PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 NOTITIE MAARTOVERLEG M A A R T 2 0 0 8 1 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 ONTWIKKELINGEN PER PROGRAMMA In deze nota schetsen we de grote ontwikkelingen per programma. Het gaat dan alleen om de belangrijke ontwikkelingen met relevante financiële gevolgen waar een politiek bestuurlijke keuze over moet worden genomen. Vorig jaar hebben we toegezegd de grote projecten uit te gaan voeren. De grote projecten zijn apart opgenomen in het tweede deel. Bij de grote projecten gaat het niet om de ontwikkeling maar om het geven van informatie aan de hand waarvan een politiek bestuurlijke keuze kan worden gemaakt. De brug Rietveld, aansluiting Hollandbaan is in de begroting opgenomen en is gefinancierd. We gaan de grote projecten opnemen In het meerjarenperspectief voor de begroting 2009. In het maartoverleg willen we deze keuze nadrukkelijk met de raad bespreken in het kader van het meerjarenperspectief zoals we u dat nu hebben voorgelegd. In maart gaat het om de politiek bestuurlijke keuze. De financiële eindafweging doen we in het junioverleg, dat is het moment in de budgetcyclus om u een totaalbeeld te presenteren. 2 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 I. O N T W I K K E L I N G E N P E R P R O G R A M M A PROGRAMMA 1 KWALITEIT Open Vensters Het programma Open Vensters willen we in 2008 verlengen met één jaar en gaat door onder de naam Continu Verbeteren. In dit programma wordt ingezet op de borging van de Open Venster doelen en werkwijze in de organisatie vanaf 2009. We hebben een eerste belangrijke stap gezet , maar de organisatie moet zich blijven ontwikkelen. Open Vensters heeft veel bereikt, maar tegelijkertijd moeten we doorpakken om de kwaliteit van dienstverlening nog verder te versterken. Snel, flexibel en klantgericht blijven daarbij uitgangspunten voor onze organisatie Binnenkort worden de plannen voor het doorzetten van het programma gepresenteerd. Wij verwachten dat er investeringen in kennis, vaardigheden en houding en gedrag in de toekomst nodig blijven om dit te realiseren zijn er aanvullende budgetten nodig. Dienstverlening en het verder verbeteren daarvan vraagt een discussie over een klant contactcentrum. Dat gesprek willen we in het voorjaar van 2008 voeren en op basis daarvan de richting kiezen. Op drie onderdelen zijn naar verwachting gemeentebrede inspanningen nodig om onze dienstverlening continu te verbeteren. • de ontwikkeling van een klantcontactcentrum • investeringen om de verbinding tussen front- en backoffice goed te organiseren en laten verlopen, om het meervoudig gebruik van gegevens mogelijk te maken en het ontsluiten van informatie en het beheren van dossiers • ICT-consequenties die ontstaan door nieuwe ontwikkelingen De kosten voor ICT-investeringen zijn grotendeels geraamd en opgenomen in het realisatieplan E-dienstverlening. Het betreft echter een eerste inschatting op de twee genoemde punten. Positionering, profilering en promotie Nu het proces om te komen tot de Visie 2025 duidelijk heeft gemaakt op welke lange termijnontwikkelingen de blik voor Woerden gericht is, willen we vanaf 2008 spijkers met koppen slaan voor een stevige basis voor positioneringsactiviteiten op de korte termijn. Waar mogelijk willen we krachten bundelen om Woerden neer te zetten met de meest onderscheidende dimensies van de gemeente. Dat vergt overleg, lef, tijd én daadkracht. Op tal van deelgebieden komen beleidsnota’s. De verbindende kracht daartussen moet de gemeenschap delen. De gemeente wil daarvoor de regie oppakken. Met een kort en krachtig interactief proces gaan we op zoek naar het beste visitekaartje voor Woerden. Met élan en zelfbewustzijn start daarna het promotiebeleid voor de komende jaren. Voor de beleidsontwikkeling op het gebied van positionering, profilering en promotie is een incidenteel budget en voor de uitvoering van promotiebeleid is op langere termijn een structureel bedrag nodig. PROGRAMMA 2 WOERDEN LEEFBAAR EN VEILIG Integrale Veiligheid Momenteel wordt gewerkt aan het beleidskader Integrale Veiligheid en het jaarplan 20082009. De raad heeft medio 2007 de startnotitie ontvangen en zal in maart 2008 (voorafgaand aan het maartoverleg) worden bijgepraat. Medio 2008 zal de raad worden gevraagd zich inhoudelijk uit te spreken. Daarmee worden de koers en de benodigde middelen voor de komende jaren bepaald. 3 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 Toch alvast een vooruitblik: Er moet meer aandacht zijn voor de veiligheid rond evenementen. Het aantal evenementen is de afgelopen jaren sterk toegenomen, met name op het Kerkplein en het Exercitieveld. Bij elk evenement zullen de veiligheidsrisico’s vanuit diverse invalshoeken vooraf inzichtelijk gemaakt moeten worden. Dit zal veelal zal leiden tot het stellen van nadere voorwaarden aan de evenementenvergunning, afhankelijk van het soort evenement, hoeveelheid en aard van het publiek en de locatie. Om deze integrale beoordeling goed uit te voeren is een professionaliseringsslag nodig. Vanuit het Rijk bestaan er steeds meer maatregelen om het alcoholgebruik aan banden te leggen. Ook in Woerden is hier meer aandacht voor nodig. Niet alleen vanuit preventief oogpunt maar ook normstellend. In het kader van jeugd en veiligheid zal in 2008 en 2009 een pakket van maatregelen voorgesteld worden. Politiecijfers laten over 2007 441 aangiften