Wat is IVF? IVF is een afkorting die staat voor in vitro fertilisatie. In vitro betekent in glas en fertilisatie is bevruchting. Letterlijk betekent het dus bevruchting in glas ofwel reageerbuisbevruchting. Een eicel en een zaadcel worden bij elkaar gebracht in een reageerbuis om een bevruchting tot stand te brengen. Als de bevruchting succesvol is, wordt de bevruchte eicel teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. Een andere vorm van een IVF-behandeling is ICSI. ICSI is een afkorting die staat voor Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie. Een ICSI behandeling is vrijwel hetzelfde als een IVF-behandeling; alleen de procedure in het laboratorium is anders. Bij ICSI wordt er een geselecteerde zaadcel geïnjecteerd in het plasma van een eicel met een glaspipetje. Als er bevruchte eicellen ontstaan, worden er net als bij IVF maximaal twee embryo´s in de baarmoeder geplaatst, waaruit een zwangerschap kan volgen. In 1978 is het eerste IVF-kindje geboren. Sindsdien zijn er vele gevolgd. In eerste instantie werd IVF alleen toegepast op stellen die volledig onvruchtbaar zijn als gevolg van onherstelbaar afgesloten eileiders. Inmiddels zijn er meerdere redenen waarom stellen in aanmerking kunnen komen voor IVF. Deze redenen zijn: Afgesloten of verwijderde eileiders Endometriose Slechte kwaliteit van het sperma Hormonale aandoeningen waardoor er verminderde kans op zwangerschap is Niet goed werkende eierstokken Het niet zwanger worden na een vruchtbaarheidsbehandeling als IUI of een operatie ter optimalisering van de vruchtbaarheid Wanneer kom je in aanmerking voor IVF? In Nederland kom je bij de meeste ziekenhuizen in aanmerking voor IVF na een vruchtbaarheids- of fertiliteitsonderzoek, en eventueel voorafgaande vruchtbaarheidsbehandelingen zoals IUI of operaties die de vruchtbaarheid kunnen bevorderen. Hierbij valt te denken aan het herstellen van afgesloten eileiders of het verwijderen van cystes en vleesbomen bij endometriose. Verder speelt vaak de leeftijd van de vrouw een rol; over het algemeen komen vrouwen ouder dan 42 jaar niet meer in aanmerking voor een IVF-behandeling. De IVF-behandeling In het algemeen wordt er bij IVF vanuit gegaan dat de kans op een zwangerschap groter is als er keuze is uit zoveel mogelijk bevruchte eicellen, embryo’s genaamd. Uiteraard zijn hiervoor dus meerdere eicellen nodig: hoe meer en hoe rijper, hoe beter. Door het toedienen van medicijnen bij de vrouw kunnen er meerdere eicellen tegelijk groeien en rijpen in de eierstokken van de vrouw. Wanneer de eicellen voldoende zijn gerijpt, volgt er een punctie waarbij met een naald de eicellen uit de eiblaasjes in de eierstokken gezogen worden. Daarna worden deze eicellen samengebracht (in een reageerbuis) met de kwalitatief beste spermacellen van de man. Als er bevruchte eicellen zijn, worden deze binnen twee a drie dagen teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. Meestal wordt er een bevruchte eicel (of embryo genaamd) teruggeplaatst, maar soms ook twee. Hoeveel embryo’s er worden teruggeplaatst, hangt af van leeftijd en de lichamelijke conditie van de vrouw, want dit geeft aan of de vrouw zonder grote risico’s een meerlingzwangerschap kan voldragen. Het ondergaan van een IVF-behandeling kan vrij zwaar zijn, niet alleen lichamelijk, en praktisch qua tijdsbelasting gezien, maar ook is het een zware geestelijke belasting voor ieder stel, omdat er een grote kans is dat er regelmatig teleurstellingen verwerkt moeten worden. Medicijnen tijdens de IVF-behandeling In een normale cyclus van een vrouw ontstaat er vaak maar een rijpe eicel per keer. Omdat het IVF nodig is dat er de beschikking is over meerdere rijpe eicellen, moet de vrouw medicijnen gebruiken. Per ziekenhuis kan het gebruik, de soort en het schema van medicijnen verschillen, maar hieronder volgt een opsomming van de meest toegepaste medicijnen bij een IVF-behandeling. Medicijnen om de eierstokken te onderdrukken (Decapeptyl); Medicijnen om de eierstokken te stimuleren (Gonal-F of Puregon of Menopur); Medicijnen om de eicelpunctie, ook wel follikelpunctie genaamd (het aanprikken van de eiblaasjes) voor te bereiden (Pregnyl); Medicijnen na de eicel- of follikelpunctie voor de ondersteuning van het baarmoederslijmvlies (Progestan of Pregnyl). Tijdens het gebruik van de medicijnen kunnen er bijwerkingen optreden, alhoewel de meeste vrouwen hier weinig last van hebben. De meest genoemde bijwerkingen zijn opvliegers, hoofdpijn, vocht vasthouden, stemmingswisselingen, misselijkheid en pijnlijke prikplekken. Het behandelschema bij IVF. Hieronder volgt een globaal en algemeen overzicht van de chronologische volgorde bij een IVF-behandeling. Per ziekenhuis kan deze behandeling afwijken in tijdsduur of procedure! De eerste stap: het onderdrukken van de eigen hormonen Voorafgaand aan de eicelstimulatie moet de vrouw medicijnen (decapeptyl) gebruiken om de eigen hormoonhuishouding te onderdrukken. Hierdoor is de