Inhoudsopgave VORM............................................................................................................. 2 Opdracht 1 Trendontwikkeling: Stijlen ................................................................ 2 Opdracht 2 Trendontwikkeling: ........................................................................ 12 Opdracht 3 Trendontwikkeling: Stijlvoorkeuren ................................................. 14 Opdracht 4 Presenteren: Winkelpresentatie en winkelformule ............................ 20 Opdracht 5 Presenteren: Presentatietechnieken ................................................ 23 Opdracht 6 Verpakken volgens huisstijl ............................................................ 26 Opdracht 7 ‘Extra opdracht’ ............................................................................. 26 VORM Opdracht 1 Trendontwikkeling: Stijlen In de Bloemsierkunst worden verschillende stijlen bloemwerk gemaakt. Het is belangrijk om te weten welke stijlen er zoal zijn ; modern, klassiek, decoratief, vegetatief, parallel, lineair, symmetrisch, a-symmetrisch. Als je meer over deze stijlen te weten komt kun je ze makkelijker herkennen, en uiteindelijk ook maken. Zet onder de afbeelding van het bloemwerk welke bloemenstijl daarbij hoort maar ook hoe deze technisch wordt gemaakt en geef je mening over de materiaal keuzes. Op pagina 11 en 12 moet je zelf een foto van een bloemwerk opzoeken en kopiëren in dit document. Ook hierbij geef je aan wat de stijl, techniek en jou mening. Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Eigen voorbeeld: Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Eigen voorbeeld: Welke stijl en techniek: Materiaal lijst: Wat vind je er van (geef jou persoonlijke mening): Opdracht 2 Trendontwikkeling: definitie trend, actuele trends Tegenwoordig spreken we vaak over trends….. maar wat zijn dat nou eigenlijk? En wie verzint dit nou? Daar gaat deze les over. Wat zijn nou trends en welke producten vallen hieronder: b.v. telefoontjes, kleding, auto’s, interieurstijlen en bloemen. Maar waarom zijn er zoveel verschillende spullen….. Ik denk dat we het daar met elkaar over eens zijn dat we eigenlijk het liefst alles net even anders dan een ander willen, en dat we ook allemaal uit een ander ‘nest’ komen dus met andere waarden en normen en hierdoor ook andere smaken hebben. Ook het verschil tussen mannen en vrouwen, dat bepaalt ook voor een groot gedeelte een smaak, maar ook wat een persoon verdient. Wanneer je erg veel verdiend dan kun je ook veel kopen en kijk je misschien vooral naar kwaliteit, maar ook naar hoe iets eruit ziet want je moet natuurlijk wel goed kunnen zien dat iemand rijk is (kijk maar naar b.v. auto’s, hoeveel soorten zijn er wel niet en waarom?? Dit voor de mannen, en voor de vrouwen b.v. een mobieltje bezet met diamanten….). Dus iemand met veel geld kan zich meer veroorloven dan iemand met minder geld, maar dat wil niet zeggen dat iemand met minder geld ook minder smaak heeft….. Maar die kan zich niet alles veroorloven en daar zijn toch best wel veel bedrijven die zich (op die middenmoot) hebben gericht. Kun je er een paar bedrijven noemen die gericht zijn op de mensen met minder geld: O.a. de Wibra Als opdracht moeten jullie deze week een vakblad gaan doorlezen (het vakblad Bloem en Blad of de Pook) en je maakt een foto van een b.v. winkel of een bloemstuk of een nieuwe bloem of plant die in het vakblad staat en je legt erbij uit waarop jou keuze is gebaseerd. Dus zijn het b.v. de kleuren of de vormen of is het grappig ……. gekozen foto uit een vakblad (noem erbij welk vakblad). Omschrijf waarom je deze foto hebt gekozen. Bekijk ook een aantal websites en zet hieronder welke voor jou de voorkeur heeft en ook waarom: Opdracht 3 Trendontwikkeling: Stijlvoorkeuren Nu we wat meer begrijpen waar die trends nou vandaan komen of ontstaan gaan we wat stijlvoorkeuren bespreken en maken! De stijlvoorkeuren die we hier op school gebruiken zijn o.a.: Klassiek Modern Trendy Romantisch Natuurlijk/landelijk Industrieel Vintage of retro stijl Vul in welke stijl bij welke foto past: Hier een voorbeeld van:………………………. Dit is:………………… interieur En dit is een: ………………………interieur En dit is een …………….. interieur. Dit is een ……………… interieur. Dit is een………………… interieur. En dit is …………….. stijl Je ziet dus dat er heel veel stijlen en voorkeuren zijn! Dit zijn maar 7 voorbeelden en daar kun je ook weer eindeloos mee combineren dus je kunt eigenlijk