Educatief pakket Tutti Frutti Handleiding 1. Voedingseducatie in de basisschool In het basisonderwijs is gezondheidseducatie, en meer bepaald voedingseducatie, er om gezonde gewoontes en evenwichtig eetgedrag te stimuleren. Hierbij volstaat het uiteraard niet om alleen kennis over evenwichtige voeding over te brengen. Lesprogramma’s besteden best ook aandacht aan het verwerven van technische en socio-culturele vaardigheden en aan attitudevorming over het belang van evenwichtig voedingsgedrag. Dat wordt ook zo in dit pakket voorzien. herkennen en er leren mee omgaan (assertief reageren in situaties waarin snoep wordt aangeboden, …). Voor het basisonderwijs bevat gezondheidseducatie over voeding volgende leerinhouden: - Kennen van de gezondheidsaanbevelingen en de voedingswaarde van voedingsmiddelen (= voedingsstoffen) en van de basisprincipes van de actieve voedingsdriehoek (bv.: het belang van voldoende drinken van water, nagaan van het suikergehalte van frisdrank en fruitsap, het belang erkennen van het eten van fruit, …). - Belang hechten aan een evenwichtig drinken eetgedrag met aandacht voor het drinken van voldoende water en het eten van fruit en groenten (bv.: positieve houding ten aanzien van het meebrengen fruit naar school als tussendoortje). - Verwerven van een keuzebewustzijn rond drinken en het verbruik van tussendoortjes (bv.: bewust snoepgedrag). - Weten wat evenwichtig gedrag met betrekking tot eten en drinken betekent en wat het belang ervan is voor de gezondheid, met aandacht voor de dag- en weekinname (bv.: de dagelijkse behoefte aan vocht, fruit, …) en de frequentie van drinken eetmomenten (bv.: het spreiden van energieinname, effect op de tandhygiëne, …, per dag maximaal 5 eetmomenten). Het educatief pakket Tutti Frutti biedt voor deze leerinhouden activiteiten aan op maat van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs. De activiteiten zijn gelinkt aan de schoolfruitactie en inhoudelijk dus steeds opgezet vanuit het belang van het consumeren van voldoende fruit en groenten als onderdeel van een evenwichtige voeding en gezonde leefstijl. De activiteiten laten echter toe om de focus te verbreden naar evenwichtige voeding in zijn verschillende aspecten. - Herkennen en duiden van persoonsgebonden, maatschappelijke en culturele motieven (smaak, opvoeding, status, …) en verschillen (gezondheidssituatie, kansarmoede, etniciteit, …) in drink- en eetgedrag. - Beschikken over technische vaardigheden voor het bewaren en bereiden van voeding, meer concreet van fruit en groenten (wassen, schillen, snijden, soep maken, …) en van dranken (persen, mengen, …). De leerinhouden van de educatie rond voeding worden voor het basisonderwijs in de eerste plaats bepaald door ontwikkelingsdoelen (kleuteronderwijs en buitengewoon lager onderwijs) en eindtermen (lager onderwijs) wereldoriëntatie. - Herkennen van de emotionele dimensie van drink- en snoepgedrag (snoep als beloning, ‘zoetverslaving’, …) en er leren mee omgaan (copingvaardigheden bij verstoring van het welbevinden, …). Geschikte activiteiten voor kleuters en jonge kinderen richten zich op: - de basiskennis van gezondheidsaanbevelingen rond dranken en tussendoortjes; - Herkennen van de sociale normen en de beïnvloeding binnen de peer (wat is cool, wat niet?), de school (bv. traktaties) en de samenleving (bv. in reclame en media) in verband met eten en drinken, bv.: tussendoortjes - technische basisvaardigheden, voornamelijk rond hygiëne bij drinken en eten en het bereiden (schillen, verdelen, …) van fruit; 