zien omtrent vernielingen. Maar zelf hebben we onvoldoende inzichtelijk wat de aard en omvang hiervan is en wat dit de gemeenschap eigenlijk kost. Er zal een voorstel volgen hoe dit beter inzichtelijk te maken is. Werken aan veiligheid betekent ook en vooral het beïnvloeden van gedrag. Dat is een complex opgave die specifieke capaciteit vraagt, kwalitatief en kwantitatief. Dit zou kunnen leiden tot een voorstel aan de raad. Verkeersveiligheid en mobiliteit Ten behoeve van samenhangend beleid op het gebied van verkeer en vervoer in de gehele gemeente Woerden is het wenselijk om een integrale verkeersvisie te ontwikkelen. Deze verkeersvisie moet in grote lijnen richting geven aan alle mogelijke en gewenste verkeersbeleidsplannen, zoals een verkeersstructuurplan/verkeerscirculatieplan, een gemeentelijk verkeersveiligheidsplan, een mobiliteitsmanagementplan of een gedragsbeïnvloedingsplan. Vogelbuurt Nadat de rioleringswerkzaamheden in de Vogelbuurt zijn uitgevoerd, kunnen de tijdelijke verkeersmaatregelen in de Vogelbuurt die nu in procedure zijn, omgezet worden in definitieve verkeersmaatregelen. Naar het zich laat aanzien zal dat gebeuren in combinatie met reconstructiewerkzaamheden voor die wegen die nodig zijn om de verkeersmaatregelen uit te kunnen voeren. Hier zal een uitgebreid voorbereidingstraject aan vooraf moeten gaan, waaronder overleg met bewoners. Uitvoering vindt op zijn vroegst plaats in 2009 of 2010. Wijk- en dorpsgericht werken Uitvoeren nieuwe beleid nota wijkgericht werken. Volgt een raadsvoorstel in 2008. meer aandacht voor sociale cohesie (was: fysieke ruimte) projecten t.b.v. weerbaarheid van wijk- en dorpsbewoners (punt uit Veiligheidsconferentie) faciliteren vrijwilligers (trainingen en workshops) ambtelijk contactpersonen prominentere rol als aanspreekpunt en oren/ogen (m.n. Wmovraagstukken) Beleid en beheer openbare ruimte Integraal beleid onderhoud openbare ruimte (IBOR): De gemeente heeft op dit moment geen heldere afspraken over wat de kwaliteit van de openbare ruimte moet zijn. Daardoor is ook niet duidelijk of de beschikbare budgetten voldoende zijn om de openbare ruimte te onderhouden. Met het project IBOR wordt inzichtelijk gemaakt wat de kwaliteit en de budgetten op dit moment zijn. Vervolgens wordt de raad gevraagd aan te geven wat de kwaliteit van de openbare ruimte zou moeten zijn. Daarbij wordt ook gevraagd om het voor de gekozen kwaliteit benodigde budget beschikbaar te stellen. 4 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 De voorbereidingen voor deze beleidskeuzes zijn reeds gestart. In de tweede helft van 2008 start het participatietraject met de raad, de bewoners en de ambtenaren. De planning is dat begin 2009 besluitvorming hierover gaat plaatsvinden. PROGRAMMA 3 WOERDEN BOUWT Groene Hart Er komt in 2008/2009 een voorloper van de Structuurvisie voor het Groene Hart opgezet vanuit de drie GH-provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht. Het is van belang dat Woerden hierop (via het SUW en het Woerdens Beraad) actief inspeelt. Dit gebeurt onder meer met de Ruimtelijke Structuurvisie die als agenda voor de provinciale plannen zal worden aangereikt. Grondbeleid De Nota Grondbeleid “Vaste grond voor beleid” uit 2006 geeft in de praktijk niet voldoende ruimte om in te spelen op ontwikkelingen die in de Ruimtelijke Structuurvisie worden neergelegd. Een voorstel om de kaders daarop aan te passen zal worden aangeboden. Visievorming (2008) en uitwerking (2009) van de stationsomgeving incl. Snellerbrug Met de presentatie door de heer Monderman eind 2007 van de principes van “shared space” in het algemeen en het Snellerbrugcircuit als daaruit gelicht project in het bijzonder, alsmede vanwege alle ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van het station is de wens geuit om voor een breder gebied een visie te laten opstellen. De uitwerking van deze visie in planontwerpen of delen daarvan zal vooral voor de begroting van 2009 van belang zijn. De kosten zijn afhankelijk van de keuzes en een eventuele fasering in de uitvoering en zijn dus momenteel nog niet aan te geven. Locatiemonitor woningbouw Eind 2007 is een eerste versie van de locatiemonitor woningbouw aangeboden. Deze zal verder worden uitgewerkt per kern en in digitale versies. De monitoring en sturing van de locatieontwikkelingen alsmede de 30%-taakstelling sociale woningbouw zullen jaarlijks in september met de raad worden besproken. Volkshuisvesting De uitvoering van de maatregelen uit de Nota wonen 2006+ word verantwoord met de jaarlijkse woonbrief. Het programmaonderdeel 25-30% sociale woningbouw komt daarin aan de orde. Een notitie voor het bouwen voor de eigen bevolkingsgroei met migratiesaldo nul word gemaakt in relatie met de overige gemeenten in west Utrecht. Onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen en woningmarkten worden gevolgd voor het maken van woningbouwprogramma’s. Het gaat hier om de programmatisch beïnvloedbare bouwlocaties. Economische visie In 2007 is de economische visie voor Woerden vastgesteld. Aan deze visie zit een actieprogramma gekoppeld dat in 2008 en de daaropvolgende jaren wordt uitgevoerd. Met een deel van deze programmapunten is een start gemaakt in 2007/2008 en zal de uitvoer doorwerken in 2009 en volgende jaren. Behoud traditionele bedrijfssectoren Om de behoefte aan nieuwe ruimte in te dammen is het zaak om de bestaande bedrijventerrein economisch aantrekkelijk te houden. Een deel van het terreinaanbod voldoet niet aan de huidige maatstaven, zal zonder ingrepen (verder) in verval raken en daarmee haar vermogen om bedrijven vast te houden verliezen. Voor Barwoutswaarder en Nijverheidsbuurt/Zegveld zal een revitaliseringsplan worden opgesteld. Op bedrijventerrein Honthorst wordt het ergste achterstallige onderhoud weggewerkt. 