Blok 2 Als de blaadjes vallen. Veranderingen in de natuur In de herfst verkleuren de blaadjes en vallen van de bomen, de bloemen zijn uitgebloeid. Vogels vertrekken naar Spanje en Afrika. Daar is het warmer, zodat er meer voedsel is. Ook sommige oudere mensen overwinteren in warme landen, daar hebben ze minder last van griep en stijve spieren. De aarde en zijn seizoenen Een jaar heeft 4 verschillende seizoenen: lente, zomer, herfst en winter. Elk seizoen heeft zijn eigen weertype. Dit heeft te maken met de manier waarop de aarde draait. De aardbol draait om de zon, daar doet de aarde één jaar over. De aarde draait ook om haar eigen as, dit duurt een dag en een nacht. De as waar de aarde om draait staat een beetje scheef. Daardoor is het noordelijk halfrond de ene helft van het jaar meer naar de zon gekeerd, dan is het lente en zomer. De andere helft van het jaar is het zuidelijk halfrond dichter bij de zon en dan is het daar lente en zomer. Kortere dagen In de herfst staat de zon lager boven de horizon dan in de zomer. De zon heeft minder tijd nodig om van oost naar west te gaan. Daarom worden in de herfst de dagen korter. Tot 21 december, het begin van de winter, dan is het elke dag weer een beetje langer licht. Eind oktober wordt de klok een uur terug gezet > wintertijd. Dit is de gewone tijd, in de zomer leven we eigenlijk een uurtje eerder. Eind maart wordt de klok weer een uur vooruit gezet > zomertijd. Bladeren Bomen drinken met hun wortels ongeveer 300 liter per dag! Dit water gaat omhoog via de houtvaten, die zitten vlak onder de schors. Het meeste van het opgezogen water verdampt via de bladeren. Als het buiten kouder wordt, nemen de boomwortels steeds minder vocht op. Daarom vallen de blaadjes in de herfst van de bomen (loofbomen). Als de blaadjes zouden blijven zitten, dan zou de boom uitdrogen. Naaldbomen verliezen hun naalden/bladeren niet. De oppervlakte van de naalden is zó klein, dat de boom hierdoor niet zoveel vocht verliest. In elk blad zitten 3 kleurstoffen: groen, geel en rood. Groen is de sterkste kleur, daarom zijn bladeren meestal groen. Dat groen wordt gemaakt door bladgroenkorrels. In de herfst, voordat de bladeren afvallen, neemt de stam deze bladgroenkorrels eerst op uit de bladeren. Als deze bladgroenkorrels uit de bladeren zijn komen de andere 2 kleuren tevoorschijn. Bladeren worden dan rood, geel, oranje of bruin. Bladeren hebben nerven, deze nerven zorgen voor stevigheid en ze zorgen ervoor dat het water door de bladeren kan stromen. Hoe is de stam van een boom opgebouwd? Spinthout = hardhout In de herfst vindt er een kringloop plaats in de natuur. In de bladerenlaag leven pissebedden, duizendpoten en regenwormen. Vooral de wormen eten de afgevallen bladeren op, ze verteren het, daarna poepen ze het uit. In de natuur heet dit humus. Op een gazon is het goed bladeren op te zuigen. Natte bladeren verstikken het gras, het wordt dan geel en bruin. Gras heeft lucht en licht nodig. Zaden liften mee In de herfst verliezen planten en bomen hun zaden. Zoals eikels, kastanjes en beukennootjes. Ze verliezen ook hun vruchten, zoals appels en peren. In de vruchten zitten de zaden. Dat zijn pitjes. Die zaden zorgen ervoor dat nieuwe bomen en planten gaan groeien. Zaden kunnen op 4 manieren verspreid worden: - de wind ( sommigen krijgen extra hulp van een pluisje of vleugeltjes ) - water - vogels - mensen Het is goed dat de zaden verspreid worden. Als alle zaden recht naar beneden zouden vallen, is er weinig kan dat ze kunnen ontkiemen en opgroeien. Bomen en planten hebben zaden genoeg. Dat is nodig, omdat er veel op de verkeerde plek terechtkomen of opgegeten worden door dieren. Gele lissen groeien vooral bij of in stilstaand water, omdat de zaden dan de tijd hebben om te zinken. Het drijft dan niet weg.