1 © VIGeZ - gewoontevorming van het dagelijks drinken van voldoende water en eten van fruit. - Met doe-activiteiten (bereiden van fruitspiesjes, soep, smoothies, …) kunnen dan weer technische vaardigheden worden getraind. Doe-activiteiten binnen de thematische werking (proeflessen, fruitsla maken, …) en het integreren van het drinken van water en eten van fruit in de dagelijkse klaswerking (mogelijkheid tot drinken in de klas, klassikaal fruitmoment, …) versterken de educatieve activiteiten. - Via inleefactiviteiten (interviews, rollenspelen, …) kunnen de socio-emotionele motieven (bv. ik snoep als ik me niet lekker voel) en sociale normen (groepsdruk) worden aangekaart. - Klassikale opdrachten (een enquête afnemen bij medeleerlingen, de media analyseren, …) en participatieve schoolprojecten (tentoonstelling van kunstwerken, fruitreceptie, …) kunnen bijdragen tot het herkennen en duiden van maatschappelijke invloeden en sociale normen. Activiteiten rond voeding in het lager onderwijs hebben aandacht voor: - De lessen omtrent de aanbevelingen rond dranken en tussendoortjes hebben vooral bewustwording tot doel. Hierbij kan vertrokken worden van het eigen gedrag van de leerlingen (invullen eetdagboek, deelname aan een fruittest, …), hun motivatie (bespreken smaak van fruit, lievelingsgroente, …) en hun ervaringen (dorst krijgen van sporten, …) en kan spelenderwijs worden geleerd (via bv. gezelschapsspelen rond evenwichtige voeding). - Ook het koppelen van educatieve momenten aan het regelmatig eten van fruit in de klas, levert sterke leerboodschappen op en draagt rechtstreeks bij tot de gewoontevorming. 2. Hoe gebruik je het educatief pakket Tutti Frutti? Het educatief pakket Tutti Frutti biedt leraren kleuter- en lager onderwijs activiteiten aan die vertrekken vanuit het belang van fruit en groenten als onderdeel van een evenwichtige voeding en een gezonde leefstijl. Het pakket laat toe om vanuit de schoolfruitactie een invulling te geven aan voedingseducatie. De leraar maakt een keuze in de activiteiten en komt zo tot een programma op maat van de klas en het leergebeuren. De activiteiten zijn inhoudelijk geordend in vier delen. 1. Gezondheid: omvat activiteiten die betrekking hebben op fruit en groenten als onmisbaar onderdeel van een evenwichtige voeding. Aandacht wordt besteed aan de actieve voedingsdriehoek, de plaats van fruit en groenten hierin en aan het belang van fruit en groenten voor een goede gezondheid. Maar ook de fruitconsumptie en eetgewoonten van de leerlingen worden onder de loep genomen. 3. Techniek: omvat activiteiten met betrekking tot de technische systemen en processen die gelinkt zijn aan het productieproces en de bereiding van fruit en groenten. Deze aspecten komen zowel aan bod in een aantal activiteiten over efficiënt en veilig bereiden van voeding, als in activiteiten waarin fruit en groenten een dankbare insteek zijn om mee concrete invulling te geven aan technologische opvoeding. 2. Leefstijl: omvat activiteiten die fruit en groenten plaatsen binnen een bredere sociaal-culturele context. Via de activiteiten leren de leerlingen het eten van fruit en groenten koppelen aan smaak en andere persoonlijke keuzes en voorkeuren. Ze worden bewust van de sociale dimensie van deze keuzes en voorkeuren en dus ook van de culturele verschillen met betrekking tot eten. Ze ontdekken hoe fruit en groenten in onze cultuur en dagelijkse taal zijn geïntegreerd en leren ook de ‘taal van het etiket’ lezen. 