5 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 Afhankelijk van nadere ruimtelijke en functionele keuze die voor Honthorst wordt gemaakt in de structuurvisie is daarnaast een ingrijpende opwaardering van de openbare ruimte nodig (bij handhaving als bedrijventerrein), dan wel vervangende ruimte voor gevestigde bedrijven (bij gedeeltelijke herontwikkeling voor centrumfuncties). De kwaliteit van de terreinvoorraad zal nauwlettend worden bewaakt, zodat tijdig ingegrepen kan worden als veroudering dreigt. Daarvoor wordt per bedrijventerrein jaarlijks een terreinschouw georganiseerd, waarbij gekeken wordt naar de aspecten kwaliteit van de openbare ruimte en veiligheid. Monitoring economische ontwikkeling De economische monitor van Woerden betreft een jaarlijks terugkerende rapportage met kernachtig de stand van zaken met betrekking tot verschillende aspecten van de Woerdense economie. Doel van deze rapportage is het presenteren van de belangrijkste gegevens van de economische ontwikkelingen in de gemeente Woerden. Een onderdeel van deze economische monitor is de binnenstadsmonitor, welke inzicht geeft in het economisch functioneren van de Woerdense binnenstad en de ontwikkeling van het centrum. De eerste monitor verschijnt in 2008 en zal jaarlijks terugkeren. Versterken positie als streekcentrum De positie van Woerden als verzorgingsfunctie voor omliggende gemeente op het vlak van detailhandel, zorg en onderwijs wordt verder versterkt. Om de positie als winkelstad te versterken wordt samen met de ondernemers bekeken hoe dit kan worden vormgegeven. PROGRAMMA 4 WOERDEN BETROKKEN WMO Vrijwilligersbeleid De nota vrijwilligersbeleid is na de zomervakantie afgerond. Hier is formatie voor ingezet vanuit de afdeling OW, die onttrokken is aan andere WMO-velden. Er is geen specifiek budget voor vrijwilligersbeleid. Uitvoering van de nota zal middelen vragen voor de versterking van vrijwilligersondersteuning, het opzetten en onderhouden van het project de Beursvloer en mogelijk andere activiteiten op het gebied van maatschappelijk bewust ondernemen. Ondersteuning mantelzorg In 2008 wordt de raad een advies over mantelzorgondersteuning voorgelegd. De verantwoordelijkheid van de gemeente hierin kan betekenen dat er extra capaciteit of mogelijk budget op moet worden ingezet. Zo is er op dit moment bijvoorbeeld geen duidelijk beeld over de verhouding tussen vraag en aanbod in Woerden. Inrichting informatie - en adviesfunctie Behalve de ontwikkeling van het digitale WMO-loket staat ook op de agenda de ontwikkeling van een integraal loketconcept, samen met de maatschappelijke partners. De sociale kaart is hiervoor een belangrijk vehikel. Hiermee kan een netwerk van loketpunten ingericht en bemand worden zonder dat de rekening en de organisatie daarvan direct en volledig op het bord van de gemeente komt. Speciale plaats daarbinnen heeft de inrichting van een Zorgwinkel in het stadshart. Visie op de welzijnsfunctie en gemeentelijke rol bij woonservicegebieden Wordt in 2008 opgepakt en heeft financiële implicaties op de langere termijn. Visie op participatie, integratie, emancipatie Hierbij kan het specifiek gaan over doelgroepenbeleid of diversiteitsbeleid. Het is nog onduidelijk hoever de verantwoordelijkheid van de gemeente gaat? 6 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 Werk en Inkomen Re-integratie van uitkeringsgerechtigden op de arbeidsmarkt is al geruime tijd een gemeentelijk streven, vanuit het beginsel dat zowel individu als samenleving ermee zijn gediend als iedereen naar vermogen bijdraagt en mede daardoor zelfredzaam is in zijn levensonderhoud. De Wet Werk en Bijstand dwingt de gemeente door zijn financieringsstructuur hieraan hoge prioriteit te geven. In 2007 is het project “Regio Woerden aan het werk” opgestart, dat in 2008 moet leiden tot een substantiële afname van het aantal bijstandgerechtigden. In 2009 heeft de afronding van dit project plaats. In 2009 bepaalt een meer intensieve samenwerking in de keten van werk en inkomen voor een belangrijk deel de agenda. UWV, CWI en gemeenten hebben de opdracht om met name op het gebied van re-integratie de werkprocessen op elkaar af te stemmen en een gezamenlijke locatie voor werk en inkomen (LWI) – ook wel toonkamer genoemd – vorm te geven. Vanuit een LWI gaat de aandacht uit naar zowel de klant werknemer als de klant werkgever en wordt gepoogd vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt dichter bij elkaar te brengen. Parallel hieraan besteden we bijzondere aandacht aan de lokale arbeidsmarkt, waarbij samenwerking wordt gezocht met het lokale bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Intensivering van de samenwerking met de programma’s Woerden Jong (onderwijs, voorkomen voortijdig schoolverlaten, e.d.) en het programma Woerden Levendig (werkgelegenheidsbeleid, contacten met werkgevers, e.d.) staat op het programma. Armoedebeleid De start voor een aanscherping van het lokale armoedebeleid ligt in 2007 en wordt in 2008 