Ontwikkeling van een thermisch model voor een compacte

advertisement
Ontwikkeling van een thermisch model voor een
compacte hoogvermogen omvormer.
Niels Polfliet
Promotor: prof. dr. ir. Alex Van den Bossche
Begeleiders: Steven Thielemans, Jeroen De Kooning
Masterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van
Master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek
Vakgroep Elektrische energie, Systemen en Automatisering
Voorzitter: prof. dr. ir. Jan Melkebeek
Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur
Academiejaar 2010-2011
Voorwoord
Bij deze wil ik iedereen bedanken die geholpen heeft bij de realisatie van dit afstudeerwerk.
In de eerste plaats dank ik mijn externe promotor dr. ir. Jeroen Van Den Keybus van
de firma Triphase in Leuven. De begeleiding van dit eindwerk lag voor het grootste deel
in zijn handen. Bedankt voor de vele frisse ideeën en inzichten, de hulp als één en ander
niet werkte en het nalezen van de tekst.
Bedankt aan mijn promotor prof. dr. ir. Alex Van den Bossche. De tips die ik kreeg door
zijn ruime ervaring in warmteoverdracht kwamen goed van pas in dit werk.
Bedankt ook aan prof. dr. ir. Herbert De Gersem van de K.U.Leuven-Kortrijk, dr. ir.
Piet Vanassche en ir. Niels Wellens van de firma Triphase in leuven voor de inzichten en
tips over FEM simulaties en modellering.
Mijn dank gaat ook uit naar de firma Triphase in Leuven voor het ter beschikking stellen
van de onderdelen voor de praktische testopstelling en de (dure) IGBT-module die ik
onbruikbaar mocht maken.
Bedankt aan de firma EBV Elektronik voor het gratis ter beschikking stellen van een
FF450 IGBT-module.
Dank ook aan het labo elektrische aandrijftechniek van de afdeling ELECTA-ESAT van
de K.U.Leuven voor het freeswerk aan het koelblok en het ter beschikking stellen van de
FLIR A40M Thermische camera voor de eerste tests.
Tot slot bedankt ook aan mijn zussen en ouders voor de onvoorwaardelijke steun en het
schijnbaar eindeloos aantal keer nalezen van de tekst.
Niels Polfliet,
6 Juni 2011
ii
Toelating tot bruikleen
De auteur(s) geeft(geven) de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te
stellen en delen van de masterproef te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander
gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking
tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit
deze masterproef.
de auteur,
Niels Polfliet,
6 Juni 2011
iii
Overzicht
Ontwikkeling van een thermisch model voor een compacte hoogvermogen
omvormer
Niels Polfliet
De elektrische motoren die doorgaans gebruikt worden in elektrische voertuigen hebben
door hun bouw een grote thermische inertie. Dit laat toe om deze motoren kortstondig
sterk tot zeer sterk te overbelasten, bijvoorbeeld tijdens vertrek en versnelling. Van deze
eigenschap wordt in elektrische voertuigen gebruik gemaakt om tractiemotoren zo klein
en economisch mogelijk te dimensioneren.
Bij de gebruikte vermogenelektronische convertoren is dit echter niet het geval. Meestal
zijn deze watergekoeld en wordt er vooraf een berekening gemaakt van de maximale
regimebelasting. Deze is begrensd door de maximale junctietemperaturen van de Insulated
Gate Bipolar T ransistors (IGBT’s) en antiparallelle diodes. De maximum toelaatbare
invertorstroom wordt aan de hand hiervan vooraf vastgelegd. In elektrische voertuigen is
er echter zelden sprake van een regimebelasting. Ook over kortstondige overbelasting of
over de invloed van verschillende parameters als koelwatertemperatuur, schakelfrequentie,
fasehoek en stroomrimpel is slechts beperkt informatie beschikbaar. Hierdoor wordt er
vaak noodgedwongen een conservatieve waarde voor de maximale stroom gekozen, wat
tot een oneconomisch ontwerp leidt.
In dit werk wordt getracht op basis van een eenvoudige F inite Element methode een
model op de stellen dat accuraat de junctietemperatuur van de IGBT’s en antiparallelle diodes kan berekenen. Dit model is geoptimaliseerd om met zo weinig mogelijk
rekenkracht toch een nauwkeurig beeld van de temperatuurverdeling in de modules te
bekomen. Hierdoor is het mogelijk het model in real-time op de processor van de invertor door te rekenen. De resultaten van de eerste praktische tests om het model te
verifiëren zijn veelbelovend.
Trefwoorden: Elektrische voertuigen, Waterkoeling, Real-time thermische simulatie,
verliesberekening
iv
Development of a thermal model for compact high
power inverters
Niels Polfliet
Supervisor(s): Prof. dr. ir. Alex Van Den Bossche, dr. ir. Jeroen Van Den Keybus, ir. Steven Thielemans, ir.
Jeroen De Kooning
Abstract— This article presents a thermal model for real-time thermal
calculations in Insulated Gate Bipolar Transistor (IGBT) based liquid
(water) cooled high power inverters used for electric vehicles. The goal
is to develop a model that can accurately calculate all junction temperatures of the power semiconductors during operation, which will later allow
to determine the maximum current the power inverter can safely handle at
any given moment. The model is fast enough to be calculated in real-time
on the inverter calculation platform and can adapt quickly to a change in
parameters.
Keywords— Electric vehicles, Finite element, Real-time thermal
calculations, Water cooling
I. I NTRODUCTION
ERMANENT magnet electric motors used in electric
vehicles have to achieve the highest possible output torque
at very low motor speeds during departure and acceleration.
This means very high currents at low voltages, much higher
than during normal operation. The electric motors have a lot
of thermal inertia and because of this can handle currents much
higher than nominal current levels for short periods of time.
The liquid cooled power electronic converters do not. Because
inverter ratings are mostly on the safe side and do not have
clear ratings for short time higher currents, inverters in electric
vehicles are in most cases oversized and/or not used to their
full capabilities. To achieve an economical design, accurate
data about the maximum current (limited by the maximum junction temperature) for short time periods at any working point is
needed. To calculate the junction temperature of the semiconductors both the losses during operation and the propagation of
these losses from the silicon substrates to the cooling fluid have
to be modeled.
P
II. C ALCULATION OF LOSSES
The losses during operation of IGBT’s and the antiparallel
diodes are calculated using data available in the datasheets of
the devices, as proposed in [1], [2], [3], [4], [5]. The total losses
are determined by:
• Conduction losses
• Switching losses
To calculate power loss as an input variable for thermal model
this standard approach is used.
III. T HERMAL MODEL
A. Equivalent RC network approach
The classic approach described in [2], [3], [4], [6], [7] is
to model the thermal problem as a number of equivalent RC
sections. These models are designed using a finite element
simulation. The resulting equivalent network is easy to work
with and to evaluate, but has some limitations:
• The calculation accuracy of mutual heating of the components
is limited.
• Changing parameters real-time e.g. coolant flow or coolant
temperature change within the cooling block, are not easy to
implement.
B. Thermal point model
The proposed thermal model in this article is using a simplified finite element approach, based on a matrix of points. All
material is divided into points with a certain temperature (figure 1), each representing a chunk of material. Several layers in
3 dimensions are stacked to create a 3D-representation of the
IGBT-module and the cooling block.
Fig. 1. Interconnected centerpoints with thermal capacitance connected through
resistors
All the different materials used (aluminium cooling block,
copper base plate, liquid coolant), are modeled as points. Each
point has the thermal properties of the material the point is representing. The capacitor models the thermal capacitance, the resistors model the thermal conduction properties within the material or the contact resistance to other materials. Heat flow equals
electrical current, voltage is temperature.
The model is then solved using Kirchhoff’s current law, using
a forward Euler principle to solve the 3D matrix using equation
1, 2 explained in figure 2.
IC = Iin + Ix1 + Iy1 − Iuit
U1,new = U1,old +
∆t
.IC
C
(1)
(2)
The flow of the coolant fluid is modeled by shifting the points
which represent flowing coolant at a certain rate in the direction
of the coolant flow. By using a fixed samplerate to calculate the
FF450R12ME4 Sinussweep 0.1−20Hz 100A at 50% dutyratio: measurement
30
21
20.5
20
25
19.5
19
18.5
20
18
Coolant Exit Temperature [°C]
Junction Temperature [°C]
Diode bottom
IGBT top
IGBT bottom
Diode top
coolant 1
coolant 2
17.5
17
15
Fig. 2. Kirchoff’s law of current balance
0
5
10
15
20
25
30
35
40
16.5
45
Time [s]
(a)Measurement
21
Diode bottom
IGBT top
IGBT bottom
Diode top
coolant 1
coolant 2
25
20.5
20
19.5
19
18.5
20
18
Coolant Exit Temperature [°C]
IV. T EST SETUP AND RESULTS
FF450R12ME4 Sinussweep 0.1−20Hz 100A at 50% dutyratio: simulation
30
Junction Temperature [°C]
entire model, the coolant flow speed is fixed and the thermal capacitances are calculated using this samplerate. When the model
is calculated in real-time the voltages of the top points match the
semiconductor temperatures. The calculations of this model are
simple enough to allow the model to be calculate in real-time on
the inverter platform itself. The entire solver for this model was
developed and tested in Matlab.
17.5
To verify and match the model with measurements a test setup
has been developed to test IGBT-modules with a special cooling setup which allows the cooling fluid to directly flow against
the copper base plate of the IGBT-module. This cooling block
together with the IGBT-module was modeled using the point
model mentioned above. A matrix of 77 x 35 x 8 points was
used. The thermal model, created in Matlab Simulink, is executed in real-time on the inverter hardware itself. Study of the
CPU-load of the inverter hardware (x86 PC platform) showed
that the model can be run in real-time.
CPU-load
Control algorithm only
Thermal model and control algorithm
%
3.5%
48.4%
TABLE I
CPU- LOAD OF THE INVERTER TARGET PC ( X 86)
17
15
0
5
10
15
20
25
30
35
40
16.5
45
Time [s]
(b)Simulation
Fig. 3. Junction temperature at a sinosoidal current of 60A 0.1-1-2-5-10-20Hz
timated by the datasheet. This may be explained by the influence
of the gate driver circuit on switching losses. Further investigation has to be done to confirm this hypothesis and thereby improving the accuracy of the calculation.
• The first tests with the thermal model itself show promising
results for the simulation, yielding temperature predictions that
approximate the measured value. In any case more testing with
the model to assure correct output has to be done to match the
model to the measurements.
R EFERENCES
The measurement setup allows to monitor all temperatures inside the IGBT-module during operation with a thermal camera.
A sinusoidal current of 60A with a varying frequency from 0.120Hz is applied to one half bridge in the module and to the
simulation model. The measurements registered by the thermal
camera and the temperatures predicted by the simulation model
are shown in figure 3
V. C ONCLUSIONS
A real-time thermal model based on simplified Finite Element
Method for a compact high power inverter has been developed.
The tests with the model show the model is efficient enough to
be run in real-time on the inverter hardware.
• Measurements show that the calculation of losses using
parameters from the datasheet only seems to be correct for conductance losses, but switching losses seem to be greatly overes•
[1] J. Van Den Keybus, Developement of a universial electric energy measurement and control platform for low-voltage grid-coupled applications is
a deregulated electricity market, Ph.D. dissertation, Katholieke Univ. Leuven, Dec. 2003.
[2] R. Schnell, U. Schlapbach, Realistic benchmarking of IGBT-modules with
the help of a fast and easy to use simulation-tool, PCIM proceedings 2004.
[3] M. Ayadi, M. A. Fakhfakh, M. Ghariani, R. Neji, Electro-Thermal
Simulation of a Three Phase Inverter with Cooling System, Journal of Modelling and Simulation of Systems (Vol.1-2010/Iss.3).
[4] Z. Zhou, M. S. Khanniche, P. Igic, S. T. Kong, M. Towers and P. A. Mawby,
A fast power loss calculation method for long real time thermal simulation
of IGBT-modules for a three-phase inverter system, Int. J. Numer. Model.
2006.
[5] M. Honsberg,T. Radke, Thermal Behaviour of Three-Level Trench Gate
IGBT-Modules in PFC and PV Operation, Power Electronics Europe, Issue
1 2010, www.mitsubishielectric.de.
[6] T. Kojima, Y. Yamada, M. Ciappa, M. Chiavarini, W. Fichtner, A novel
Electro-thermal Simulation Approach to Power IGBT-Modules for Automotive Traction Applications, R&D Review of Toyota CRDL Vol.39 No.4
[7] C. Yun, P. Malberti, M. Ciappa, and W. Fichtner, Thermal Component
Model for Electrothermal Analysis of IGBT-Module Systems, IEEE Transactions on advanced packaging, Vol.24, No.3, aug 2001.
Inhoudsopgave
1 Literatuurstudie
1.1 Verliesberekening . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1.1.1 Geleidingsverliezen . . . . . . . . . . . . .
1.1.2 Schakelverliezen . . . . . . . . . . . . . . .
1.1.3 Verliesberekeningsformules . . . . . . . . .
1.1.4 Compensatie voor temperatuurverandering
1.2 Warmtegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
gedurende
. . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
PWM cyclus
. . . . . . . .
1
1
2
2
4
5
7
2 Berekening van de verliezen met SPICE simulatie
8
2.1 Fysisch tegenover empirisch model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.2 Empirisch model van een IGBT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.3 Simulatie van een halve brug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3 Thermisch puntmodel
3.1 Situatieschets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.2 Puntmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.2.1 Berekeningsmethode . . . . . . . . . . . . . .