4. Educatie Duurzame Ontwikkeling (EDO): omvat activiteiten die leerlingen bewust maken van het belang van duurzaamheid, ook in de keuze voor fruit en groenten. Dat gebeurt niet enkel door educatieve activiteiten over het productieproces van fruit en groenten. Er is ook aandacht voor de hedendaagse bewaar- en distributietechnieken en voor de mondialisering van de markt. 2 © VIGeZ Overzicht van activiteiten: GEZONDHEID eau niv 1-2-3 eau niv 2-3 Eetgewoonten eau niv 2-3 Eet ik voldoende fruit? Doe de test eau niv 1-2 Eet ik voldoende fruit? Doe de test Wat weet je over groenten en fruit? eau niv 2-3 eau niv 2-3 Waarom moeten we groenten en fruit eten? Supersoep eau niv 2-3 eau niv 1-2 eau niv 1-2-3 eau niv 1-2 eau niv 1-2 eau niv 1-2 eau niv 1-2 De actieve voedingsdriehoek Maak je eetdagboek Variatie is belangrijk! Fruit of groenten (categoriseerspel) Fruit-topvijf van de klas LEEFSTIJL eau niv 1-2 eau niv 1 eau niv 1 eau niv 1-2 eau niv 1-2 eau niv 1-2-3 Je zintuigen op scherp?! Kijk- en geheugenspel met fruit Tastspel met fruit eau niv Fruitige kunstenaars De taal van het etiket Wat eet de wereld? eau niv 3 eau niv 1-2-3 1-2 eau niv 2-3 eau niv 1-2 eau niv 1-2 Wie proeft, wie wint? Kies keurig je tussendoortjes Kunstig met fruit! 1-2-3 eau niv Raadspel groenten en fruit eau niv 1-2-3 TECHNIEK eau niv 2-3 eau niv 2-3 eau niv 1-2-3 eau niv 2-3 eau niv 2-3 eau niv 2-3 eau niv 3 (Her)ken het fruit dat je eet! Fotospel eau niv 2-3 Soorten messen Appels bewaren: van appel tot appelmoes Fruitsaté Hoe maak je een yoghurtdrankje met fruit? Ontwerp een balans Het persen van citrusvruchten – fruitsap maken Verpakkingen vergelijken Zelf een verpakking ontwerpen Fruit in een doos Een sorteermachine ontwerpen Ontwerp een actieve voedingsdriehoek Een blauwe plek op mijn appel EDO eau niv 1-2 eau niv 1-2-3 eau niv 1-2-3 eau niv 1-2 Tuinbouw: de fruitteelt Tuinbouw: de groenteteelt Plant een zaadje De appel doorheen de seizoenen eau niv De perenpluk eau niv De veiling 1-2-3 2-3 eau niv 2-3 eau niv 2-3 Appels plukken in september, eten in januari? Lekker van bij ons! eau niv Aardbei en meloen in elk seizoen? Appelvariëteiten eau niv Lekker van ver eau niv Voedselkilometers of food miles, wasda? eau niv 2-3 1-2-3 1-2-3 3 Waar of niet waar? Bewegingsspel De activiteiten zijn ingedeeld in 3 moeilijkheidsgraden. Deze moeilijkheidsgraden hangen samen met de mate van taligheid (lezen, schrijven, tekstinzicht) van de activiteiten. Globaal duiden ze aan: eau niv 1 eau niv 2 eau niv 3 Niveau 1: activiteit geschikt voor kinderen die nog niet of moeilijk lezen, ook geschikt voor kinderen die visuele ondersteuning nodig hebben (kleuters, 1e leerjaar, BuLO). Niveau 2: activiteit geschikt voor kinderen die goed kunnen lezen (2e, 3e en 4e leerjaar, BuLO). Niveau 3: activiteit geschikt voor vlotte lezers en kinderen die moeilijkere opdrachten kunnen uitvoeren (4e, 5e en 6e leerjaar). De aanduiding van de moeilijkheidsgraad is slechts indicatief. Het is aan de leraar om te selecteren welke activiteiten voor haar/zijn klas geschikt zijn. Heel wat activiteiten hebben een aanduiding met meerdere niveaus. Het gaat hier om activiteiten die in functie van taligheid of in functie van inhouden 3 © VIGeZ kunnen gedifferentieerd worden. De mogelijkheden tot differentiatie (bv. via gebruik van verschillende werkbladen) zijn telkens aangegeven en uitgewerkt in de activiteitenfiche. Voor elke activiteit is er een activiteitenfiche voorzien. Aan een activiteitenfiche zijn werkbladen of bijlagen voor de leerlingen of infobladen voor de leraren gekoppeld. De activiteitenfiches hebben