Grensoverschrijdend gedrag

advertisement
Grensoverschrijdend gedrag
Les 2: inleiding in de psychopathologie
Programma

Psychopathologie; wat is het?

Algemene functionele psychopathologie

DSM
Psychopathologie
=
Een onderdeel van de psychiatrie en psychologie
dat zich bezighoudt met diverse vormen van
afwijkende emoties, gedachten en gedrag,
de oorzaken daarvan en behandelingen
daarvoor.
Wat is
“Abnormaal”/ “Afwijkend”
gedrag?
Criteria voor abnormaliteit






Uitzonderlijk.
Sociaal afwijkend.
Foute waarneming of invulling van de realiteit.
Aanzienlijk emotioneel lijden van een persoon.
Ongepast gedrag.
Gevaar.

Psychische stoornis
Een geheel van afwijkende emoties, gedachten of
gedragspatronen die worden gekenmerkt door onder andere
een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden.

Psychiatrisch ziektebeeld (syndroom)
Is een groep van gezamenlijk optredende symptomen.

Psychiatrische verschijnselen (symptomen).
Je kijkt dan niet naar groepen symptomen maar naar de
symptomen zelf.

Psychiatrie
Medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en
behandeling van psychische stoornissen.
Algemene functionele psychopathologie







Expressie en psychomotoriek
Bewustzijn
Zelfbeleving
Waarneming
Denken
Gevoelsleven
Willen & verlangen
Expressie en psychomotoriek
Lichaamshouding, beweging en mimiek.
Overactiviteit en onderactiviteit kunnen beide uitingen van
verschijnselen zijn.



Dwanghandelingen.
Niet meer praten.
Niet reageren op emoties (lichamelijk).
Bewustzijn
Is het besef dat we van ons zelf hebben en onze omgeving.
Biologisch  bij kennis zijn.
Psychologisch  van iets bewust worden.
Stoornissen in helderheid, aandacht en in oriëntatie.

Stoornissen in helderheid
Beneveling (suf, wazig), Somnolentie (slaperig), Sopor (met sterke
prikkels worden gewekt), Subcoma (bewustzijnsverlies), Coma (geen
reactie op pijnprikkels).

Stoornissen in aandacht: Concentratieverlies, dagdromen,
verstrooidheid.

Stoornissen in oriëntatie: Tijd, ruimte en persoon.
Zelfbeleving
Je weet wie je zelf bent, je een individu bent
en dus anders dan je omgeving.
Voorbeeld waarbij iemand dat niet meer weet;
 Depersonalisatie.
Gevoel 'los' te staan van de omgeving, in een droom te leven,
achter glas te staan of het eigen lichaam als vreemd te
ervaren. Dit zijn geen wanen!
Waarneming
Objectief waarnemen is niet mogelijk. Ons eigen
referentiekader en gevoelsleven spelen altijd een rol.

Illusies: Verkeerde interpretatie van zintuigelijke
gegevens veroorzaakt door verachtingen, angsten of
wensen.

Hallucinaties: Waarnemingen die niet reëel is en die
niet word gecorrigeerd.
Denken

Vorm en beloop
Hoe je denken verloopt (traag, chaotisch etc.)

Inhoud
Waandenkbeeld (grootheidswaanzin, hypochondrische waan,
paranoïde waan, jaloersheidswaan etc.)

Niveau
Verstandelijke handicap.

Geheugen
Dementie, korte-/ langetermijngeheugen.
Gevoelsleven
Je stemming behoort tot de verschijnselen van gevoelsleven.

Affectiestoornis:
Niet goed kunnen omgaan met emoties van zichzelf of de
emoties van anderen.

Stemmingsstoornissen:
Abnormale neerslachtigheid/opgewektheid.
Depressiviteit, manie etc.
Willen en verlangen
Doelbewust nastreven van een bepaalde handeling of
situatie.



