Crisis raakt ook de publieke sector

advertisement
Visie
De kredietcrisis laat de publieke sector in Nederland niet onberoerd. Meerdere lagere overheden
zagen hun deposito’s bij Landsbanki in IJsland verloren gaan. Maar hoe vergaat het andere
publieke partijen zoals woningcorporaties en zorginstellingen? Gaat de crisis aan hen voorbij?
Senior consultant Rob van Heesch signaleert een aantal zorgelijke ontwikkelingen.
Crisis raakt ook de publieke
Banken laten woningcorporaties links liggen
Woningcorporaties werden door gewijzigde regelgeving van het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) het afgelopen jaar
voor het eerst gedwongen om een deel van hun financierings­
behoefte in te vullen met bancaire leningen die niet geborgd
worden door het WSW. De oplaaiende kredietcrisis en daarmee
het gebrek aan vertrouwen van banken onderling, veroorzaakte
een krapte op de markt van lange leningen. Banken konden geen
lange funding meer vinden en hebben daardoor veel minder geld
op de plank liggen voor het verstrekken van lange leningen.
Nu lang geld schaars geworden is, doen banken weer noodgedwongen aan cherry picking. Banken verstrekken nu alleen de
“Ten gevolge van de kredietcrisis
stokt de verkoop van woningen,
ook bij de woningcorporaties.”
meest interessante financieringen. Dat zijn veelal de relatief wat
kleinere leningen waarmee ander zakenvolume wordt binnen­
gehaald. Een ‘kale‘ lening zoals een woningcorporatie die vraagt
voor de bouw van een appartementencomplex, voldoet niet aan
die kwalificatie. Daarnaast zijn de banken uiterst terughoudend
geworden met betrekking tot onroerend goed. Als dit soort
financieringen al worden verstrekt, is het tegen – voor de sector
– ongekende risico-opslagen.
Verkoop woningen stokt
Maar ook de geborgde financieringen zijn veel duurder geworden,
zo blijkt. Sectorbanken zoals BNG en NWB zijn onbetwist
marktleider op dit terrein. Voorheen verstrekten zij leningen op
het niveau van de swapcurve (de interbancaire rente). Dat is nu
niet meer het geval. Door het gebrek aan passende funding én
door de sterk opgelopen prijs van de funding (zie kader) is de
opslag voor geborgde leningen opgelopen van circa 0,80% tot
1,20% afhankelijk van de looptijd. Ten gevolge van de kredietcrisis stokt de verkoop van woningen, ook bij de
woningcorporaties. Om te kunnen blijven voldoen aan de
voorwaarden die het WSW stelt aan de beschikbare borgingsruimte, moeten corporaties huurwoningen verkopen.
Opmerkelijk genoeg is het juist déze sector die de overheid moet
helpen om de huizenproductie op peil te houden. Hierdoor wordt
immers de bouwsector – en daarmee uiteindelijk ook de
economie – gestimuleerd. Om dit te bewerkstelligen, wordt
overwogen om de regels weer te versoepelen. Het WSW borgt
volgens de nieuwe regels alleen nog nieuwbouw tot 200.000
euro. Het lijkt er nu op dat deze grens weer verhoogd wordt.
Hiertoe zijn twee scenario’s in beeld. Volgens het eerste scenario
wordt het bedrag van 200.000 geïndexeerd, iets wat al sinds
2003 niet meer gebeurd is. Scenario twee is het verhogen van de
grens tot 300.000 à 400.000 euro. Daarmee wordt bovendien
een impuls gegeven aan het duurdere segment. Inmiddels blijkt
dat een dergelijke, ogenschijnlijk gemakkelijke beslissing, veel
tijd kost. In afwachting van een doorbraak op dit vlak worden
investeringsbeslissingen uitgesteld en dreigt er een averechts
effect op te treden.