3.2.2 Implementatie in Matlab . . . . . . . . . . . .
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling . . . . . . . . . .
3.3.1 Dimensioneren van de koelkanalen . . . . . . .
3.3.2 Berekening van de warmteoverdrachtcoëffciënt
3.3.3 Simulatie van het koelblok . . . . . . . . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
14
14
17
18
23
26
26
30
31
4 Praktische tests
4.1 Testopstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.2 IGBT-modules . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.3 Thermische camera . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.3.1 FLIR A40-M . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.3.2 Xenics Gobi 384 . . . . . . . . . . . . . . . .
4.3.3 Werking van een thermische camera . . . . .
4.3.4 Invloed van het verschil in emissiecoëfficiënt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
36
36
40
43
43
43
44
45
vii
.
.
.
.
.
.
.
INHOUDSOPGAVE
4.4
4.5
4.3.5 Invloed van silicone gel bovenop de componenten
Dubbele halve brug IGBT-module test . . . . . . . . . .
4.4.1 Testopstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.4.2 DC tests . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.4.3 Invloed van de aangelegde frequentie . . . . . . .
Motordrive met constante V/f sturing . . . . . . . . . . .
viii
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
46
50
50
56
62
64
5 Besluit
68
5.1 Suggesties voor verder onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Bibliografie
71
Lijst van figuren
73
Lijst van tabellen
76
Lijst van afkortingen
CPU
DSP
FEM
FPGA
IGBT
IIR
MIMO
PWM
SPICE
SSA
VCCS
Central Processing Unit
Digital Signal Processor
Finite Element Method
Field-Programmable Gate Array
Insulated Gate Bipolar Transistor
Infinite Impulse Response
Multiple Input Multiple Output
Pulse Width Modulation
Simulation Program with Integrated Circuit Emphasis
State Space Averaging
Voltage Controlled Current Source
ix
Hoofdstuk 1
Literatuurstudie
Uit de literatuur werden de gangbare methodes voor twee aspecten bestudeerd:
ˆ Berekening van de verliezen en dus de warmteproductie die optreedt in een IGBTmodule bij verschillende werkingspunten [1], [7], [8], [9], [10].
ˆ Thermische berekening van halfgeleider junctietemperaturen in IGBT-modules aan
de hand van het verliesvermogen en de koeling [1], [7], [8], [9], [11], [12].
De meeste publicaties behandelen beide aspecten. Wat echter steeds terugkomt is dat de
berekeningen vooraf en niet in real-time gebeuren. In wat volgt worden de standaardmethodes voor verliesberekening en thermische simulatie uit de literatuur uiteengezet.
1.1
Verliesberekening
De ogenblikkelijke verliezen die optreden bij de gebruikte IGBT-modules worden beschreven
door [1]:
PIGBT (t) = uCE (t)iCE (t)
(1.1)
Pdiode (t) = uEC (t)iEC (t)
(1.2)
Waarin uCE (t) en iCE (t) respectievelijk de spanning over en de stroom door de IGBT
collector-emitter en uEC (t) en iEC (t) resp. de spanning over de stroom door de diode
emitter-collector voorstellen.
1
1.1 Verliesberekening
2
Probleem bij deze vergelijkingen is dat de modules aangestuurd worden met een P ulse
W idth M odulated (PWM) signaal. Om de verliezen correct te bepalen moeten bovenstaande vergelijkingen doorgerekend worden met een frequentie die enkele malen hoger is
dan de PWM frequentie. Dit maakt het onmogelijk deze formules te gebruiken voor een
model dat in real-time uitgerekend moet worden.
Beter is het om de verliezen los te koppelen van de schakelfrequentie, door middel van
State Space Averaging (SSA). Het resultaat is het verlies uitgemiddeld over een periode
onafhankelijk van de schakelfrequentie. Informatie over de temperatuurrimpel gedurende
de PWM periode gaat echter verloren. Deze wordt verder apart in rekening gebracht met
een analytische uitdrukking.
Twee soorten verliezen treden op bij IGBT’s en diodes [1], [7], [8], [9], [10]:
ˆ Geleidingsverliezen: verliezen die ontstaan doordat de spanning over de halfgeleider
niet nul is tijdens geleiding.
ˆ Schakelverliezen: verliezen die ontstaan tijdens de overgang van en naar geleiding.
1.1.1
Geleidingsverliezen
Het verlies tijdens geleiding wordt bepaald door de spanningsval over de module tijdens
geleiding. De spanningval tijdens geleiding staat beschreven in de datasheets van de
gebruikte modules. Van de grafieken wordt een lineaire benadering gemaakt. Figuur 1.1
toont de lineaire benadering van de spanning tijdens geleiding van zowel de IGBT als de
antiparallelle diode.
1.1.2
uCE = uCE,0 + αCE iCE
(1.3)
uEC = uEC,0 + αEC iEC
(1.4)
Schakelverliezen
De verliezen die optreden bij het in- en uitschakelen ontstaan uit de lading die opgeslagen is
in elke component. Deze lading is ongeveer lineair met de stroomsterkte tijdens geleiding.
Dit blijkt ook uit de grafieken in de datasheet (figuur 1.2). Het inschakelverlies is tevens
1.1 Verliesberekening
3
Figuur 1.1: Spanningsval gedurende geleiding bij IGBT(links) en diode(rechts)
sterk beı̈nvloed door de in- en uitschakeltijd, die beı̈nvloed wordt door de gateweerstand
en het drivercircuit.
EON = EON,0 + αON i0
(1.5)
EOF F = EOF F,0 + αOF F i0
(1.6)
ERR = ERR,0 + αRR i0
(1.7)
Figuur 1.2: In- en uitschakelverlies bij IGBT (Eon en Eoff) en diode (Err)
1.1 Verliesberekening
1.1.3
4
Verliesberekeningsformules
De golfvormen van de stroom zien er uit zoals in figuur 1.3. De stroom gedurende geleiding
is niet constant door de inductantie van het circuit (driehoekige variatie D). Hierdoor
kan niet zomaar met de gemiddelde uitgangsstroom i0 gerekend worden en is de in- en
uitschakelstroom niet gelijk.
Figuur 1.3: Spanning en stroom gedurende geleiding (bovenaan) en verliesvermogen (onderaan) [1]
Daarom worden volgende formules opgesteld aan de hand van figuur 1.3:
1
P̄C =
Tsw
Z
−T
D
D
(uCE,0 + αCE (i0 + t))(i0 + t)dt
T
T
T
2T
1
=
(uCE,0 i0 + αCE (i20 + D2 )
TSW
3
1 2
2
= δ (PC,0 + αCE (i0 + D )
3
P̄sw =
EON,0 + αON (i0 − D) EOF F,0 + αOF F (i0 + D)
+
Tsw
Tsw
(1.8)
(1.9)
(1.10)
(1.11)
1.1 Verliesberekening
5
= fSW [(EON,0 + EOF F,0 ) + (αON + αOF F )i0 + (−αON + αOF F )D]
P̄loss = P̄C + P̄SW
1.1.4
(1.12)
(1.13)
Compensatie voor temperatuurverandering gedurende PWM
cyclus
Met de ogenblikkelijke dissipatie berekend volgens bovenstaande formules, kan de gemiddelde temperatuurverdeling berekend worden. De tijdsconstanten op het niveau van
de substraten zelf zijn echter zeer klein, waardoor de temperatuurveranderingen van de
juncties gedurende de PWM periode niet te verwaarlozen zijn. Tijdens geleiding zal de
halfgeleider opwarmen, tijdens het sperren weer afkoelen (figuur 1.4).
Figuur 1.4: Verloop van de junctietemperatuur gedurende de PWM cyclus [1]
1.1 Verliesberekening
6
Het verschil tussen minimum en maximum temperatuur kan in extreme gevallen oplopen
tot enkele tientallen graden. Door het gebruik van de bovenstaande formules gaat deze
informatie echter verloren. Om toch rekening te houden met deze temperatuurverandering
werd de onderstaande analytische formule beschreven.
De transiënte thermische impedantie van junctie naar behuizing Z0,jc uit de datasheet
(figuur 1.5) kan voorgesteld worden als een reeks van n in serie geschakelde RC-secties.
De nodige gegevens hiervoor zijn aangegeven in de datasheet. De maximale temperatuurstijging gedurende de PWM cyclus volgt dan uit:
∆TJ,M AX = uCE (i0 )
X
Ri
2DRi Ci
i0 (1 − δ) −
δTSW
(1 − e
−δTsw
Ri Ci
) + D(1 + e
−δTsw
Ri Ci
)
(1.14)
Figuur 1.5: Transiënte thermische impedantie van junctie naar behuizing bij een FF600R7ME4
IGBT
1.2 Warmtegeleiding
1.2
7
Warmtegeleiding
De klassieke benadering voor het warmtegeleidingprobleem is het opstellen van een equivalent elektrisch circuit dat het thermisch probleem modelleert [7], [8], [9], [11], [12]. Dit
model wordt doorgaans opgesteld aan de hand van een F inite Element M ethod (FEM)
simulatie die de verschillende fysische lagen beschrijft. Zoals in figuur 1.6 te zien wordt
er rekening gehouden met de interferentie tussen de verschillende halfgeleiders door het
circuit op te bouwen uit afzonderlijke bovenste lagen en gemeenschappelijke onderlagen.
Figuur 1.6: Equivalent elektrisch circuit dat het thermisch probleem beschrijft. [11]
Eens dit model gevalideerd is met een FEM simulatie kunnen de junctietemperaturen
vrij snel berekend worden. Belangrijk nadeel is echter dat als een van de parameters niet
meer overeenstemt met de gesimuleerde voorwaarden (vb. verandering van het koelwaterdebiet) het equivalent circuit niet meer geldig is en de FEM stap opnieuw overgedaan
moet worden. Dit maakt het model minder interessant voor real-time berekeningen met
wisselende parameters.
Hoofdstuk 2
Berekening van de verliezen met
SPICE simulatie
Uit de literatuurstudie (1) bleek eerder reeds hoe de verliezen analytisch berekend kunnen
worden. Als alternatieve methode wordt hier een SPICE simulatie voorgesteld. In plaats
van de verliezen uit te middelen over een periode zullen nu wel alle verliezen ogenblikkelijk
in rekening gebracht worden.
2.1
Fysisch tegenover empirisch model
SPICE simulaties kunnen het gedrag van schakelingen realistisch simuleren. De correctheid van de simulatie hangt af van hoe uitgebreid en nauwkeurig de modellen van de
componenten opgesteld zijn. Typisch voorbeeld zijn schakelingen met operationele versterkers (opamps) [13].
Om bij een opamp correct rekening te houden met het frequentiegedrag, saturatie dichtbij
de supply rails, niet-lineairiteit en dergelijke, kan een component als deze fysisch gemodelleerd worden. Elke individuele transistor in de opamp wordt beschreven, waardoor het
gedrag van de complete component in de simulatie dicht aanleunt bij de werkelijkheid.
Het belangrijkste nadeel van deze nauwkeurige fysische modellering is dat het model snel
groot en complex wordt en lange rekentijden vraagt. Wordt een opamp echter in een
schakeling gewoon als unity gain buffer gebruikt, in het bereik dat ver van saturatie gelegen is, ver van de frequentielimiet van de opamp en wanneer de simulatie vooral gaat
om andere delen van de schakeling, is deze nauwkeurig gemodelleerde opamp eigenlijk
8
2.2 Empirisch model van een IGBT
9
overbodig. In dit geval is het beter over te stappen naar een empirisch model. Figuur
2.1(a) toont hoe een empirisch model er kan uit zien. Het fysische model bestaat uit 30
nodes, het empirische model is slechts 1 node groot.
(a) Model
(b) Resultaat
Figuur 2.1: Fysisch model van een opamp unity gain buffer tegenover empirisch model
Op figuur 2.1(b) is duidelijk te zien dat als de ingangsspanning niet buiten het saturatiegebied van de opamp gaat en binnen bepaalde frequentiespecificaties blijft, de uitgangsspanning van het fysisch en empirisch model hetzelfde zijn. Het empirisch model vraagt
echter veel minder rekentijd. In het volgende deel zal volgens hetzelfde principe voor een
IGBT een empirisch componentmodel opgesteld worden.
2.2
Empirisch model van een IGBT
De bedoeling van het model dat verder opgesteld zal worden is tot een IGBT model
te komen dat zeer eenvoudig simuleert in een SPICE programma. Het IGBT model kan
hierna gebruikt worden in een groot SPICE model dat een volledige motordrive simuleert.
Dit laat toe de verliezen die optreden bij een motordrive te bepalen en te controleren.
Figuur 2.2 toont het model.
Hierna worden de verschillende onderdelen van het schema opgesomd:
ˆ De poorten aan dit model zijn de Gate, Emitter en Collector van de IGBT en Pigbt,
Pdiode respectievelijk het ogenblikkelijk verliesvermogen van de IGBT en diode.
ˆ Gate − > GateTFF: lineaire benadering van de VGE − > ICE transfer karakteristiek.
2.2 Empirisch model van een IGBT
Figuur 2.2: Empirisch model van een IGBT
10
2.3 Simulatie van een halve brug
11
ˆ Switch SW: het schakelelement dat het inschakelen van de IGBT voorstelt.