een uniforme structuur. Overzicht: OD EINDTERMEN BU BAO OD Ontwikkelingsdoelen en eindtermen uit het leergebied wereldoriëntatie aangegeven voor het kleuteronderwijs (OD), voor het lager onderwijs (Eindtermen) en voor het buitengewoon lager onderwijs type 1 (BU BAO OD) LESDOELEN DE LEERLINGEN KUNNEN De lesdoelen beschrijven de kennis, inzichten en vaardigheden waaraan men via de activiteit werkt. Voor elke lesdoel worden één of meer niveaus aangegeven. Voor een aantal activiteiten worden de lesdoelen gedifferentieerd in functie van verschillende niveaus. ACHTERGRONDINFORMATIE Omvat infobladen voor de leraren of bijlagen voor de leerlingen, evenals links naar informatieve sites. DIFFERENTIATIE In dit veld worden de beschikbare werkbladen en de verschillende niveaus aangegeven. Daarnaast worden via pictogrammen mogelijke werkvormen aangegeven. Volgende pictogrammen worden gebruikt: activiteit met individueel werk activiteit met werkgroepjes of hoekenwerk klassikale activiteit GESCHATTE DUUR De activiteiten worden niet gekoppeld aan lesuren, het is aan de leraar om te beslissen of de activiteit in één keer of via verschillende momenten wordt uitgevoerd. Wel wordt er een schatting van de tijdsduur van de activiteit gegeven. LESBENODIGDHEDEN Naast de werkbladen en bijlagen, worden ook eventuele andere (knutsel)materialen opgelijst die nodig zijn om de activiteit uit te voeren. OBSERVATIE KUNNEN DE LEERLINGEN In dit veld worden indicatoren gegeven waarmee de leraar de activiteit op klasniveau kan evalueren. Voor elke indicator wordt het niveau aangegeven. Voor een aantal activiteiten worden de indicatoren gedifferentieerd in functie van de verschillende niveaus. INTRODUCTIEFASE In de laatste drie velden wordt het concrete verloop van de activiteit geschetst. In een eerste fase staat de inleiding, de probleemstelling, en/of het verkennende gesprek centraal. 4 © VIGeZ ACTIVITEITENFASE Vervolgens wordt het proces van de eigenlijke activiteit beschreven. Naast activiteiten die door de leraar aangestuurd worden, bevat het pakket ook activiteiten die beroep doen op het probleemoplossend vermogen van de leerlingen. Hiervoor wordt vaak een werkvorm met werkgroepjes gesuggereerd (zie veld ‘Differentiatie’). Voor sommige activiteiten worden varianten voorzien in functie van de verschillende moeilijkheidsniveaus. VERWERKINGSFASE De lesdoelen beschrijven de kennis, inzichten en vaardigheden waaraan de activiteit werkt. Voor elk lesdoel worden één of meer niveaus aangegeven. Voor een aantal activiteiten worden de lesdoelen gedifferentieerd in functie van de verschillende niveaus. 3. Voedingsbeleid op school Om te bereiken dat attitudes en gewoontes duurzaam zijn is een samenhangende aanpak noodzakelijk, binnen de verschillende leerjaren en doorheen de onderwijsniveaus. Met andere woorden: de concrete uitwerking van de educatie rond evenwichtige voeding moet gebaseerd zijn op leerlijnen die het schoolteam zelf invult. •Het maken van afspraken op het vlak van voeding en beweging. •Het voorzien van zorg en begeleiding voor kinderen met bijzondere behoeften mbt voeding (bv. voedselallergie) en beweging (bv. motorische achterstand). De pijlers van aanbod/structurele maatregelen, educatie, afspraken, zorg en begeleiding worden voor voeding ingevuld op de vier niveaus van een gezondheidsbeleid: individu (bv. wat met een leerling die diabetes heeft?), klas (bv. aanbrengen van leerinhouden mbt evenwichtig eten en drinken), school (bv. middagmaal evenwichtig uitbouwen), omgeving (bv. ouders betrekken