voorgezet. Om de deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten door minima nog beter te bevorderen wordt in 2008 een nieuwe minimaverordening vastgesteld die terugwerkt tot 1 januari 2008. De doelgroep voor deze voorziening wordt uitgebreid en er wordt extra inspanning geleverd om deze doelgroep te bereiken. Ook wordt het initiatief genomen om het netwerk rond armoede met het maatschappelijk middenveld (waaronder ouderenorganisaties, voedselbank, RABW, Vluchtelingenwerk en kerken) uit te bouwen. Daarvoor wordt een platform ingesteld waar deze organisaties elkaar regelmatig treffen zodat beter wordt samengewerkt. Eén van de samenwerkingsgebieden is het Noodfonds Woerden waarvoor door gemeente en de Raad van kerken een overeenkomst is gesloten. Met andere organisaties wordt samengewerkt om dit noodfonds optimaal te laten functioneren. Voor alle voorzieningen op het gebied van armoedebeleid wordt getracht om de toegankelijkheid te bevorderen door waar mogelijk regels en procedures te vereenvoudigen en administratieve lasten te verlichten. Onderzocht wordt of aanvullend hierop een formulierenbrigade (of een soortgelijke dienstverlening) een bijdrage kan leveren om kwetsbare groepen te helpen gebruik te maken van voor hen bedoelde voorzieningen. Inburgering & Integratie In 2007 is de nieuwe Wet Inburgering in werking getreden. Participatie staat centraal. Veel allochtonen zijn niet bekend met taal, normen en waarden van de Nederlandse samenleving en de voorzieningen en tradities van de Woerdense samenleving. Daarnaast hebben zij het gevoel niet in alle opzichten welkom te zijn. Dat is voor veel allochtonen een belangrijke oorzaak voor een niet optimale participatie in de Woerdense samenleving. Inzet op participatie mag verder gaan dan de reikwijdte van de Wet Inburgering. In een Woerden waarin iedereen zich welkom en betrokken mag weten is voor achterstelling en discriminatie van welke minderheidsgroep dan ook geen plaats. Het gemeentelijke beleid is daarom gericht op een goede integratie van alle minderheidsgroepen door blijvend en intensief te investeren in onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke betrokkenheid. Het resultaat moet zijn dat geen wezenlijk verschil meer bestaat tussen meerderheids- en minderheidsgroepen en alle Woerdenaren zich thuis voelen in en betrokken zijn bij de Woerdense samenleving. 7 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 Het gehele beleidskader wordt in maart 2008 vastgesteld. De verschillende onderdelen worden nu al verder uitgewerkt. Dit kan leiden tot budgettaire consequenties. Knelpunt is in ieder geval de eigen formatie. PROGRAMMA 5 WOERDEN JONG Leidend voor dit programma is de stimulering van de participatie van de Woerdense jeugd aan de Woerdense samenleving. Concreet vertaalt dit zich in de hoofddoelstelling: behalen van de startkwalificatie. Dit beperkt zich niet tot het realiseren van goede onderwijsvoorzieningen maar ook het inzetten op preventie en positieve vrijetijdsbesteding. Daarnaast is er geen sprake van problematisering van de Woerdense jeugd: wat goed is, moet zo blijven en waarnodig moet bijgestuurd worden. Atlas Jong Om in beeld te krijgen op welk gebied extra inzet noodzakelijk is, is begin 2008 de eerste versie van de Atlas Jong opgesteld. Hierbij is gesignaleerd dat niet alle cijfers, behorend bij de verschillende programmathema’s beschikbaar zijn. In 2008 zal hier, ook samen met de betrokken instellingen, aan ge werkt moeten worden. Zo kunnen wij zelf geen scherp beeld geven van het aantal vroegtijdig schoolverlaters in Woerden; dit komt doordat het de programmatuur voor de leerplichtadministratie niet volledig benut kon worden. Met de uitbreiding van de formatie, waartoe de raad in 2007 besloten heeft, kan dit wel gerealiseerd worden.. Vanaf 2008 is dus de Atlas Jong, die jaarlijks geactualiseerd wordt, de Smartonderlegger voor de prestaties en gewenste ontwikkelingen binnen het programma Jong. Implementatie van het beleidskader jeugd en vrije tijd. Besluitvorming van de raad in het voorjaar 2008 betekent dat gestart kan worden met de uitvoering; dit kan niet zonder extra middelen voor bijvoorbeeld projecten op het gebied van jeugdparticipatie, budget voor planning van speelvoorzieningen voor de jeugd > 10 jaar. Implementatie van beleidskader brede school. Besluitvorming van de raad in het voorjaar betekent dat aan de hand van de evaluatie over de resultaten van de brede schoolontwikkeling tot 2008 duidelijk wordt aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om deze ontwikkeling ook duurzaam neer te zetten, breed in de Woerdense samenleving. Gedacht moet worden aan een inhoudelijk coördinator (nieuwe functie) en duidelijke visie op beheer wanneer het een brede schoolgebouw betreft. Optrekken van het brede school -concept naar het voortgezet onderwijs moet overwogen worden. Loket jeugd en gezin De voorbereiding samen met de betreffende partners staat hiervoor al in de steigers. Als gemeente hebben wij hierin de regierol. Nog onduidelijk is welke kosten dit met zich mee gaat brengen. Hier ligt een link met wijkgericht werken, de brede school en het WMO-loket. In de loop van 2008 moet duidelijk worden hoe hierin efficiënt opgetrokken kan worden en welke financiële consequenties dat heeft. Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt Dit is een nieuw aandachtspunt voor de gemeente. Wij zetten in op de regie als het gaat om het bij elkaar brengen van de partijen zoals voortgezet onderwijs, Roc’s, CWI, werkgevers, leerplicht en sociale zaken om te komen tot een sluitende aanpak. Dit gaat niet alleen om de registratie maar ook om het signaleren van knelpunten en kansen, voor wat betreft de gebouwen en inhoudelijk. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om de knelpunten in de maatschappelijke stages bespreekbaar en oplosbaar te maken. Onderzocht wordt of het zinvol is om daartoe een loket jeugd en arbeidsmarkt op te tuigen. 8 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 De benodigde formatie hiervoor ontbreekt. Bovendien is er geen werkbudget; dit betekent dat te ontwikkelen producten/ activiteiten apart aangevraagd zullen worden. Beide ROC’s (ID en MN) hebben de wens voor een gezamenlijke vestiging in Woerden op tafel gelegd. Brede participatie: aanpak schoolplein de Kring Het schoolplein van basisschool de kring moet vernieuwd worden. Idee is om dit als breed participatieproject samen met ouders, kinderen en buurtbewoners op te pakken. De gemeente is hierin partij vanuit onderwijshuisvesting en leefbaarheid van de woonomgeving. Voorwaarde is wel dat er capaciteit (ook vanuit communicatie) en voldoende budget beschikbaar is. Ontwikkeling bouwvolume voortgezet onderwijs Behalve de nieuwbouw Minkema zal er ook geinvesteerd moeten worden in noodzakelijke uitbreiding van het Kalsbeek; medio 2008 komt hiervoor een voorstel naar de raad. Ontwikkeling brede school Kamerik Wanneer de raad besluit hier een nieuwe brede school neer te gaan zetten, moet gerekend worden op een forse investering. Daarnaast zal tijdens het bouwproces ook vervangende huisvesting voor de Wijde Blik gerealiseerd moeten worden. Implementatie Integraal Huisvestingsprogramma Onderwijs Het IHP zal de raad ter besluitvorming worden voorgelegd eind dit jaar. Dit heeft budgettaire consequenties: concept frisse scholen, duurzaam bouwen, actualisering eerste inrichting meubilair en onderwijsleerpakket, actualisering MOP buitenzijde, budget noodlokalen. Het IHP zal ondergebracht worden binnen de gemeentelijke visie op gemeentelijk vastgoedbeleid en – beheer. Er moet rekening gehouden worden met de ontwikkeling van het bouwvolume in Snellerpoort; concreet betekent dit huisvesting voor 15 tot 20 groepen voor het primair onderwijs. PROGRAMMA 6 WOERDEN LEVENDIG In de loop van 2008 worden een aantal kaderstellende beleidsnota’s vastgesteld, praktisch allemaal met budgettaire consequenties. Bindend voor het programma levendig is het vergroten van het bereik van cultuur, recreatie, sport, monumenten en archeologie en het stimuleren van vernieuwing, verbindingen tot stand brengen en promoten van datgene wat er allemaal al gebeurt. Vergroten van het bereik en van de participatie betekent dat de voorzieningen goed moeten (blijven) aansluiten op de vraag, sterker nog moeten stimuleren en dus een vraag uitlokken. Daarnaast geeft de vrijetijdsbesteding in Woerden ook toegevoegde waarde in de zin van stijgende bestedingen in het winkel - en horecabedrijf. Woerden heeft veel kansen, die ruimte moeten krijgen, onder andere door ondersteuning vanuit de gemeente. Cultuur De cultuurnota wordt in 2008 vastgesteld door de raad; implementatie hiervan betekent heroverweging maar mogelijk ook aanvulling van het cultuurbudget. Onderdelen hiervan kunnen zijn: vergroten cultuurbereik, ondersteuning amateurkunst, vergroten en verbeteren van het educatief aanbod op scholen, het beoogd ambitieniveau van de bibliotheek, de verbouwing van de bibliotheek, de toekomst van het klooster (theater en muziekschool), een duurzame exploitatie van het Cultureel Casco op Defensie-eiland, de nadere profilering en ontwikkeling van het Museum, inzet van een fonds voor het onderhoud van kunstwerken in de openbare ruimte 9 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 Recreatie De recreatienota wordt dit voorjaar vastgesteld. Samen met het brede “recreatieveld” is een groot aantal actiepunten geformuleerd. De uitvoering hiervan ligt niet alleen op het bord van de gemeente. Hier wordt gezamenlijk opgetrokken met diverse aanbieders en ontwikkelaars. De gemeente heeft hier wel de regie en moet ook kunnen beschikken over een aanjaagbudget. Daarnaast valt onder het recreatiebeleid ook twee grotere project; de recreatieplas en de binnenhaven; hiervoor wordt de raad na de zomer 2008 een separaat projectplan Sport Voorjaar 2008 stelt de raad de sportnota vast. De speerpunten in deze nota vragen mogelijk bij hun uitwerking de heroverweging van bestaand budget of de inzet van nieuw budget. Zo speelt de inbedding van de buurtsport en breedtesportimpuls vanaf 2009, omdat dan de rijkssubsidie wegvalt. Het nieuwe beheerplan sportvelden, dat medio 2008 afgerond is, vraagt een besluit over de inzet van kunstgrasvelden. Daarnaast zijn er wensen voor de herinrichting van sportpark Bijleveld en een mogelijke versterking van het beheer van sporthallen. En extra ondersteuning voor stimuleren van bewegen door de doelgroepen jeugd en ouderen is gewenst en initiatieven van verenigingen kunnen hier mogelijk ondersteunt worden; hierover volgen separate voorstellen met een financieringsvraag, die in samenwerking met de sportraad “nieuwe stijl” ontwikkelt worden. Monumenten & archeologie De nota archeologie is vastgesteld en het monumentenbeleid wordt in 2008 vastgesteld; implementatie hiervan vraagt mogelijk meer budget of formatie. De plaatsing van De Meern 1 en het beheer daarvan in Woerden moeten nog verder uitgewerkt worden, met mogelijk financiële consequentie. Evenementenbeleid In 2008 moet de raad uitspraak doen over het evenementenbeleid. Tot nu toe is het evenementenbeleid beperkt tot het hoe. Er is geen uitspraak over de inhoud of het stimuleren van bepaalde evenementen. Willen we dit, dan zal er formatie en budget ingezet moeten kunnen worden. 