ˆ Voorwaartse diode: Diode waarover een spanning valt gelijk aan de spanningsval
gedurende geleiding van de IGBT en een inwendige weerstand gelijk aan de inwendige weestand van de IGBT. Dit is de geleidingskarakteristiek van de IGBT.
De geleidingsweerstand is gelijk verdeeld over de schakelaar SW en de diode om
convergentieproblemen van de simulatie te verminderen.
ˆ Voltage Controlled Current Source (VCCS): voorstelling van de inwendige transistor.
De stroom van deze bron wordt bepaald uit de gatespanning na de transferkarakteristiek. De spanning over deze bron is steeds negatief. Indien de stroom groter is
dan de stroom die werkelijk tussen de collector en de emitter loopt en er dus een
positieve spanning over de stroombron komt te staan, wordt deze door de parallelle
ideale diode weggeleid. Door de helling van de gatedrive spanning van de IGBT te
variëren wordt een schakelverlies in het model gebracht: indien de stroom geleverd
door de VCCS kleiner is dan de stroom die in steady state door de collector vloeit,
zal er over de stroombron een negatieve spanning staan, wat overeenkomt met extra
spanningsval gedurende geleiding en dus een schakelverlies. Die werkt zowel bij inals uitschakelen.
ˆ Antiparallelle diode: deze diode stelt de antiparallelle diode voor. De spanningsval
en weerstand gedurende geleiding stemt overeen met de waarden uit de datasheet.
ˆ Het verliesvermogen door de diode en IGBT wordt bepaald uit de ogenblikkelijke
spanning over en de stroom door het component.
2.3
Simulatie van een halve brug
In korte simulatie 2.3 wordt een halve brug belast met een serie RL keten. Er wordt een
alternerende PWM van 20% dutyratio en 5kHz aangelegd aan de IGBT’s met een dode
tijd van 2µs. Figuur 2.4 toont het stroomverloop in de brug. De verliezen in de twee
actieve halfgeleiders (bovenste IGBT en onderste diode) zijn te zien in 2.5. Duidelijk
zijn de typische vorm van de geleiding- en schakelverliezen van de IGBT te zien en de
geleidingsverliezen van de diode. Het model lijkt dus naar behoren te werken.
2.3 Simulatie van een halve brug
Figuur 2.3: Halve brug belast met RL keten
Figuur 2.4: Halve brug belast met RL keten: stroomvorm
12
2.3 Simulatie van een halve brug
13
Figuur 2.5: Halve brug belast met RL keten: verliezen van de twee actieve halfgeleiders
(Volt==Watt)
Het empirisch SPICE model van de IGBT/diode blijkt in staat het gedrag van de halfgeleiders correct te simuleren. Geleidingsverliezen worden juist weergegeven. De schakelverliezen komen echter niet overeen met de waarden uit de datasheet. Aangezien de waarden
uit de datasheet echter ook niet overeen komen met de gemeten waarde, blijkt hieruit de
moeilijkheid om schakelverliezen correct te bepalen.
Een SPICE simulatie met dit IGBT model blijkt niet eenvoudig stabiel te krijgen. Indien
meer dan 1 halve brug in een model gebruikt wordt, zoals de situatie in 4.4.1, is het zeer
moeilijk of zelfs onmogelijk de simulatie te laten convergeren.
Hoofdstuk 3
Thermisch puntmodel
In dit hoofdstuk wordt het opgestelde thermisch model beschreven.
Het doel van het model is om met weinig rekenkracht toch een globaal beeld te verkrijgen
van de temperatuurverdeling binnenin de IGBT-module. Hiermee kan dan de hoogste
temperatuur binnen de module berekend worden. Hieruit kan later afgeleid worden hoeveel restcapaciteit nog beschikbaar is.
3.1
Situatieschets
Figuur 3.1: Halve brug
De IGBT-modules bestaan uit twee IGBT’s en twee antiparallelle diodes die een halve brug
14
3.1 Situatieschets
15
vormen. De bovenste IGBT en diode die aan de positieve voedingsspanning verbonden
zijn noemt men respectievelijk de top IGBT en top diode. De onderste IGBT en diode
die aan de massa verbonden zijn noemt men respectievelijk de bottom IGBT en bottom
diode. Een halve brug kan als bouwsteen gebruikt worden voor diverse invertortopologiën.
Tevens is er in sommige modules een NTC-temperatuursensor voorzien (figuur 3.1).
Figuur 3.2 toont hoe zo’n module er vanbinnen uitziet. Uit de gegevens van de fabrikant
blijkt dat elke IGBT en diode in het blokschema eigenlijk opgebouwd is uit 3 parallel
geschakelde IGBT’s en diodes. Deze zijn verbonden met een koperen basisplaat. Deze
verbinding bestaat, omwille van de nodige elektrische isolatie, uit verschillende lagen.
De verschillende IGBT’s zijn langs de bovenkant elektrisch aan elkaar verbonden met
bonding wires. Schematisch ziet de verbinding eruit zoals in figuur 3.3. Elke laag heeft
een verschillende dikte, warmtecapaciteit en thermische weerstand.
Figuur 3.2: Binnenkant van een FF450R12ME4 halve brugmodule
3.1 Situatieschets
16
Figuur 3.3: Bonding van de IGBT’s en diodes aan de koperen basisplaat
Om nauwkeurig de temperatuurverdeling over de verschillende lagen te kennen is een
FEM simulatie de enige juiste manier. Het probleem dat zich hierbij stelt is:
ˆ Een FEM simulatie vraagt veel rekenkracht en kan onmogelijk in real-time uitgerekend worden op een eenvoudig invertorplatform.
ˆ Het resultaat van een FEM simulatie is onnodig nauwkeurig.
ˆ Er wordt meestal enkel een steady state oplossing uitgerekend, terwijl men hier net
geı̈nteresseerd is in de overgangsoplossing om eventueel gebruik te kunnen maken
van de thermische inertie.
Aangezien er een duidelijk verschil is in tijdsconstanten tussen de bovenste lagen van de
module (tussen het substraat zelf tot aan de koperen plaat) en de temperatuurverdeling
van aan de koperen basisplaat tot het koelwater, wordt er een onderscheid gemaakt tussen
deze twee bijdrages. Beide worden opgeteld om temperatuur aan de juncties zelf te kennen. Voor de bovenste lagen wordt de transiënte thermische responsie uit de datasheet
gebruikt, voor de achtergrondtemperatuur van de onderste lagen wordt verder een puntmodel opgesteld. Het zou echter ook mogelijk zijn voor de bovenste lagen een puntmodel
op te stellen. De doorrekentijd van deze bovenste lagen moet dan wel veel sneller zijn als
die van de onderste lagen. Dit zou echter wel mogelijk maken het ontstaan van hotspots
op de halfgeleiders te bestuderen, onder invloed van de connectieplaats van de bonding
wires.
3.2 Puntmodel
3.2
17
Puntmodel
De weg die de gegenereerde warmte vanaf de koelplaat naar het koelwater toe moet volgen, bestaat uit verschillende lagen. Enerzijds is de dikte verschillend, anderzijds zijn
de thermische eigenschappen (thermische weerstand en warmtecapaciteit) van de materialen verschillend. In het model wordt elk materiaal opgedeeld in blokjes met afmetingen
∆x, ∆y, ∆z (figuur 3.4(a)).
(a)
(b)
Figuur 3.4: Elektrisch puntmodel
Het middelpunt van elk blok wordt voorgesteld door een punt. De verschillende punten
zijn met elkaar verbonden door een netwerkelement. Hierbij geldt voor een thermisch
probleem de volgende analogie met een elektrisch probleem (figuur 3.4(b)).
U = R.I ⇔ ∆T = <.Φ
I = c.
Waarbij:
U = elektrische spanning [V ]
R = elektrische weerstand [Ω]
I = elektrische stroom [A]
T = temperatuur [K]
< = thermische weerstand [K/W ]
Φ = warmtef lux [W ]
t = tijd [s]
∆V
∆T
⇔ Φ = C.
∆t
∆t
(3.1)
(3.2)
3.2 Puntmodel
18
Het aantal punten kan vrij gekozen worden naargelang de gewenste nauwkeurigheid. De
weerstanden en condensatoren die de punten verbinden worden bepaald aan de hand van
de grootte van de blokjes en de thermisch eigenschappen van het materiaal.
3.2.1
Berekeningsmethode
Als in de bovenste punten de werkelijke warmteflux (= stroom) aangelegd wordt en aan
de onderste punten (= het koelwater) de gemeten koelwatertemperatuur (= spanning)
opgedrongen wordt, kan door het oplossen van het elektrisch netwerk de temperatuur in
elk punt en dus ook de maximumtemperatuur aan de bovenkant van het netwerk (= de
IGBT en diodejuncties) bepaald worden.
De eerste manier zou kunnen zijn om de transferfunctie te berekenen van elke knooptemperatuur tegenover het geı̈njecteerde vermogen in de verschillende punten, met als randvoorwaarde de koelwatertemperatuur. Voor het bepalen van de steady state oplossing zijn
enkel de weerstanden in het model van tel. Dit probleem is een M ultiple Input M ultiple
Output (MIMO) systeem met als ingangen het gedissipeerde vermogen dat bovenaan het
netwerk geı̈njecteerd wordt en als uitgangen de temperatuur van elk punt. Het is duidelijk
dat, door de vele knopen en vele ingangen, dit al snel zeer complex wordt en niet eenvoudig tot een State Space model kan herleid worden zoals verder zal blijken. Ook is zeer
veel geheugen nodig voor het opslaan van de transfermatrices.
Als er tevens rekening gehouden wordt met het tijdsaspect (de warmtecapaciteit van
het materiaal) wordt het probleem nog complexer. Als voorbeeld worden de transferfuncties berekend in het Laplace domein van een eenvoudig model met drie punten boven
elkaar, rekening houdend met de thermische weerstand R en de warmtecapaciteit C (figuur
3.5(a)).
3.2 Puntmodel
19
(a)
(b)
(c)
Figuur 3.5: Vereenvoudigd elektrisch puntmodel
R3 C 2 s2 + 4R2 Cs + 3R
Iin
R3 C 3 s3 + 5R2 C 2 s2 + 6RCs + 1
R2 Cs + 2R
U2 = 3 3 3
Iin
R C s + 5R2 C 2 s2 + 6RCs + 1
R
U3 = 3 3 3
Iin
2
R C s + 5R C 2 s2 + 6RCs + 1
U1 =
(3.3)
(3.4)
(3.5)
Het is duidelijk dat bij uitbreiding naar meer punten, de transferfuncties zeer groot worden.
Een andere en betere manier om dit model op een efficiënte en niet-rekenintensieve manier
uit te rekenen, is door uit te gaan van het stroomevenwicht (analoog met warmteflux
evenwicht) in elk punt (figuur 3.5(b)).
IC = Iin + Ix1 + Iy1 − Iuit
(3.6)
∆t
IC
C
(3.7)
U1,nieuw = U1,oud +
Past men dit toe op het eenvoudige model met 3 punten en vergelijkt men het met het
uitrekenen aan de hand van transferfuncties, dan ziet men dat het resultaat inderdaad
3.2 Puntmodel
20
hetzelfde is (figuur 3.6). De doorrekentijd van het model ∆t ligt nu wel vast en moet
gerespecteerd worden om correct rekening te houden met de warmtecapaciteit in het
model.
Vergelijking stroomevenwichtmethode en methode met transferfuncties
8
U1 Verloop met transferfunctie
U2
U3
U1 Verloop met stroomevenwicht
U2
U3
7
6
Spanning[V]
5
4
3
2
1
0
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
Tijd[ms] (Periode tussen 2 berekeningen = 1ms)
Figuur 3.6: Vergelijking tussen de twee berekeningsmethodes
Deze methode is echter niet steeds stabiel. Wanneer deze methode toegepast wordt op
een aantal met weerstanden aan elkaar verbonden punten (figuur 3.5(c)), en er dus geen
capaciteiten in het model voorkomen, convergeert deze methode nooit naar een oplossing.
Dit komt omdat elk punt om beurt berekend wordt en er bij de berekening van het volgende
punt reeds gerekend wordt met de nieuwe waarde van het naastliggende punt. Dit kan
opgelost worden door over te gaan naar een iteratieve methode met een relaxatiefactor:
U1,ref = U2 + Iin R
(3.8)
U1,nieuw = U1,oud + κr (U1,ref − U1,oud )
(3.9)
met: κr = Relaxatiefactor 0.001 − 0.6
In plaats van direct de nieuwe waarde te berekenen, wordt slechts een deel (relaxatiefactor)
van de nieuwe waarde aan de oude toegevoegd. Na een aantal iteraties zal de waarde
3.2 Puntmodel
21
naar een oplossing convergeren. Hoe kleiner de relaxatiefactor, hoe groter het aantal
iteraties nodig om tot de oplossing te convergeren en hoe stabieler het model. Indien de
relaxatiefactor te groot is gaan de waarden instabiel oscilleren(figuur 3.7(a)).
Uit het verloop van de spanningen bij dit laatste voorbeeld (figuur 3.7(b)) is de gelijkenis
met het verloop in figuur 3.6 treffend en blijkt dus dat de capaciteit in het model de rol
bepaalt de relaxatie en mag dus niet te groot
van de relaxatie overneemt. De factor ∆t
C
gekozen worden. Indien klein genoeg hoeft er geen iteratie te gebeuren. Praktisch komt
dit erop neer dat de samplerate van de volledige simulatie niet te groot mag gekozen
worden.