nooit met 100% zekerheid zeggen dat iets klassiek is of modern of industrieel…… Vaak zijn het persoonlijke keuzes, maar het is wel belangrijk dat je die keuze kunt begrijpen. Pas als je dat door hebt kun je bepalen welke bloemen/ planten bij zo’n interieur horen of in welke stijl of kleur je iets moet maken. In de volgende opdracht ga je nu bij deze verschillende stijlen bloem en plantenkeuzes maken. Je moet hier ook een ondergrond bij zoeken, dus b.v. bij een plant moet je ook een ompot zoeken en bij een of meerdere snijbloemen moet een vaas bij. Hieronder volgt een voorbeeld van Retro /vintage Dit zijn planten in een groepje bij elkaar gezet met retro vazen en potten. Dus dit is voor de stijlgroep: Retro/vintage. Hieronder fresia’s op een beetje ouderwetse manier geschikt wat ook weer voor deze stijlgroep klopt. Je kiest 2 stijlen uit deze opdracht waarvan je een sfeerkaart maakt. Deze sfeerkaart maak je op papier, karton of een andere ondergrond en een voorwaarde is dat er planten in gebruikt moeten worden. Verder mag je natuurlijk afbeeldingen uit woontijdschriften, kleurstalen, stofjes e.d. gebruiken. Opdracht 4 Presenteren: Winkelpresentatie en winkelformule Wat is dat nou…. Presenteren….?? En waar presenteren we?? Wanneer presenteren we en hoe presenteren we…. En voor wie….. Dit sluit mooi aan bij de lesstof die we nu allemaal hebben behandeld. In feite presenteer je voor een ander (oftewel die klant die je bij jou in de winkel wil hebben). Maar we presenteren veel meer als alleen maar in een winkel. Je moet jezelf ook ‘presenteren’ en dan heb ik het niet alleen over uiterlijk, maar ook de Nederlandse taal goed kunnen beheersen en je moet ook ‘neutraal’ ruiken (dus geen transpiratie o.i.d.). Dus overal om je heen zie je presentaties!! Maar we gaan even uit van een winkelpresentatie: Ook een winkelpresentatie heeft te maken wat iemand te besteden heeft en hoe zo’n zaak er dan ook uitziet (ook het personeel moet kloppen…) Voor het lage segment kennen we de goedkope zaken zoals: De Wibra, buitenpresentatie en de binnen presentatie De Action, buitenpresentatie… en de binnen presentatie Als je kijkt naar de kleur van de verlichting dan komt deze heel koud en ongezellig over. Bij de Wibra ligt alles in bakken, wel overzichtelijk maar nou niet zo uitnodigend dat je even gezellig gaat zoeken (hier is de Wibra en Zeeman wel groot mee geworden). Klanten die naar deze winkels gaan vinden dat niet belangrijk, veel belangrijker zijn de haalbare prijzen. Dus klanten met een kleine knip kunnen toch het noodzakelijke kopen. Op de volgende pagina zie je een voorbeeld van een dure winkel (de Bijenkorf), kijk vooral naar de buitenpresentatie (etalage) en de binnen presentatie. (bekijk eventueel de website van de Bijenkorf) Omschrijf de duidelijke verschillen tussen een Bijenkorf en een Wibra of Action. Als we nu eens naar bloemenzaken gaan kijken dan zijn er de loopzaken, de speciaal zaken, de bloemist op de webshop, de ambulante handel (markt). Bekijk de foto’s en zet het juiste bedrijf erbij. A. B. C. D. Omschrijf in het kort de duidelijke verschillen tussen a,b,c en d. Maak een digitale sfeerkaart van jouw leerbedrijf waarin duidelijk wordt hoe en in welke stijl (zie opdracht 3) zij zich presenteren. Welke kleuren en materialen worden veel gebruikt? Laat zien hoe er gepresenteerd wordt, buiten, binnen. Een voorwaarde is dat planten een plek krijgen in jouw sfeerkaart. Licht toe in welke categorie je leerbedrijf valt (zie opdracht hierboven). a: b: c: d: Opdracht 5 Presenteren: Presentatietechnieken Presenteren: Presentatietechnieken: eenvoudige basistechnieken, eenvoudige composities (zie document Beekwilder We gaan starten bij het begin met het maken van een presentatie We beginnen bij het begin….. Wat is nou het belangrijkste verschil tussen etaleren en presenteren….. Presenteren Etaleren Precies: etaleren gebeurd alleen achter glas aan de (meestal) voorkant van een winkel om de klanten naar binnen te trekken, je kunt dit dus echt alleen maar zien, dat is het enige zintuig wat je hiervoor kunt gebruiken. Maar je snapt ook dat verlichting hier een belangrijke rol mee speelt. Ook mag een klant niet in de etalage komen, is verboden gebied alleen voor de etaleur of de bedrijfsleider. Presenteren gebeurd veel meer om je heen, je kunt een presentatie buiten hebben om klanten naar binnen te ‘lokken’. Maar ook op de toonbank (denk aan impuls verkoop) of binnen een bedrijf (zoals hierboven met de schoenen, ze