10 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 II. G R O T E P R O J E C T E N DELTAPLANNEN In de gemeente Woerden bestaat de ondergrond op een groot aantal plekken uit slappe veengrond. In deze gebieden zijn in de loop der tijd veel wegen erg verzakt. Hierdoor zijn de gebouwen (woningen, schuurtjes en garages) slecht bereikbaar geworden. Ook is er vaak sprake van wateroverlast, omdat de straten bijna op dezelfde hoogte liggen als het waterpeil. Om de ergste overlast aan te pakken zijn in de afgelopen jaren tien straten in de dorpen Zegveld en Kamerik opgehoogd. Dit stond bekend als het project Deltaplan. De laatste straat uit dit plan wordt in 2008 afgerond. In de gemeente Woerden zijn nog een behoorlijk aantal straten nog niet aangepakt die ook ernstig verzakt zijn en waarbij de hierboven genoemde problemen zich voordoen. Doelstellingen zijn; 1. Een openbare ruimte die goed aansluit op de omliggende bebouwing, zodat er geen trappetjes en steile hellingen meer nodig zijn om in de gebouwen te komen. 2. Wegen die voldoende hoog boven het waterpeil liggen, zodat er minder snel wateroverlast ontstaat. Om deze doelstellingen te bereiken moet er veel gebeuren. We gaan de woonstraten waar veel ernstige verzakkingen hebben plaatsgevonden ophogen. Het gaat daarbij om verzakkingen van minimaal 40 centimeter. Voor het ophogen wordt gebruik gemaakt van lichtgewicht constructies, zodat in de toekomst minder zettingen te verwachten zijn. Doordat de gehele straat dan omhoog gaat moet een nieuwe openbare ruimte worden aangelegd. Dat betekent dat waar mogelijk onder andere de riolering, kabels en leidingen, groen, verlichting en parkeren meteen worden verbeterd. 30 % SOCIALE WONIN GBOUW In het coalitieakkoord 2006 – 2010 is opgenomen dat te ontwikkelen woningbouwlocaties tenminste uit 30% sociale woningbouw dienen te bestaan. Dit is vervolgens opgenomen in de programmabegroting onder Woerden Bouwt. Opgemerkt is dat verhoging van 20 naar 30% (en in algemene zin elke verhoging) geld kost. De calculatie daarvan is echter niet in één som of een bepaald bedrag per jaar te vatten. De taakstelling van 30% geldt voor alle te ontwikkelen locaties, dus gemeentelijke grondbedrijfcomplexen en locatie die door marktpartijen worden ontwikkeld. Ten aanzien van de grondbedrijflocaties is de berekening te maken als de stedenbouwkundige vormgeving en de differentiatie qua woningtypen is gemaakt. De kosten voor verhoging van het sociale gedeelte zijn dan afhankelijk van welke type woningen wordt verlaagd en een verrekeningsfactor voor het grondbeslag omdat dure woningen gemiddeld meer grondoppervlakte beslaan dan goedkope woningen. De financiële vertaling vindt plaats in de jaarlijks te actualiseren exploitatieberekeningen, zoals die van Snel en Polanen en het Defensie-eiland. Als vervolgens de jaarschijven van alle grondbedrijfcomplexen bekend zijn kan worden uitgerekend wat de totale verminderde opbrengst is. In eerste instantie gaat dit ten laste van het resultaat van de betreffende grondexploitatie en vervolgens ten laste van de algemene reserve Grondbedrijf. Als deze beneden een bepaald niveau komt zal moeten worden aangevuld uit de algemene dienst. Jaarlijks wordt dit gemonitord. Bij marktlocaties worden exploitatieovereenkomsten gesloten op grond waarvan kosten die de gemeente maakt in rekening worden gebracht. Ook worden uit het ontwikkelingsresultaat bijdragen gevraagd voor enkele fondsen. Tot op heden gebeurt dit op vrijwillige basis en het streven is er op gericht om deze werkwijze te continueren. De nieuw Grondexploitatiewet, die per 1 juli a.s. van kracht wordt, biedt de gemeente een instrumentarium om ook buiten een vrijwillige overeenkomst kosten in rekening te brengen en fondsbijdragen te verlangen. 11 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 De verhoging van het contingent sociaal heeft bij deze locaties geen direct gevolg voor de gemeentelijke kostenposten. Tot aan een ontvankelijke bouwaanvraag worden in principe alle kosten in rekening gebracht via de overeenkomst en voor het traject daarna is de legesverordening van kracht. HERSTRUCTURERING WIJKEN De komende jaren worden gedeelten van oudere wijken in Woerden herontwikkeld. Dit gebeurt op basis van brede wijkvisies. De visie van het Schilderskwartier is enkele jaren geleden vastgesteld en die van het Bloemen- en bomenkwartier staat voor 2008 op de rol. In nauwe samenwerking met (in dit geval) de Stichting Woonbelangen Weidegebied worden vervolgens delen van de wijken herontwikkeld. In het Schilderskwartier werden al diverse complexen gesloopt en worden er de komende jaren nog meer gesloopt en/of herontwikkeld. Met de corporatie is afgesproken dat de wederzijdse inspanningen, zowel fysiek als financieel per complex of project wordt vastgelegd in een overeenkomst. Dit houdt onder meer verband met de grondposities (ruilen c.q. aan-/of verkopen) en de mate van betrokkenheid van