Samenvatting Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Nynke van der Schaaf. Zij doet onderzoek naar de sociale ontwikkeling en taalgebruik in de buitenschoolse opvang. Het gaat dan niet om instructioneel leren zoals op school, maar vooral om sociaal leren: hoe leren kinderen deelnemen aan de wereld om hen heen. Het onderzoek heeft tot doel meer te begrijpen van de sociale ontwikkeling van kinderen in communicatieve activiteiten. Voor(een deel van) haar onderzoek wil mevrouw Van der Schaaf een goed beeld krijgen van de interactie tussen leidster en kind op de bso tijdens maaltijdgesprekken. De vraag daarbij is of de leidster- kind interactie bijdraagt aan de taalontwikkeling van kinderen. Binnen dit onderzoek is dan ook geprobeerd antwoord te geven op de volgende centrale vraagstelling: ‘In hoeverre zijn stimulerende factoren die de taalontwikkeling van kinderen bevorderen, aanwezig tijdens maaltijdgesprekken op de bso?‘ Door middel van het uitvoeren van een literatuuronderzoek zijn eerst stimulerende factoren voor de mondelinge taalontwikkeling achterhaald. Daarnaast zijn ook stimulerende factoren voor de mondelinge taalontwikkeling tijdens maaltijdgesprekken thuis achterhaald. Die stimulerende factoren zijn het uitgangspunt geweest voor het tweede deelonderzoek, observatie. Aan de hand van videobeelden zijn maaltijdgesprekken op de bso geobserveerd. Naast de meer algemene observaties zijn belangrijke delen van het maaltijdgesprek, de zogeheten extended discourse uitgeschreven. Extended discourse zijn delen van het maaltijdgesprek waarbij er gesproken wordt over één onderwerp, waarbij er meerdere verbale uitingen worden gedaan over het onderwerp (minimaal drie) en waarbij er minimaal twee gesprekspartners zijn. De zogenoemde extended discourse, was één van de belangrijkste stimulerende factoren voor de mondelinge taalontwikkeling van het kind tijdens maaltijdgesprekken, zo bleek uit het literatuuronderzoek. De leidster van de bso was bij de bekeken extended discourse, altijd één van de gesprekspartners. De uitgeschreven extended discourse zijn nader geanalyseerd. Allereerst is geconcludeerd, dat er sprake is van extended discourses tijdens maaltijdgesprekken. Dat is positief te noemen, omdat het aangeeft dat er leerzame gesprekken worden gevoerd tijdens maaltijdgesprekken op de bso. Uit die extended discourses is gebleken dat veel extended discourses plaatsvinden tussen slechts de leidster en één kind. Echter bleek uit de literatuur dat, hoe meer deelnemers er zijn tijdens zo’n gesprek, des te leerzamer het gesprek zal zijn voor de kinderen. Immers hoe meer gespreksdeelnemers, hoe meer input voor het gesprek. Ook leken de observaties uit te wijzen dat er meer kans is op een extended discourse, als de leidster zelf plaats neemt aan de tafel( en mee-eet). Echter kan dat op basis van slechts drie bekeken maaltijdgesprekken, niet met zekerheid worden gezegd. Een extended discourse kan voorkomen in twee vormen. Uitleggend vertellen en verhalend vertellen. In het onderzoek zien we dat beide vormen van extended discourses even vaak terug komen. Het initiatief om een gesprek te starten, wat kan uitmonden in een extended discourse, lag bij de bekeken fragmenten even vaak bij de leidster als bij het kind. Om meer en diepgaandere extended discourses te creëren tijdens maaltijdgesprekken op de bso lijkt het erop dat de leidster in eerste instantie plaats moeten nemen aan de tafel. Ten tweede kan de leidster proberen zoveel mogelijk aangeboden onderwerpen, uit te bouwen tot een gesprek. Daarnaast kan de leidster proberen vaker een gesprek te starten, zodat de kans op een extended discourse vergoot. Tot slot kan de leidster proberen om zoveel mogelijk kinderen te betrekken bij een gesprek, om de input te vergoten.