Gebruiker: TeldersCommunity Inhoudsopgave Inhoudsopgave III Voorwoord I Aanbevelingen 1 Samenvatting Einde van het kapitalisme? Monetair stelsel Regulering financiële markten Het bestrijden van de recessie 5 5 7 9 15 Einde van het kapitalisme? 1.1 Een terugkeer naar een daadwerkelijk spontane orde 1.2 De noodzaak tot meer verantwoordelijkheid in de financiële sector 1.3 Conclusie 17 18 II Oorzaak en aanleiding van de kredietcrisis 2.1 Macro-ontwikkelingen 2.1.1 Monetaire onevenwichtigheden 2.1.2 Beleid van de centrale banken 2.1.3 Overliquiditeit 2.2 Meso- en micro-ontwikkelingen 2.2.1 Overheidsbeleid ten aanzien van eigen woningbezit 2.2.2 Toezicht op financiële instellingen 2.2.3 Banken 2.2.4 Verwevenheid financiële stelsel 2.3 Korte vergelijking tussen kredietcrisis en Grote Depressie 2.4 Conclusie 23 24 24 26 27 27 27 28 29 30 30 31 III Monetair stelsel 3.1 De positie van de dollar 3.1.1 Alternatieven voor de dollar? 3.1.2 Oplossingen 3.2 De euro 3.2.1 Dreigende instabiliteit? 3.2.2 Oplossingen 33 33 34 35 38 39 40 I 20 21 III Gebruiker: TeldersCommunity IV IV Regulering van de financiële markten 4.1 De noodzaak van regulering van financiële markten 4.1.1 Too big to fail? 4.1.2 Too interconnected to fail 4.2 Toezicht op banken 4.2.1 Splitsen van banken 4.2.2 De producten van banken 4.2.3 Wijze van staatsingrijpen 4.2.4 Living wills: oplossing voor de moral hazard? 4.3 Niveau en wijze van toezicht houden 4.4 Credit Rating Agencies (CRA’s) 4.5 De rol van de G20 en het internationaal overleg 43 43 44 45 45 48 50 51 52 54 56 57 V Het bestrijden van de recessie 5.1 Uitgangspunten 5.2 Een reactie op de huidige recessie 5.2.1 Niets doen is ook stimuleren 5.2.2 Een stimuleringspakket 5.3 Conclusie 59 59 61 61 62 63 Gebruiker: TeldersCommunity Aanbevelingen Aanbevelingen die de kans op nieuwe crises verkleinen: 1. Meer aandacht voor monetaire stabiliteit in het Nederlandse EU-beleid Het is van belang dat de eurolanden hun begrotingstekorten en staatsschulden op orde brengen. Structureel en fors uit balans zijnde overheidsfinanciën kunnen leiden tot een instabiele munt of zelfs tot het uiteenvallen van de muntunie. Grote institutionele EU-hervormingen om dit te bereiken liggen echter niet voor de hand. Nederland zal zich daarom binnen de bestaande kaders hard moeten maken voor naleving van het EMU-Verdrag en het Stabiliteitspact. Daartoe zal Nederland actief moeten samenwerken met andere landen die het belang van gezonde overheidsfinanciën inzien, Duitsland voorop. Alleen op die manier zal de monetaire stabiliteit hoog op de agenda van de EU blijven staan. 2. De EU moet in internationale beraadslagingen over financieel-economische vraagstukken een gecoördineerd standpunt uitdragen Het terugdringen van monetaire onevenwichtigheden is een gemeenschappelijk belang van de EU-lidstaten. De EU moet trachten in internationale beraadslagingen op geloofwaardige wijze een gecoördineerd standpunt uit te dragen. Op die manier en door eigen discipline kunnen de Europese landen goed partij bieden aan de andere grote economische machtsblokken: de Verenigde Staten, Japan en China. Vanwege de verbondenheid van banken onderling en met de economie in het algemeen, is het niet verantwoord banken tijdens een crisis failliet te laten gaan. Daarom moeten banken effectief worden gereguleerd zodat de kans dat de overheid daadwerkelijk dient in te grijpen zo klein mogelijk is. Aanbevelingen in dit verband: 3. Meer aandacht voor intern risicobeheer van banken Banken moeten hun risicobeheer beter verankeren op hun hoogste bestuursniveau. De gehele Raad van Bestuur dient hier aandacht voor te hebben. Daarnaast dient in de Raad van Bestuur een Chief Risk Officer zitting te hebben die zich primair bezighoudt met de risicopositie van de instelling. 4. Richt een depositogarantieverzekering op voor banken Op dit moment moet als een bank failliet gaat, de gehele bankensector de gedupeerde spaarders van de failliete bank compenseren. Dit is on- 1 Gebruiker: TeldersCommunity aanbevelingen rechtvaardig: goed functionerende banken draaien op voor hun ‘zwakke broeder’. Zij kunnen daardoor bovendien zelf in onoverkomelijke problemen komen. Daarom moet de staat een verzekeringsmaatschappij oprichten waarbij banken verplicht de spaartegoeden van hun klanten moeten verzekeren. Een eigen risico voor alle spaarders is hier onderdeel van. De toezichthouder, De Nederlandsche Bank, bepaalt aan de hand van de risicopositie van de bank de verzekeringspremie. 