staan zo opgesteld dat je ze even wil pakken…). Je gebruikt hiervoor al je zintuigen. Die zijn: horen, zien, proeven, ruiken en voelen. En de klant moet er makkelijk bij kunnen!! Daarom heb je soms harde muziek bij bepaalde zaken die juist de jongeren willen ‘lokken’. Maar ook heerlijke geuren of koffie drinken in een winkel (denk momenteel maar supermarkten, waar de klant gratis koffie kan drinken). Maar ook zaken die de klant van alles laten proeven. En veel mensen willen vaak toch iets tastbaars hebben (dus voelen), zoals veel moeders tegen de kinderen zeggen kijken met je ogen…. Alleen doen ze dat zelf niet….. Ook moet je rekening houden voor wie je een presentatie maakt, wie is je doelgroep! Zijn het kinderen dan moet je lager een presentatie maken, of in ieder geval zo dat het voor hun opvalt. Kijk eens in supermarkten wat ze bij de kassa hebben staan…. In de zomerdag ijsjes e.d. maar ook het snoep bij de kassa… Bijzondere manier van worstjes presenteren (volgens mij waren er teveel gekocht….) Hier zie je de snoepjes als laatste extra aankoop (ook sigaretten zijn alleen bij de kassa verkrijgbaar). Maar we gaan nu even uit van de gemiddelde bloemenwinkel. En we starten met een schappen presentatie. Waar moet die aan voldoen?? Je hebt in een bloemenzaak net zoals bij een supermarkt verschillende hoogtes met de schappen. 1. De onderste schap is een schap waar je in/op neer kijkt, dus daar moet je wat grotere producten in zetten, b.v. schalen. Daar kijkt de klant dan mooi op. 2. De tweede schap van onderaf kun je ook nog steeds wat grotere producten in zetten maar je kunt ook al wat kleinere producten bij zetten. 3. De derde schap is al bijna de gouden schap….. en dan bedoelen we dat we op die schap er goed bij kunnen en dus ook de presentatie belangrijk is. Van die schap kun je veel verkopen (vandaar gouden schap). 4. De vierde schap kan ook nog de gouden schap zijn, dus hetzelfde als hierboven is omschreven. 5. De vijfde schap wordt al wat lastiger, je kunt er niet meer zo makkelijk bij en je kunt het ook niet meer zo heel goed zien, dus nu ook weer wat grotere producten, de kleinere zie je bijna niet! 6. De bovenste stelling moet je alleen maar wat grotere (en hogere) producten neerzetten (die anders niet tussen de stelling passen b.v.). Maar al met al…… moet je wel zorgen voor balans, dus het moet er aantrekkelijk uitzien (en we gaan nu uit van de gemiddelde bloemenzaak). Ook de kleuren en materialen moeten bij elkaar passen (je kunt b.v. een thema vasthouden… b.v. Nederland als je veel delfts blauw hebt, dan zoek je er veel kleuren bij die passen). Ook mag je producten die kunnen rollen niet plat neer leggen (een klant kan er tegen aan stoten en dan is er kans dat het stuk valt). Ook moet er best wel veel op staan, je kunt niet als je een klant hebt geholpen even langs de stellingen lopen om te kijken of je alweer wat moet bijvullen…. Kost teveel tijd! Daarbij kosten de schappen best wel veel geld (vraag maar eens aan de docent waar je economie van krijgt!). In de volgende les gaan we aan de slag met het maken van een stelling presentatie (dit kan in groepjes van 2). Leg, voordat je begint, de stelling die je gaat behandelen eerst vast op de foto zodat je hierna goed het verschil kan zien. We beginnen met 2 stellingen, de gouden schap en een erboven. Wordt aan het einde van de les besproken. Opdracht 6 Verpakken volgens huisstijl Vandaag ga je in de les een cadeau èn een plant of single flower verpakken volgens de huisstijl van jou leerbedrijf. Hiervoor moet je dus zowel het product meebrengen dat je gaat verpakken, maar ook je verpakkingsmateriaal. Wordt er gebruik gemaakt van papier, folie of cellofaan? Misschien wordt er wel ander verpakkingsmateriaal gebruikt? In hoeverre is het voor mensen die het ontvangen duidelijk dat het van jouw bedrijf afkomstig is? Wordt er op één of andere manier aan reclame gedaan? Misschien kun je zelfs wel stellen dat producten in verschillende prijsklassen verschillend worden verpakt. Kun je aangeven waarom dat gebeurt? Aan het einde van de les gaan jullie je verpakte werk met elkaar vergelijken. Wat valt op aan de diversiteit van verpakkingsmateriaal en de wijze waarop er is ingepakt? Zijn er echt onderscheidende verpakkingen of lijkt alles toch wel erg op elkaar? Is de huisstijl van de verschillende leerbedrijven te herkennen in hoe er verpakt wordt? Opdracht 7 ‘Extra opdracht’ 2 Sfeerkaarten met o.a verwerking van planten, digitaal of op papier.