Zorg in zwaar weer
De zorgsector maakt zware tijden door. De politiek probeert de
kosten van de zorg te beperken door de uitgaven langzamer te
laten stijgen dan de stijging van de zorgvraag. Dit betekent per
saldo dat instellingen telkens weer verder gekort worden. In de
ziekenhuissector en de GGZ is de marktwerking al in enige mate
sector
ingetreden. Dit betekent dat er meer risico’s ontstaan en dat
financiers, inclusief het eigen Waarborgfonds voor de Zorgsector
(WfZ), steeds hogere eisen stellen aan het vermogen van de
instelllingen. Zorginstellingen zouden winsten moeten genereren
om hun vermogen te laten groeien. Dit staat haaks op de
geschetste ontwikkelingen in deze sector. Met name instellingen
in de GGZ en in de combinatie verpleging, verzorging en thuiszorg
(VVT) hebben grote moeite om het hoofd boven water te houden.
Ongewenste mix
De kredietcrisis komt daarom op een wel zeer ongelegen
moment. De banken hebben te weinig geld in kas om aan alle
kredietvraag te voldoen. Daarom hebben ze nu een voorkeur
voor die sectoren, bedrijven of instellingen waar weinig risico
lopen op hun uitzettingen. Dat is op dit moment niet de
zorgsector. Toch is deze sector een grote geldvrager, onder meer
vanwege het feit dat veel instellingen zware investeringen
moeten plegen om de huisvesting kwalitatief op peil te brengen
of te houden. De sector wordt dus gekenmerkt door een
combinatie van toenemende risico’s en een hoge financieringsbehoefte. Voor de banken is dat op dit moment een uiterst
ongewenste mix.
Als gevolg van het tekort aan financiering is de verwachting dat
instellingen op korte termijn niet meer aan hun verplichtingen
kunnen voldoen. Toch zal er zorg aangeboden moeten worden.
Collega-instellingen kunnen de zorgvraag in deze markt moeilijk
overnemen. Op basis van die redenatie is te voorzien dat de
overheid bij zal springen, zoals dat ook het geval was bij de
financiële instellingen.
Conclusie
Het lijkt erop dat de overheid met haar steun aan de financiële
sector een precedent heeft geschapen. Bij de corporaties zal de
klok worden teruggedraaid: het verwijt van ongeoorloofde
overheidssteun dat leidde tot het stellen van een maximale grens
“De zorgsector wordt gekenmerkt door
een combinatie van toenemende risico’s
en een hoge financieringsbehoefte.
Een voor banken uiterst ongewenste mix.”
voor te borgen woningen, lijkt niet meer gehoord te worden. De
zorginstellingen kampen, mede door kortingen op het budget,
met zwakke, aangetaste vermogens. Daardoor worden ze in het
licht van de voorgenomen marktwerking door de banken te zwak
bevonden voor verdere financiering. Meerdere instellingen
worden nu in hun voortbestaan bedreigd. Het overeind houden
van zorginstellingen zou weleens meer kunnen gaan kosten dan
de kortingen hebben opgeleverd. <
Wilt u meer weten over de gevolgen van de kredietcrisis op de publieke sector? Of bent u op zoek naar
manieren om de gevolgen van de crisis voor uw
organisatie te beperken? Neem dan contact op met
Rob van Heesch, telefoon 035 - 692 89 89.
Staat blijkt risicovolle belegging
De Nederlandse staat blijkt, ten gevolge van de steun aan de
financiële sector, door de beleggers gezien te worden als een
verhoogd risico. De prijs van een Nederlandse staatslening ligt
inmiddels ca. 0,30% boven die van een Duitse en daarmee op
het niveau van een Italiaanse. Dit effect werkt door op de
kwaliteit van een WSW- of WFZ-borging (met staatsachtervang)
en op de funding van de grotendeels door de overheid
gecontroleerde sectorbanken BNG en NWB. Daar helpt geen
Triple A-rating aan.
Download