CACAO 1. De plant

advertisement
CACAO
1. De plant

Hoe ziet de plant er uit?
De cacao die we kennen komt uit de zaden die in een grote vrucht zitten met vruchtvlees errond. De
cacaovruchten groeien aan een boom die vrij klein blijft (4-8m). De bladeren zijn enkelvoudig met
duidelijke nerven. Zoals vele bomen in de tropen zijn de jonge bladeren roodbruin van kleur om beter
tegen het felle zonlicht te kunnen. Opvallend is dat de bloemen en daarna dus ook de vruchten
rechtstreek op de stam takken en stam groeien. De vruchten zijn initieel groen en worden dan
afhankelijk van de variëteit geel, oranje tot dieprood. Ze zijn ovaal van vorm en geribd en kunnen tot
25 cm lang worden.
1

Waar groeit de cacaoboom?
Da cacaoboom is oorspronkelijk afkomstig van de regenwouden van Zuid-Amerika. Ondertussen
wordt cacao wereldwijd in de gordel op 20° van de evenaar gekweekt, vooral in West-Afrika. De
boom heeft 1150-2500mm regenval per jaar en een gemiddelde temperatuur tussen 21 °C en 32 °C
nodig om goed te groeien. De cacaoboom is een echt tropische gewas, maar houdt toch niet zo van
de zon en groeit goed in de schaduw.
2. De teelt
Het meest voorkomende productiesysteem van cacao wereldwijd is conventionele monocultuur in
volle zon. Dit systeem is puur gericht op een maximale productie van cacao op relatief korte termijn.
Traditioneel wordt cacao echter in een agroforestry systeem gekweekt en dit is ook veel duurzamer.
Omdat de oorspronkelijke cacaoboom schaduw prefereert, is hij ideaal om in agroforestry systemen
te telen samen met banaan, oliepalm, kokosnoot, rubberbomen, bomen voor hout en fruitomen zoals
avocado, mango, sinaasappel en guave. De combinatie met leguminosen (vlinderbloemigen, zoals
bonen, maar er zijn ook vele boomsoorten in deze familie) is zoals steeds zeer voordelig omdat die
stikstof uit de lucht opnemen en in de bodem beschikbaar maken voor andere planten waardoor de
vruchtbaarheid verhoogt. Daarnaast is het ook goed te combineren met eenjarige belangrijke
voedselgewassen zoals maniok en maïs. Zo hebben niet alleen de cacao maar ook de andere
gewassen een economische meerwaarde en leveren voor de familie ook voedsel op. Daarnaast is het
ook ecologisch gezien een interessant systeem dat veel overeenkomst vertoont met het natuurlijke
bos en ook voor vele dieren een onderkomen biedt. De opbrengst van cacao is op lange termijn
bekeken hoger in gemengde systemen dan in een monocultuur.
2
Meestal worden de planten in een kwekerij opgekweekt uit zaad, afkomstig van de meest
productieve bomen. Na enkele maanden kunnen ze al op hun definitieve plaats gezet worden,
meestal op een afstand van zo’n 3 meter van elkaar, of afhankelijk van welke soorten er
gecombineerd worden. Als er voor de klassieke schaduwteelt gekozen wordt, worden de
schaduwbomen voordien al aangeplant om al direct schaduw te leveren aan de jonge boompjes. De
boom groeit snel en geeft al na twee jaar vruchten. Bij goed onderhoud duurt het ongeveer 5 jaar om
de maximale productie te halen die dan onder goede omstandigheden meer dan 10 jaar kan
standhouden. Er zijn op de meeste plaatsen twee periodes in het jaar waarin er in grote aantallen
cacaovruchten geoogst kunnen worden. Er zitten 20 tot 50 zaden in een cacaovrucht. Traditioneel is
er een opbrengst van 300-500 kg cacaobonen per hectare per jaar. De geselecteerde hybriden
kunnen meer dan 1000 kg per ha opleveren, maar zijn ook veel gevoeliger aan ziektes.
Wieden is essentieel in een jonge cacaoaanplant, om de concurrentie tegen te gaan. Maar aangezien
cacao beter tegen schaduw kan dan veel andere planten, zorgt de groei van de schaduwbomen
ervoor dat deze concurrentie daarna wegvalt. Ook snoeien is belangrijk in het onderhouden van de
plantage om er voor te zorgen dat de kruin niet te dicht wordt, schimmels vermeden worden en om
meer zoninval te hebben op de vruchten.
Slecht weer en ziektes hebben een belangrijke invloed op de productie en er zou jaarlijks zo’n 30%
van de productie door ziektes verloren gaan. Dit is vaak te wijten aan een slecht onderhoud.
3. Van boom tot bord