Iteratiemethode met relaxatiefactor=0.65
Spanning[V]
8
U1
U2
U3
6
4
2
0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Aantal iteraties
(a)
Iteratiemethode met relaxatiefactor=0.60
Spanning[V]
8
U1
U2
U3
6
4
2
0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Aantal iteraties
(b)
Figuur 3.7: Oplossen van het vereenvoudigd elektrisch puntmodel zonder capaciteit met
iteratieve methode
Een belangrijk gevolg is ook dat, indien de samplerate klein genoeg gekozen wordt, er
rechtstreeks met de nieuwe waarden voor elk punt mag gerekend worden. De waarde
3.2 Puntmodel
22
van elk punt of weerstand kan dus ook tijdens het doorrekenen van het model gewijzigd
worden. Dit laat toe het model zeer eenvoudig in een Digital Signal P rocessor (DSP)
of F ield P rogrammable Gate Array (FPGA) te implementeren. De voordelen van deze
rekenmethode worden hierna opgesomd:
ˆ Elk punt wordt slecht éénmaal opgeslagen in het geheugen en mag tijdens het doorrekenen gewijzigd worden.
ˆ Het doorrekenen van het model gebeurt punt per punt. Er is dus maar één rekenelement bestaande uit een optelling en een vermenigvuldiging nodig die punt per punt
die nieuwe waarde berekent en terug opslaat op dezelfde plaats. Dit eenvoudige algoritme vraagt weinig resources en leent zich dus voor implementatie op een FPGA.
ˆ Aangezien het doorrekenen punt per punt gebeurt, moet niet het gehele model in
1 keer doorgerekend worden. Zolang de samplerate voor het gehele model gerespecteerd wordt, kan dit thermisch model als lage prioriteitstaak door een processor
uitgevoerd worden.
ˆ Veranderingen van de randvoorwaarden kunnen tijdens de werking van het model
aangepast worden. Bijvoorbeeld met een verandering of het wegvallen van het
koelwaterdebiet, waardoor ook de warmteoverdrachtcoëfficiënt verandert, kan bij
de berekening van het volgende punt reeds rekening gehouden worden.
ˆ Het model laat toe om eventueel niet naast elkaar liggende punten eenvoudig te
verbinden (kort te sluiten). Dit is vb. handig om de invloed van bonding wires
tussen verschillende halfgeleiders, die beschouwd kunnen worden als thermische
kortsluitingen, eenvoudig in het model te brengen. Ook het inbrengen van referentietemperaturen afkomstig van metingen is eenvoudig. Dit werd echter niet verder
onderzocht.
ˆ Ten slotte is deze rekenmethode zeer intuı̈tief tegenover een FEM analyse. Dit
maakt het zoeken naar fouten en analyseren van de resultaten makkelijker.
3.2 Puntmodel
3.2.2
23
Implementatie in Matlab
Als test en voor de validatie van de rekenmethode is een eenvoudig model in Matlab
uitgetest.
Het model wordt in het geheugen opgeslagen als meerdere 2D-matrices. Elke 2D-matrix
stelt één laag punten voor, elk element van een matrix is de temperatuur van een bepaald
punt. Door het wisselen van elementen binnen een matrix en door het toevoegen en
wegnemen van punten kan het stromen van koelwater in het model gebracht worden. Door
in de berekening eventueel rekening te houden met verschillende onderlinge thermische
weerstanden en warmtecapaciteiten kan elk punt een andere materiaalsoort voorstellen.
Als voorbeeld wordt volgend eenvoudig probleem uitgewerkt dat ruwweg een IGBTmodule voorstelt:
ˆ Een koperen plaatje van 122 x 62 x 6mm wordt voorgesteld voor drie lagen van 61
x 31 punten. Elk punt stelt dus een elementair blokje koper van 2 x 2 x 2mm voor.
ˆ Bovenop de koperen plaat worden twee warmtebronnen aangelegd van 12 x 12mm
die elk 800W warmte genereren.
ˆ Onder de plaat stroomt een laag water van 2mm dik tegen een snelheid van 1m/s
Figuur 3.8 verduidelijkt hoe de volgende figuren geı̈nterpreteerd moeten worden.
Elke laag (de drie koperlagen en de waterlaag) wordt opgeslagen in een matrix. Matlab
laat toe om deze matrices als gekleurde figuren voor te stellen. De kleur in de figuur komt
overeen met een temperatuurwaarde. Figuur 3.9 toont het resultaat van de simulatie.
Uit figuur 3.9 kan men eenvoudig de heetste punten (hotspots) bepalen. Het is duidelijk
dat in dit voorbeeld de warmtebron stroomafwaarts ten opzichte van het koelwater in het
nadeel is en dus een hogere temperatuur zal bereiken (figuur 3.10).
3.2 Puntmodel
24
Figuur 3.8: Schematische voorstelling van de matrices in Matlab
Figuur 3.9: De 4 lagen voorgesteld als figuren
Om de correctheid van de simulatie na te gaan kan de energiebalans gecontroleerd worden
(figuur 3.11). Aanvankelijk zal de koperen plaat opgewarmd worden. Eens de toegevoerde
warmte volledig via het koelwater afgevoerd wordt, is de steady state bereikt.
3.2 Puntmodel
25
Temperatuurverloop hotspot onder 2 warmtebronnen
70
Warmtebron 1
Warmtebron 2
60
Temperatuur [K]
50
40
30
20
10
0
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
Tijd [ms]
Figuur 3.10: De hotspot temperaturen
Totale gemiddelde temperatuurtoename van het koelwater
Temperatuur [K]
10
8
6
4
2
0
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
Tijd [ms]
Vermogen opgenomen in het koelwater
2000
P [W]
1500
1000
500
Totaal afgegeven vermogen warmtebronnen
Vermogen afgevoerd via koelwater
0
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
Tijd [ms]
Figuur 3.11: Energiebalans van opgenomen en afgegeven vermogen
2000
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
3.3
26
Koelblok voor directe waterkoeling
Figuur 3.12: 3D-tekening van het koelblok
De verliesvermogens die gedissipeerd moeten worden door elke afzonderlijke component
zijn zeer hoog. Elke reductie van overgangsweerstand naar het koelwater is meegenomen.
Hieruit ontstond het idee om de waterkoeling tot tegen de onderkant van de IGBT’s zelf
te brengen met als doel het thermische pad zo kort mogelijk te houden.
3.3.1
Dimensioneren van de koelkanalen
Het doel van dit werk is niet om de meest optimale geleiding voor het koelwater te ontwerpen. Wel om een koelwatergeleiding te kunnen simuleren en het temperatuurverloop
te voorspellen. Er werd gekozen voor een ontwerp met een koelkanaal dat heen en weer
onder de IGBT’s doorloopt, om een volledige afkoeling van het oppervlak te bekomen.
De afmetingen van de koelkanalen werden als volgt gedimensioneerd.
Maximale regimeopwarming van het koelwater
Het maximale koeldebiet van de gehele convertor wordt gekozen aan de hand van het
toelaatbare temperatuurverschil tussen in- en uitgang.
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
27
∆T = QP Cp,water
(3.10)
waarin:
∆T = temperatuurverschil tussen in- en uitgang [K]
Q = koelwaterdebiet [m3 /s]
P = warmtetoevoer [W ]
Cp,water = warmtecapaciteit water
Maximum temperatuurverschil in− en uitgaand water i.f.v. het koelwaterdebiet
160
Maximum temperatuurverschil [°K]
140
120
100
80
60
40
20
0
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5
Koelwaterdebiet per kanaal [L/min]
Figuur 3.13: Temperatuurverschil i.f.v. het koelwaterdebiet bij maximum verliesvermogen
Met een maximaal temperatuurverschil van ongeveer 10°C en een maximaal verliesvermogen van 1850W per koelkanaal, wordt het maximale koelwaterdebiet gekozen op 15L/min
voor de gehele convertor bestaande uit 3 koelblokken(figuur 3.13). Aangezien alle kanalen
parallel geschakeld worden, betekent dit 2.5L/min per kanaal.
Drukval over het kanaal
De drukval over het kanaal werd bepaald aan de hand van een variant van de DarcyWeisbach vergelijking [2],[6].
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
28
L
1
Pt = f ρv 2
0
Dh
(3.11)
waarin:
Pt = f rukval [P a]
f = f riction f actor
ρ = soortelijke M assa [kg/m3 ]
v = snelheid [m/s]
L = gecorrigeerde lengte [m]
Dh = hydraulische diameter [m]
De f riction f actor werd bepaald uit het Moody diagramma. In de gecorrigeerde lengte
van de leiding werd rekening gehouden met het aantal 180° bochten die het kanaal maakt.
Per bocht werd één extra leidingdiameter in lengte toegevoegd. Figuur 3.14 toont de
drukval bij maximaal koelwaterdebiet(15L/min) en verschillende kanaaldieptes.
Drukval i.f.v. de kanaaldiepte bij maximaal koelwaterdebiet
2
1.8
1.6
Drukval [Bar]
1.4
1.2
1
0.8
0.6
0.4
0.2
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5
5.5
6
Diepte van de koelkanalen [mm]
Figuur 3.14: Drukval i.f.v. de kanaaldiepte bij maximaal koelwaterdebiet
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
29
Laminair/turbulente stroming
Om de warmteoverdracht van het metaal naar het koelwater optimaal te laten verlopen,
moet de stroming in de kanalen steeds turbulent zijn. Het al dan niet turbulent verlopen
van de stroming wordt bepaald aan de hand van het Reynoldsgetal. De stroming is zeker
turbulent vanaf 4000, en laminair vanaf minder dan 2000 [5]. De diepte van de kanalen
wordt zo gekozen dat de stroming steeds turbulent verloopt over een breed koelwaterdebietbereik. Volgens figuur 3.15 wordt deze vastgelegd op 2mm. Uit de figuur blijkt ook
dat het koelwaterdebiet niet onder de 3L/min voor de gehele convertor of 0.5L/min per
kanaal mag zakken, omdat anders turbulente stroming niet gegarandeerd is.
Re =
vDh
ν
(3.12)
waarin:
ν = kinematische viscositeit [m2 /s]
Reynoldsgetal i.f.v. de diepte van de koelkanalen bij verschillende koelwaterdebieten
15000
15L/min (2.5L/min per kanaal)
10L/min (1.67L/min)
3L/min (0.5L/min)
2L/min (0.33L/min)
1L/min (0.17L/min)
Reynoldsgetal
10000
5000
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5
Diepte van de koelkanalen [mm]
Figuur 3.15: Invloed van de diepte van de koelkanalen
5.5
6
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
3.3.2
30
Berekening van de warmteoverdrachtcoëffciënt
Er werd getracht de warmteoverdrachtcoëffciënt analytisch te berekenen aan de hand van
empirische relaties beschreven in [5].
Het N usselt getal kan berekend worden aan de hand van volgende experimentele relatie
[5]:
0.4
N ud = 0.023Re0.8
d Pr
(3.13)
waarin:
N ud = N usseltgetal
Re = Reynoldsgetal
P r = P randtlgetal
Deze empirische relatie geldt bij:
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
Gladde kanalen
Volledig ontwikkelde turbulente stroming
Viscositeit verandert niet onder invloed van temperatuur
P randtl getal tussen 0.6 en 100
Nauwkeurigheid +-25%
h=
N ud k
Dh
(3.14)
waarin:
k = thermische geleidbaarheid [W/mK]
h = warmteoverdrachtcoëf f iciënt [W/m2 K]
De warmteoverdrachtcoëffciënt kan verder in het model gebruikt worden om de overgang
naar het koelwater te modelleren. Figuur 3.16 toont de relatie tussen koelwaterdebiet en
warmteoverdrachtcoëffciënt van één kanaal bij verschillende koelwaterdebieten, berekend
volgens bovenstaande empirische formule. In het puntmodel wordt van deze grafiek een
lineaire benadering gebruikt.
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
4
2.2
x 10
31
Warmteoverdrachtcoëffciënt i.f.v. het koelwaterdebiet
warmteoverdrachtcoëffciënt [W/m²K]
2
1.8
1.6
1.4
1.2
1
0.8
0.6
0.4
0.2
0
0.5
1
1.5
2
2.5
Koelwaterdebiet per kanaal [L/min]
Figuur 3.16: Warmteoverdrachtcoëfficient in functie van koelwaterdebiet in kanaal
3.3.3
Simulatie van het koelblok
De situatie die gesimuleerd werd is deze van een IGBT-module die op het koelblok gemonteerd is. De gesimuleerde module is de FF600R12ME4. Bovenaan is de koperen onderplaat
van de module zelf gemonteerd, met daarop de locatie aangeduid waar de halfgeleiders
zich bevinden en waar dus de warmte toegevoerd zal worden. Daaronder bevindt zich het
aluminium koelblok met de twee uitgefreesde koelbanen waardoor water stroomt (figuur
3.17).
Bovenstaande wordt voorgesteld met 8 lagen punten. De bovenste 3 lagen stellen koperen
koelplaat van de IGBT-module zelf voor. Daaronder een laag aluminium met de uitgefreesde koelkanalen waarin het koelwater loopt. De onderste vier lagen aluminium stellen
de rest van het aluminium koelblok voor (figuur 3.18).
