De ontwikkeling van het leren eten van de lepel en kauwen, gerelateerde problemen (en logopedische diagnostiek) dr. Lenie van den Engel-Hoek, logopedist Afdeling Revalidatie – Logopedie, kinderen Radboudumc, Nijmegen, Nederland VVL, 10 maart 2017 Het eerste hapje …. Eten van de lepel Mond openen Afhappen Transport en slikken Maar er is meer …. Interactie met ouder/ verzorger Aanpassing van ouder/ verzorger aan wat het kind laat zien ….. ‘cue based ‘ Dynamische systeem theorie ‘Milieu approach’(Harding, 2015) kind Mond openen Afhappen Transporteren Slikken Wennen aan nieuwe smaken en consistenties taak Ontwikkeling Aandacht Anatomie en motoriek mondgebied Honger? omgeving Ouders: nieuwe stap Andere manier van aanbieden Ander voedsel Motorisch leren en motorische controle ‘Slikrevalidatie’ Volwassenen: geheugen voor motorische componenten van het slikken, intern model’ * Kinderen: een geheel nieuwe vaardigheid moet worden geleerd Motorisch leren en motorische controle zijn essentiële componenten in de ontwikkeling van eten en slikken bij kinderen * Humbert, 2013 Motorische controle and sensorische input Sensorische informatie gedurende planning en uitvoering van activiteiten Volwassenen: Wat zou moeten gebeuren Wat gebeurde er vergelijking* Door kinderen moet dit allemaal geleerd worden * Shadmehr, 2010 Motorisch leren en adaptatie Motorisch leren : verwerven van een vaardigheid als het resultaat van oefening* Geleidelijk proces gebaseerd op de vermindering van fouten en de ontwikkeling van precieze bewegingen Sensorische informatie wordt gebruikt via feedback en feedforward om de motorische activiteit aan te passen en te verfijnen * Humbert, 2013 Neuroplasticiteit en motorisch leren van den Engel-Hoek, Cockerill, van Gerven and Harding, 2017 Concepten motorisch leren Voor de begeleiding van eet- en slikproblemen zijn de volgende concepten binnen motorisch leren van belang • Leeftijd is belangrijk Younger nervous systems are more responsive to training and adaptive neural plasticity than older ones. • Specificiteit Concepten motorisch leren: Specificiteit Verwijst naar de overeenkomst tussen de oefentaak en de doeltaak Het snelste resultaat wordt behaald als de taken het dichtst de coördinatie van bewegingen, de omgeving en de gewone condities benaderen. De oefening van de taak (en niet de voorgaande oefeningen) zorgen voor de uiteindelijke samengestelde uitvoering Actie en sensorische perceptie zijn niet te scheiden in het verwerven van motorische taken en dit kan niet bereikt worden in een simulatie taak eten - slikken spraak mondmotoriek lachen - huilen emoties spraak mond motoriek Verschillende functies, andere systemen in het brein die dezelfde spieren aansturen Ziegler, W. (2003). Eet- en slikproblemen ASHA (2007): “feeding and swallowing disorders”, the more inclusive phrase for dysphagia and delays and/or disorders in the development of eating and drinking skills in varied pediatric populations. Neurologische aansturing slik Via sensorische banen van de n. V (trigeminus), n. VII (facialis), n. IX (glossofaryngeus) en n. X (vagus) wordt de informatie verstuurd naar de hersenzenuwkernen in de hersenstam Hap in de mond: gegevens over bolus worden verzameld door tactiele en drukreceptoren op tong en gehemelte (grootte, hardheid, consistentie, temperatuur, smaak) motorische schors sensorische schors Neurologische aansturing slik Van daaruit wordt de informatie doorgestuurd naar de primair sensorische schors en primair motorische schors Sensorische informatie wordt doorgestuurd naar de ‘dorsal swallowing group’ (DSG) in de nucleus tractus solitarius (serie van kernen in het verlengde merg) Neurologische aansturing slik Motorische informatie wordt naar de DSG en de ‘ventral swallowing group’ (VSG) gestuurd (bij nucleus ambiguus - NA -), waar de precieze triggering en timing plaats vindt van de slikact Deze informatie komt bij de hersenzenuwkernen in de hersenstam, die betrokken zijn bij de motorische