Samenvatting Biologie Blok 2 groep 7

advertisement
Samenvatting Natuur Blok 2 groep 7.
2.1
Veranderingen in de natuur in de herfst.
o meeste bloemen zijn uitgebloeid en groene bossen worden rood en
oranje, de zon is niet meer zo warm, het wordt eerder donker.
o je krijgt te maken met meer regen en stormen.
o veel vogels trekken naar het zuiden voor voedsel.
Een jaar heeft 4 seizoenen.
o 4 seizoenen die 3 maanden duren, elk met z”n eigen weertype.
o de aardbol draait om de zon, maar ook om haar eigen as.
o eigenlijk hangt de aarde een beetje scheef,daardoor is het noordelijk
halfrond de ene helft van het jaar meer naar de zon gekeerd; dan is
het bij ons lente en zomer.
de andere helft van het jaar is het zuidelijk halfrond dichter bij de zon,
voor ons is de zon dan verder weg, zodat het bij ons herfst en winter
is, dus minder warm.
o in de herfst worden de dagen korter, doordat de zon minder tijd nodig
heeft om van oost naar west te gaan.
o vanaf 21 december ( wintertijd) worden de dagen weer langer.
o eind oktober wordt de klok een uur teruggezet, zo lijkt de dag langer.
2.2
Het bos in.
o Bomen drinken met hun wortels, maar het meeste van dat opgezogen
water verdampt via de bladeren. Als het buiten kouder wordt, nemen
boomwortels steeds minder vocht op. Zou de verdamping via de bladeren gewoon doorgaan, dan zou de boom uitdrogen. Om te zorgen
dat dit niet gebeurt, vallen de bladeren af.
o Naaldbomen behouden in de winter hun naalden ( opgevouwen
blaadjes ), omdat naaldbomen veel minder water verdampen en in
winter bijna geen water uit de grond opnemen.
o Bladnerven geven een blad stevigheid en er loopt water doorheen.
o In elk blad zitten 3 kleurstoffen: groen, geel en rood. Groen is de
sterkste kleur en wordt gemaakt door bladgroenkorrels. In de herfst
zouden deze korrels met het vallen van de bladeren verdwijnen: om
dit te voorkomen slaat de boom deze bladgroenkorrels op in de stam,
zodat de kleuren geel en rood tevoorschijn komen in de herfst.
o Aan de schors, de vorm van de boom en aan de knoppen kun je in
de winter toch zien welk soort boom het is.
o Schors: buitenste laag van de boom, beschermt tegen uitdroging en
beschadiging.
o Bast: zit meteen onder de schorslaag, hier stromen voedingssappen
door.
o Groeilaag: aan de buitenkant groeit de bast, aan de binnenkant
groeit het hout.
o Jaarring: een lichte en een donkere ring vormen samen één jaarring.
o De afgevallen bladeren zijn een woonplaats en voedsel voor insecten
en regenwormen. Die maken er humus van, dat is heel vruchtbare
grond.
2.3
Zaden liften mee.
o In de herfst verliezen planten en bomen hun zaden. Zoals eikels,
kastanjes en beukennootjes. Ze verliezen ook hun vruchten, zoals
appels en peren. In die vruchten zitten de zaden, dat zijn pitjes. Die
zaden zorgen ervoor dat er nieuwe planten gaan groeien.
o Bomen en planten hebben zaden genoeg. Dat is ook nodig, want er
gaan er een heleboel verloren.
o Eikels en kastanjes zijn zaden. Een dennenappel is de verpakking
van het zaad. Meestal is de vrucht de verpakking van het zaad. Bij
een peulvrucht zijn de bonen of erwten de zaden. De aardbei is een
uitzondering. In plaats van ín de vrucht, zitten de zaadjes op de vrucht.
o Als alle zaden op één plek terecht zouden komen, dan zou er weinig
kans zijn dat ze kunnen ontkiemen en opgroeien. Daarom is het goed
dat zaden verspreid worden en dit kan op verschillende manieren:
1. ( lichte ) zaden kunnen wegwaaien ( paardebloem-pluisje en
esdoorn- vleugeltje ).
2. over het water ( gele lis-om het zaadje zit een dun laagje kurk )
3. met een vogel ( in de bessen zitten de zaden, deze worden op
een andere plek weer uitgepoept ).
4. met andere dieren ( mieren slepen met vioolzaadjes, zaden met
weerhaakjes blijven gemakkelijk in de vacht zitten ).
5. met hulp van mensen ( zaden zitten in hun haren of in de modder
onder hun schoen, zaden met weerhaakjes blijven vastzitten in de
kleding ).
Download