openbaar gebied bij een herontwikkelingsplan. Dit is maatwerk op een kleinere schaal dan de hele wijk. Hierdoor is het niet mogelijk om aan de hand van voorcalculaties te beoordelen hoeveel geld de komende jaren gemoeid is met de herontwikkelingsplannen. WOERDEN PAS Het beeld rond de Woerden pas blijkt diffuus te zijn. Ingezet als kortingspas voor iedere Woerdenaar, kreeg de pas in de eerste uitwerking in 2007 meer het karakter van een minimapas. In maart 2008 vindt de discussie in de raad plaats over de keuzes rond de inzet van de Woerden pas. Conclusies rond doelgroep, bereik, binding met Woerden, de aansluiting met het minimabeleid en de kostencomponent zijn noodzakelijk om tot verdere uitwerking te komen. NIEUWBOUW MINKEMA COLLEGE De gemeente Woerden heeft twee scholen voor voortgezet onderwijs. Het Kalsbeek College voor bijzonder voortgezet onderwijs en het Minkema College voor openbaar voortgezet onderwijs. Beide scholen hebben ieder twee vestigingen. Beide vestigingen van het Kalsbeek College hebben inmiddels een renovatie en een uitbreiding ondergaan. Voor de V.M.B.O. afdeling van het Minkema College is een nieuw schoolgebouw gebouwd aan de Steinhagenseweg. Voor de Havo en VWO afdeling aan de Minkemalaan is in november 2006 door de gemeenteraad van Woerden een krediet beschikbaar gesteld. Exclusief prijsstijging en marktwerking is dit krediet nog steeds actueel. Inmiddels is er een architect geselecteerd. Binnenkort wordt gestart met het ontwerp van het schoolgebouw. Eind 2008 wordt de nieuwbouw van de school Europees aanbesteed. Het huidige schoolgebouw van het Minkema College aan de Minkemalaan bestaat uit het oorspronkelijke schoolgebouw dat dateert uit de jaren twintig van de vorige eeuw en diverse gedeelten die in latere jaren zijn gebouwd. Daarnaast maakt de school al vele jaren gebruik van noodlokalen. Het oorspronkelijke gebouw is door de vele uitbreidingen nog slechts een kwart van het totale gebouw. Omdat de aanbouw uitsluitend in een oostelijk richting heeft plaatsgevonden is er een lang niet effectief schoolgebouw ontstaan, met daarnaast een groot aantal noodlokalen. De leerlingen voor de beide scholen voor voortgezet onderwijs in Woerden komen uit Woerden of de directe omgeving. Woerden vervult daardoor een centrumfunctie. Het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs in Woerden blijft groeien tot 2015. Het huidige gebouwencomplex is niet groot genoeg om het toekomstige aantal leerlingen op te vangen. Het gebouw is door de lange gangen en vele noodlokalen ook minder geschikt geworden voor de onderwijskundige visie die scholen voor voortgezet onderwijs in het 12 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 algemeen en het Minkema College in het bijzonder willen uitstralen. Het gebouw voldoet niet meer aan de normen van deze tijd. Het Minkema College aan de Minkemalaan is onderdeel van het Snellerpoort gebied. Voor het Snellerpoort gebied is een beeldkwaliteitplan opgesteld. De huidige uitstraling van het schoolgebouw komt niet overeen met de doelstellingen van het beeldkwaliteitplan. De nieuwbouw van het Minkema College bestaat uit een renovatie van de gymnastieklokalen en nieuwbouw van de onderwijskundige ruimten. Bij nieuwbouw ontstaat een veel compacter gebouwd dan het huidige gebouw. Dit brengt voor het gebied rondom het schoolgebouw een betere uitstraling ook ruimtewinst met zich mee. De vrijkomende ruimten kunnen daardoor voor andere doeleinden worden gebruikt. Beide scholen voor voortgezet onderwijs zijn communicerende vaten. Nieuwe schoolgebouwen trekken vaak meer leerlingen. Beide scholen hebben in 2012 op basis van de huidige ruimteverdeling een ruimte tekort. Op basis van de huidige leerlingenprognose zal uitbreiding van beide scholen voor 2012 noodzakelijk zijn. BREDE SCHOOL MAURITSHOF EN GEBOUW DEZIBEL Sinds voorjaar 2006 wordt in projectgroepverband gewerkt aan de totstandkoming van de Brede School aan de Mauritshof in Harmelen. De Brede School biedt straks onderdak aan de basisscholen De Fontein en De Notenbalk en zeer waarschijnlijk ook aan de Buiten Schoolse Opvang. De keuze om aan de Mauritshof een Brede School te ontwikkelen kreeg vorm in 2004 en 2005, nadat diverse bouwprojecten in Harmelen in elkaars samenhang waren bezien. De keuzes in wat nu de “Harmelense schuifoperatie” wordt genoemd, zijn na overleg met betrokkenen in het voorjaar van 2005 gepresenteerd en met enthousiasme ontvangen in een gecombineerde bijeenkomst van de commissies Zorg en Ruimte. Eind 2006 bleek dat voor de Brede School in Harmelen meer geld nodig is dan waarmee in de begroting rekening gehouden wordt. Een groot deel van deze hogere uitgaven is toe te schrijven aan de tijdelijke huisvesting die tijdens de bouwperiode nodig leek te zijn. Reden waarom nadien onderzocht is of er meer inkomsten gegenereerd kunnen worden en of het verschil tussen begroting en werkelijke uitgaven besteed kan worden aan duurzame in plaats van tijdelijke huisvesting. Ingezet wordt nu op samenwerking met woningbouwvereniging GroenrandWonen en het bestuur van multifunctioneel gebouw Dezibel. Deze samenwerking moet resulteren in een project waarbij de nieuwbouw voor de Brede School wordt gecombineerd met woningbouw en met nieuwbouw voor Dezibel. De behoefte aan tijdelijke huisvesting tijdens de bouwperiode kan hierbij tot een minimum worden beperkt. Gepland is de Brede School in augustus 2012 