Neurologische Observatie Dr Peter Vanacker Overzicht Neuro-observatie A) Neurologische anamnese – Chronologie en evolutie huidige klachten – Context (leeftijd, geslacht, VG, risicofactoren, medicatie, sociaal) – Neurologische klachten (vb visus, coordinatie, gang, evenwicht) B) Neurologisch onderzoek – Neuropsychologisch onderzoek – Craniale zenuwen – Lange banen en gang C) Gebruik de combinatie van A) en B) voor neuro-observatie Neuro-observatie - Anamnese Migraine + aura MS opstoot •Progressief over 1 min •Progressief over 315min •Progressief over uren tot dagen •Progressief over 1sec1min • Positieve symptomen (cloniën, paresthesie), nadien evt. Negatieve symptomen •Symptomen positief en / of negatief •Negatieve symptomen •Veralgemeen de negatieve symptomen CVA / TIA Epilepsie •Ontstaat hyperacuut • negatieve symptomen (parese, hyposensibiliteit, afasie) Syncope Neuro-observatie - Anamnese • Aandacht schenken aan : 1. ontstaan van de kliniek – « ontstaan symptomen in seconden, uren, jaren?» 2. evolutie kliniek - « wat gaat er nu beter? Wat gaat er slechter? » Neuro-observatie - Anamnese De context is erg belangrijk! Context Voorbeeld • • • • • • CVA vs. MS Migraine vs. cluster hoofdpijn Leeftijd Geslacht Voorgeschiedenis Cardiovasculaire risicofactoren Medicatie Sociaal (beroep, familiaal) Neuro-observatie - Anamnese – Cognitief: Woorden vinden? Oriëntatie tijd-ruimte-persoon? – Visueel: Zichtscherpte? Flu? Welk oog? Diplopie? – Sensitief: Verminderd gevoel? Tintelingen? – Pyramidaal: Kracht – Extra-pyramidaal: Vertraagde stap? Beven? – Cerebellair: Evenwicht? – Vegetatief: Darmtransit? Sfincters? Droge mond? Overzicht Neuro-observatie A) Neurologische anamnese – Chronologie en evolutie huidige klachten – Context (leeftijd, geslacht, VG, risicofactoren, medicatie, sociaal) – Neurologische klachten (vb visus, coordinatie, gang, evenwicht) B) Neurologisch onderzoek – Neuropsychologisch onderzoek – Craniale zenuwen – Lange banen en gang C) Gebruik de combinatie van A) en B) voor localisatie pathologie Neuro-observatie – Neuropsychologisch onderzoek Observatie Syndroom • (Hypo- of hyper-) bewust, afgeleid, agitatie • Verward / delier • Hallucinatie, delier • Verward / delier, psy • Angst, depressie, irritatie • Psychiatrisch, limbisch • Collaboratie, motivatie, visueel contact, • Frontaal, apathie, desinhibitie, impulsief • Exploratie ruimte, anosognosie • Fronto-parietaal rechts>links • Spontane motoriek, particulier motorisch • Hemineglect • Afasie (linker hemisfeer) gedrag • Parafasie, problemen grammatica Neuro-observatie – oriëntatie & aandacht • Bewustzijn: beste respons na stimuli – Gewekt, somnolent, stupor, comateus • Orientatie : uur, datum, locatie, actuele situatie • Aandacht: – Serie : 60-57-54---0 ; Dec-Nov---.Janv – Digit / verbaal span: 5 cijfers Neuro-observatie – taal 1. spontaan : – woordvlotheid (zinnen met < of > 7 woorden) – dysarthrie, parafasie • afasie NON-fluent = frontale kwab - Broca • afasie fluent = temporale kwab - Wernicke 2. begrip : Tafel ipv. Stoel (=inhoudelijk) Tafel ipv. Wafel (=letterwissel) - Vragen ja/nee - Wijzen naar objecten - Verbale opdrachten uitvoeren (simpel en complex) 3. Herhalen van woorden en zinnen 4. Benoemen en aanleren - benoemen 3 objecten Neuro-observatie – praxis Apraxie = onmogelijk om handeling uit te voeren ondanks normale motoriek • Verbale taak: – Zonder object: vb. Zich kammen, een fles openen ( apraxie ideomotorisch) – Met object (vb. Sleutel, horloge): deur