door het aanbieden van een infoavond over het voedingsbeleid). In het kader van het gezondheidsbeleid op school kunnen de schoolfruitactie en de voedingseducatie zeker ook hun plaats krijgen. Scholen werken bijvoorbeeld projecten uit over deze thema’s. De basis voor het uitwerken van een voedingsen bewegingsbeleid is de methodiek ‘Gezonde School’. Een geïntegreerd voedings- (en bewegings)beleid op school geplaatst binnen het gezondheidsbeleid houdt in dat globaal vier pijlers worden uitgebouwd: www.gezondeschool.be Een globale aanpak voor een geïntegreerd voedings- (en bewegings)beleid wordt meegegeven in de methodiek ‘Fitte School’ (zie: www.fitteschool.be). •De uitbouw van educatie met aandacht voor leerinhouden, een aangepaste didactiek en verschillende werkvormen toegepast op de thema’s voeding en beweging. Een geïntegreerd voedings- (en bewegings)beleid uitbouwen en het in de bredere schoolwerking inbedden is een geleidelijk proces. Je hebt er meerdere schooljaren voor nodig en ook nadien moet je regelmatig stimuli, uitbreidingen of bijsturingen inbouwen. Scholen kiezen het best voor een procesmatige werkwijze, die aansluit bij de kadermethodiek en de kwaliteitscyclus van het gezondheidsbeleid op school. •Aandacht voor structurele maatregelen die betrekking hebben op het aanbod van voeding op school (bv. aanbod van fruit tijdens de speeltijd), beweegmogelijkheden binnen de school en beweegmogelijkheden buiten de school. 5 © VIGeZ 4. Colofon Met dank aan de basisscholen en hun directies en leraren die de activiteiten mee ontwikkelden en uittestten: Berkenboom-Mozaïek (VBS BuBaO, Sint-Niklaas), Basisschool van het Koninklijk Atheneum (BSGO, Brasschaat), De Eik (BSGO, Wellen), De Fontein (VBS, Sint-Niklaas), De Oase (MPIGO, Gent), Dorpsschool (VBS, Vremde), Groenlaar (BuSO GO, Reet), Sint-Gabriël (VBS, Boechout), Sint-Ursula (VBS, Laken), ’t Vurstjen (MPIGO, Evergem), Zonnebos (MPIGO, ’s Gravenwezel), Zuidschool Koca (BuBaO, Antwerpen). Het educatief pakket Tutti Frutti is een realisatie van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw (VIGeZ) in opdracht van en met de steun van de Vlaamse overheid. Auteurs: Christel Jansen (VIGeZ) en Olaf Moens (VIGeZ), i.s.m. Loes Neven (VIGeZ) en Erika Vanhauwaert (VIGeZ) Alle illustraties uit Jommeke: Jef Nys © Ballon Media, 2012 Met dank aan de studenten lerarenopleiding die de activiteiten mee uittestten: Inge Campsteyn (Xios Hogeschool), Stephanie Wijnen (KH Leuven). Met dank aan de leden van de projectgroep en de leesredactie: : Inge Deblieck (Logo Limburg), Aranka Delombaerde (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Landbouw en Visserij), Ellen De Smet (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid), Sigrid De Vuyst (GO!), Katelijne Lefever (OVSG), Leene Leysen (KH Leuven), Elly Quanten (Xios Hogeschool), Catherine Roden (Xios Hogeschool), Guy Scheijnen (VSKO), Mia Van Bergen (VLOR), Ingeborg Vandenbussche (Logo Brugge-Oostende), Rita Van Durme (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs), Hilde Van Houte (Arteveldehogeschool Gent). Met dank aan: Pol Demeurisse (VSKO) en Jef Pazmany (VSKO) voor toestemming tot gebruik van concepten van activiteiten uit 123TEC, Wouter Goolaerts (Plattelandsklassen) en Danie Horrevorst (Plattelandsklassen) voor toestemming tot gebruik van afbeeldingen uit Grasspriet, Uitgeverij Kluitman voor toestemming tot gebruik van een leestekst uit Waanzinnig om te weten: je spetterende spijsvertering, Sclera vzw voor het aanreiken van de pictogrammen. 6 © VIGeZ