aansturing van de orale spieren De spieren in het orofaryngeale gebied voeren de slikact uit. Kauwen • • • • Fysiologie: wat gebeurt er bij het kauwen? Anatomie: welke structuren zijn betrokken? Ontwikkeling: van ‘munching’ naar kauwen Consistenties: wederzijdse beïnvloeding • Observatie en onderzoeken • Betekenis voor de logopedische therapie Fysiologie • • • • • Kauwen: fijn maken van vast voedsel Afhappen Tong onderzoekt wat er gedaan moet worden Tong brengt naar de kiezen Kauwen: openen en sluiten van de kaken door kauwspieren, tong en wangen houden de voedselbrok tussen de kiezen. • Voldoende gekauwd? Transport naar achter en slikken Kauwspieren hebben ‘overcapaciteit’ Fysiologie, in detail Okada et al, 2007 Fysiologie Sensibiliteit en activiteit • Correlatie tussen het moment van contact tussen de gebitselementen van de onder- en bovenkaak en de maximale spieractiviteit. • Aanwijzingen over de manier waarop de central pattern generator in de hersenstam wordt bijgestuurd door de signalen die de receptoren in spieren, gewrichten, mucosa, tong en parodontium afgeven. • Informatie uit het kauwstelsel speelt een belangrijke rol bij variabiliteit in opeenvolgende kauwcycli en verwerken van een diversiteit aan voedselconsistenties Olthof, 1986 Fysiologie, vervolg 1. Hap 2. Gebieden in hersenen betrokken bij kauwen 3. Motorneuronen van sluit- en openingspieren. Activatie of remming door sensorisch en motorische schors en CPG (hersenstam) 4. Spieren, betrokken bij kauwen 5. Sensorische informatie uit spierspoeltjes, gewrichtsreceptoren, tandvlees en slijmvlies. Olthof, 1986 Anatomie m. temporalis m. masseter Goede anatomie: • Gezonde kauwspieren, met voldoende kracht • Voldoende sluiting van de kaken (stand) • Gebit • Tong Anatomie • Spieren om mond te openen en sluiten: m. digastricus (openen en onderkaak naar beneden trekken), m. orbicularis oris (lippen) • Spieren van de tong • Kauwspieren: m. masseter (sluiten), m. temporalis (sluiten en terugtrekken onderkaak), m. pterigoideus medialis (sluiten) Anatomie • Structuren: Onder- en bovenkaak Tanden en kiezen Mondholte: o.a. groei palatum: Le Révérend, 2013 Functie tong bij vast voedsel • Voorwaartse bewegingen van de tong om het voedsel te ‘ontvangen’, gevolgd door terugtrekken van de tong om het voedsel in de mond te brengen. • Voedsel wordt achter de voortanden geplaatst en licht samengedrukt door de tong. Vervolgens wordt het door de tong tegen het palatum aangeduwd, voordat het naar de kiezen wordt gebracht. • Omdat het palatum één van de meest gevoelige gebieden is voor tactiele stimulatie, wordt verondersteld dat deze bewegingen zijn bedoeld om de substantie van het voedsel te herkennen. Okada et al, 2007 Ontwikkeling • Tussen 4 en 6 maanden: vastere voeding wordt ‘plat geduwd’ door de tong (afhankelijk van moment aanbeden) (Ayano, 2000) • Vanaf 10 maanden meer laterale tongbewegingen, waardoor voedsel naar de zijkant gebracht kan worden (Gisell, 1990) filmpje filmpje Consistenties: wederzijdse beïnvloeding • Tussen 6 maanden en 2 jaar is er een verbetering van kauwefficiëntie, afhankelijk van de aangeboden consistenties • Bij gepureerd voedsel en ‘blokjes gelatine’ zag men geen verbetering van de kauwtijd en het aantal kauwbewegingen na de leeftijd van 6 en 8 maanden. • Echter, bij kauwbaar harder voedsel verminderde de kauwtijd van 40 naar 15 sec en het aantal kauwbewegingen verminderde sterk tussen 6 maanden en 2 jaar • Rapley …… Gisell, 1991; Le Révérend, 2013 Problemen eten met de lepel Meest gemelde problemen • • • • • Afhappen lukt niet Transport is moeizaam Verslikken Kokhalzen Houding is beperkend Problemen met kauwen Meest gemelde problemen: • Er wordt alleen gesabbeld op het voedsel • Het voedsel wordt niet naar kauwvlakken gebracht • Voedsel kan niet (lang) in de mond worden gehouden • Kokhalzen bij vast voedsel en bij stukjes in de voeding • Kauwen duurt heel lang • Kan het kauwen niet volhouden Radboudumc Logopedie - kinderen [email protected]