Een eerste simulatie werd uitgevoerd met volgende voorwaarden:
ˆ Elke afzonderlijke halfgeleider (12 in totaal) dissipeert 300W warmte op de aangegeven
locaties (totaal 3600W ).
ˆ Het koelwater stroomt door de kanalen met een snelheid van 2m/s.
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
Figuur 3.17: Tekening van de onderplaat van de IGBT-module met het koelblok
Figuur 3.18: IGBT-koelplaat en aluminium koelblok voorgesteld als 8 lagen punten
32
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
33
ˆ De warmteoverdrachtcoëfficiënt van het water naar het metaal wordt constant op
20kW/m2 K verondersteld.
ˆ Bij de start van de simulatie is de temperatuur overal 0K.
Figuur 3.19 geeft een beeld hoe de temperatuurverdeling op de verschillende lagen eruit
ziet na 20 seconden (steady state). Verder werd gedurende de simulatie de temperatuur
in het middelpunt onder elke halfgeleider (3.21) geplot, alsook de temperatuur van het
uitstromend koelwater (3.22) en het ogenblikkelijke vermogen afgevoerd via het koelwater
(3.23). Omdat op de overzichtsfiguur de temperatuurverdeling in het aluminium blok en
het koelkanaal niet goed zichtbaar is door de schaalverdeling, volgt op het einde nog een
detail van de temperatuurverdeling van de aluminiumlaag met het koelkanaal (3.20).
30
30
60
20
40
10
20
40
60
40
10
20
30
60
20
20
40
60
20
30
60
20
40
10
20
40
60
40
10
20
30
60
20
20
40
60
20
30
60
20
40
10
20
40
60
40
10
20
30
60
20
20
40
60
20
30
60
20
40
10
20
40
60
20
60
20
40
10
20
40
Figuur 3.19: De temperatuurverdeling in de 8 lagen
60
20
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
34
20
35
18
30
16
25
14
12
20
10
15
8
6
10
4
5
2
10
20
30
40
50
60
0
70
Figuur 3.20: Detail van de aluminium laag met het koelkanaal
Temperaturen onder het midden van de halfgeleiders
80
Top IGBT 1
Top IGBT 2
Top IGBT 3
Bottom IGBT 1
Bottom IGBT 2
Bottom IGBT 3
Top Diode 1
Top Diode 2
Top Diode 3
Bottom Diode 1
Bottom Diode 2
Bottom Diode 3
70
Temperatuur[K]
60
50
40
30
20
10
0
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Tijd [ms]
1.2
1.4
1.6
1.8
2
4
x 10
Figuur 3.21: Temperaturen in het middelpunt van elke halfgeleider
3.3 Koelblok voor directe waterkoeling
35
Uitgaande koelwatertemperatuur
14
Kanaal1
Kanaal2
12
Temperatuur [K]
10
8
6
4
2
0
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
1.4
1.6
1.8
Tijd [ms]
2
4
x 10
Figuur 3.22: Uitgaande temperatuur van het koelwater
Ogenblikkelijk vermogen dat het kanaal verlaat via het koelwater
4000
Koelwater
Halfgeleiders
3500
Vermogen [W]
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
Tijd [ms]
1.2
1.4
1.6
1.8
2
4
x 10
Figuur 3.23: Ogenblikkelijk vermogen dat via het koelwater het kanaal verlaat
Hoofdstuk 4
Praktische tests
In dit hoofdstuk wordt een testopstelling ontworpen om de IGBT-modules en het model
te testen bij realistische stroomwaarden. De nodige voorzorgen bij het gebruik van een
thermische camera worden onderzocht.
4.1
Testopstelling
Om de opgestelde modellen te kunnen valideren met praktische tests werd een testopstelling (figuur 4.1) ontworpen. Deze opstelling laat toe verschillende types IGBT-modules
in Econodual verpakkingen aan te sturen, op verschillende manieren te belasten en tijdens
werking de temperatuur met behulp van een thermische camera te volgen.
Figuur 4.1(a)
1.
2.
3.
4.
5.
Host PC met Matlab Simulink
Testomvormer
0 − 250V 0 − 4A DC Voeding voor DCbus
Inductor 500µH 130A
Statief voor thermische camera
Figuur 4.1(b)
1.
2.
3.
4.
Driefasige KEB omvormer
24V voeding voor testomvormer
Twee Gigabit Ethernet switches, Host-target netwerk en real-time netwerk
Target PC met real-time Linux besturingsysteem
36
4.1 Testopstelling
37
(a)
(b)
Figuur 4.1: Testopstelling met twee omvormers zonder gemonteerde camera
4.1 Testopstelling
38
De basis van de opstelling is een testomvormer (figuur 4.2), die opgebouwd is met bestaande
printkaarten uit commercieel verkrijgbare omvormers, aangestuurd met het Triphase
Rapid Prototyping Platform. Dit platform is via het real-time Gigabit Ethernet netwerk
verbonden met de target PC. Deze testomvormer kan zowel een enkele halve brug als een
volledige driefasige brug aansturen.
Figuur 4.2: Testomvormer zonder IGBT-module gemonteerd
Figuur 4.2
1.
2.
3.
4.
Aluminium koelblok met aansluiting voor waterkoeling
Driefasige gatedriver print uit KEB omvormer
Twee DC bussen van 0, 8mF 800V uit KEB omvormer
Triphase Rapid Prototyping Platform stuurprint met extensiebord voor glasvezelsynchronisatie
De tweede omvormer is een complete driefasige KEB ’R’ omvormer. Elke halve brug van
deze omvormer is geschikt voor 300A DC. De omvormer is voorzien van een Triphase
4.1 Testopstelling
39
Rapid Prototyping stuurprint, welke ook aan het real-time Gigabit Ethernet netwerk verbonden is. De KEB omvormer heeft een stroommeting op elke fase en een spanningsmeting
van DC bus, die in de tests dan ook zullen gebruikt worden voor meting en beveiliging
van de opstelling.
De DC bussen van beide omvormers zijn aan elkaar verbonden en worden met een DC
voeding extern gevoed. De PWM van beide omvormers wordt gesynchroniseerd met
een glasvezelverbinding tussen de twee Triphase stuurkaarten. Hierdoor kunnen ze als 1
omvormer beschouwd worden.
Beide invertoren worden aangestuurd door de target PC, die geprogrammeerd wordt met
Matlab Simulink op een host PC. Dit laat toe eenvoudig nieuwe testmethoden te implementeren en te testen op de hardware. De verbinding tussen de host pc en het target
gebeurt via een tweede Gigabit Ethernet netwerk. Op dit netwerk kan ook de Xenics
thermische camera aangesloten worden, zodat op de host pc zowel de programmatie kan
gebeuren, als het analyseren van de thermische beelden.
4.2 IGBT-modules
4.2
40
IGBT-modules
De testopstelling laat toe IGBT-modules te testen in een Enonodual verpakking. Dit is
een standaardverpakking die verschillende configuraties van vermogenelektronische componenten kan bevatten. Het bovendeksel van de verpakking is doorgaans makkelijk verwijderbaar waardoor de halfgeleiders zelf zichtbaar worden (figuur 4.4).
Figuur 4.3: FF450R12ME4 halve brug module in Enonodual verpakking
Voor de praktische tests worden twee verschillende IGBT-modules in Enonodual verpakking
gebruikt. In figuur 4.5 is te zien hoe de halfgeleiders geschikt zijn binnenin de module en
hoe ze in de simulatie genummerd worden.
1. CM75TJ24F (figuur 4.4(a))
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
Module met volledige driefasige brug (drie halve bruggen) in Enonodual verpakking
Fabrikant Mitsubishi
IGBTMOD Trench Gate Design
Maximum spanning Vces = 1200V
Duurstroom 75A, piekstroom 150A
Maximale dissipatie 375W
Maximale junctietemperatuur 150°C
4.2 IGBT-modules
41
2. FF450R12ME4 (figuur 4.4(b))
ˆ Module met 1 enkele halve brug in Econodual3 verpakking. Intern bestaat
de module uit drie parallel geschakelde halve brug modules. Elke halfgeleider
bestaat dus uit drie parallel geschakelde componenten.
ˆ Fabrikant Infineon
ˆ Trench/Fieldstop IGBT4 technologie
ˆ Maximum spanning Vces = 1200V
ˆ Duurstroom 450A, piekstroom 900A
ˆ Maximale dissipatie 2250W
ˆ Maximale junctietemperatuur 175°C
(a) FF450R12ME4: fabrikant bovenaan Semikron,
onderaan Infineon
(b) CM75TJ24F
Figuur 4.4: De gebruikte modules met bovendeksel verwijderd
4.2 IGBT-modules
42
(a) FF450R12ME4
(b) CM75TJ24F
Figuur 4.5: Schematische voorstelling van de modules met nummering zoals in de simulaties
4.3 Thermische camera
4.3
43
Thermische camera
4.3.1
FLIR A40-M
Voor de eerste tests werd een camera van het type FLIR Thermovision A40-M + Researcher software (figuur 4.6) gebruikt. Deze werd ter beschikking gesteld door het labo
elektrische aandrijftechniek van de afdeling ELECTA-ESAT van de K.U.Leuven.
Figuur 4.6: FLIR Thermovision A40−M thermische camera
De camera bezit volgende specificaties [14]:
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
Temperatuurbereik −40°C tot +2000°C
Thermische resolutie 16 bit of 0, 08°C
Resolutie beeld 320 x 240 pixels
IEEE-1394 Firewire interface
Deze camera heeft echter het nadeel dat de bijgeleverde software zeer beperkt is. Het
is niet mogelijk om opgemeten temperatuurcurven te exporteren, wat verwerking van
metingen met deze camera zeer moeilijk maakt.
4.3.2
Xenics Gobi 384
Voor verdere tests werd een thermische camera van het type Xenics Gobi 384 (figuur 4.7)
gebruikt.
4.3 Thermische camera
44
Figuur 4.7: Xenics Gobi 384 thermische camera
De camera bezit volgende specificaties [15]:
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
Temperatuurbereik −20°C tot +120°C
Thermische resolutie 16 bit of 0, 08°C
Resolutie beeld 384 x 288 pixels
Ethernet interface
Deze camera heeft uitgebreide software die wel toelaat gegevens te exporteren. Ze bezit
eveneens de dubbele resolutie van de FLIR camera en de Ethernet interface maakt het
zeer makkelijk de camera aan een PC te verbinden.
4.3.3
Werking van een thermische camera
Dit hoofstuk is gebaseerd op [17] en [16].
Elk voorwerp met een temperatuur groter dan het absolute nulpunt (0°K of −273°C)
straalt warmte uit. Deze warmtestraling bevindt zich in het infrarode spectrum. Hoe
warmer, hoe intenser de straling. Een mens kan deze straling voelen met de huid, maar
onder de 500°C wordt er geen straling in het voor de mens zichtbare spectrum geproduceerd, waardoor deze warmtestraling voor de mens onzichtbaar is.
Een infrarood thermische camera (een microbolometer array) kan deze straling wel zichtbaar maken. Eens deze straling gekend, kan met de radioactieve eigenschappen van het
materiaal (de emissiviteit) de temperatuur van het voorwerp bepaald worden.
4.3 Thermische camera
45
Een microbolometercel (= 1 pixel) ziet eruit zoals in figuur 4.8(a). Ze bestaat uit twee
lagen. De bovenste laag is gevoelig voor infrarode straling en zal opwarmen door invallende
infrarode straling. Door deze opwarming verandert de elektrische weestand, die opgemeten
wordt door de onderste laag. Deze weerstand wordt aan de hand van de emissiviteit
omgerekend naar temperatuur. Een thermische camera bestaat uit een array van deze
cellen (figuur 4.8(b)), meestal 160 x 120, 320 x 240 of nog groter. Hierdoor ontstaat een
volledig thermisch beeld van een oppervlak.
Het materiaal waaruit de lenzen voor thermische camera’s gemaakt worden moet doorzichtig
zijn voor infrarood licht. Doorgaans worden ze gemaakt uit speciale materialen zoals fluoriden, zink selenium, zink sulfide, silicium, germanium of amorfe materialen die infrarood
licht doorlaten en zichtbaar licht (gedeeltelijk) blokkeren.
(a) cel
(b) array
Figuur 4.8: Werkingsprincipe van een microbolometer
4.3.4
Invloed van het verschil in emissiecoëfficiënt
Bij de eerste beelden, die genomen werden met een thermische camera van het merk
FLIR, viel op dat de temperatuur van de verschillende delen van de component zonder
belasting sterk verschillen. Aangezien dit niet overeenkomt met locale metingen met een
thermokoppel temperatuursensor, rijst de vraag wat de invloed is van het soort materiaal
en de bijbehorende emissiecoëfficiënt is.
Op de IGBT-module werd bovenop de gel een druppel tippex geplaatst (figuur 4.9(a)).
Als deze opgedroogd is, zou de temperatuur van deze vlek dezelfde zijn als die van het
geloppervlak en zou deze dus onzichtbaar moeten zijn voor de thermische camera.
4.3 Thermische camera
46
Met de thermische camera is deze vlek echter goed zichtbaar (figuur 4.9(b)) en is het
temperatuurverschil tussen de vlek en de gel ernaast 3°C! Ook is duidelijk te zien waar
op de module de gel verwijderd is. Ook dit is een teken dat de emissiecoëfficiënt van
de materialen sterk verschilt en een meting met een thermische camera van verschillende
materialen met dezelfde emissiecalibratie van bedenkelijke nauwkeurigheid is. Dit is een
belangrijke bedenking bij het volgende experiment, waarbij het effect van de gel bekeken
wordt.