Initiatiefverlies, drang, dwang.
Verslaving.
Dwangstoornis.
Anorexia, smetvrees, obsessies (dwanggedachten) etc.
DSM-IV-TR

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.

Psychiaters of artsen bepalen met behulp van de DSM of
er sprake is van een psychiatrisch ziektebeeld.

Hoe?;
- Scorelijsten
- Gesprekken
- Test (bijvoorbeeld IQ-test, EEG, CT-scan)

Het zegt niets over de oorzaak!
Het is een bundeling van symptomen.
Benieuwd hoe het eruit ziet?

As 1: Klinische stoornissen
Angststoornissen, stemmingsstroonissen etc.

As 2: Persoonlijkheidsstoornissen (+ zwakzinnigheid)
Borderline, narcisme, schizofrenie, obsessieve-compulsieve ps etc.

As 3: Somatische aandoeningen
Ziekten en somatische aandoeningen die een belangrijke rol spelen in het
ontstaan, het verloop of behandeling van de psychische stoornis.

As 4: Psychosociale en omgevingsproblemen
Overlijden van iemand, onveilige woonomgeving, financiële problemen etc.

As 5: Globale beoordeling van functioneren
GAF-score
GAF-scoren

91-100: Uitstekend functioneren bij een groot aantal activiteiten, de problemen in het leven lopen nooit uit
de hand, persoon wordt op prijs gesteld door anderen door veel goede kwaliteiten. Geen symptomen.

81-90: Geen of minimale symptomen, goed functioneren op alle gebieden, geïnteresseerd en betrokken bij
een groot aantal activiteiten, sociaal effectief, doorgaans tevreden met het leven, alleen alledaagse
problemen en zorgen.

71-80: Als er symptomen optreden, zijn deze van voorbijgaande aard, te verwachten reacties op
psychosociale stress, slechts beperkte hinder in sociale omgang, op het werk of op school.

61-70: Enige lichte symptomen OF enige problemen in sociaal functioneren, op het werk of op school,
maar functioneert over het algemeen behoorlijk goed, heeft goede inter-persoonlijke contacten.

51-60: Matige symptomen OF matige problemen in sociaal functioneren, op het werk of op school.

41-50: Ernstige symptomen OF ernstige beperkingen in sociaal functioneren, op het werk of op school.

31-40: Enige vermindering in realiteitsbesef of communicatie OF sterke vermindering op verschillende
terreinen, zoals werk of school, gezins- of familierelaties, beoordelingsvermogen, denkvermogen of
stemming.

21-30: Gedrag wordt beïnvloed door wanen of hallucinaties OF ernstige beperkingen van communicatie of
beoordeling OF onvermogen op alle terreinen te functioneren.

11-20: Enig gevaar om zichzelf of anderen te verwonden OF af en toe verwaarlozing van de persoonlijke
hygiëne OF zeer ernstige vermindering van communicatie.

1-10: Blijvend gevaar zichzelf of anderen te verwonden OF blijvend onvermogen de persoonlijke hygiëne te
onderhouden OF ernstig suïcidaal gedrag met duidelijke doodsverwachting.
Voorbeeld

As 1: Gegeneraliseerde angststoornis.

As 2: Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.

As 3:Verhoogde bloeddruk.

As 4: Problemen in het gezin (echtscheiding);
Problemen met werk (werkloos).

As 5: GAF=62
Opdracht:

Ga bij je projectgroepje zitten.

Pak de casus van het project erbij. Lees deze goed door.

Op welke van deze onderstaande punten heeft de persoon klachten?
Schrijft deze op.

Expressie en psychomotoriek
Bewustzijn
Zelfbeleving
Waarneming
Denken
Gevoelsleven
Willen & verlangen






Wat nog op ons programma staat…

Verstandelijk gehandicapten.

Psychiatrische ziektebeelden.

Psychogeriatrische ziektebeelden.

Begeleidingsplan; hoe maak je dat?

Signaleringsplan; hoe maak je dat?
Download