s Een DC-voeding Een niet-gestabiliseerde voeding (ongeveer 20 A) voor proeven rond elektromagnetisme Didactische, goed af te lezen meettoestellen Een LF-functiegenerator (eventueel met digitale uitlezing) Een oscilloscoop Een Watt-meter Een kWh-meter Een cos -meter Elektrische motor, luidspreker, draaispoelmeter, transformator Multimedia pc met didactische software en internet-aansluiting Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 78 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Projectiesysteem Transparanten Catalogi, info-cd-rom’s … Normen, reglementeringen, lijsten, tabellen, kenplaatjes van elektrische toestellen … Per meetgroep - - 3 Universeel plug-systeem met componenten en verbindingselementen voor de diverse proeven en metingen. Componenten om stroomkringen op te bouwen: bron, veiligheden, schakelaars, verbruikers zoals verschillende soorten lampen, soorten weerstanden, potentiometers, geleiders … Componenten voor de proeven rond magnetisme: magneten, kompas, ijzervijlsel, magnetisch en niet-magnetisch materiaal, spoelen, elektromagneten, relais … Condensatoren Meetsnoeren Digitale multimeters Een regelbare DC-voeding (bijvoorbeeld 0-30 V, 0-2 A, kortsluitvast) Een eenvoudige LF-generator (U) Een eenvoudige oscilloscoop EVALUATIE Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen: - de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen bekend te zijn; zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen; evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase; indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring. De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend: - Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband, moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen de probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de gegevens af te leiden. - Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct kunnen weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste interpretatie kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk vooropgesteld stramien te hanteren. Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit verslag, maar dient ook de activiteiten van de leerlingen tijdens de meetsessies in rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor zelfstandigheid en nauwkeurigheid, aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid, bereidheid tot teamwork ...). Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 79 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden afgeleid. - Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal vormen kunnen hierbij worden gebruikt: • Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof. • Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in hun juiste context kunnen plaatsen. - Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit groter geheel. 4 BIBLIOGRAFIE BAELE, D., BOODTS, W., CLABOUT, F., Elektra 1, Uitgeverij Plantyn Wolters. CLAERHOUT, L., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. GOES, P., Basiselektriciteit, Uitgeverij Die Keure. HAP, P., Tabellenboek en Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam technische Boeken. Op ’T ROODT, M.A.J., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij van In. ROELANTS, J., Software Elektra, Uitgeverij van In. STANDAERT, K., Gedifferentieerd leerpakket Elektriciteit, Standaard Educatieve Uitgeverij. TEUNISSEN, F., Elektrotechniek vaktheorie-naslagwerk 1-2, Uitgeverij W.J. Thieme & Cie. Software TINA, Uitgeverij Die Keure. Software multiSIM, Electronics Workbench - Antratek. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020 80 Elektrotechnieken 2de graad TSO ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO INSTALLATIEMETHODEN D/2002/0279/020 Installatiemethoden D/2002/0279/020 83 Elektrotechnieken 2de graad TSO INHOUD 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ............................................... 85 2 EVALUATIE ...................................................................................................... 126 3 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN....................................................... 127 4 BIBLIOGRAFIE ................................................................................................ 129 Installatiemethoden D/2002/0279/020 84 Elektrotechnieken 2de graad TSO 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 VEILIG EN MILIEUBEWUST OMGAAN MET ELEKTRISCHE ENERGIE EN DE NODIGE MAATREGELEN VOORZIEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 De gevaren onderkennen die het gebruik van elektrische energie meebrengen. Oorzaken en gevolgen van onveilige situaties. 2 De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werkzaamheden naleven. Veiligheidsvoorschriften - de gebods- en verbodstekens - werkplaatsreglement - persoonlijke beschermingsmiddelen 3 Het werkplaatsreglement kennen en naleven. Werkplaatsreglement 4 De persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen kennen en de richtlijnen terzake naleven. Persoonlijke beschermingsmiddelen 5 De voordelen van veilig versterken en het veilig aantrekkelijker maken. Veiligheidsgewoonten 6 De bescherming bevorderen. van gedrag gedrag anderen Bescherming PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij alle activiteiten dient het aspect veiligheid, hygiëne en milieu als een rode draad aanwezig te zijn. Enkel de gebods- en verbodstekens die concreet toepasbaar zijn op de werksituatie en de productrealisatie dienen aan bod te komen. Zorg voor een eenvoudig en duidelijk werkplaatsreglement, verwijs er voortdurend naar en voer geen gedoogbeleid. Bij de aanvang van elke nieuwe opdracht de aandacht vestigen op veilige werkmethoden. Firma's raadplegen rond pictogrammen. Sluiten van deuren, afdekken van klemmen, uitschakelen van voedingen. Installatiemethoden D/2002/0279/020 85 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 7 Volgens de geldende afspraken afval sorteren en opslaan. Milieuvoorschriften 8 De gereedschappen en machines veilig benaderen en ermee omgaan volgens de regels van goed vakmanschap. Specifieke veiligheidsbegrippen in de elektriciteit: - aanrakingsgevaar, elektrocutie - isolatie, aarding - te treffen veiligheidsmaatregelen - keur- en veiligheidsmerken - keuze van beveiligen - opbouw van stellingen en ladders - bediening van hoogtewerkers 9 Controle uitvoeren van elektrische installaties. Controle - door de gebruiker - door de installateur - door een erkend organisme PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB. Minicontainerparken installeren in de school. OVAM-regeling hanteren. Zie de informatie bij het ‘Veiligheidsinstituut, Jesusstraat, Antwerpen’. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 10 Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te duiden. Pictogrammen 11 De Europese toelichten. Europese regelgeving Normen Kwaliteitsmerk Beschermingsgraad van toestellen 12 De gepaste veiligheid kiezen in functie van de opdracht en de gebruikte toestellen, de veiligheidsregels in de elektrische installatie integreren. Normen ARAB - AREI Voorschriften van de stroomleverancier 13 De regels van goed vakmanschap omschrijven. Goed vakmanschap 14 De hygiënische toelichten. Hygiënische voorschriften Installatiemethoden D/2002/0279/020 regelgeving terzake voorschriften 86 plaatselijke Elektrotechnieken 2de graad TSO 15 Verantwoordelijkheid opnemen omtrent elkaars veiligheid en gezondheid. EHBO-beginselen rond elektrocutie Verzorgen van kleine verwondingen 16 Zin hebben voor en verantwoordelijk zijn voor orde, netheid, gezondheid en milieu. Orde, netheid, gezondheid, milieu 17 De klant inlichten over de plichten bij het veilig gebruiken van een elektrische installatie. Plichten van de gebruiker PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 2 Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de veiligheidsmaatregelen tonen. Aandacht voor linkshandigen. Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijs naar de Europese reglementering. De keuze van de elektrische beveiligingen in schema's en schakelingen integreren. Raadpleeg terzake ook NBN, EN 60204-1. Aandacht voor restmaterialen en batterijen. Tabellenboek gebruiken. Koper en lood zijn giftig. DE WERKZAAMHEDEN PLANNEN EN DE VOORBEREIDINGEN TREFFEN OM EEN HUISINSTALLATIE UIT TE VOEREN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 18 Kennismaken met de gegevens op een bouwplan. Het bouwplan 19 De noodzaak verklaren. Tekennormen 20 De symbolen rangschikken naar type en gebruik. Symbolen: types en gebruik 21 De noodzakelijke symbolen herkennen en toepassen. Symbolen 22 De doelstellingen van de verschillende schema’s onderscheiden. Naar tekenwijze Eénlijnig Veellijnig 23 Bestaande schema’s lezen. Indeling naar doelstellingen: Verklarende schema's - Eendraadschema's - Stroombaanschema's - Situatieschema's Installatiemethoden D/2002/0279/020 van tekennormen 87 Elektrotechnieken 2de graad TSO Uitvoeringsschema’s - Bedradingsschema's - Leidingschema's - Aansluitschema's PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - Uitleggen waarom er bepaalde normen dienen afgesproken te worden. Gebruik maken van enkele normen (EN 60617 – 1 tot 13). Vademecum van de installateur (Electrabel). De symbolen die gebruikt worden in een eenvoudige huisinstallatie dienen gekend te zijn, en dit in enkel- of meerlijnige tekenwijze. Bij codeletters verstaan we enkel de benaming van de symbolen. De nummering van de schakelaar-aansluitpunten wordt niet meer aangeleerd, omdat ze toch niet echt bestaan op de schakelaars. Wel belangrijk is de benaming en nummering van de reële bestaande klemnummering. Bij schakelaars onderscheidt zich dit tussen een herkenningspunt (diep, ster, L, O). Het onderscheid aantonen tussen de vaste en losse tekenwijze met enkele voorbeelden. De leerlingen laten gebruikmaken van het dossier van een huisinstallatie. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 24 De codeletters van symbolen opzoeken en gebruiken. Codeletters van onderdelen 25 De codeaanduidingen op de juiste plaats tekenen. Plaats van de codering 26 Op een eenvoudig schema de geleiders en contacten merken. Fasegeleider, nulleider, PE-geleider, Hoofd- en hulpcontacten 27 Gebruik van 230 V spanning aantonen. Gebruik van 230 V 28 Kleurcode van de draden in een elektrische installatie herkennen. Kleurcode PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - Aan de hand van een of twee eenvoudige lichtschakelingen, voorbeelden geven van de verschillende soorten schema's. Dit alles op een overzichtelijke structuur samengevat en moet steeds ter beschikking van de leerling staan. Over het voedingsnet spreken we enkel over een mono- of enkelfasig net 230 V. Hoe wordt ze van het net gehaald, en met welke kabel binnengebracht (energiekabel)? Toevoer langs de lucht/ondergronds. Aantonen en laten aantonen over het gebruik van 230V, samenhangend met het gevaar en de nodige veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden. Het tonen van een video van CPR, elektrocutie, voordracht EHBO. Voorbeelden van veilige en onveilige situaties laten aantonen door de leerlingen. Installatiemethoden D/2002/0279/020 88 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - - Eventueel zelf voorbeelden geven van onveilige situaties en de leerlingen deze situaties laten uitwerken tot veilige situaties. Voorbeelden geven aan de hand van catalogi in verband met persoonlijke beschermingsmiddelen. Voorbeelden geven met didactische materialen goed, veilig gereedschap, persoonlijke beschermingsmiddelen. Kleurcode: blauw, geel-groen. De andere kleurcode is volledig vrij (een kleurcode in samenwerking met de plaatselijke stroomleverancier afspreken). Op enkele plaatsen in de werkplaats dienen informatieborden voorhanden te zijn in verband met hulp aan derden rond elektrocutie. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 29 De eisen en reglementen waaraan een huisinstallatie moet voldoen opzoeken. Voorschriften en reglementen AREI 30 De wensen van de eigenaar nagaan, begrijpen en uittekenen. Bezoek aan een bestaande woning Wensen van de eigenaar 31 Een situatieschema tekenen in functie van voorgaande doelstellingen. Situatieschema 32 De vijf basisschakelingen op een situatieschema weergeven en verantwoorden. Enkelpolige schakeling Dubbelpolige schakeling Dubbele aansteking Wisselschakeling Kruisschakeling PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Gebruik van het AREI voor het opzoeken van de basisreglementen voor een huisinstallatie. diff. 30 en 300 mA, badkamer: verschillend volume en zijn verband met de elektrische installatie, stopcontacten met beveiliging: aarding, kinderbeveiliging, buitenverlichting, aantal stopcontracten per kring, aantal lichtkringen, speciale kringen (wasmiddelen, afwasmiddelen, droogkuis, elektrisch fornuis, stoomoven) (dus kringen met een zwaar vermogen), draadsectie met zijn installatieautomaten. De vijf basisschakelingen herhalen met een ander situatieschema. De wensen van de eigenaar omzetten op een plan. De naverwerking is hier belangrijk. Hier mag zelfs een bespreking komen met een eigenaar. Heel voornaam is een plan van een reële nieuwbouw te bespreken met de eigenaar. (Dit is motiverend voor de leerling). Installatiemethoden D/2002/0279/020 89 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - Eventueel, op bepaalde tijdstippen, een bouwplaats bezoeken om de leerlingen voeling te geven met de realiteit. Een situatieplan van een eenvoudige woning zelfstandig kunnen uittekenen: living, badkamer en keuken: inbouw in stenen muur, garage: opbouw op stenen muur, slaapkamer: inbouw in gipsplaten muur. Aardingen komen later aan bod. Aandacht bij het plaatsen van meubels, radiatoren, enz. Schakelaars worden door de fabrikant voorzien van een nummer volgens de normen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 33 De installatie indelen in stroomkringen, rekening houdend met het AREI. Indeling stroomkring 34 Het eendraadschema opstellen met de nodige symbolen en aantekeningen. Het eendraadschema 35 Een aardingslus en een aardingsklem herkennen. Aardingslus - aardingsklem 36 Een volledig samenstellen. Frontblad Situatieplan Eendraadschema 37 Het verband leggen tussen de draadsectie en de te kiezen beveiliging. elektrisch dossier Draadsectie - beveiliging Tabellen raadplegen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Vooraf een bestand dossier tonen en grondig bespreken. De installatie opdelen in kringen, rekening houdend met het AREI. Eveneens de speciale kringen uitwerken. Artikel van aardingsweerstand opzoeken in het AREI . Aandacht schenken aan de juiste symboliek met de functie ervan. Een volledig elektrisch dossier opbouwen: Voorblad: gegevens eigenaar, uitvoerder, adres, ... Situatieplan: uitgewerkt op bouwplan, met aandacht voor bouwkundig tekenen. (bv. bouwplan, muren, ramen, deuren, kasten, ...) Eendraadschema: volledig uitgewerkt, met al de symbolen, naam eigenaar, naam uitvoerder. De leerlingen krijgen tabellen ter beschikking: verhouding draadsectie - stroomdoorgang 34: in het eerste jaar een zeer eenvoudige huisinstallatie in het tweede jaar een uitgebreide volledige huisinstallatie met comfortschakelingen. Installatiemethoden D/2002/0279/020 90 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 38 Een keuringsverslag lezen. Keuringsverslag 39 De vereiste materialen kiezen om een huisinstallatie uit te voeren. Materialenlijst opstellen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Een bestaand keuringsverslag lezen, en eventuele opmerkingen theoretisch oplossen. De leerlingen kiezen de nodige materialen uit catalogi en multimedia. Een video van de verschillende materialen en hun gebruik ervan is eveneens nuttig. De lijst moet volledig zijn. Bij het tekenen volgende wenken in acht nemen: normen: EN - 60617 van 1 tot en met 13, een cd-rom is ter beschikking in de school of bij de begeleiding, de leerlingen integreren schetsen en CAD bij het verwerven van de tekenvaardigheden. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 40 De noodzaak van normen verklaren. AREI, IEC, EN, ARAB 41 Het doel van het CEBEC omschrijven. Kwaliteitsmerk 42 Enkele buitenlandse kwaliteitsmerken verklaren. Buitenlandse kwaliteitsmerken 43 De verschillende beschermingsgraden (IP) verklaren. Beschermingsgraden 44 De betekenis cijfercombinaties opzoeken. Betekenis van cijfercombinaties 45 De soorten isolatie opnoemen en de symbolen herkennen. Isolatie van materialen Symbolen bij dubbele en totale isolatie 46 De betekenis en de aanduiding toelichten bij klassen van materialen. Klassen van materialen van in kwaliteitsmerk letteren het AREI letter- en PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Opzoekingen doen in de reglementen in functie van een huisinstallatie (AREI). Tabellen gebruiken met voorbeelden van: klassen van het materiaal: 01- 02 - 03 - ... uitwendige invloedsfactor: AD1 - AD2 - AD3 - ... beschermingsgraad IPxx-A/IPxx-B/IPxx-c/IPxx-D (AREI 24 juni 2002) Installatiemethoden D/2002/0279/020 91 Elektrotechnieken 2de graad TSO veiligheidscurve: verband leggen in curve tussen verschillende spanningen en de uitschakelsnelheid van de spanning bij verschillende huidvochtigheid: BB1 - BB2 - BB3. - Al de symbolen voor een huisinstallatie met lettercode, bestaande klemnummering; (voorrangsrelais, voorkeurrelais, digitale klok, impuls, trappenhuis, trappenhuis met dimfunctie, eenvoudig programmeerbare toestellen, parlofoon, verduisteringschakeling, sensorschakeling (IR) met schakelaar om de volgende mogelijkheden te kunnen uitvoeren: verlichting volledig af, verlichting automatisch, verlichting manueel aan. Uiteraard komen de items geleidelijk één voor één in het jaarplan ter sprake. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 47 Gecombineerde lichtschakelingen herkennen, tekenen en hun werking verklaren. De 5 basisschakelingen en: dubbelpolige wisselschakeling wissel- wisselschakeling 48 Basissymbolen voor een motorschakeling herkennen en tekenen. De werking van een eenvoudige motorschakeling verklaren. Start-stop drukknopposten met codering Start-stopschakeling vanop 1 plaats Start-stopschakeling vanop 2 plaatsen Start-stopschakeling met signalisatie Letter- en nummercodering toepassen. Codering volgens AREI / EN 60204 Kleurcode bedrading, signalisatie bij de drukknoppen toepassen. Gebruik AREI keuringsorganisaties 49 Verschillende tekenwijze toepassen. Volgens plaats Volgens tekenwijze 50 Soorten schema's kennen. Verklarende schema's Uitvoeringsschema's Situatieschema's Studieschema's en officiële PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - De werking van verschillende gecombineerde schakelingen behandelen via tekenen. Bij gecombineerde lichtschakelingen vertrekt de leerling best vanuit een gegeven buisschema. Een gecombineerde lichtschakeling kan ook een wisselschakeling zijn in combinatie met een dubbelpolige , … Basissymbolen van een motorschakeling dienen aangebracht te worden: 'motor'thermische beveiliging-start-stop-overneemcontact-contactor. Werking, materiaal, onderdelen van een contactor. De verschillende soorten schema's worden met voorbeelden zeer duidelijk en eenvoudig uitgetekend. Deze voorbeelden worden ter beschikking gesteld. Installatiemethoden D/2002/0279/020 92 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Bij elke schakeling dient het AREI gebruikt te worden waarmee men aantoont waarom men een schakeling op een bepaalde manier opbouwt. Ook zeer belangrijk is dat men bestaande schema's van huisinstallaties en motorschakelingen leert ontleden en lezen. De juiste symbolen dienen herkend te worden. Met enige begeleiding de werking laten verklaren aan de hand van schema’s. Kleurcode bedrading motorschakelingen (zwart-rood-blauw-lichtblauw-oranje). Kleurcode signalisatielampen en drukknoppen opzoeken in EN-norm en de machinerichtlijnen. 3 TECHNIEKEN EN GEREEDSCHAPPEN OORDEELKUNDIG KIEZEN BIJ DE UITVOERING VAN RUWBOUWWERKEN 3.1 Uitvoeringstechnieken en gereedschappen voor het maken van sleuven en gaten in muren, vloeren en wanden LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 51 Soorten bouwmaterialen ondetscheiden. Snelbouw, Ytong, gipsblokken, beton ... onderscheid naar afmeting, hardheid van het materiaal, toepassingen, gebruikte mortelspecie, lijm 52 Machines om gleuven te maken met de soorten bouwmateriaal associëren. Haakse slijpmachine (met stofafzuiging) met enkel of dubbelblad, freesmachine 53 Veiligheidsvoorschriften in verband met het gebruik van een haakse slijpschijf toelichten. Veiligheidsbril, helm, stofmasker 54 Soorten slijpschijven met het soort bouwmateriaal associëren. Staal, roestvrijstaal, steen en nonferrometalen, beton, natuursteen 55 Werkmethode voor het maken van sleuven toelichten. Stabiele werkpositie, slijprichting, slijpschijf aangepast aan het te bewerken materiaal Sleufdiepte, sleufbreedte 56 Soorten gereedschap om gleuven vrij te maken met het soort bouwmateriaal associëren. Bouwhamer, platte beitel, puntbeitel, elektropneumatische hamer PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Het is de bedoeling dat de leerlingen zo realistisch mogelijk kennismaken met de bouwmaterialen die gebruikt worden in de residentiële woningbouw. Enkel die kenmerken aan bod laten komen die relevant zijn, zoals de hardheid van het materiaal, de vorm, de afmetingen, toe te passen mortelspecie, enz.. Laat de leerlingen overzichtstabellen opstellen aangaande deze bouwmaterialen. Installatiemethoden D/2002/0279/020 93 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Een goede kennis van de bouwmaterialen draagt bij tot de keuze van de juiste gereedschappen, ook deze kunnen in de tabel opgenomen worden. Speciale aandacht voor de samenhang tussen veiligheidsvoorschriften en de werkmethoden bij het gebruik van een slijpschijf. Opzoekingen via internet kunnen de leerlingen helpen bij het opstellen van de overzichtslijsten. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 57 Soorten machines bij het maken van doorvoeren in muren, vloeren en wanden onderscheiden. Elektropneumatische boormachine, met elektronische of mechanische slipkoppeling, snoerloze boormachine 58 Soorten boren met het bouwmateriaal associëren. Steen, beton, hout, metaal 59 De werkmethode bij het maken van doorvoeren toelichten. Boorrichting (van binnen naar buiten), boren in plafond, boren in betonnen dwarsliggers (afspraak met architect) 60 Veiligheidsvoorschriften in verband met het maken van doorvoeren toelichten. Stabiele werkpositie (stelling), veiligheidsbril, helm, stofmasker, boormachine met slipkoppeling 61 Noodzaak van de netheid van de bouwplaats toelichten. Na slijp- en hakwerk de bouwplaats opruimen, veiligheid, kwaliteitszorg soort PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - 3.2 62 De soorten gereedschappen en machines opnemen in een documentatiemap. Speciale aandacht besteden aan het maken van doorvoeren in beton, het nut van een slipkoppeling benadrukken, als praktijkvoorbeeld kan hier het blokkeren van het boor aangehaald worden bij aanwezigheid van ijzer in het beton. Een boormachine heeft een stand ‘kloppen’ en een stand ‘boren’ , leerlingen vergeten vaak de omschakeling te doen. Goed gereedschap dient onderhouden te worden. We vergeten ook de verlengsnoeren niet. Uitvoeringstechnieken en gereedschappen om gaten te maken in wanden voor inbouwdozen, verdeelkasten en inbouwspots LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Soorten inbouwdozen onderscheiden en toelichten. Diep, halfdiep, universele inbouwdoos Centraaldoos, merkgebonden inbouwdoos Inbouwdoos voor holle wanden, samenstellen meervoudige inbouwdoos Installatiemethoden D/2002/0279/020 94 Elektrotechnieken 2de graad TSO 63 Werkmethode voor het maken van gaten voor inbouwdozen en verdeelkasten in muren toelichten. Gleufdiepte, slijprichting 64 Werkmethode voor het maken van gaten voor inbouwdozen in holle wanden toelichten. Gebruik van een kroonboor, middelpunt bepalen en aftekenen, werkwijze voor enkelvoudige en dubbele inbouwdoos 65 Soort kroonboor met het bouwmateriaal associëren. Kroonboor voor beton, steen en gips, gipsplaten, houten panelen Boren met waterkoeling (beton) 66 Veiligheidsvoorschriften in verband met het boren van gaten voor centraaldozen in inbouwspots toelichten. Stabiele werkpositie, veiligheidsbril 67 Soorten machines voor het boren van gaten voor inbouwdozen, centraaldozen en inbouwspots toelichten. Boormachine met elektronische of mechanische slipkoppeling soort PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De soorten inbouwdozen naar vorm, afmetingen en toepassingsgebied in een overzichtstabel opnemen. Ook aandacht besteden aan merkgebonden inbouwdozen. De specifieke gereedschappen vermelden en opnemen in een overzichtstabel, ook de gereedschappen die niet voorhanden zijn in de werkplaats. 4 UITVOERINGSTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN KIEZEN BIJ HET PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN COMPONENTEN 4.1 Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen van inbouwdozen, buizen, kabel, centraaldozen en verdeelborden in muren en holle wanden LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 68 Werkmethode en gereedschappen voor het plaatsen van inbouwdozen in muren toelichten. Voorbehandelen van de muur, pleister aanmaken (of cementmortel), aanbrengen van de pleister, plaatsingsdiepte, onderhoud gereedschap ... 69 Werkmethode voor het plaatsen van inwerkdozen in holle wanden toelichten. Plaatsing vooraf in het frame van de holle wand (klassieke en merkgebonden inbouwdoos), plaatsing van de steunlatten, plaatsing achteraf Installatiemethoden D/2002/0279/020 95 Elektrotechnieken 2de graad TSO (inbouwdoos holle wand) 70 Gereedschap en materiaal om eenvoudig schrijnwerk uit te voeren toelichten. Soort zaag, houtbeitel, hamer, houtschroeven (afmetingen), nagels (afmetingen), snoerloze boormachine, ... PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - De voorschriften van de bouwfederatie in verband met de samenstelling van mortelspecies opvolgen. De voorschriften in verband met brandverspreiding, geluidverspreiding opvolgen. Een overzichtstabel in verband met zagen, beitels, vijzen en nagels met hun handelsmaten kan nuttig zijn. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 71 De soorten buizen herkennen en het toepassingsgebied omschrijven. Tth , voorbedrade buis, metaal 72 De eigenschappen van de verschillende materialen toelichten. Metalen, isolatiestoffen, thermoharders, thermoplasten, niet-ontvlambaar Overzichtstabel kunststoffen 73 De betekenis van verklaren en de opnoemen. Tth, Tal, P, versterkte buis Overzichtstabel 74 Voorschriften van het AREI toelichten. Veiligheid, plaats, soort buis Plaatsingswijze. 75 Werkmethode om buizen te leggen toelichten. Algemeen: gleuf op diepte controleren: plooien, lengte bepalen, afkorten, bevestigen ... PE: afkorten, vrije draadlengte, gebruik van haspel, bevestigen Tal: afkorten, bevestigen, toepassingsgebied Het bundelen van de buizen naar de verdeelkast. Voorbedrade buis: afkorten, bevestigen, plaatsen de lettercode handelsmaten PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Werken met overzichtstabellen, waar de leerlingen naast de benamingen en symbolen ook de gangbare gegevens gemakkelijk kunnen terugvinden. Enkel de meest gebruikte materialen behandelen. Bij voorbedrade buis het afrollen bespreken. Installatiemethoden D/2002/0279/020 96 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 76 Gereedschap voor het bewerken en leggen van buizen toelichten. Buizensnijder, elektricienmes, drijver, juniorzaag, plooiveer 77 Klein materiaal voor het leggen van buizen toelichten. Kleine installatiematerialen 78 De werkmethode toelichten om een installatie in holle wanden uit te voeren. Kabels en voorbedrade buis, geribde buis plaatsen en bevestigen, kabelreserve voorzien 79 Klein materiaal nodig om een installatie in holle wanden uit te voeren herkennen. Zadelklemmen, afmetingen en soorten 80 Werkmethode om sleuven dicht te metselen toelichten. Aanmaak van de mortelspecie, samenstelling, soorten mortelspecie volgens het soort bouwmateriaal, aanbrengen mortel, afwerking PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 4.2 Een overzichtstabel laten opstellen rond het klein installatiemateriaal. Speciale aandacht rond de samenstelling van mortelspecie/kalkspecie in functie van de gebruikte bouwmaterialen.(doc. bij de bouwfederatie) Uitvoeringstechnieken materialen en gereedschappen voor het trekken van draad, kabel en voorbedrade geribde buis LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN De benamingen en toepassingsgebieden van draden, snoeren, kabels en voorbedrade geribde buis verklaren. Leidingen voor vaste aanleg 82 De eigenschappen opzoeken. Non-ferrometalen, weerstandsmaterialen Overzichtstabel 83 De eigenschappen van de mantels en kernisolatie opzoeken. Isolatiestoffen - overzichtslijsten Thermohardende kunststoffen 84 Veiligheidstips herkennen in verband met het gebruik van kabels en bedrade geribde buis. Veiligheidstips en reglementering over het gebruik van leidingen 85 De wettelijk bepaalde kleuren en genormaliseerde secties in een Brochure van maatschappij 81 Installatiemethoden D/2002/0279/020 van geleiders 97 Overzichtstabel de stroomleverende Elektrotechnieken 2de graad TSO installatie toelichten. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - - Hier kunnen didactische panelen voorzien worden met de meest gebruikte draden, snoeren, kabels en voorbedrade geribde buis voor gebruik in een huisinstallatie. Benadrukken hoe de afwerking (ontmanteling) op een correcte manier gebeurt. Het is niet de bedoeling dat hier tijdens de les een opsomming gegeven wordt van alle eigenschappen en toepassingen van al deze materialen. Er wordt een overzichtslijst ter beschikking gesteld aan de leerling zodat deze zaken kunnen opgezocht worden wanneer het gebruik van een draad, snoer, kabel of voorbedrade gebruikt wordt in de installatie. Enkel leidingen tot 16 mm2 vermelden. In de lijst de geharmoniseerde aanduidingen gebruiken naast de nationale aanduidingen. Er worden overzichtslijsten ter beschikking gesteld van de gebruikelijke nonferrometalen, isolatiematerialen, weerstandsmaterialen, evenwel ook weer ter raadpleging te gebruiken wanneer over een bepaalde draad, snoer of kabel gesproken wordt. Lange leidingen worden via een haspel op een veilige en efficiënte manier aangebracht. De voorschriften in verband met draadsecties en draadkleuren kunnen eventueel opgezocht worden in de AIB-Vincottegids (beperkt AREI in verband met veiligheid en betrouwbaarheid van huishoudelijke elektrische installaties). Deze gids is voor de leerlingen gemakkelijk op te zoeken via www.aib-vincotte.com en is heel praktisch en bruikbaar opgevat. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 86 De uitvoeringstechnieken om op een veilige wijze draden, kabels en voorbedrade buis te bewerken en monteren bespreken. Bewerken van draden en kabels Ontmantelen van draden en kabels Trekken van draden. 87 De uitvoeringstechnieken om een goede verbinding te maken bespreken. Maken van draadogen aan geleiders gebruik van kabelschoenen, -hulzen, ogen en -vorken 88 Een soepele snoer op een veilige manier aansluiten bespreken. Algemene richtlijnen om een soepele leiding te verbinden aan een toestel 89 De verschillende gereedschappen voor het ontmantelen van leidingen herkennen en toelichten. Ontmantelgereedschappen voor draad, kabel en voorbedrade buis Gebruik van verschillende tangen voor het plooien van ogen en het bewerken van kabel Veilig werken met mes en kabelmes PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij deze leerinhouden moet veel gedemonstreerd worden door de leraar, vandaar best verwerken tijdens de praktijkles. Veel aandacht besteden aan veilige werkmethodes bij het ontmantelen en bewerken van kabels. Laat steeds met veel zorg het restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Installatiemethoden D/2002/0279/020 98 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - 4.3 Het belang benadrukken van een goede verbinding, verwijzen naar Joule-effect, op draadeinden van soepele snoeren en kabels wordt steeds met draadhulzen (pinnen) gewerkt (nier meer vertinnen). Wijzen op veiligheid van personen die met het aangesloten toestel in contact komen. Het juiste gereedschap gebruiken voor een bepaald werk: universele tang, zijdelingse kniptang, draadstriptang (verschillende uitvoeringen tonen), drukverbindingstang, ronde en platte bektang. Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het aansluiten van schakelaars en wandcontactdozen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 90 Stroombaan-, leidingbedradingschema tekenen en werking verklaren van lichtschakelingen. en de de De enkelpolige schakeling De dubbelpolige schakeling De dubbele aansteking De wisselschakeling De kruisschakeling De dubbelpolige wisselschakeling De wissel - wisselschakeling 91 Stroombaan-, leidingbedradingschematekenen elektrisch gestuurde schakelaars. en van 92 Stroombaan-, leidingbedradingschema tekenen schakelingen met contactdozen. en bij 93 Functie, bediening en uitvoering omschrijven bij schakelaars en contactdozen. Indeling volgens functie, bedieningswijze en uitvoering 94 Technische gegevens opzoeken en interpreteren bij schakelaars en contactdozen. Technische gegevens, isolatiematerialen, non-ferrometalen, keramische mat Overzichtslijsten De impulsschakeling De trappenhuisautomaat Contactdozen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Bij de tekenopgaven steeds vertrekken vanuit reële situaties in een perspectieftekening van een bepaald lokaal. Zo kan de enkelpolige schakeling bijvoorbeeld getekend worden voor een toilet. Vanuit het leidingschema en het stroomkringschema het bedradingschema opstellen. Verlichte schakelaars en drukknoppen (controle- , oriëntatie - en signalisatielampjes). Lichtschakelaars en contactdozen worden in catalogi van verschillende merken opgezocht. Dit opzoeken wordt best geïntegreerd terwijl de lichtschakeling wordt getekend. Zo ziet de leerling het verband tussen een symbool en de eigenlijke uitvoering. Installatiemethoden D/2002/0279/020 99 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - Het gebruikte installatiemateriaal wordt gekozen in functie van de omgeving waarin het zich bevindt, zo krijgen we inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht materiaal. Bij het opzoeken in catalogi hier ook de nodige aandacht aan besteden. Bij de bespreking van de technische gegevens kan verwezen worden naar de lijst van isolatiematerialen en non-ferrometalen. Bij het inrichten van winkelruimtes wordt veelvuldig gebruik gemaakt van modulaire schakelaars. Het is gewenst hier ook reeds de nodige aandacht aan te geven. LEERPLANDOELSTELLINGEN opzoeken LEERINHOUDEN 95 Beschermingsgraden interpreteren. en Beschermingsgraden installatiemateriaal Overzichtslijsten bij elektrisch 96 Werkmethoden opstellen om lichtschakelaars en contactdozen te monteren volgens de regels van goed vakmanschap. Schakelaars en contactdozen bij inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht materiaal 97 Gereedschappen voor het monteren van lichtschakelaars en contactdozen herkennen en het veilig gebruik toelichten. Soorten gereedschappen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Overzichtstabellen ter beschikking stellen. LEEPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 98 Het doel van een controlelamp in een schakelaar verwoorden. Controlelampjes in schakelaars 99 Stroombaan-, leidingen bedradingsschema tekenen bij lichtschakelingen met controlelampjes. Lichtschakelingen met controlelampen in de schakelaars 100 Het doel van een verwoorden. Oriëntatielampjes in de schakelaars 101 De beperking in het aantal verlichte schakelaars toelichten. Beperkingen 102 Stroombaan-, bedradingschema lichtschakelingen oriëntatielampjes. Lichtschakelingen met oriëntatielampjes in de schakelaars 103 Doel en toepassingsgebied van een signaallamp op een verdeelbord toelichten. Installatiemethoden D/2002/0279/020 oriëntatielamp leidingtekenen en bij met 100 Signalisatie op een verdeelbord Elektrotechnieken 2de graad TSO 104 Soorten elektrisch gestuurde schakelaars opsommen en hun toepassingsgebied verklaren. Monostabiel, impuls en tijdrelais Multifunctioneel tijdrelais 105 Het doel, toepassingsgebied, samenstelling en werking verklaren van gestuurde schakelaars. Relais - hulpcontact Contactor - groot vermogen Impulsrelais Trappenhuisautomaat Voorkeurrelais Voorrangrelais Schakelklok Thermostaat PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Gebruik catalogi van verschillende merken om aan te tonen hoe de lampjes kunnen verwerkt worden in de schakelaars. Bij sommige merken worden schakelaars geleverd met een extra aansluitklem ingeval een controlelamp moet geschakeld worden. Deze schakelingen vormen een toepassing op de serie- en parallelschakeling, er kan goed aangetoond worden waarom de lampjes een zeer grote weerstand moeten hebben. Bij het tekenen van schema's worden verschillende lichtschakelingen in één opgave verwerkt. Bij de elektrisch gestuurde schakelaars kunnen defecte relais gedemonteerd worden om het onderscheid tussen de soorten te zien en de werking te verklaren. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 106 De technische gegevens van een relais opzoeken en interpreteren. Technische gegevens van een relais Spoelgegevens - contactgegevens 107 Het stroombaanschema en aansluitlijst opstellen van relaisschakeling. Opbouw van een schakeling met relais Codering en klemnummering bij relaisschakelingen 108 Het aansluitschema tekenen en de draadlijst opstellen van een relaisschakeling. (U) Een relaisschakeling 109 De keuze van draaddoorsneden en beveiliging verantwoorden bij een relaisschakeling. Draaddoorsneden bij relaisschakelingen 110 Verantwoord kiezen van draadkleuren en klemmen (kabelschoenen, draadpinnen) bij schakelingen met relais. Draadkleuren en klemmen 111 Stroombaan-, leidingbedradingschema bij impulstrappenhuisschakelingen tekenen. en en Impulsrelais en trappenhuisautomaat Netspanning - veiligheidsspanning Signalisatie in de drukknoppen Vochtige omgeving centrale bediening 101 Elektrotechnieken 2de graad TSO Installatiemethoden D/2002/0279/020 de een PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - 4.4 Voor het opzoeken van technische gegevens opnieuw gebruik maken van catalogi van verschillende fabrikanten. Goed onderscheid maken tussen de spoel- en contactgegevens. Bij het tekenen van stroombaanschema's van relaisschakelingen zeer duidelijk de stuuren vermogenkring van elkaar onderscheiden. De schakelingen laten uitvoeren in de praktijk op stuurspanning 24V, zeer interessant is het foutzoeken met voltmeter. Er worden enkel schakelingen gemaakt met lampen of kleine éénfasige motoren. (bijvoorbeeld: startstop met stop voorrang, bediening van op twee plaatsen, bediening van twee relais met vergrendeling, volgordeschakeling, kwisschakeling ...). Er kunnen ook combinaties gemaakt worden met schakelklok (bv. met mogelijkheid tot manuele bediening), schemerschakelaar (idem), voorkeurrelais, voorrangrelais ... Aandacht hebben voor de schakellogica, EN-functie, OF-functie, om vanuit een gesteld probleem tot een oplossing te komen. Bij de impulsschakelingen het voordeel ten opzichte van de klassieke lichtschakelingen toelichten. Besteed opnieuw de nodige aandacht aan de eventuele beperkingen in het aantal verlichte drukknoppen en de manier waarop dit probleem kan opgelost worden. De impulsschakelingen worden in combinatie met klassieke lichtschakelingen uitgevoerd. Uitvoeringstechnieken, gereedschappen en materialen voor de montage van goot- en draagsystemen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 112 De soorten kabelgoten onderscheiden. Handelsmaten, materiaalsoort ... 113 De werkmethode om kabelgoten te bewerken en te plaatsen toelichten. Aftekenen, afkorten bevestigen ... 114 Het kleinmateriaal om kabelgoten te plaatsen herkennen en toelichten. Keilbouten, pluggen, schroeven, bouten, eindstukken, hoekstukken, beugels 115 Voorschriften van het AREI toelichten in verband met montage van kabelgoten. Aantal kabels, soort kabels, energie en telecommunicatieleiding 116 Plintmontage toelichten bij plaatsing van stopcontacten. Plintmontage 'haaksheid', PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Werken met overzichtstabellen waaruit de leerlingen de juiste keuzes kunnen maken. Installatiemethoden D/2002/0279/020 102 Elektrotechnieken 2de graad TSO 4.5 Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen kiezen voor het plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 117 De opbouw van een nokkenschakelaar toelichten. Een schakeltabel opvolgen. Eénfasig Samenstelling Schakeltabel Gebruik 118 Verschillende vermogens uit serie- en parallelschakelingen met weerstanden bepalen. Warmteregimes 119 Rechtstreekse en onrechtstreekse verwarming onderscheiden. Rechtstreeks Onrechtstreeks 120 Stroomkringschema's lezen en de werking verklaren van eenvoudige toestellen met verwarmingselementen. Waterdrukof hogedrukvoorraadtoestellen Druklozeof lagedrukvoorraadtoestellen Lagedrukaftap of leeglooptoestellen Doorstroomtoestellen 121 Plaatsingstechnieken gebruik makend van gereedschappen. Plaatsingstechnieken 122 Materiaalkennis van de onderdelen eigen maken. Materialen Overzichtlijsten 123 Voorschriften inzake brandveiligheid toelichten. Brandveiligheid - AREI 124 De werking verklaren. 125 De samenstelling en de werking bespreken van enkele elektrische toestellen met een vaste standplaats. Thermostaat: - mechanische - elektronische - programmeerbare - opbouw en modulaire inbouw Elektrisch vuur met oven Wasmachine Droogkast Afwasmachine ... 126 De samenstelling en de werking bespreken van enkele elektrische toestellen met een losse standplaats. Installatiemethoden D/2002/0279/020 van een doornemen de gepaste thermostaat 103 Kookplaat Strijkijzer Wafelijzer Broodrooster Waterverwarmer ... Elektrotechnieken 2de graad TSO 127 De beveiliging temperatuurregeling verklaren. en herkennen de en Temperatuurregeling Beveiliging 128 De soepele snoeren en aansluittechnieken bespreken om toestellen aan te sluiten met een losse standplaats. Soepele snoeren Bevestiging elektrisch - mechanisch Trekontlasting 129 De kabels en aansluittechnieken bespreken om toestellen aan te sluiten met een vaste standplaats. Kabels Bevestiging elektrisch - mechanisch Trekontlasting 130 Technieken ontwikkelen om fouten op te sporen in elektrische toestellen. Fouten opsporen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Kennis maken met de juiste en nieuwste gereedschappen. Veilige werkmethodes aanhalen. Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbinding, beschadiging kern, ... Multimedia raadplegen. Overzichtslijsten rond soepele snoeren en kabels. 4.6 Uitvoeringstechnieken en materialen voor het plaatsen en aansluiten van materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte uitvoering LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 131 De soorten onderscheiden. Spatwaterdicht, niet-spatwaterdicht 132 Materiaal voor niet-spatwaterdichte uitvoering toelichten. Klassieke uitvoering met montageplaat, uitvoering met opbouwplint 133 Materiaal voor spatwaterdichte uitvoering herkennen en toelichten. Aftakdozen, buisingangen, geschroefde ingang, wartelingang (Pg), verbindingsklemmen, verhoogde beugels, railbevestiging van beugels, tullen, schroeven, pluggen, ... Overzichtstabellen 134 De werkmethode voor het plaatsen van een spatwaterdichte opbouw installatie toelichten. Aftekenen, bevestigingspunten, aftakdozen, ... 