Ballonnen fabriek

advertisement
Ballonnen fabriek
Lesbrief: thema kinderarbeid
Mime - bewegingsles: gemaakt door Dönci Bánki.
Belangrijk voor de sfeer en de illusie zijn de volgende zaken:
Kleding
Als leerkracht wordt je de directeur of voorman van een ballonnen
fabriek. Met de volgende kleding kun je je rol gaan ondersteunen: een
doktersjas, een stofjas-kostuum met stropdas, hoge hoed, bouwhelm of
streng brilletje. In ieder geval iets waarmee je indruk maakt en waardoor
je er niet uitziet als hun leerkracht. Je speelt een strenge directeur en de
kinderen moeten tenslotte voor je werken.
Ruimte
De ruimte waar de les zich afspeelt moet lijken op een fabrieksruimte.
Geschikte ruimtes zijn bijv. een kelder, een grote zolder of een oude
opslagruimte.
De ballonnen fabriek
De leerlingen staan te wachten buiten de deur van de ruimte waar alles
zich gaat afspelen. Ze weten niet wat er gaat gebeuren. De deur gaat
open, de directeur van de ballonnen fabriek verschijnt en zegt op
strenge toon: Er gelden hier drie regels.
Regel 1: iedereen zwijgt!
Regel 2: jullie gaan werken en wel heel hard werken!!
Regel 3: het is verboden om te eten, in je neus te peuteren en te lachen
tijdens het werk!!!
De kinderen gaan naar binnen. Daar worden hun vingers opgemeten,
En de directeur controleert of alle handen schoon zijn. De kinderen gaan
in een rij staan met hun handen omhoog om -als opwarming voor het
werk- hun vingers op en neer te bewegen.
Aan de kinderen wordt uitgelegd dat ze in een ballonnenfabriek zijn en
wat er daar van hun verwacht wordt. De toon van de directeur is nog
onverminderd streng. De productie van ballonnen zal vandaag
opgevoerd worden. Gisteren was de productie 80 en vandaag moet die
100 zijn. De directeur gooit de ballonnen voor de voeten van de
kinderen neer die opgeblazen moeten worden. Hij doet uitgebreid voor,
hoe dit moet gebeuren. Eerst worden de ballon uitgerekt, dan
opgeblazen en tenslotte een knoop ingelegd. Zo blaast ieder kind, de
ene na de andere ballon op. De opgeblazen ballonnen worden op de
grond gelegd en zo vult de vloer zich met ballonnen. Met een zoemer of
een belletje wordt het einde van de werktijd aangekondigd.
Muziek: dreigende muziek of fabrieksgeluiden
Info voor de leerkracht: De kinderen moeten met het bovenstaande
gaan ervaren hoe kinderarbeid is. Eventueel kan dit van te voren of op
een later tijdstip, worden aangevuld met film- of beeldmateriaal.
Oefening 1
De ballonnen zijn op raadselachtige wijze plotseling zeer zwaar
geworden en moeten van de ene kant van de ruimte naar de andere
kant gedragen worden. Dit wordt op verschillende manieren gedaan.
Dit werkje wordt traag uitgevoerd vanwege het grote gewicht van de
ballonnen. Hierbij speelt de gezichtsuitdrukking ook een rol.
Voorbeelden:
-de ballon wordt in gebogen houding in de handen gedragen
-de ballon wordt op het hoofd gedragen
-de ballon op de rug gedragen
-de ballon wordt op de buik gedragen
-op de linker- en rechterheup
-op de schouders
-onder de elleboog
-de ballon wordt rollend over de vloer verplaatst.
Info voor de leerkracht: gezamenlijk wordt ieder onderdeel uitgevoerd.
Als aanvulling op deze les kan met behulp van beeldmateriaal aan de
kinderen getoond worden dat kinderen in ontwikkelingslanden, die dag
in dag uit, zware lasten moeten dragen hier lichamelijke kwalen aan
over houden.
Oefening 2. De ballonnen machine
De kinderen vormen een machine door in een kring te gaan staan.
De leerkracht pakt een ballon en doet alsof deze zwaar is. Vervolgens
wordt de ballon in de kring gebracht met de bedoeling dat deze aan
elkaar wordt doorgegeven, terwijl er nog steeds gedaan wordt alsof
deze ballon zwaar is. De kinderen geven vervolgens met robotachtige
bewegingen een ballon aan elkaar door. De ballon wordt blazend aan
elkaar doorgeven. De ballon wordt met verschillende emoties (boos, blij,
koel, bang, verliefd etc.) aan elkaar doorgegeven (dit kun je ook
combineren met de robotachtige bewegingen).
Oefening 3
De kinderen worden in paren opgesteld. Het ene kind speelt ballon. Het
andere kind blaast de ballon op (het kind dus). Hierbij wordt met kort en
lang blazen gevarieerd. Verder worden er lichaamsonderdelen apart
opgeblazen. Bijv. het gezicht, schouders, borstkas, armen, buik, benen
en handen. De docent geeft aan wanneer er gewisseld kan worden.
Info voor leerkracht: De leerkracht verandert zijn rol geleidelijk van
strenge directeur in begeleider.
Droom
Stel dat je jarenlang, iedere dag, van ’s morgens tot ’s avonds, in een
ballonnen fabriek gewerkt zou hebben, wat zou dan je droom zijn? De
kinderen doen de ogen dicht en denken hier over na. Dan schrijven ze
dit in een paar kernwoorden op een ballon. Eén voor één vertellen ze
dan op fluistertoon hun droom aan de klas, met de ballon onder de arm.
Muziek tijdens dit onderdeel: lichte muziek.
Foto (tableaux-vivant)
De groep wordt opgesplitst in max. 5 groepjes van max. 6 kinderen per
groepje.
Per groepje worden de wensen van de kinderen die deel uitmaken van
het groepje, uitgebeeld in een groepsportret. Dus 6 kinderen, 6 wensen,
6 foto’s. Dit wordt door de docent begeleid. De ballonnen maken
onderdeel uit van de foto. De kinderen gaan per foto op een andere plek
staan. Het zou bij de presentatie leuk zijn als het publiek even de ogen
sluit totdat de groep een nieuwe positie aangenomen heeft.
Vervolg:
Dezelfde foto’s worden opnieuw uitgebeeld. Maar nu is het veranderen
van de ene naar de andere foto belangrijk. De beweging van de ene foto
naar de andere foto gebeurt in slow-motion. Hierbij wordt er gezocht
naar interessante overgangen. Iedere foto wordt ongeveer 5 seconden
vastgehouden.
Als afsluiting wordt naar elkaars presentatie gekeken. Er wordt in een
kringgesprek gesproken over hoe iedereen het ervaren heeft.
Voor deze les moet 1,5 uur uitgetrokken worden.
Benodigdheden:
Kleding: zie boven
Ruimte: zie boven
Muziek: zie boven
Materialen: ballonnen van stevige kwaliteit
: eventueel pompjes om ballonnen op te blazen
: stiften
: meetinstrument
Download