5. Falende bankiers moeten door De Nederlandsche Bank uit hun functie worden gezet Als het handelen van een lid van de Raad van Bestuur of de Raad van Commissarissen aantoonbaar leidt tot een situatie waarin een bank staatssteun nodig heeft om niet failliet te gaan, moet de bestuurder hiervoor ook verantwoordelijkheid dragen. Dat kan door een regeling te scheppen die niet alleen beoordeelt of bankiers geschikt zijn om hun functie te vervullen maar hen ook expliciet ‘toelaat’ tot het bankiersgilde. 6. Haal verkeerde prikkels uit het beloningsbeleid Banken dienen het beloningsbeleid voor hun bestuurders en medewerkers zo in te richten dat daar geen prikkel tot het nemen van onverantwoorde risico’s van uitgaat. Bijvoorbeeld door bonussen meer te baseren op langetermijnprestaties of te regelen dat bonussen moeten worden terugbetaald als een bank in de problemen komt. De Nederlandsche Bank moet hier toezicht op houden. De effectiviteit van een dergelijke maatregel zal afhangen van de mate van internationale coördinatie op dit punt. 7. Geen splitsing van banken of beperkingen aan de omvang van banken Het opsplitsen van banken in nutsbanken en investeringsbanken, zoals onder meer bepleit door de commissie-Maas, is onwenselijk. Investeringsbanken krijgen in dergelijke voorstellen in tijden van nood geen staatssteun. Deze systeembanken kunnen echter zeer systeemrelevant zijn. Bovendien is onduidelijk welke functies er wel en welke er niet onder de nutsfuncties van banken vallen. Ook het stellen van grenzen aan de omvang van banken wijzen wij af. Een dergelijke grens kan niet door de staat worden bepaald. De ideale omvang van ondernemingen wordt in het marktproces bepaald. 2 Gebruiker: TeldersCommunity aanbevelingen 8. Meer internationale coördinatie van nationale toezichthouders Een volwaardige internationale toezichthouder is op dit moment politiek niet haalbaar. Samenwerking tussen nationale toezichthouders is dat wel en is ook wenselijk. De adviezen van de commissie-de Larosière kunnen hier als uitgangspunt dienen. Aanbevelingen om uit de huidige crisis te komen: 9. Bestrijd de economische recessie niet met stimuleringspakketten Als gevolg van de afnemende economische groei worden de overheidsuitgaven ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (BBP) verhoogd. De teruglopende belastingopbrengsten en het toegenomen aantal uitkeringen versterken dit effect. Dit zijn de zogenoemde automatische stabilisatoren. De collectieve uitgaven verder opvoeren ter stimulering, zou onverantwoord zijn met het oog op de overheidsfinanciën op lange termijn. Een stimuleringspakket werkt bovendien marktverstorend. Daarnaast is de effectiviteit beperkt, omdat een groot deel weglekt naar het buitenland. Als onverhoopt toch wordt overgegaan tot een stimuleringspakket dient dit ten minste internationaal te worden gecoördineerd. 10. Formuleer zo snel mogelijk een ambitieuze exitstrategie Bij een zware recessie als die in het najaar van 2008 inzette, is het goed dat de staat zijn verantwoordelijkheid neemt door systeemrelevante banken van de ondergang te redden en via de automatische stabilisatoren (zie aanbeveling 10) de economie te stimuleren. Maar dan moeten de tijdelijkheid van de maatregelen en de overheidstekorten wel geloofwaardig zijn. Daartoe moet zo snel mogelijk een geloofwaardige exit-strategie worden geformuleerd en bekendgemaakt, vooruitlopend op het uitvoeren ervan. Het moment waarop de steunmaatregelen weer kunnen worden teruggedraaid is moeilijk te voorspellen. Zodra de economische ontwikkeling het toelaat moet de staat zich echter weer terugtrekken – tot minimaal het ‘niveau’ van voor de kredietcrisis. Uiterlijk in 2011 moet hiermee worden aangevangen. De staat moet zich in een ambitieus tempo terugtrekken, zoals ook door de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) wordt aanbevolen. 3