(a) Foto
(b) IR beeld
Figuur 4.9: CM75TJ-24F IBGT module met op de gellaag een druppel tippex
4.3.5
Invloed van silicone gel bovenop de componenten
Bovenop de halfgeleiders en tussen de bonding wires is een passiverende gellaag op basis
van silicone aangebracht. Deze laag dient als elektrische isolatie, om vocht en stof weg
te houden en beschermt tevens tegen corrosie. Door het gebruik van een siliconegel, in
plaats van bijvoorbeeld het ingieten in epoxyhars, vermindert ook mechanische belasting
op de bonding wires door thermische uitzetting, omdat de gel flexibel is en uitzetting
toelaat. Figuur 4.10 toont een module met gellaag bovenaan.
Als men met een thermische camera de temperatuur van de halfgeleiders zelf wil zien,
vormt deze laag een probleem:
ˆ Een thermische camera meet de temperatuur van het oppervlak van de gel. Ze kijkt
er niet doorheen hoewel de gel zeer helder en doorzichtig is.
ˆ De thermische geleiding van de gel is heel slecht. Hierdoor propageert de warmte
zeer traag van de halfgeleider zelf naar het oppervlak en diffundeert ze over de gehele
gellaag, waardoor de echte temperatuur niet gekend is.
4.3 Thermische camera
47
Figuur 4.10: CM75TJ-24F IBGT module met gellaag bovenop de halfgeleiders
Het effect van de gel wordt nagegaan met volgend experiment.
Er werd een IGBT-module geprepareerd waarbij eenzelfde test kan uitgevoerd worden
met en zonder de passiverende gel. De gellaag is zeer visceus en plakkerig, maar blijkt
met enige voorzichtigheid en geduld verwijderbaar. Op figuur 4.11 is te zien dat op één
IGBT en diode de gel verwijderd is.
ˆ Een vermogenstap van 0W naar 15.5W wordt afwisselend aangelegd op een IGBT
die nog bedekt was met gel en een IGBT zonder gellaag. De stap start op 20
seconden en eindigt op 140 seconden.
ˆ Koelwaterdebiet 0.782L/min.
ˆ Ingangstemperatuur van het koelwater 21°C.
Op het eerste beeld van de thermische camera (figuur 4.12) is al duidelijk te zien waar de
gel weggehaald is en waar niet. Door het verschil in emissiviteit van het oppervlak zijn
de temperaturen gemeten door de camera lichtjes verschillend. Op de resultaten (figuur
4.13) is duidelijk te zien dat het temperatuurverloop er totaal anders uit ziet en de invloed
van de gel niet te onderschatten is. Het verschil in de eindtemperatuur is te wijten aan
het verschil in emissiecoëfficiënt van de gel en de onbedekte IGBT’s (4.3.4).
4.3 Thermische camera
48
Figuur 4.11: CM75TJ-24F IBGT module met een deel van de gellaag verwijderd.
Figuur 4.12: IR beeld van CM75TJ-24F IBGT module met rechts een deel van de gellaag
verwijderd.
4.3 Thermische camera
49
Halfgeleidertemperatuur [°C]
Verschil in staprespons met en zonder gel op de halfgeleiders
27
met gel
zonder gel
26
25
24
23
22
21
20
0
50
100
150
200
250
Tijd [s]
Figuur 4.13: Verschil tussen meting met gel en zonder gel
1
Uit de testresultaten blijkt duidelijk dat het onmogelijk is verder thermische studie te
doen met een thermische camera zonder de gel op de modules te verwijderen.
1
De gebruikte FLIR camera laat niet toe rechtstreeks gegevens uit de software te exporteren. Het
getoonde resultaat is een fit van de metingen.
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
4.4
4.4.1
50
Dubbele halve brug IGBT-module test
Testopstelling
Om grote halve brug modules in Econodual verpakking te testen zijn relatief grote stromen
nodig. Gangbare IGBT halve brug modules in deze verpakking hebben stroomratings
van 300 tot 600A continu. De gebruikte module voor de test (FF450R12ME4) heeft een
continu rating van 450A en 900A kortstondig. Het is duidelijk dat voor zulke modules
enkele Ampères niet volstaan om een realistische opwarming te bekomen. Daarom werd
volgende opstelling ontworpen (figuur 4.14), om bij weinig externe vermogeninput toch
zeer grote stromen door de halfgeleiders te laten vloeien en grote verliezen te creëren.
Figuur 4.14: Testopstelling voor grote IGBT-modules
Het werkingsprincipe van de opstelling wordt duidelijk uit volgende figuren. Beide halve
bruggen staan op een vaste dutyratio ingesteld, afhankelijk van de gewenste stroom.
Door het verschil in dutyratio wordt er een DC stroom in de spoel gelanceerd van de
testopstelling naar de KEB drive (figuur 4.15(a)). Door het veranderen van de dutyratio
van de testdrive kan gekozen worden welke halfgeleiders de (hoge) spoelstroom voeren
(figuur 4.15(b)). Door het omkeren van de stroomzin door de spoel kunnen de andere
twee halfgeleiders belast worden. De DC bron voert enkel de verliezen aan en hoeft dus
niet de grote spoelstroom te voeren. Op deze manier kan een zeer hoge stroom door de
modules gestuurd worden met een beperkte netvoeding.
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
51
(a)
(b)
Figuur 4.15: Werking van de testopstelling met twee halve bruggen
De enige beperkingen zijn de stroom die de halve brug van de KEB ’R’ omvormer kan
voeren (300A), het vermogen van de netvoeding en de inductor en de kwaliteit van de
elektrische verbindingen. Door het parallel schakelen van de drie halve bruggen van de
KEB omvormer ligt de limiet van deze opstelling in theorie op 900A. In praktijk blijkt
dat de aansluitingen naar de modules op dit moment de grootste beperking zijn. Deze
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
52
zijn uitgevoerd met 10mm2 koperdraad. Tijdens het onderzoek met de camera blijkt
dat de opwarming van deze kabels (>60°C bij 120A) onaanvaardbaar is om tests uit te
voeren met nog hogere stroomwaarden in de huidige opstelling. Voor verdere tests werd
de maximum stroomwaarde voor korte tests beperkt tot 120A.
Regelalgoritme
Om de stroom door de spoel te regelen werd een regelalgoritme in Matlab Simulink geprogrammeerd (figuur 4.16). Dit regelschema wordt via het Triphase systeem in de target
PC geladen die de hardware aanstuurt en quasi real-time gegevens terug naar het Matlab
Simulink model op de host-PC stuurt.
Figuur 4.16: Matlab Simulink model dat de testinvertor en KEB drive aanstuurt
Figuur 4.16
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Stroommeting op de KEB drive
DCbus spanningsmeting
PI regelaar
Stroom setpoint
Offset van het DC niveau: regelt welke halfgeleiders belast worden
Halve bruggen van de twee invertoren
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
53
De stroom door de uitgang van de gebruikte brug van de KEB omvormer wordt gemeten en vergeleken met het stroomsetpoint. Deze waarde gaat door een PI regelaar. De
uitgang van deze regelaar is een spanningssetpoint dat over de spoel zou moeten aangelegd worden. De halve bruggen verwachten echter een dutyratio setpoint waarmee deze
spanning overeenkomt. Het bereik -1..0..1 komt overeen met 0 tot 100% dutyratio. Het
spanningssetpoint wordt daarom geschaald met de halve DCbusspanning om een setpoint
tussen -1 en 1 te bekomen. Indien het setpoint buiten de range -1 en 1 valt en dus niet
haalbaar is, wordt het gesatureerd op de maximum waarde. Deze al dan niet gesatureerde
waarde wordt (terug naar regelaarwaarde herschaald) teruggekoppeld naar de PI regelaar
voor de integrerende actie.
Met de offset wordt de dutyratio van de testconvertor vast ingesteld. Hiermee kan gekozen
worden welke halfgeleiders belast zullen worden (4.4.1). De waarde van de offset wordt
ook bij de geregelde brug als f eedf orward geteld, om overgangsverschijnselen te beperken
bij het verzetten van de offset.
De discrete PI regelaar (4.17) is opgebouwd als een lineaire versterking van de fout (Pactie) en een 1e orde Inf inite Impulse Response (IIR) filter (I actie), die de uitgang van
de regelaar overneemt en zo de offsetfout wegneemt. De instelling van de regelaar werd
als volgt afgeleid:
Vinductor = Ri + L
∆Vinductor =
di
dt
L
∆i
schakelperiode
(4.1)
(4.2)
De spanning over de inwendige weerstand van de spoel wordt verwaarloosd. Hieruit
volgt dat de limietwaarde van de versterking gelijk is aan de inductantie van de spoel
vermenigvuldigd met de schakelfrequentie. Voor de regelaar wordt een derde van deze
waarde ingesteld om stabiliteit te garanderen.
De versterking van de integrerende actie bepaalt de tijdsconstante van het IIR filter dat
voor de integrerende werking zorgt. Hoe kleiner deze waarde, hoe sneller de regelaar.
Deze tijdconstante werd gekozen op 24 schakelperiodes.
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
54
Figuur 4.17: Matlab Simulink model PI regelaar met IIR Filter
Gecombineerde simulaties in target PC
Het uiteindelijke doel is dat de target PC zowel het regelalgoritme als de thermische simulatie in real-time kan uitrekenen. Het regelalgoritme en het thermisch gedeelte hebben
een verschillende samplerate. Dit werd dan ook in Matlab Simulink als twee verschillende
gebieden geı̈mplementeerd, met elk hun eigen samplerate (figuur 4.18).
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
55
Figuur 4.18: Matlab model met twee samplerates: één voor het regelalgoritme en één voor de
thermische simulatie
Er werd een model met enkel het regelalgoritme en een model met zowel de thermische
simulatie als het regelalgoritme in de target PC getest. Uit de CP U -load (tabel 4.1) blijk
dat de target PC snel genoeg is om beide taken in real-time te kunnen uitvoeren. Er is
enige overspraak tussen de twee taken waardoor ook het regelalgoritme meer CPU tijd
vraagt.
De thermische simulatie is beperkt tot 1 koelblok. Voor een grote driefasige invertor met
minstens drie koelblokken moet bekeken worden of de target PC krachtig genoeg is.
Taak
Regelalgoritme
Thermisch model
CP U -load target PC
Zonder thermische simulatie Met thermische simulatie
3.5%
8.9%
/
39.5%
Tabel 4.1: CP U -load van de target PC met en zonder thermische simulatie
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
4.4.2
56
DC tests
Er worden verschillende waarden DC stromen door de module gestuurd. De met de
thermische camera gemeten temperaturen van de halfgeleiders worden vergeleken met de
berekende waarden uit het thermisch model.
CM75TJ24F
Op de kleinere driefasige module werd 1 halve brug in werking gesteld. Op figuur 4.19 is
te zien hoe in de software de verschillende halfgeleiders geselecteerd worden en hun gemiddelde temperatuur berekend wordt. Ook wordt de in- en uitgaande koelwatertemperatuur
gemeten. Op de figuur, die vlak na een test is genomen, is te zien hoe de aansluitkabel
van de spoel duidelijk sterk opwarmt.
Figuur 4.20(a) toont de resultaten van de eerste test. Er werd een stroomstap aangelegd
van 40A terwijl de dutyratio van de belaste brug op 100% ingesteld staat. Hierdoor
zijn er geen schakelverliezen en alleen de bovenste IGBT is in geleiding. De drie andere halfgeleiders worden enkel opgewarmd onder invloed van de geleidende IGBT. Uit
de test blijkt echter duidelijk dat de andere drie halfgeleiders van de brug ook opwarmen. De wederzijdse invloed van de dicht bij elkaar geplaatste halfgeleiders is merkbaar
en duidelijk niet te verwaarlozen. Duidelijk is ook een vertraagde opwarming van het
koelwater te zien. Dit komt niet overeen met de simulatie. Mogelijk is dit te wijten aan
de temperatuurmeting van het koelwater: deze wordt met the thermische camera rechtstreeks op de plastic leidingen gemeten. Mogelijk zijn de isolerende eigenschappen van
het plastic de oorzaak van de meetfout, vergelijkbaar met het effect in 4.3.5.
Deze belasting thermisch gesimuleerd geeft het resultaat in figuur 4.20(b).
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
Figuur 4.19: Beeld van de module in de Xenics Xeneth software
57
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
58
CM75TJ24F belastingsstap van 40A en 100% dutyratio: meting
45
19
IGBT top
Diode top
IGBT bottom
Diode bottom
koelwater 1
18.5
35
18
30
17.5
25
17
20
16.5
15
0
5
10
15
20
25
Koelwatertemperatuur [°C]
Halfgeleidertemperatuur [°C]
40
16
35
30
Tijd [s]
(a) Meting
CM75TJ24F belastingsstap van 40A en 100% dutyratio: simulatie
19
IGBT top
Diode top
IGBT bottom
Diode bottom
koelwater 1
Halfgeleidertemperatuur [°C]
40
18.5
35
18
30
17.5
25
17
20
16.5
15
0
5
10
15
20
25
30
Tijd [s]
(b) Simulatie
Figuur 4.20: Stroomstap van 40A door een CM75TJ24F module.