in gebruik te nemen. In afwachting van de realisering van het project wordt er aan de huidige gebouwen slechts minimaal onderhoud gepleegd en nemen de scholen genoegen met minder ruimte dan waarop volgens de huisvestingsverordening aanspraak bestaat. De combinatie van school, Dezibel en woningbouw leidt overigens niet direct tot een lagere investering, mogelijk zal deze zelfs hoger uitpakken dan de investering van 7 miljoen euro die voor het oorspronkelijke plan nodig is. Groot winstpunt ten opzichte van het oorspronkelijke plan is dat nu vrijwel de gehele investering kan worden benut voor uitgaven aan huisvesting met een duurzaam karakter, hetgeen een gunstig effect heeft op de jaarlijkse afschrijvingslasten. Bovendien biedt dit plan een belangrijke kwaliteitsimpuls voor zowel de omgeving Mauritshof/Claushof/Wilhelminalaan als voor de betrokken instellingen. Deze impuls krijgt vorm door: op beperkte schaal woningbouw te realiseren en daaruit inkomsten te genereren; tegemoet te komen aan de al geruime tijd bestaande wens vervangende huisvesting te realiseren voor de te kleine, onpraktische en deels gespreide huisvesting van de beide basisscholen, die onderwijskundig niet voldoet; 13 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 de mogelijkheid een aantal tijdelijk benodigde leslokalen duurzaam te bouwen in de vorm van schoolwoningen; een duurzaam alternatief te bieden voor het noodzakelijke (relatief kostbare) groot onderhoud aan Dezibel en aan de gewenste uitbreiding van het gebouw; de voor de hand liggende combinatie met de huisvesting voor Buiten Schoolse Opvang. Wellicht kan tegemoet gekomen worden aan de wens van het Dorpsplatform Harmelen om de functie van het vroegere HI-gebouw als dorpshuis terug te brengen. In februari 2008 zal duidelijk zijn welk effect de samenwerking tussen school, Dezibel en woningbouw in financieel opzicht heeft. Draagvlak voor de samenwerking is bij alle betrokken partijen in ruime mate aanwezig. Het is daarom van belang dat college en raad zich op korte termijn uitspreken over de financiële kaders van het project. STADSERF Eind 2007 is een onderzoek gestart naar de locatie van het Stadserf en het afvalbrengstation. De onderzoekskosten zijn geraamd en in de begroting opgenomen. Aanleiding hiertoe is tweeledig: Benodigde vergunningen verlopen in 2012; Het Stadserf en zeker ook het afvalbrengstation voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd, zowel qua gebruik als qua ARBO. Bij het onderzoek worden de volgende uitgangspunten gehanteerd voor het Stadserf: Geschiktheid voor huisvesten van medewerkers; Geschiktheid voor het stallen van voertuigen; Geschiktheid voor het ontvangen van klanten/inwoners; Afvalbrengstation moet los te koppelen zijn van het Stadserf; Voldoen aan geldende wet- en regelgeving. Op basis hiervan, eerdere onderzoeken en een inventarisatie van bestaande behoeften en toekomstige ontwikkelingen wordt een Programma van Eisen opgesteld waaraan de diverse toekomst scenario’s en locaties moeten worden getoetst, waarna ze financieel kunnen worden doorgerekend. Doelstelling is een “future proof” Stadserf en -brengstation die voldoen aan wet- en regelgeving en aan de behoeften van zowel de externe- als de interne klant. Om dit te bereiken moeten we de volgende stappen doorlopen: In de 1e helft 2008: opstellen projectplan en Programma van Eisen, 2e helft 2008: opleveren globale inventarisatie van potentiële locaties / scenario’s met bijbehorende financiële onderbouwing. STADHUIS Het pand aan de Blekerijlaan/De Bleek waarin sedert 1994 het Stadhuis is gevestigd, is in delen gebouwd. Het oudste gedeelte (bouwdeel A) is in februari 1983 in gebruik genomen. Vervolgens vond in 1984 uitbreiding plaats met de bouwdelen B en C (in gebruik genomen in februari 1986) en als laatste zijn in februari1988 de delen D en E (koepel) in gebruik genomen. Na een grondige verbouwing en aanpassing werd het pand in 1994 in gebruik genomen als Stadhuis en is dus inmiddels ongeveer 25 jaar oud en 14 jaar als Stadhuis in gebruik. Weliswaar zijn in de loop van de tijd enkele aanpassingen gerealiseerd (o.a. centrale hal en de verdieping B5), doch het gebouw is gedateerd en vergt steeds meer onderhoud. Als knelpunten komen naar voren: onderhoudssituatie uitstraling gebouw 14 PROGRAMMABEGROTING 2009 - 2012 binnenklimaat energieverbruik beveiliging In het in 2004 opgesteld Meerjarenonderhoudsplan (MOP) zijn geen budgetten opgenomen voor upgrading van het pand. Onderhoud vindt plaats om het gebouw in stand te houden. Grote investeringen zijn nodig om het pand te laten voldoen aan eisen van uitstraling, techniek, energieverbruik, Arbo enzovoorts zoals men in de huidige tijd mag verwachten. Het is daarom noodzakelijk een visie te ontwikkelen omtrent de uitgangspunten en randvoorwaarden waaraan de toekomstige huisvesting van het ambtelijk en bestuurlijk apparaat moet voldoen Deze visie dient basis te zijn om een discussie op gang te brengen om ofwel het huidige pand aan de Blekerijlaan (na renovatie) als Stadhuis te handhaven, ofwel over te gaan tot de bouw van een nieuw Stadhuis op de huidige locatie dan wel elders. Een dergelijk onderzoek kan alleen tot stand komen met een brede participatie van vele betrokkenen. Gezien de impact, omvang en specialisatie van een dergelijke opdracht ligt het voor de hand om een daartoe gespecialiseerd bureau daarvoor opdracht te verlenen. 15