135 Het gereedschap om een spatwaterdichte installatie uit te voeren herkennen en toelichten. Smetkoord, waterpas, schroevendraaiers, ... Installatiemethoden D/2002/0279/020 opbouwinstallaties 104 bepalen plaatsen boren, Elektrotechnieken 2de graad TSO 4.7 Aansluittechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen en aansluiten van verlichtingstoestellen en signaalgevers 4.7.1 Verlichtingstoestellen LEERPLANDOELSTELLINGEN 136 Begrippen rond verwoorden. (U) LEERINHOUDEN verlichting Lichtstroom, lichtrendement, luminatie lichtsterkte, verlichtingssterkte, Kleurtemperatuur, kleurweergave, kleurnummer. 137 De noodzaak en voorwaarden van een goede verlichting toelichten. Noodzaak Voorwaarden 138 De verschillende verlichtingssystemen opsommen en hun toepassingsgebied verklaren. Direct - indirect - diffuus 139 De verschillende verlichtingssystemen opsommen en hun toepassingen toelichten. Binnen - buiten Opbouw - inbouw 140 De voorschriften van het AREI toelichten, rekening houdende met de beschermingsgraad voor de verschillende lokalen. Beschermingsgraad PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Maak gebruik van catalogi, laat de leerlingen hierin varianten opzoeken. De voorschriften laten opzoeken in het AREI. Rekening houden met de plaatselijke voorschriften bij de plaatsing van buitenarmaturen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 141 Afhankelijk van de situatie een gepaste verlichting kiezen. Verlichting in een woning 142 De werking en de samenstelling van een gloeilamp weergeven. Lampvermogen Brandstand Uitvoeringsvormen 143 Doel en gebruik van de verschillende lampvoeten toelichten. Lampvoeten - overzichtstabel 144 De lamphouders opzoeken en hun eigenschappen toelichten. Lamphouders - overzichtstabel Installatiemethoden D/2002/0279/020 105 Elektrotechnieken 2de graad TSO 145 Een veilige plaatsingstechniek opstellen om een lamparmatuur te installeren of te vervangen. Vervangen van een lamp Noodverlichting Ontvlambare stoffen Vochtige lokalen Bevestigingen Montagetechnieken 146 De samenstelling en de werking van een fluorescentielamp verklaren. Fluorescentielamp materialen en werking 147 Het doel van het voorschakelapparaat toelichten. Voorschakelapparaat samenstelling, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Handelsmaten, vormen en technische gegevens van lampvoeten opzoeken in catalogi en zelf een overzichtstabel laten opstellen. 145 Didactisch bord met enkelvoudige TL-schakeling gebruiken: aansluiten op spanning, schakelen, metingen doen op de starter en de lamp om de werking te verklaren, voorschakelapparaten tonen en laten uitmeten, op verschillende voorschakelapparaten de verschillen aantonen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 148 De uitvoering met en zonder starter onderscheiden en toelichten. Met starter Zonder starter 149 Stroombaanschema's tekenen en de werking verklaren bij schakelingen met TL-lampen. Duoschakeling- stroboscopisch effect Tandemschakeling Handelsvormen Technische gegevens 150 De handelsvormen en technische gegevens opzoeken van TL-lampen. Overzichtstabel 151 Speciale uitvoeringen van TL-lampen herkennen. Inwendige reflectie Cirkelvormig Speciale effecten 152 De werking en de bouw van een spaarlamp toelichten. De spaarlamp 153 De samenstelling, werking en de toepassingen van halogeenverlichting verklaren. Samenstelling Werking Toepassingsgebied Gevaar Installatiemethoden D/2002/0279/020 106 Elektrotechnieken 2de graad TSO Lampvoeten 154 De vergelijking gloeilamp halogeenlamp toelichten. - 155 Het onderscheid tussen halogeenverlichting op lage spanning en op 230 V toelichten. Levensduur Lichtopbrengst Bedrijfstemperatuur Lage spanning versus 230 V. Voordelen Toepassingen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - De principiële werking van de verschillende onderdelen uitleggen: gloeilamp, TL-lamp, starter, voorschakelapparaat, de trafo's bij de halogeenverlichting, ... 148 Zelf metingen uitvoeren om de begrippen te verduidelijken. Schema's van installateurs ter beschikking stellen bij halogeenverlichting. Veelvuldig gebruik maken van catalogi, vooral kieskeurig zijn met de keuze hiervan, er zijn firma's die catalogi bezitten met aansluitschema's en de technische gegevens van de materialen en componenten. Overzichtstabellen aangaande verschillende verlichtingsmogelijkheden en lampvoeten. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 156 De verschillende handelsvormen van halogeenlampen herkennen en hun toepassingsgebied omschrijven. Handelsvormen Toepassingsgebied Overzichtstabel 157 De veiligheidsmaatregelen verwoorden bij het installeren van halogeenverlichting. Inwendige overdruk Grote stralingswarmte Aanrakingen Opwarmen van de toevoerleidingen Nadeel bij het dimmen 158 De gebruikte trafo's onderscheiden en een juiste keuze maken. Veiligheidstrafo Beschermingstrafo Elektronische trafo 159 De soorten schakelingen met halogeen schetsen en verklaren. Lijnschakeling De ster- of T-schakeling De ringschakeling 160 Het doel en principe van lichtdimming verklaren. Dimmer met stuursignaal via lage veiligheidsspanning of draadloos 161 Het dimmen van gloeilampen omschrijven en een stroombaanschema lezen. Dimmen van gloeilampen Installatiemethoden D/2002/0279/020 107 Elektrotechnieken 2de graad TSO 162 Het dimmen van halogeen op zeer lage spanning omschrijven en een stroombaanschema lezen. Dimmen spanning van halogeen 163 Het dimmen van TL-lampen omschrijven en een stroombaanschema lezen. Dimmen van TL-lampen 164 De soorten dimmers opsommen en hun toepassingsgebied afbakenen. Drukknopdimmer Draaiknop of potentiometer Moduuldimmer met of geheugen 165 Het principe van draadloze lichtsturing toelichten. (U) Draadloze lichtsturing 166 Principe van lichtsturing door middel van een sensor toelichten en een stroombaanschema lezen. Sensor 167 Het begrip noodverlichting en het toepassingsgebied omschrijven. Noodverlichting op lage zonder PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Schema's ter beschikking stellen vanuit catalogi. 4.7.2 Signaalgevers LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 168 De constructie en de werking van een bel toelichten. Universele bel, wisselstroombel, gong, zoemer 169 Stroombaan-, leidingbedradingschema's tekenen. en Schakelingen met bellen, keuze van bel of zoemer, keuze van drukknop, eenvoudige deurmelder 170 Uitvoeringstechnieken voor plaatsen en aansluiten contactdozen voor telefonie. het van Soorten contactdozen voor telefonie, telefoniekabel PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - Alhoewel het elektromagnetisme nog niet behandeld werd in de les elektriciteit en labo, kan hier reeds de principiële werking van de verschillende toestellen worden gegeven (een spoel wordt een elektromagneet als er een stroom doorvloeit) Bij de belschakelingen worden best verschillende tekenopgaven voorzien, vertrekkende vanuit reële situaties in perspectieftekeningen. Hier vooral belang hechten aan het schakeltechnisch denken. Installatiemethoden D/2002/0279/020 108 Elektrotechnieken 2de graad TSO - - Ook hier weer de verschillende onderdelen van een belschakeling in catalogi laten opzoeken, ook verwijzen naar de overzichtslijsten over draad en kabel, isolatiestoffen, non-ferrometalen. Het materiaal voor telefonie, tv en stereodoeleinden laten opzoeken in catalogi, wijzen op het belang van wachtbuizen in een huisinstallatie in sterverdeling. Bij lage spanning, rekening houden met de draadlengte. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 171 De installatietechnieken om contactdozen om tven kabeldistributie te plaatsen en aan te sluiten bespreken Soorten contactdozen voor kabel-tv Coaxiale kabel 172 De installatietechnieken en contactdozen om luidsprekers te plaatsen en aan te sluiten bespreken. Soorten contactdozen voor luidsprekers Parallelsnoer 173 Schema's van een parlofooninstallatie en video lezen en een aansluitmethode opstellen. Deurtelefoon voor ééngezinswoningen en appartementsgebouw Richtlijnen voor het installeren 174 De functie van een microfoon, telefoon en luidspreker omschrijven en de werking verklaren. Omzetting geluidstrilling in elektrische trilling en omgekeerd Soorten microfoons en eigenschappen Soorten telefoons en luidsprekers 175 De functie van een elektrisch deurslot omschrijven en de werking verklaren. Deurslot 176 Doel en toepassingsgebied van een deurmelder verantwoorden. Deurmelder 177 Aan de hand van een stroombaanschema de werking van een deurmelder verklaren en het bedradingschema afleiden. 178 Doel en toepassingsgebied verantwoorden van een videofoon. (U) Videfoon 179 Aan de hand van een stroombaanschema de (principiële) werking van een telefoon verklaren en het bedradingschema afleiden. (U) Telefoon 180 Aan de hand van een stroombaanschema de werking verklaren van rook- en brandmelders. (U) Rookmelders Brandmelders Installatiemethoden D/2002/0279/020 109 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - - 5 De contactdozen voor communicatiedoeleinden laten opzoeken in catalogi, ook aandacht besteden aan nieuwe evoluties (computernetwerken in UTP-kabel of Coax kabel, telenet ...). Ook hier weer het belang van wachtbuizen in een installatie aantonen ... Bij de aansluiting van luidsprekers moet aandacht gegeven worden aan de polariteit ervan. Een klassieke parlofooninstallatie laten uitvoeren (praktijk) in telefoniekabel, de nadruk leggen op het maken van verbindingen, draaddoorsnede voor deurslot, afstand van energieleidingen ... eventueel schema's van verschillende fabrikanten bespreken. Hetzelfde voor de videoaansluiting. 2-draads, 4-draads, appartementen. Microfoons en luidsprekers vormen een mooi te illusteren toepassing op Lorentzkracht en genereren van spanning door beweging, hier kan eventueel naar de les elektriciteit en labo verwezen worden. De leerlingen documentatie geven (eventueel laten opzoeken) over de nieuwe generaties parlofoons en videofoons in tweedraadsaansluiting. AANSLUITTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN BIJ HET INSTALLEREN VAN COMFORTSCHAKELINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 181 Inzicht verwerven bij de plaatsing en het onderhoud van programmeerbare schakelmodules. Domotica - woningintelligentie Programmeerbare schakelmodule 182 Kennis maken met verschillende programmeerbare schakelmodules. Verschillende schakelmodules 183 Het doel en toepassingsgebied toelichten van een domoticasysteem. Nut van domotica Energiebeheer - comfort - veiligheid communicatie - technisch beheer 184 De voor- en nadelen van een domoticasysteem aantonen ten opzichte van een klassiek systeem. Voor- en nadelen 185 Een situatieschema van een nieuwe installatie modulair omvormen. Nieuwbouw 186 Een situatieschema van een bestaande installatie modulair omvormen. Renovatie 187 Een keuze maken tussen 2- of 4aderige busbekabeling. (U) Bekabeling Installatiemethoden D/2002/0279/020 110 programmerbare Elektrotechnieken 2de graad TSO 188 Een programmatietechniek van een programmeerbare schakelmodule toepassen. Programmatietechniek 189 De componenten selecteren en een bestellijst opstellen. Componenten - bestellijst PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Een keuze maken uit enkele systemen, ze met de leerlingen bespreken en er enkele toepassingen in een huisinstallatie mee doorvoeren. De omvormingen klassikaal doorvoeren , onder leiding van de leerkracht, we geven hier een aanzet naar domotica, de uitwerking komt in de 3de graad. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 190 Het belang van een programmeerbare logische module toelichten. Programmeerbare logische module 191 De voor- en nadelen van een bedrade oplossing ten opzichte van een programmeerbare oplossing nagaan. Voor- en nadelen 192 Het systeemconcept toelichten aan de hand van de typische eigenschappen. Ingangen, uitgangen schakelprogramma 193 De waarheidstabel opstellen in functie van de programmeerbare module. Logische blokken: AND, OR, NOT, NAND, NOR, EXOR 194 De typische eigenschappen van elk logisch blok opnoemen. Eigenschappen 195 De typische eigenschappen van elk functieblok opnoemen Functieblokken: delay, impuls, setreset, klok ... en PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - Programmeerbare modules voor huishoudelijke en tertiaire toepassingen worden onder andere op de markt gebracht door Mitsubishi (alpha); Siemens (logo), Moeller (easy) en zullen ongetwijfeld hun plaats in een huisinstallatie innemen. Als documentatie kan heel wat informatie op internet worden teruggevonden: www.meau.com/alphaplc/software/visual_logic.htm (Mitsubishi) www.ad.siemens.de/logo//html_76/basic_pure.htm (Siemens) http://easy.moeller.net/easy/englisch/indes.html (Moeller) In de tekenles kunnen verschillende opdrachten worden uitgewerkt: vanuit een gesteld probleem de logische formule opstellen, een schema tekenen en laten uitvoeren via de simulatiesoftware. De schakelaar zelf kan dan geprogrammeerd worden vanuit de meegeleverde software of eventueel via de bedieningsknoppen op het toestel. Bij het Installatiemethoden D/2002/0279/020 111 Elektrotechnieken 2de graad TSO - werken met functieblokken enkel de reeds gekende behandelen, tekenen en laten programmeren. Als praktische toepassingen kunnen gecombineerde opgaven met trappenhuisautomaat en impulsschakelaar worden uitgevoerd. Een programmeerbare module kan eventueel opgenomen worden in een zekeringkast en toegepast worden in een volledige huisinstallatie. Andere voorbeelden zijn comfortschakeling voor verlichting, automatische sturing , zonnewering, sturing rolluiken apart en gecentraliseerd, verschillende lichtfuncties in een woning met centrale bediening, automatische sturing regenwaterpomp/ventiel leidingwater ... LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 196 Bij lichtschakelingen met bewegingsmelders de uitvoeringen en toepassingen toelichten. Bewegingsmelders Principewerking Buiten de woning Binnen de woning 197 Aansluitschema's met verschillende bewegingsdetectoren (2 en 3 aansluitpunten) tekenen en verklaren. Detector in combinatie met een schakelaar voor handbediening In combinatie met een serieschakelaar als keuzeschakelaar Aansluitschema met 2 detectoren (U) 198 Het principe van draadloze bediening toelichten. (U) Principe draadloze bediening 199 Het principe van radiofrequentie en infrarood toelichten. (U) Principe radiofrequentie - infrarood 200 De begrippen zender en ontvanger verklaren. (U) Zender - ontvanger 201 Opstellingsmogelijkheden en aansluitschema's uitleggen. (U) Van bestaande schema's en opstellingen 202 Het begrip toelichten. Beveiligen van een woning 203 Het principe verklaren van sensoren die warmte en/of beweging detecteren. woningbeveiliging Warmte - beweging PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Schema's van verschillende fabrikanten gebruiken. De nodige catalogi, boeken, diskette of cd ter beschikking stellen en de leerlingen begeleiden in hun keuze. De leerlingen op een efficiënte wijze de materialen en gegevens leren opzoeken en vergelijken. Didactische panelen voorzien. Installatiemethoden D/2002/0279/020 112 Elektrotechnieken 2de graad TSO 6 EEN VERDEELOF SCHAKELKAST OORDEELKUNDIG SAMENSTELLEN IN FUNCTIE VAN EEN INSTALLATIE 6.1 De verdeel- of schakelkast LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 204 Een overzicht geven van de diverse soorten verdeelkasten. Kasten voor huishoudelijk gebruik 205 De verschillende onderdelen van een verdeelkast herkennen en de kast op schaal tekenen Onderdelen van een verdeelkast 206 Weten hoe een kast dient geplaatst te worden rekening houdend met het AREI, ARAB en de eisen van de plaatselijke stroomleverancier. Plaatsing van een kast 207 De kenmerken opzoeken en relateren naar de keuze van de te gebruiken kast. De gegevens van het lastenboek De IP-klasse De plaatsingswijze PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Een overzicht geven van de diverse soorten verdeelkasten: de leerlingen een beperkt aantal modellen ter keuze voorleggen. De verschillende onderdelen van een verdeelkast herkennen en kiezen: - - Ploftekening gebruiken. Bij de maatschappijen zijn plaatsingsmallen op papier te krijgen waarop alle aansluitingen staan. Deze gebruiken om de juiste plaatsing toe te lichten. Een verkleind exemplaar in de cursus is geen overbodige luxe voor later. Bij de schaaltekening van een kast enkel gebruik maken van de schalen die in de techniek gebruikelijk zijn. De kenmerken kunnen opzoeken en relateren naar de keuze van de te gebruiken kast: - Elke fabrikant heeft in zijn technische gegevens een overzicht van de IP-normalisatie. Dit is een prima basis om deze leerstof aan te brengen. Het kiezen van de juiste bevestigingsmiddelen is een item op een andere plaats in dit leerplan. Denk eraan, herhalen kan nooit kwaad. De bijkomende eisen van de maatschappij zouden kunnen zijn dat er een zekere overschot op de invoerkabel moet zijn, of dat die bij hen dient gekocht te worden, dat zij enkel de sleuf mogen graven. Dit punt is facultatief naargelang de plaatselijke situatie. Installatiemethoden D/2002/0279/020 113 Elektrotechnieken 2de graad TSO 208 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Het aantal benodigde modules bepalen en de kast indelen. Kringen - modules De kastgrootte De kastlay-out tekenen Bedradingsschema Nummeren en labelen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het aantal benodigde modules bepalen en de kast indelen: Dit deel van de leerstof kan men het best aanbrengen door de voorbeeldoefening waarrond dit jaar wordt gewerkt te gebruiken als basis. Een extra voorbeeld kan verduidelijkend werken. De keuringsorganismen verstrekken didactische platen met daarop de benodigde markeringen en veiligheidsvoorschriften. 6.2 De smeltveiligheden LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 209 Begrippen rond smeltveiligheden verklaren en toelichten. De EN-normen De begrippen: nominale stroom, gebruiksspanning en uitschakeltijd De basissamenstelling 210 Het doel van een smeltveiligheid verklaren. De relatie nominale stroom en de uitgaande aansluitsectie 211 Het doel toelichten. Kalibreerelementen van kalibreerelementen 212 De soorten onderscheiden. smeltveiligheden 213 Uitschakelkarakteristieken toelichten. Snelle en trage zekeringen Pen-pen, pen-bus, glaszekeringen, mes en schroefveiligheden Uitschakelkarakteristieken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De basisbegrippen aangaande smeltveiligheden verklaren en toelichten: - De leerlingen dienen de norm niet van buiten te kennen maar moeten hem wel kunnen interpreteren. Een uittreksel van een cataloog gebruiken als basis om de begrippen aan te brengen. Vertrekkende van doorsnedentekening de samenstelling en het doel van elk onderdeel verklaren. Aandacht besteden aan het eventueel herstellen van smeltveiligheden. Installatiemethoden D/2002/0279/020 114 Elektrotechnieken 2de graad TSO - Inhoud van een zekering tonen aan de hand van doorsnedentekening en een opengewerkte meszekering. Volgende onderdelen zeker behandelen: houder, zand, smeltdraad, aansluitingen, codering en een vervangset voor industriemodellen. Het doel van een smeltveiligheid verklaren: - Aan de hand van een tabel uit een catalogi het verband tussen stroom en sectie verduidelijken. Het verband stroom en kalibreerelement verduidelijken aan de hand van een kleurtabel (catalogi). Geen oefeningen maken op verschil tussen snelle en trage zekeringen. Enkel het verschil verduidelijken. De soorten verduidelijken aan de hand van een groep modellen uit diverse catalogi en echte voorbeelden. Van een bepaalde smeltveiligheid enkel kunnen aflezen hoe snel hij bij een bepaalde stroom gaat uitvallen. De samenstelling, afmetingen en modellen van glaszekeringen zeker behandelen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 214 De smeltveiligheden opzoeken, benoemen en tekenen rekening houdend met de gestelde eisen. Soorten smeltveiligheden Symbolen en codering Meerpoligheid Bestellijst 215 De samenstelling van een zekeringhouder schetsen en toelichten. Diverse modellen De onuitwisselbaarheid Kleurcode van kalibreerelementen Kleurtabel PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De smeltveiligheden tekenen, benoemen en opzoeken rekening houdend met de gestelde eisen. - - Een beperkt cataloogaandeel bezorgen aan de leerling en die daaruit onder begeleiding leren en laten kiezen. De juiste symbolen zijn te vinden in het AREI. (enkel ter informatie ook de niet Europese symboliek tonen). Duidelijk het verband tussen de één- en de veellijnsymboliek verklaren. Een cataloog van een doorsnee ‘doe het zelf-zaak’ is een voldoende basis voor dit werk. Prijslijsten van de fabrikanten kunnen verhelderend zijn om het verschil in prijs te verduidelijken. Bij het samenstellen van de bestellijst rekening houden dat veiligheden, de voeten, de versleutelingen en de genaakbaarheidsplaten één geheel vormen. De samenstelling van een zekeringhouder schetsen en toelichten: - Een overzicht uit een cataloog is een voldoende basis. De verschillende vergrendelingsystemen laten zien en de plaatsing verduidelijken. Installatiemethoden D/2002/0279/020 115 Elektrotechnieken 2de graad TSO - 6.3 Het gepaste gereedschap tonen, en het gebruik toelichten, waarmee deze uitwisseling dient te geschieden. Het gebruik van een handvat bij de verwisseling van mesveiligheden uitleggen en demonstreren. De automaten LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 216 De basisbegrippen automaten verklaren. aangaande Begrippen: uitschakelcurve, onderbrekingsvermogen, afschakelvermogen