16
35
Koelwatertemperatuur [°C]
45
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
59
Enkele andere metingen werden uitgevoerd met hetzelfde model en een belastingsstroom
van 65A en enkele verschillende dutyratio0 s. Dezelfde situaties werden gesimuleerd in het
thermisch model en de resultaten vergeleken in volgende tabel. Weer lijkt het model de
werkelijkheid redelijk goed te benaderen.
Dutyratio(%)
25%
halfgeleider
Top IGBT
Bottom IGBT
Top diode
Bottom diode
Koelwater
Meting simulatie
42.7°C
42.8°C
38.5°C
33.3°C
30.5°C
31.9°C
68.3°C
62.6°C
0.91°C
1.21°C
fout
+0.1°C
-5.2°C
+1.4°C
-5.7°C
+0.3°C
50%
Top IGBT
Bottom IGBT
Top diode
Bottom diode
Koelwater
53.7°C
32.7°C
33.2°C
51.3°C
0.73°C
52.4°C
31.9°C
34.4°C
53.6°C
1.23°C
-1.3°C
-0.8°C
+1.2°C
+2.3°C
+0.5°C
75%
Top IGBT
Bottom IGBT
Top diode
Bottom diode
Koelwater
61.8°C
30.1°C
36.0°C
38.6°C
0.89°C
62.1°C
30.6°C
36.8°C
43.5°C
1.24°C
+0.3°C
+0.5°C
+0.8°C
+4.9°C
+0.35°C
Tabel 4.2: CM75TJ24F module belast met 65A met verschillende dutyratio
Uit beide figuren blijkt dat het model de wederzijdse opwarming van de halfgeleiders vrij
goed kan inschatten. Om de simulatie te fitten met de metingen werd enkel de warmteoverdrachtcoëfficiënt tussen het water en het omringende metaal en de berekening van de
schakelverliezen aangepast. Zoals blijkt uit 3.3.2 is de warmteoverdrachtcoëfficiënt slechts
met beperkte nauwkeurigheid te berekenen, waardoor een aanpassing gerechtvaardigd is.
Opvallend aan de resultaten voorgesteld in tabel 4.2 is dat de temperatuurberekening van
de bottom diode opvallend minder goed is dan die van de andere halfgeleiders. Wellicht is
dit te wijten aan de berekening van de verliezen in deze halfgeleider. Omdat het moeilijk
is de berekening van de verliezen en het thermisch model apart te controleren, is dit echter
niet zeker.
Algemeen blijkt de fout in het model vooral bij de berekening van de verliezen te liggen,
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
60
vooral de schakelverliezen lijken veel lager dan de waarden uit de datasheet. De schakelverliezen van de halfgeleiders zijn sterk afhankelijk van het drivercircuit, wat samen met
worst case waarden uit de datasheet mogelijk een verklaring is voor het verschil. Verdere
optimalisatie van de parameters zou het model eventueel nog dichter bij de metingen doen
aansluiten.
FF450R12ME4
Met de FF450R12ME4 module werd eenzelfde test uitgevoerd (figuur 4.21(a)). De module
werd belast tot 120A DC. Dit is het maximum dat met de huidige labopstelling mogelijk
is. Voor hogere stromen moet de bekabeling dikker uitgevoerd worden en is een sterkere
voeding nodig. Omdat 120A ver beneden de maximum DC rating van de module (450A)
is, is de maximale opwarming van de module beperkt. Figuur 4.21(b) toont de simulatie.
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
61
FF450R12ME4 belastingsstap van 120A en 5% dutyratio: meting
45
19
Diode Bottom 1
2
3
IGBT top 1
2
3
IGBT Bottom 1
2
3
Diode top 1
2
3
koelwater 1
koelwater 2
35
18.5
18
30
17.5
25
17
20
16.5
15
0
5
10
15
20
25
30
Koelwatertemperatuur [°C]
Halfgeleidertemperatuur [°C]
40
16
35
Tijd [s]
(a) Meting
FF450R12ME4 belastingsstap van 120A en 5% dutyratio: simulatie
45
19
Diode Bottom 1
2
3
IGBT top 1
2
3
IGBT Bottom 1
2
3
Diode top 1
2
3
koelwater 1
koelwater 2
35
18.5
18
30
17.5
25
17
20
16.5
15
0
5
10
15
20
25
30
Koelwatertemperatuur [°C]
Halfgeleidertemperatuur [°C]
40
16
35
Tijd [s]
(b) Simulatie
Figuur 4.21: Stroomstap van 120A dutyratio 5% door een FF450R12ME4 module.
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
4.4.3
62
Invloed van de aangelegde frequentie
In deze test wordt de opwarming van de halfgeleiders wanneer een sinusoı̈dale variatie van
de stroom aangelegd wordt bestudeerd (figuur 4.23). Op de FF450R12ME4 module werd
een stroom van 100A aangelegd met een frequentie van DC tot 20Hz. De dutyratio staat
vast op 50%. Er wordt gekeken naar de maximale opwarming van de halfgeleiders bij de
verschillende frequenties. Het resultaat van de meting en simulatie wordt samengevat in
figuur 4.22.
Deze test is interessant voor elektrische voertuigen. Wanneer een voertuig vanuit stilstand
vertrekt bepaalt de maximale stroom het maximaal leverbare aanloopkoppel. Vanuit
stilstand (DC) is de thermische beperking op de stroom duidelijk groter dan wanneer
het voertuig begint te bewegen. Deze test toont aan dat een zekere thermische inertie
beschikbaar is bij het aanleggen van de stroom.
Maximum temperatuur ifv de aangelegde frequentie bij 100A 0−20Hz
32
meting
simulatie
Maximum halfgeleidertemperatuur [°C]
31
30
29
28
27
26
25
24
23
22
−1
10
0
1
10
10
Freq [Hz]
Figuur 4.22: Maximum temperatuur in de module bij sinusvormige stroom van 60A en
dutyratio 50%
4.4 Dubbele halve brug IGBT-module test
63
FF450R12ME4 Sinus 0.1−20Hz 100A met 50% dutyratio: meting
30
21
20.5
20
25
19.5
19
18.5
20
18
Koelwatertemperatuur [°C]
Halfgeleidertemperatuur [°C]
Diode bottom
IGBT top
IGBT bottom
Diode top
koelwater 1
koelwater 2
17.5
17
15
0
5
10
15
20
25
30
35
40
16.5
45
Tijd [s]
(a) Meting
FF450R12ME4 Sinus 0.1−20Hz 100A met 50% dutyratio: simulatie
21
Halfgeleidertemperatuur [°C]
Diode bottom
IGBT top
IGBT bottom
Diode top
koelwater 1
koelwater 2
25
20.5
20
19.5
19
18.5
20
18
Koelwatertemperatuur [°C]
30
17.5
17
15
0
5
10
15
20
25
30
35
40
16.5
45
Tijd [s]
(b) Simulatie
Figuur 4.23: Temperatuur bij sinusvormige stroom van 60A met variabele frequentie: 0.1-1-25-10-20Hz
4.5 Motordrive met constante V/f sturing
4.5
64
Motordrive met constante V/f sturing
Als laatste test werd aan de CM75TJ24F module als last een driefasige asynchrone motor
gekoppeld. De motor is een 4kW 50Hz 130/220V 25/14.5A driefasige tweepolige asynchrone motor. In deze test wordt de tweede KEB drive niet gebruikt, waardoor er dus ook
geen stroommeting en DCbus spanningsmeting is. De spanning en stroom werd tijdens
de test gemeten met respectievelijk een multimeter en een stroomtang.
Het zicht vanuit het standpunt van de camera ziet eruit zoals in figuur 4.24.
(a)
(b)
Figuur 4.24: De module in de opstelling
Er werd een meting gedaan met:
ˆ
ˆ
ˆ
ˆ
Regime snelheid van het veld 100rpm ( =motorsnelheid: tweepolige motor)
Piekstroom 10.67A
DCbusspanning 50V DC
Koelwaterdebietvariatie van 1.65L/min naar 0.55L/min
Aangezien de motorsnelheid laag is, varieert de temperatuur van de halfgeleiders met
de motorsnelheid. Tijdens het draaien van de motor kan men op het warmtebeeld
duidelijk zien welke halfgeleiders op elk moment geleiden. Figuur 4.25 toont de variatie van de gemiddelde temperatuur van de verschillende halfgeleiders. Figuur 4.26 toont
de temperatuurverandering van het koelwater bij een debietverandering.
4.5 Motordrive met constante V/f sturing
65
Temperatuurverloop van de halfgeleiders
20
IGBT High1
IGBT High2
IGBT High3
IGBT Low1
IGBT Low2
IGBT Low3
Halfgeleidertemperatuur [°C]
19.5
19
18.5
18
17.5
17
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Tijd [s]
Figuur 4.25: Overzichtsbeeld van het temperatuurverloop van de IGBT’s bij een debietverandering
Temperatuurverschil van in− en uitgaand koelwater
Temperatuurverschil[°K]
1.5
1
0.5
0
0
5
10
15
20
25
30
35
Tijd [s]
Figuur 4.26: Temperatuurstijging van koelwater bij debietverandering
40
4.5 Motordrive met constante V/f sturing
66
Doordat bij deze opstelling geen stroommeting voorhanden was, is het niet mogelijk de
verliezen van de verschillende halfgeleiders te berekenen met de verliesberekeningsmethode
uit vorige hoofdstukken. Het totaal verliesvermogen werd ingeschat uit de temperatuurverhoging bij vermindering van het koelwaterdebiet, dat opgemeten werd in figuur 4.26.
Aan de hand hiervan kan het verliesvermogen van elke afzonderlijke halfgeleider ingeschat
worden en aan het thermisch model aangelegd worden. Er werd verondersteld dat het
verliesvermogen sinusoı̈daal verloopt.
In figuur 4.27(a) werd ingezoomd op de temperatuur van een top IGBT en top diode
gedurende enkele omwentelingen. Duidelijk is te zien hoe de temperatuur van de halfgeleiders mee met de motorsnelheid varieert. De output van de thermische simulatie is te
zien in figuur 4.27(b). Hieruit blijkt de uitgang van het model redelijk goed overeen te
komen met de metingen. Aangezien de temperatuurverhoging van het koelwater en van de
halfgeleiders zeer klein is en vanwege de vele assumpties mag de absolute nauwkeurigheid
niet overschat worden.
Uit de praktische testen blijkt dat algemeen het model de werkelijkheid redelijk goed benadert. Omdat bij elke test telkens het probleem van verliesberekening van de individuele
halfgeleiders en de temperatuurberekening samen voorkomen, is het moeilijk besluiten te
trekken over de nauwkeurigheid van elk afzonderlijk onderdeel.
4.5 Motordrive met constante V/f sturing
67
Regimetemperatuurverloop van de high side IGBT en diode van brug 1
20
IGBT high side 1e brug
Diode high side 1e brug
Halfgeleidertemperatuur [°C]
19.5
19
18.5
18
17.5
17
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5
Tijd [s]
(a) Meting
Simulatie regimetemperatuurverloop van de high side IGBT en diode van brug 1
20
IGBT High1
Diode High1
19.5
Temperatuur[°C]
19
18.5
18
17.5
17
16.5
16
10
10.5
11
11.5
12
12.5
13
13.5
14
14.5
15
Tijd [s]
(b) Simulatie
Figuur 4.27: Detail temperatuurverloop van 1 IGBT en zijn antiparallelle diode
Hoofdstuk 5
Besluit
In dit werk werd getracht een nieuwe methode te ontwikkelen om halfgeleidertemperaturen
in compacte hoogvermogen invertoren in real-time te berekenen. Hierbij werden drie
aspecten onderzocht:
1. Berekening van de verliezen van de halfgeleiders:
ˆ In de literatuur werd gezocht naar de gangbare analytische methodes voor het
berekenen van de verliezen die optreden bij schakelen en geleiden van vermogenhalfgeleiders. In de bestaande aanpak komt steeds terug dat de berekeningen
vooraf en niet real-time gebeuren. Uit de praktijktests bleek dat het berekenen
van de verliezen aan de hand van gegevens uit de datasheet redelijk goed klopt
voor de geleidingsverliezen, maar niet voor de schakelverliezen. Dit is wellicht
te wijten aan het feit dat de schakelverliezen afhankelijk zijn van het drivercircuit.
ˆ Er werd getracht een berekening van de verliezen te maken met een SPICE
simulatie. Een empirische model van een IGBT met antiparallelle diode werd
opgesteld dat in staat is het schakelgedrag en de daarbij optredende verliezen
van een IGBT te simuleren. De grootte van de schakelverliezen komt echter
niet overeen met de waarden uit de datasheet. De convergentieproblemen van
de simulatie in het geval van meerdere halve bruggen maken deze methode
minder geschikt om verliezen te berekenen.
2. Berekening van de junctietemperaturen aan de hand van de verliezen:
ˆ Een nieuwe aanpak voor de temperatuursberekening van de junctietemperaturen
van halfgeleiders werd voorgesteld: een puntmodel. Dit puntmodel tracht met
68
HOOFDSTUK 5. BESLUIT
69
de principes van een eenvoudige FEM analyse een nauwkeuriger resultaat te
bekomen dan de traditionele methodes van systeemidentificatie. Door de specifieke manier van uitrekenen heeft het model enkele duidelijke voordelen op
gebied van de rekenkracht die nodig is om het model door te rekenen. Ook kan
het model eenvoudig in real-time reageren op wisselende parameters, zoals
verandering in koelwaterdebiet en -temperatuur, het wegvallen van het koelwater of het inbrengen van een referentiemeting. Bovendien is het model zeer
intuı̈tief.