tweemaal sluiten, opladen horloge ( apraxie ideationeel) • Gangapraxie Neuro-observatie – visuoconstructioneel • Copieer een kubus • Horloge tekenen Hemineglect links • Hemineglect : - bissectie lijn - tekening overtekenen Neuro-observatie – visuoconstructioneel • Neglect: - unimodaal: visueel, auditief of tactiel - multimodaal Neuro-observatie – geheugen Werkgeheugen : cf. « aandacht» Episodisch geheugen : gebeurtenissen uit recent en lang verleden Autobiografisch of Algemeen Anterograad : herhaal drie woorden (vb. Kasteel – boom – tafel) Semantisch : Vb. Beschrijf een voorwerp (vb. Horloge) Neuro-observatie – executieve functies Cf. « gedrag » Abstract redeneren : 1 2 Wat is de link tussen vb banaan- appelsien Oordelen: 3 Absurde logica testen (vb. Kat-hond) 4 Planning: Teken een horloge 6 5 Neuro-observatie – samenvatting Gedrag? Aandacht? Oriëntatie ? Spontane spraak, benoemen en begrip? Praxis Drie woorden onthouden Overzicht Neuro-observatie A) Neurologische anamnese – Chronologie en evolutie huidige klachten – Contexte (leeftijd, geslacht, VG, risicofactoren, medicatie, sociaal) – Neurologische klachten (vb visus, coordinatie, gang, evenwicht) B) Neurologisch onderzoek – Neuropsychologisch onderzoek – Craniale zenuwen – Lange banen en gang C) Gebruik de combinatie van A) en B) voor localisatie pathologie Craniale zenuwen Craniale zenuwen I - II • I (olfactief): – Anamnese – Geur testen onder elk neusgat • II (optisch): – – – – Visuele scherpte (zonder, en met bril) Chromatopsie (Ishihara test) Fundoscopie: papil Gezichtsveld Craniale zenuwen I - II Voorbeeld: rechter homonieme hemianopsie Craniale zenuwen I - II Beschrijving Voorbeeld Normaal Horner Syndroom Carotisdissectie, PICA infarct Linker mydriase Parese linker n. III (parasympaticus) Pinpoint pupil Pontien letsel, narcotica Craniale zenuwen III – IV - VI 1. Oogbewegingstoornis in centrale blik Hypertropie Hypotropie Exotropie Esotropie Craniale zenuwen III – IV - VI 2. Oogbewegingen Voorwaartse blik Opwaarts Naar rechts Naar links Neerwaarts Convergentie Craniale zenuwen III – IV - VI 3. Oogbewegingstoornissen Parese : – Adductie – Abductie – Elevatie – Neerwaarts Parese : – Mono-oculair? – Binoculair geconjugeerd? – Niet-geconjugeerd? – Volledige oftalmoplegie? Craniale zenuwen III – IV - VI 3. Oogbewegingstoornissen Primaire blik III (oculomotor) Exotropie en hypotropie IV (trochlearis) Exotropie en hypertropie VI (abducens) + parese … Associatie Alles behalve abductie Ptose + mydriase … naar inferomediaal (= neus) … abductie Esotropie -- -- Craniale zenuwen III – IV - VI 4. Nystagmus • Spontaan • Uitgelokt – Uitgelokt door positieverandering – Bij Fixatie – Bij extreme blik – Horizontaal en/of Horizontorotatoir Craniale zenuw V Craniale zenuw VII (facialis) Centraal: Perifeer: - Fronsen : OK - Fronsen : lukt niet - Oogsluiten : OK - Oogsluiten : lukt niet (Bell’s teken) - Afhangende mondhoek - Afhangende mondhoek Craniale zenuw VIII (auditief-vestibulair) • Auditief: – Vingers knisperen in beide oren – Fluisteren in beide oren • Vestibulair: – Unilateraal hersenstam letsel: nystagmus naar contralateraal – Bilateraal hersenstam letsel: instabiele gang, oscillopsie – Unilateraal perifeer letsel: nystagmus naar ipsilateraal – Manoeuver Halmagyi Craniale zenuw IX-XI • IX (glossopharyngeus): – Parese huigelevatie – Huig devieert naar gezonde zijde slikproblemen • X (vagus): slikstoornis, dysfonie • XI (spinaal): – Optrekken schouders (m. trapezius) – hoofdrotatie (m. sternocleidomastoideus) Craniale zenuw XII (hypoglossus) • Tong atrofie/fasciculatie’s • Tong devieert naar de gezonde zijde Overzicht Neuro-observatie A) Neurologische anamnese – Chronologie en evolutie huidige klachten – Contexte (leeftijd, geslacht, VG, risicofactoren, medicatie, sociaal) – Neurologische klachten (vb visus, coordinatie, gang, evenwicht) B) Neurologisch onderzoek – Neuropsychologisch onderzoek – Craniale zenuwen – Lange banen en gang C) Gebruik de combinatie van A) en B) voor localisatie pathologie Motoriek Motoriek bovenste ledematen: • 0 = 10 seconden in de lucht houden • 1 = arm zakt, maar blijft 10s in lucht • 2 = arm valt binnen 10s op bed • 3 = beweging, maar kan niet van bed • 4 = geen enkele beweging Progressief uitzakken : - pronatie en/of - uitzakken (drift) ef/of - plooien vingers Motoriek Motoriek bovenste ledematen: Biceps Triceps Motoriek Motoriek onderste ledematen: • 0 = 5 seconden in de lucht houden • 1 = been zakt, maar blijft 5s in lucht • 2 = arm valt binnen 5s op bed • 3 = beweging, maar kan niet van bed • 4 = geen enkele beweging Motoriek Motoriek onderste ledematen: Iliopsoas Voetdorsiflexie Triceps surae Voetzoolreflex • • Voetzoolreflex extensie = pathologisch => centrale pathologie Voetzoolreflex in extensie = « teken van Babinski » Sensibiliteit Ataxie Truncaal / axiaal: Ataxie Appendiculair: - vingerneusproef: - kniehielproef: Gang Pathologische gang : • • • • • • Hemiplegie (circonductie) Spastisch Parkinson-achtig (=EPS) Apraxie/frontaal Ataxie (axiaal) etc. retropulsie hemiplegie Cerebrale functies - overzicht + Limbisch systeem Cerebrale functies - overzicht • Frontale lob – Abstract redeneren, plannen – Inhibitie van automatismen, mentale flexibiliteit – Linker hemisfeer: niet-vloeiende afasie • Pariëtale lob – Gevoelsdeficits – Hemineglect – Onderste quadranopsie – Linker hemisfeer: benoeming, schrijven, lezen, rekenen Cerebrale functies - overzicht • Temporale lob – Bovenste quadranopsie – Problemen met onthouden – Linker hemisfeer: vloeiende afasie • Occipitale lob – Hemianopsie – Prosopagnosie • Limbisch systeem – Geheugen - aandacht – Emotie Cerebrale functies - herkenning Extrapyramidaal system Rusttremor, stijfheid, bradykinesie, gangmoeilijkheden Ataxie + dysmetrie Cerebellair of Sensibel systeem Sensorimotorische deficits + sfincterstoornissen Spinaal Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Cerebrovasculaire patiënten Neurologische observatie na IV thrombolyse (<24u): - NIHSS : door neuroloog op spoedgevallen - NIHSS-5: * 1 x per 15min (<2u) * 1 x per 2u (2-24u) * 3 x per 24u (>24u) * 1 x per 24u (>72u) Neurologische observatie zonder IV thrombolyse : - NIHSS : door neuroloog op spoedgevallen - NIHSS-5: * 1 x per 2u (<24u) * 3 x per 24u (>24u) * 1 x per 24u (>72u) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) – Neuropsychologisch onderzoek – Craniale zenuwen – Lange banen en gang Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij CVA (ischemisch / hemorragisch) Neuro-observatie bij hersentrauma Hersentraumata Neurologische observatie : Indien neurologische - Glasgow Coma Schaal deterioratie, neuroloog van 1 x per 2u (-> pt wekken) wacht contacteren Cardiorespiratoir observatie: - BD, pols, saturatie : 1 x per 2u - Temperatuur : 3 x per 24u Neuro-observatie bij hersentrauma - GCS ExxMxxVxx: vb. E1M1V1 – E4M6V5 - GCS<9: coma - 9<GCS<12: matig ernstig trauma - 13<GCS<15: licht trauma Casus 1 Casus 2