Norm NBN 217 Het doel omschrijven. automaten Pen, schroef, en installatieautomaat Samenstelling - werking 218 De juiste automaat kiezen. In functie van de aangesloten sectie en dit volgens het AREI 219 Een automaat tekenen en benoemen. Soorten, symbolen, meerpoligheid, bestellijst. van de codering PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - 6.4 Transparanten gebruiken om de samenstelling te verduidelijken. Diverse fabrikanten kunnen deze leveren in kleur en beschikken ook over een inkijkautomaat. Een defect exemplaar dat opengewerkt is kan ook verrijkend werken. De leerlingen dienen te weten dat het bimetaal dient om overbelasting te detecteren (traag) en de elektromagneet dient om een kortsluiting te detecteren (snel). Aandacht besteden aan het doel en het nut van de vonkenkamer. De BCD-uitschakelkarakteristieken behandelen en toepassen (behoren meestal bij bovenstaande transparantenreeks). Een zwart-wit exemplaar voor de leerlingen als hulp bij het oplossen van toepassingen is aangewezen. De verliesstroomschakelaar LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 220 De functie van een verliesstroomschakelaar toelichten. De plaats van een verliesstroomschakelaar 221 De verliesstroomschakelaar kiezen. De verliesstroomschakelaar kiezen in functie van de nominale stroom Symboliek conform het AREI Aanluitingswijze De testknop 222 Aantal verliesstroomschakelaars in een installatie bepalen aan de hand van de waarde van de spreidingsweerstand. Aantal verliesstroomschakelaars Installatiemethoden D/2002/0279/020 116 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het doel van een verliesstroomschakelaar verklaren: - De werking komt in het tweede leerjaar aan bod en dient dus niet behandeld te worden in het eerste leerjaar. De verliesstroomschakelaar behandelen in het eerste leerjaar als een zwarte doos waar enkel de nominale stroom belang heeft. De symboliek dient gekregen te worden zonder toelichting qua opbouw. Onderscheid maken tussen verschillende gevoeligheden. Periodiek gebruik van de testknop toelichten, duiden op gevaren. Toestellen met uurwerken en vluchtige geheugens zoals uurwerken, keukenapparatuur en verwarmingssystemen verliezen hun instellingen. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 223 Het werkingsprincipe van een verliesstroomschakelaar toelichten. Inwendige opbouw Transformatorprincipe De gevoeligheid 224 Soorten en types verliesstroomschakelaars opzoeken in catalogi en de verschillen aantonen. Soorten en type Prijsevaluatie 225 Een verliesstroomschakelaar aanbrengen op schema's en dit volgens de geldende normen. Symbool Normen 226 Het verschil tussen verliestroomschakelaar en verliesstroomautomaat aantonen. Verschil Enkele samenstellingen een een PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 6.5 Prijzen bij verschillende firma's opvragen hetzij via catalogi of met multimedia. Twee versies maken, één met een gewone en één met een automaat, beiden met dezelfde eisen en daarvan een materiaal- en prijsvergelijking maken. De overspanningbeveiliger LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 227 Het begrip overspanningbeveiliging definiëren. Overspanningbeveiliging Overspanning = inwendige storing 228 Aandacht besteden aan de keuze van een verliesstroomschakelaar bij gebruik van een overspanningbeveiliger. (U) Aandacht Installatiemethoden D/2002/0279/020 117 Elektrotechnieken 2de graad TSO 229 De juiste overspanningbeveiliger kiezen in functie van de installatie. Keuze Meerpoligheid Prijsbewust 230 In schema’s gebruiken. Symbool het juiste symbool PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 6.6 Verklaren wat de gevolgen zouden kunnen zijn als de N van een systeem 3F+N wegvalt, dit in het kader van een overspanningbeveiliging. Het symbool van een overspanningbeveiliging geven en verklaren waarom het er zo uitziet. Aandacht besteden aan de verschillende niveaus van overstroombeveiliging, dit om een zekere vorm van selectiviteit te kunnen bewerkstelligen. De tijdelijke aansluiting LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 231 Het doel van een tijdelijke aansluiting uitleggen. Doel Aanvraagformulier Voorschriften 232 Een werfkast herkennen en uittekenen. Diverse bouwvormen De onderdelen Uittekenen Symbolen en het AREI PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het doel van een tijdelijke aansluiting verklaren: - Samen met de leerlingen de elektriciteitsleveranciers uit hun doelgebied opzoeken met gebruikmaking van telefoonboek of multimedia. Een aanvraagformulier voor een denkbeeldige werf samen met de leerlingen invullen. Het AREI somt al de eisen op waaraan een werfaansluiting dient te voldoen. Aan de hand van het bouwplan en de ligging van de voedingleiding de beste keuze bepalen rekening houdend met het gemak op de werf en de plaatsing van de definitieve kast. De werf- en de definitieve kabel kunnen mogelijkerwijze dezelfde zijn. Een werfkast herkennen en uittekenen: - Een greep uit de catalogen van diverse producenten kan dienen als basis. Markt- en kermiskasten kunnen ook als voorbeeld dienen. Dergelijke kasten kunnen soms in bruikleen worden bekomen bij de gemeente- of stadsbesturen. Indien nodig de speciale stopcontacten voor dergelijke kasten behandelen. Installatiemethoden D/2002/0279/020 118 Elektrotechnieken 2de graad TSO 6.7 De energiekabels LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 233 Soorten aansluitkabels functie van de installatie. kiezen in Onder- en bovengrondse installaties EXVB - EVVB De kabellengte De geleiderdoorsnede 234 Benodigdheden voor ondergrondse aansluitingen opsommen. Materialen - gereedschappen - verBindingsmethoden. 235 Benodigdheden voor bovengrondse aansluiting opsommen. Materialen en gereedschappen - verbindingsmethoden 236 De verschillende voedingsspanningen bij een huisaansluiting opsommen. Spanningen afhankelijk van de regio Veiligheidsinstructies bij gebruik 237 Soorten tarieven herkennen. NT/TUT/DUT/UNT/ECO Sociaal tarief 238 De normen en regels van de plaatselijke stroomleverancier kennen. Normen Regels 239 De aansluitmodaliteiten van huisaansluiting verwoorden. Scheider - aansluitmode - meetmodule ontvangtoestel stuurkring verbindingskabel - kleurenvolgorde bij de scheider - aftakkabel - aansluitbocht - aansluitplaat - meterkast een PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Rekening houden met de eisen en de verlangens van de plaatselijke energieverdeler. Deze kunnen sterk variëren van regio tot regio. Documentatie opvragen bij de stroomleverende maatschappij. De verschillen in netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren. De soorten aansluitkabels en hun hulpstukken bespreken vanuit een overzichtslijst. Voldoende didactisch materiaal aanbrengen om deze lessen te ondersteunen en duidelijk te maken. De tarieven aan de hand van prijs/uren /voordeel/nadeel: NT Normaal tarief TUT Tweevoudig urentarief DUT Dubbel urentarief UNT Uitsluitend nachttarief Installatiemethoden D/2002/0279/020 119 Elektrotechnieken 2de graad TSO 6.8 De definitieve keuring van een installatie LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 240 Een procedure opvolgen om de installatie te controleren op zijn goede werking. De aardingsweerstand Isolatieweerstand Eventuele fouten opzoeken Herstellingen uitvoeren 241 Een keuringsaanvraag invullen. Keuringsaanvraag 242 Opsommen aan welke formaliteiten dienen voldaan en welke schema's dienen aanwezig te zijn. Formaliteiten Schema's 243 Opsommen welke personen er dienen aanwezig te zijn bij de keuring. Aanwezige personen 244 Een procedure volgen wanneer de keuring negatief is. Procedure bij negatieve keuring PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Een keuringsovereenkomst behandelen en daaruit de verschillende procedures afleiden. Een keuring bijwonen op een werf. 7 WERKWIJZEN VASTLEGGEN OM FOUTEN OP TE SPOREN IN EEN INSTALLATIE EN IN EEN TOESTEL LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 245 Een algemene methode om fouten op te sporen vastleggen. Opzoekmethoden 246 Door redenering de mogelijke oorzaken opsommen. Onderbreking, doorverbinding, kortsluiting, aardsluiting 247 Het gebruik van verschillende testapparaten verantwoorden. Testlamp, doormeetapparaat, multimeter, isolatiemeter 248 Een herstellingsplan opstellen. Herstellingsplan 249 De herstelling vakkundig uitvoeren. Herstelling 250 De controle herstelling. 251 Het gebruik regelapparatuur Installatiemethoden D/2002/0279/020 uitvoeren na een van meettoelichten en bij 120 Bezichtiging, meting, in dienst stellen Meet- en regelapparatuur Elektrotechnieken 2de graad TSO comfortschakelingen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - - - 8 Het komt er voornamelijk op aan dat de leerling een algemene werkwijze kan toepassen om de fouten op te sporen in de lichtschakelingen en de signalisatieschakelingen die hij/zij maakt. Benadrukken dat herstellen op een doordachte en op een veilige wijze dient te gebeuren. De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen: door bezichtiging, door gebruik te maken van een foutenopsporingsdiagram, door waar te nemen en te redeneren. De controle is een belangrijke schakel naar het afleveren van een goed product. We beperken ons hier tot het opsporen en herstellen bij de basisschakelingen van licht en signaal. Het opsporen van fouten dient uiteraard te gebeuren bij de schakelingen zelf, maar ook speciale didactische panelen met een aantal schakelingen kunnen hier gebruikt worden. KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR ZICHZELF EN DE ANDEREN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 252 Aandacht besteden aan een veilige en zuivere werkplek. Veiligheidsvoorschriften Persoonlijke beschermingsmiddelen Hygiënische voorschriften 253 Het werkplaatsreglement kennen en naleven. Werkplaatsreglement 254 De persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen kennen en de richtlijnen terzake naleven. Aanrakingsgevaar, elektrocutie, Isolatie, aarding Te treffen veiligheidsmaatregelen 255 Volgens geldende afspraken afval sorteren en opslaan. Afval, sorteren en opslaan 256 De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werken naleven. Gebods- en verbodstekens 257 De veiligheidsvoorschriften om veilig om te gaan met gereedschappen en machines kennen. Veiligheidsvoorschriften 258 Kwaliteit nastreven bij de uitvoering van werkzaamheden om samen met anderen een goed product af te leveren. Opgestelde criteria Installatiemethoden D/2002/0279/020 121 Elektrotechnieken 2de graad TSO PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Deze leerinhouden aanbrengen in de loop van het schooljaar, telkens wanneer ze aan bod komen. Doorheen alle werkzaamheden dient steeds aandacht gegeven aan veiligheid, hygiëne en milieu. Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement dient als leidraad genomen en er voortdurend naar verwezen. Laat steeds met veel zorg de restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Didactische panelen op goed zichtbare en juist gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning. Kwaliteit dienen we na te streven in elk deelaspect in de uitvoering. De leerlingen dienen te weten dat de producten die we afleveren door anderen op een veilige wijze kunnen gebruikt worden. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 259 Assistentie verlenen bij de keuring. Keuring van de installatie 260 Het eigen beoordelen. 261 De kwaliteit van het eigen werk en de onderneming bevorderen. Nastreven van kwaliteit 262 Voorkomen van situaties die milieu en personen schaden. Milieu 263 De equipotentiale verbindingen volgens de gestelde criteria voorzien. Equipotentiale verbindingen Aan te sluiten onderdelen, machines en constructies 264 De onderdelen van een equipotentiaalinstallatie opsommen. Onderdelen van een equipotentiale systeem 265 De secties van verbindingen bepalen. De secties Soort van geleider werk analyseren en equipotentiaal Zelfevaluatie PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het doel van een equipotentiaal verbinding verklaren: - Voor de plaatsing een didactische bouwtekening gebruiken. In het AREI en Codex staan doorsnedentekeningen van fundering en de plaatsing van de lus. Didactische tekening van onderdelen gebruiken die te vinden zijn in het AREI. Installatiemethoden D/2002/0279/020 122 Elektrotechnieken 2de graad TSO De onderdelen van een equipotentiaal installatie herkennen en benoemen: - - Aardingspen (rond en kruis), aardingslus ondergronds, bovengrondse aardingsgeleiders, meetklem, verzamelrail, overschuifisolatiemantel bij funderingsdoorgang, buisaansluitingen (lint en beugel) en vloerdoorgang zeker behandelen. Prijzen verzamelen uit catalogi van doe-het-zelf-zaken. De secties van equipotentiaalverbindingen opzoeken: - Oude en nieuwe benaming van aardingsgeleiders door elkaar gebruiken. Brugles naar plaatsing geleiders in opbouw, aarding niet samen met andere geleiders in dezelfde buis of koker trekken. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 266 Op een bouwplan het equipotentiaal systeem tekenen. Bouwplan Symbolen 267 De uitvoeringstechnieken bij de plaatsing van een equipotentiaal systeem beheersen. Uitvoeringstechnieken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het equipotentiaal systeem op tekeningen en schema's tekenen en lezen: - Vertrekken van een bestaand bouwplan en de plaatsing en ligging bespreken. Idem voor situatieschema. Symbolen geven (om in het vademecum te steken) en toelichten. Betekenis zelf laten beredeneren en opschrijven. De juiste uitvoeringstechnieken toepassen bij de plaatsing van een equipotentiaal systeem: - - Overzicht van productiegamma van kabelschoenen gebruiken en het gebruik van een kabelschoentang demonstreren. Toepassen in de praktijkles. Buisaansluitingen opzoeken in catalogi en de plaatsing demonstreren. Toepassen in de praktijkles. Plaatsing van aardingen aan metaalconstructies door middel van blindklinknagels en schroefdraadverbindingen. Aandacht schenken aan roest bij slechte plaatsing. Metalen kabelgoten dienen gelust te worden ook al is er een galvanische verbinding via de steunen. Zie AREI. Verschillende markeringen laten zien zoals plakkers met aardingssymbool, draadnummers, kabellabels en de juiste manier om deze te plaatsen. De plaatsing van een verzamelrail en de meetklem. De juiste kabelschoenen kiezen bij geleiders waar de kern uit verschillende draden bestaat. De juiste kabelschoentang kiezen om deze schoenen te persen. RVS-verbindingen kiezen om toe te passen in ondergrondse en vochtige omgevingen. Deskundig de juiste aansluitingen kiezen om op water-, gas- en CV-buizen aan te sluiten. Installatiemethoden D/2002/0279/020 123 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 268 Het doel van beschermingsgeleiders duiden. Soorten. AREI 269 De beschermingsgeleiders aanduiden en tekenen. Aanduiden Symbool PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Het verschil tussen equipotentiaal en beschermingsgeleiders aangeven. Hoe beschermingsgeleiders koppelen aan een aarding. Rail, die voorzien is van aansluitingen, tonen en toelichten. LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 270 Het principe van een aardingsmeting uitleggen. Aardingsmeting 271 Het verschil tussen een elektronische, een manuele en een stopcontacttoestel duiden en verklaren. Manueel toestel. Elektronisch toestel. Stopcontacttoestel. 272 Uitvoeringstechniek vastleggen om een aardingsweerstand te meten. Uitvoeringstechniek. 273 Factoren die de aardingsweerstand beïnvloeden opsommen. Factoren PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - Bij diverse fabrikanten van meettoestellen zijn deze beschrijvingen voorhanden. Zeker één toestel laten zien en de meting uitvoeren tijdens de les elektriciteit-labo of de praktijk. Hoe en waar de elektroden dienen geplaatst te worden staat meestal in het boekje van het meetinstrument zelf. - 9 HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES KIEZEN BIJ REALISATIES MET METAAL, HOUT EN KUNSTSTOFFEN LEERPLANDOELSTELLINGEN 274 De functie en werking hulpmiddelen, gereedschappen machines toelichten. Installatiemethoden D/2002/0279/020 LEERINHOUDEN van en 124 Aftekengereedschappen voor metaal, hout en kunststoffen: hoogtemaat, kraspen, centerpons Klemgereedschappen, gereedschappen om te vervormen, te verspanen, te verbinden, af te werken Elektrotechnieken 2de graad TSO 275 De hulpmiddelen, gereedschappen en machines met zorg schoonmaken en opbergen. Zorg en orde op de werkplek 276 Op een veilige wijze bewerkingen uitvoeren op metalen, hout en kunststoffen: boren zagen vijlen tappen van plaat- en staafmateriaal, profielen plooien van plaat- en staafmateriaal, profielen Bewerkingen op metaal, hout en kunststoffen 277 Lijmen klinken solderen puntlassen kunststoflassen 278 Oppervlakken behandelen en afwerken Verven, polijsten PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN - Integreren in praktijk. Correcte benamingen gebruiken. Hulpmiddelen en gereedschappen worden bij het begin door de leerkracht gekozen, naderhand meer en meer door de leerlingen zelf. Een aantal van deze doelstellingen werden, in beperkte mate, reeds nagestreefd in de eerste graad. Zeer veel belang hechten aan veiligheid en orde. - 10 MEETKUNDIG EN MECHANISCH TEKENEN LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 279 Elementaire meetkundige constructies uitvoeren. Meetkundige constructies 280 Elementaire projecties tekenen. Projecties 281 Elementaire ontvouwingen tekenen. Ontvouwingen 282 De regels van de projectie toelichten. Isometrische projectie Installatiemethoden D/2002/0279/020 isometrische 125 Elektrotechnieken 2de graad TSO LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 283 Aanzichten van een werkstuk tekenen. Aanzichten 284 Maataanduidingen op een tekening lezen en verklaren. Maataanduidingen 285 Het doel toelichten. Doorsneden 286 Uit samenstellingen de onderdelen afleiden. Samenstellingen 287 Verschillende herkennen. Buitendraad, binnendraad, afmetingen en samenstelling van een doorsnede schroefdraadvormen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN - 2 Volgens de geldende normen tekenen. Integreren in praktijk waar mogelijk. Waar mogelijk het verband met de wiskunde duiden. Zoveel mogelijk tekeningen van werkstukken in verband met componenten en apparaten uit elektrische installaties gebruiken (zie catalogi). De doelstellingen via schetsen en gebruik van een eenvoudig CAD-pakket nastreven, waarbij het tekenen en niet de software centraal staat. EVALUATIE Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen: - de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen bekend te zijn; zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen; evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase; indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring. De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend: - Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband, moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen de probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de gegevens af te leiden. - Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct kunnen weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste interpretatie kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk vooropgesteld stramien te hanteren. Installatiemethoden D/2002/0279/020 126 Elektrotechnieken 2de graad TSO Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit verslag, maar dient ook de activiteiten van de leerlingen tijdens de meetsessies in rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor zelfstandigheid en nauwkeurigheid, aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid, bereidheid tot teamwork ...). - Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden afgeleid. - Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal vormen kunnen hierbij worden gebruikt: Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof. Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in hun juiste context kunnen plaatsen. - Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit groter geheel. 3 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Lokaal Multimedia pc met internetaansluiting Projectiesystemen Catalogi Prijslijsten Info nutsbedrijven Didactische panelen: - Aarding - aardverbindingen equipotentiale verbindingen aardonerbreker - TL-schakeling - Bouwplan - Soorten lampen - Soorten lamphouders Werkplaatsreglement CD-rom Veiligheidsvoorschriften ARAB-AREI Normbladen Pictogrammen Bouwplannen Tekenprogramma voor pc (CAD) Tekenbenodigdheden Installatiemethoden D/2002/0279/020 127 Elektrotechnieken 2de graad TSO Symboollijsten - bouwkundig - elektrisch Didactische materialen: - gereedschappen - installatiematerialen - hulpstukken Tabellen Overzichtslijsten Huishoudelijke toestellen Verlichtingstoestellen Signaalgevers Programmeerbare schakelmodule Meetapparatuur Per leerling Bouwplan Lijst symbolen volgens CAD Lijst bouwkundige symbolen Tabellen: - handelsmaten buizen - draadsectie - veiligheid - …… Overzichtslijsten - installatiematerialen - hulpstukken - materialen - draden en kabels - snoeren - veiligheden - automaten - verdeelkasten - … Veiligheidsfiches Instructiefiches Keuringsformulier Installatiemethoden D/2002/0279/020 128 Elektrotechnieken 2de graad TSO 4 BIBLIOGRAFIE DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer 1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn. COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische Boeken. VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij. VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij CEDSamson Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Installatiemethoden D/2002/0279/020 129 Elektrotechnieken 2de graad TSO