Belangrijkste gebruik
Zoals je wel weet is het belangrijkste gebruik van cacao de roodbruine cacaoboon die verder verwerkt
wordt tot een hele variatie aan chocoladesoorten.
Bij het oogsten worden de rijpe vruchten van de boom
gehaald, dan opengebroken (traditioneel meestal met
behulp van een machete) en de zaden verwijderd. De
zaden zijn omringd door een wit vluchtvlees. In elke
vrucht kunnen tot 40 zaden zitten. De zaden worden
samen met het vruchtvlees 2 tot 8 dagen
gefermenteerd (gegist) in een emmer of een
natuurlijke verpakking van bananenbladeren. De duur
is afhankelijk van de variëteit en een goede
fermentaties is heel belangrijk voor de kwaliteit en
het verminderen van de bitterheid. Na de fermentatie worden de zaden gedroogd en de resten van
3
de pulp verwijderd. In de tropen zie je ze vaak uitgespreid op de weg of bij het huis liggen. Na het
drogen worden ze geroosterd om hun smaak en aroma te ontwikkelen. Dan wordt het velletje dat
hierdoor loskomt verwijderd en worden er zogenaamde cacao nibs overgehouden. Deze worden dan
gemalen tot cacaomassa, of de zogenaamde chocoladelikeur. Hier wordt het vet (de cacaoboter) uit
geperst en de resterende cacaocake wordt dan vermalen tot cacao-poeder. Er zijn ongeveer 1200
cacaobonen nodig om 1 kg cacaomassa te produceren. De verwerking tot chocolade is dus een lang
en arbeidsintensief proces.
Cacao heeft een hoge voedingswaarde en bevat 20% eiwitten, 40% koolhydraten en 40% vet. Het is
een goede bron van kalium, magnesium, ijzer en antioxidanten.

Andere gebruiken?
De cacaoboter wordt in de cosmetica-industrie ook veel toegepast. Ze heeft het voordeel dat ze vast
is bij kamertemperatuur en smelt bij lichaamstemperatuur. Ze wordt toegepast in lotions en zalven
voor lokale toepassing zoals droge huis, lippenbalsem, wondverzorging. Het kan ook ingenomen
worden voor het verzachten van irritaties van de luchtwegen
en darmen.
Het afval van de geroosterde cacaobonen kent een heel
andere toepassing die we hier ook kennen. Namelijk als
mulch (bodembedekking die onkruid tegenhoudt, vocht
behoudt en erosie tegengaat) en natuurlijke
bodemverbeteraar in de tuin.
Lokaal wordt de schil van de vrucht ook gebruikt bij
brandwonden, koorts, malaria, reuma, slangenbeten en
wonden. Het zou een antiseptische werking hebben.
Lokaal is het witte vruchtvlees dat rond de bonen zit een
gesmaakt fruit. Het wordt niet te koop aangeboden omdat
het snel bederft maar de kinderen van de cacaotelers zijn er
verzot op. De smaak is licht zoetzuur en fris. De textuur lijkt
een beetje op lychee.
4. Weetjes
Culturele betekenis
In de tijd van de Maya’s was cacao ook al gekend en werd het ook gebruikt en beschouwd als
“voedsel van de goden”. Door de Azteken werden cacaobonen zelfs gebruikt als betaalmiddel , en ze
maakten er ook een bitter drankje van. Pas in de negentiende eeuw werd er ook chocolade van
gemaakt.
4

Welke dieren smullen hiervan?
De kleine bloemen van de cacao, die rechtstreeks op de stam
en dikste takken groeien worden niet bestoven door bijen
maar door één geslacht van kleine vliegen (Forcipomyia).
Schaduwgewassen zoals cacao bieden een schuilplek voor
veel verschillende planten en dieren die van nature in
tropische regenwouden voorkomen. Epifyten, zoals
orchideeën zijn terug te vinden op cacaobomen hoewel de
telers deze niet zo graag zien. Veel typische bosdieren vinden er een thuis en voedsel dat er niet is op
de landbouwvelden. Doordat cacao vaak geteeld wordt in de gebieden waar regenwouden
voorkomen en toestaan om deze begroeiing relatief ongemoeid te laten spelen ze een grote rol voor
diersoorten die alleen voorkomen op deze biodiversiteitshotspots, zeker wanneer de omliggende
bossen bedreigd worden door ontbossing. De diversiteit in cacaoplantages is uiteraard het hoogst als
er in de omgeving nog intact natuurlijk regenwoud aanwezig is.
Op de foto hieronder zie je een luiaard in een kleine cacao aanplant aan de rand van een dorp in de
Ecuadoraanse Amazone.
5
Download