ˆ Een koelblok werd ontworpen voor waterkoeling van IGBT-modules direct
tegen de basisplaat van de module. Deze koelmethode blijkt uit metingen zeer
effectief daar het thermische pad kort is. Dit koelblok werd met het puntmodel
gesimuleerd en in werking getest met de praktische opstelling. Het puntmodel
bleek goed in staat om de mutuele opwarming van de verschillende dicht bij
elkaar opgestelde halfgeleiders in te schatten.
3. Ontwerp van een testopstelling om de modellen en het koelblok met realistische
stroomwaarden te testen:
ˆ Een testopstelling werd ontworpen en gebouwd om het koelblok en de IGBTmodules onder belasting te kunnen testen. Er werd een methode met bijbehorend regelschema opgesteld om de modules te testen bij hoge stromen zonder
nood aan een krachtige voeding. Om de temperaturen binnenin de modules te
meten werd een thermische camera gebruikt. De nodige voorzorgen om online
temperaturen van halfgeleiders te meten met een thermische camera werden
onderzocht.
Tot slot worden enkele besluiten geformuleerd.
ˆ Thermische problemen zijn zeer moeilijk nauwkeurig op te lossen. De thermische
eigenschappen van verschillende materialen, vooral deze in de bovenste lagen, zijn
niet goed gekend of moeilijk nauwkeurig te bepalen. Berekeningsformules voor stromingsmechanica hebben maar een beperkte nauwkeurigheid. De geometrie van de
structuren binnenin de modules is ook niet altijd even goed gekend. Ook is de
invloed van veroudering door voortdurende thermische stress op de laagstructuur
binnenin de modules niet te verwaarlozen. Al deze factoren tonen aan dat een
thermisch model steeds slechts een beperkte nauwkeurigheid kan hebben.
5.1 Suggesties voor verder onderzoek
70
ˆ Het nauwkeurig berekenen van de verliezen in elke halfgeleider bij elke werkingstoestand is niet eenvoudig. Tot hiertoe lijken de geleidingsverliezen in IGBT’s en
diodes redelijk overeen te komen met de berekening via parameters uit de datasheet.
Voor de schakelverliezen lijkt het verschil met de werkelijkheid echter groter. Dit
is wellicht te verklaren door de sterke afhankelijkheid van de eigenschappen van
het drivercircuit in deze verliezen. Ook zijn de parameters uit de datasheet aan de
veilige kant.
ˆ Doordat de berekening van de verliezen en het thermische probleem in tests moeilijk
van elkaar los te koppelen zijn, is het moeilijk de nauwkeurigheid van de methode
voor elk van deze 2 problemen apart te bepalen.
ˆ Uit de eerste testen met het model blijkt dat het model goed in staat is de wederzijdse
beı̈nvloeding van de verschillende halfgeleiders in te schatten. Uit de DC test bleek
dat de berekende temperaturen van halfgeleiders, die op dat moment niet in geleiding
waren, door het model redelijk goed benaderd worden. De nauwkeurigheid van de
temperatuurberekening van de halfgeleiders in geleiding wijkt meer af van de simulatie.
ˆ Het thermisch model is eenvoudig genoeg uitrekenbaar om in real-time door een
target PC die ook de regelalgoritmes draait berekend te worden. Dit biedt perspectieven om het model in de toekomst effectief in een elektrisch voertuig te gebruiken.
ˆ De methode van directe waterkoeling op de basisplaat van een IGBT-modules blijkt
een zeer effectieve koelmethode te zijn. De opwarming van de individuele halfgeleiders blijft ver onder de maximaal toegelaten temperatuur bij belasting op hun nominale stroom.
5.1
Suggesties voor verder onderzoek
Verder onderzoek zou kunnen gebeuren naar het nauwkeurig bepalen van de verliezen
van elke halfgeleider tijdens werking. Ook met de temperatuurafhankelijkheid van de
verliezen werd in dit werk geen rekening gehouden. Eens de verliezen nauwkeurig gekend,
zouden beide problemen (de verliesberekening en het thermisch model) beter van elkaar
losgekoppeld worden en zou de nauwkeurigheid van het model beter vergeleken kunnen
worden met de werkelijkheid.
Bibliografie
[1] J. Van Den Keybus, Developement of a universial electric energy measurement and
control platform for low-voltage grid-coupled applications is a deregulated electricity
market, Ph.D. dissertation, Katholieke Univ. Leuven, Dec. 2003.
[2] A. Van Den Bossche, Hydraulic servo actuators, cursus Servo systems en Industrial
Robots, Appendix 1, versie 2010.
[3] A. Van Den Bossche, H9 Thermal aspects, cursus Power electronics, versie 2011.
[4] Vencislav Cekov Valchev, Alex Van den Bossche, Inductors and Transformers for
Power Electronics, CRC Press 2005.
[5] J.P. Holman, Heat transfer, Eight Edition, McGraw Hill Higher Education; 8th
Revised edition edition (Jun 1 2001)
[6] Knol,
How to calculate pressure drop and friction losses in a pipe, Technical Articles about Pipe Pressure Drop Calculations [Internet], Versie 4,
http://knol.google.com/k/d/how-to-calculate-pressure-drop-and/35e6sqhxsbdsg/2,
jul. 2008.
[7] R. Schnell, U. Schlapbach, Realistic benchmarking of IGBT-modules with the help of
a fast and easy to use simulation-tool, PCIM proceedings 2004.
[8] M. Ayadi, M. A. Fakhfakh, M. Ghariani, R. Neji, Electro-Thermal Simulation of a
Three Phase Inverter with Cooling System, Journal of Modelling and Simulation of
Systems (Vol.1-2010/Iss.3).
[9] Z. Zhou, M. S. Khanniche, P. Igic, S. T. Kong, M. Towers and P. A. Mawby, A fast
power loss calculation method for long real time thermal simulation of IGBT-modules
for a three-phase inverter system, Int. J. Numer. Model. 2006.
71
BIBLIOGRAFIE
72
[10] M. Honsberg,T. Radke, Thermal Behaviour of Three-Level Trench Gate IGBTModules in PFC and PV Operation, Power Electronics Europe, Issue 1 2010,
www.mitsubishielectric.de.
[11] T. Kojima, Y. Yamada, M. Ciappa, M. Chiavarini, W. Fichtner, A novel Electrothermal Simulation Approach to Power IGBT-Modules for Automotive Traction Applications, R&D Review of Toyota CRDL Vol.39 No.4
[12] C. Yun, P. Malberti, M. Ciappa, and W. Fichtner, Thermal Component Model for
Electrothermal Analysis of IGBT-Module Systems, IEEE Transactions on advanced
packaging, Vol.24, No.3, aug 2001.
[13] Paul Hills, The SPICE circuit simulator and models, V2.07 Jul 2004 [Internet],
http://homepages.which.net/ paul.hills/Circuits/Spice/SpiceBody.html
[14] TSSI, FLIR thermovisio a40-M +
http://www.tssi.com.my/flir a 40mr.html
Researcher
specifications
[Internet],
[15] Xenics,
Xenics
Gobi
384
infrared
thermography
camera
specifications
[Internet],
http://www.xenics.com/en/infrared camera/lwir infrared thermography camera/gobi - flir forward looking infrared camera
uncooled microbolometer fpa.asp
[16] IpInfrared,
How do Infrared Cameras work?
[Internet], http://www.ipiinfrared.com.au/start-here/how-do-infrared-cameras-work2
[17] Wikipedia, Microbolometer [Internet], http://en.wikipedia.org/wiki/Microbolometer
Lijst van figuren
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Spanningsval gedurende geleiding bij IGBT(links) en diode(rechts) . . . . . 3
In- en uitschakelverlies bij IGBT (Eon en Eoff) en diode (Err) . . . . . . . 3
Spanning en stroom gedurende geleiding (bovenaan) en verliesvermogen
(onderaan) [1] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Verloop van de junctietemperatuur gedurende de PWM cyclus [1] . . . . . 5
Transiënte thermische impedantie van junctie naar behuizing bij een FF600R7ME4
IGBT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Equivalent elektrisch circuit dat het thermisch probleem beschrijft. [11] . . 7
Fysisch model van een opamp unity gain buffer tegenover empirisch model
Empirisch model van een IGBT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Halve brug belast met RL keten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Halve brug belast met RL keten: stroomvorm . . . . . . . . . . . . . . . .
Halve brug belast met RL keten: verliezen van de twee actieve halfgeleiders
(Volt==Watt) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Halve brug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Binnenkant van een FF450R12ME4 halve brugmodule . . . . . . . . . . .
Bonding van de IGBT’s en diodes aan de koperen basisplaat . . . . . . .
Elektrisch puntmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vereenvoudigd elektrisch puntmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vergelijking tussen de twee berekeningsmethodes . . . . . . . . . . . . . .
Oplossen van het vereenvoudigd elektrisch puntmodel zonder capaciteit met
iteratieve methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.8 Schematische voorstelling van de matrices in Matlab . . . . . . . . . . . .
3.9 De 4 lagen voorgesteld als figuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.10 De hotspot temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.11 Energiebalans van opgenomen en afgegeven vermogen . . . . . . . . . . .
73
9
10
12
12
13
.
.
.
.
.
.
14
15
16
17
19
20
.
.
.
.
.
21
24
24
25
25
LIJST VAN FIGUREN
74
3.12
3.13
3.14
3.15
3.16
3.17
3.18
3.19
3.20
3.21
3.22
3.23
3D-tekening van het koelblok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Temperatuurverschil i.f.v. het koelwaterdebiet bij maximum verliesvermogen
Drukval i.f.v. de kanaaldiepte bij maximaal koelwaterdebiet . . . . . . . .
Invloed van de diepte van de koelkanalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Warmteoverdrachtcoëfficient in functie van koelwaterdebiet in kanaal . . .
Tekening van de onderplaat van de IGBT-module met het koelblok . . . .
IGBT-koelplaat en aluminium koelblok voorgesteld als 8 lagen punten . . .
De temperatuurverdeling in de 8 lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Detail van de aluminium laag met het koelkanaal . . . . . . . . . . . . . .
Temperaturen in het middelpunt van elke halfgeleider . . . . . . . . . . . .
Uitgaande temperatuur van het koelwater . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ogenblikkelijk vermogen dat via het koelwater het kanaal verlaat . . . . .
26
27
28
29
31
32
32
33
34
34
35
35
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Testopstelling met twee omvormers zonder gemonteerde camera . . . . .
Testomvormer zonder IGBT-module gemonteerd . . . . . . . . . . . . . .
FF450R12ME4 halve brug module in Enonodual verpakking . . . . . . .
De gebruikte modules met bovendeksel verwijderd . . . . . . . . . . . . .
Schematische voorstelling van de modules met nummering zoals in de simulaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FLIR Thermovision A40−M thermische camera . . . . . . . . . . . . . .
Xenics Gobi 384 thermische camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Werkingsprincipe van een microbolometer . . . . . . . . . . . . . . . . .
CM75TJ-24F IBGT module met op de gellaag een druppel tippex . . . .
CM75TJ-24F IBGT module met gellaag bovenop de halfgeleiders . . . .
CM75TJ-24F IBGT module met een deel van de gellaag verwijderd. . . .
IR beeld van CM75TJ-24F IBGT module met rechts een deel van de gellaag
verwijderd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verschil tussen meting met gel en zonder gel . . . . . . . . . . . . . . . .
Testopstelling voor grote IGBT-modules . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Werking van de testopstelling met twee halve bruggen . . . . . . . . . . .
Matlab Simulink model dat de testinvertor en KEB drive aanstuurt . . .
Matlab Simulink model PI regelaar met IIR Filter . . . . . . . . . . . . .
Matlab model met twee samplerates: één voor het regelalgoritme en één
voor de thermische simulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beeld van de module in de Xenics Xeneth software . . . . . . . . . . . .
Stroomstap van 40A door een CM75TJ24F module. . . . . . . . . . . . .
.
.
.
.
37
38
40
41
.
.
.
.
.
.
.
42
43
44
45
46
47
48
.
.
.
.
.
.
48
49
50
51
52
54
4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
4.11
4.12
4.13
4.14
4.15
4.16
4.17
4.18
4.19
4.20
. 55
. 57
. 58
LIJST VAN FIGUREN
4.21 Stroomstap van 120A dutyratio 5% door een FF450R12ME4 module. . .
4.22 Maximum temperatuur in de module bij sinusvormige stroom van 60A en
dutyratio 50% . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.23 Temperatuur bij sinusvormige stroom van 60A met variabele frequentie:
0.1-1-2-5-10-20Hz . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.24 De module in de opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.25 Overzichtsbeeld van het temperatuurverloop van de IGBT’s bij een debietverandering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.26 Temperatuurstijging van koelwater bij debietverandering . . . . . . . . .
4.27 Detail temperatuurverloop van 1 IGBT en zijn antiparallelle diode . . . .
75
. 61
. 62
. 63
. 64
. 65
. 65
. 67
Lijst van tabellen
4.1
4.2
CP U -load van de target PC met en zonder thermische simulatie . . . . . . 55
CM75TJ24F module belast met 65A met verschillende dutyratio . . . . . . 59
76
Download