zelfstandig naamwoord/lidwoord */** (A1)

Het zelfstandig naamwoord/ het lidwoord
(el sustantivo/ el articulo)
Een woord is een zelfstandig naamwoord als je er de, het of een voor kan
zetten.
Zo ook in het Spaans. Het verschil met het Nederlands is dat je in het
Spaans mannelijke en vrouwelijke woorden hebt. Dat kan je zien doordat
ze eindigen op een –a of een –o.
El Artículo (het lidwoord)
Een bepaald lidwoord (de, het) of een onbepaald lidwoord (een) staat voor
een zelfstandig naamwoord.
In het Spaans kan een lidwoord mannelijk of vrouwelijk zijn. Dat ligt aan
het "geslacht" van het zelfstandig naamwoord. Dat wil zeggen of het een
mannelijk of vrouwelijk woord is.
Mannelijk
Vrouwelijk
Mannelijk
Vrouwelijk
(de, het)
(de, het)
(een)
(een)
enkelvoud
el
la
un
una
meervoud
los
las
unos
unas
De/het
El libro
El teatro
El bocadillo
La casa
La mesa
La biblioteca
Een
Un libro
Un teatro
Un bocadillo
Una casa
Una mesa
Una biblioteca
sustantivo en meervoud
1) Als het zelfstandig naamwoord eindigt op een klinker, krijgt het
meervoud een
-S :
casa / casas
libro/libros
2) Als het zelfstandig naamwoord eindigt op een medeklinker, krijgt het
meervoud
een -ES:
hotel/hoteles
bar-bares
Masculino
Femenino
Eindigen meestal op:
-o (chico, niño, puerto)
(jongen, kind, haven)
Eindigen meestal op:
-a (chica, niña, puerta)
(meisje, kind, deur)
-or (señor, sabor)
(liefde, smaak)
-ción (porción, canción)
(portie, liedje)
-dad ( cantidad, ciudad)
(hoeveelheid, stad)
-aje (paisaje, garaje)
(landschap, garage)
Vul het juiste lidwoord in.
¿Dónde está _________ piscina?
Pasamos____________ vacaciones en el camping Las Palmeras.
___________________chico se llama Rico.
___________________tienda es amarilla.
Miguel y Pedro son___________ hijos de Mauricio y Ana.
Vul het juiste lidwoord in en daarna het meervoud.
Lidwoord:
meervoud:
_____amigo
____________________________
_____árbol
____________________________
_____mesa
____________________________
_____ciudad
____________________________
_____pueblo
____________________________
zet onderstaande woorden in de juiste kolom van het schema.
amigos – tienda – ciudades – piscina – libro – chico – padres – hermana –
participantes - vacaciones
el
la
los
las