kans op een storing bij het rijpen van de eicellen bij stimulatie door medicijnen zo kleine mogelijk en hierdoor wordt een spontane en te vroege eisprong voorkomen. De tweede stap: Stimulatie van de eierstokken Nadat de vrouw ongeveer twee weken dagelijks de decapeptyl heeft gebruikt, vindt er een inwendige echo plaats om te zien of het baarmoederslijmvlies dun is en of de eierstokken normaal zijn. Als uit de echo blijkt dat dit het geval is, dan kan de vrouw starten met het toedienen van de eicelstimulerende medicijnen (via injecties). De derde stap: het voorbereiden van de punctie Wanneer de eicellen voldoende gegroeid en gerijpt zijn kan de eicel- of follikelpunctie (het aanprikken van de eiblaasjes) worden afgesproken. Voor deze punctie dient de vrouw zich een injectie van Pregnyl toe. Pregnyl is een hormoon dat ervoor zorgt dat de eicellen loslaten van de wand van de eiblaasjes en uiteindelijk zal er na 36-40 uur een eisprong plaatsvinden. Het is dus belangrijk dat de pregnyl op het juiste tijdstip wordt toegediend, omdat dit rechtstreeks verband houdt met het moment waarop de rijpe eicellen via de punctie geoogst kunnen worden. De vierde stap: de follikelpunctie In de eiblaasjes bevinden zich de eicellen. Het aanprikken van de eiblaasjes heet follikelpunctie. Deze punctie is vrij pijnlijk en hiervoor zal dan ook een pijnstillend middel worden voorgeschreven. De punctie duurt meestal ongeveer een kwartier en de eicellen die zijn geoogst, worden opgevangen in steriele reageerbuisjes. In het ziekenhuis worden daarin de kwalitatief beste spermacellen van de man toegevoegd om een bevruchting te bewerkstelligen. De vijfde stap: het voorbereiden van het inbrengen van de bevruchte eicellen. Na de punctie moet de vrouw medicijnen gebruiken om het baarmoederslijmvlies in een zo optimaal mogelijke toestand te brengen voor de innesteling. Deze medicijnen, zogenaamde progestan capsules, moeten in de vagina worden ingebracht. Deze medicijnen moeten worden toegediend vanaf de dag van de follikelpunctie tot de dag waarop de vrouw weet of ze zwanger is of niet. De zesde stap: Het terugplaatsen van de embryo’s Op de eerste dag na de punctie is bekend of de bevruchting en ontwikkeling van de embryo’s goed verlopen is. Als dit het geval is, worden de embryo’s met behulp van een kathether teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. Dit gebeurt meestal poliklinisch en is vrijwel pijnloos. Meestal wordt slechts een embryo teruggeplaatst en in uitzonderingen twee embryo’s. Dit is om de kans op meerlingzwangerschappen zoveel mogelijk te beperken. Bij de bevruchting van de eicellen kunnen er meerdere geschikte embryo’s ontstaan. Het is dan mogelijk om de overgebleven embryo’s in te vriezen. Per embryo wordt gekeken of deze hiervoor geschikt is. Ingevroren embryo’s kunnen in een latere cyclus ontdooid en teruggeplaatst worden. Dit is meestal in een spontane cyclus, dus zonder stimulatie. Na de terugplaatsing moet de embryo zich gaan innestelen, dit is onder andere afhankelijk van de kwaliteit van de embryo en de ontvankelijkheid van het slijmvlies in de baarmoederholte. Dit is niet alleen zo in een IVFbehandeling maar ook bij een natuurlijke zwangerschap. Als er op de 16e dag na de punctie de vrouw nog geen menstruatie heeft gekregen, wordt er een afspraak gemaakt voor een zwangerschapstest. De zwangerschapstest wordt gedaan door middel van een urinetest of een bloedonderzoek. De urinetest kan thuis gedaan worden en het bloedonderzoek vindt plaats in het ziekenhuis. In het laatste geval wordt het onderzoek ’s morgens gedaan en wordt ’s middags de positieve of negatieve uitslag doorgegeven Complicaties bij een IVF-behandeling Bij iedere behandeling bestaat er een erg kleine kans op een infectie. Een infectie uit zich meestal door het krijgen van koorts, het hebben van buikpijn of bijzondere afscheiding. Ook is er een risico op overstimulatie door de medicijnen. Bij overstimulatie rijpen er teveel eicellen waardoor er hevige buikpijn kan optreden. In het geval overstimulatie wordt er onmiddellijk gestopt met de IVF-behandeling. Het is ook mogelijk dat zich te weinig eicellen ontwikkelen of dat er geen embryo’s tot ontwikkeling komen na het samenvoegen van de rijpe eicellen en de zaadcellen. Ook in deze gevallen zal de IVF-behandeling gestaakt worden en zal er in overleg met het ziekenhuis bekeken worden wat er verder gedaan kan worden. Verder lijkt de kans op een miskraam bij een zwangerschap na een succesvolle IVF-behandeling iets hoger dan bij een spontane zwangerschap, evenals een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dat laatste komt vaker voor bij vrouwen die een IVF-behandeling ondergaan vanwege het hebben van beschadigde of dichte eileiders. Inmiddels is bewezen dat wanneer er uit een zwangerschap na een succesvolle IVF-behandeling een kindje wordt geboren, er niet vaker dan normaal aangeboren afwijkingen voorkomen. Deze kindjes hebben wel een iets grotere kans om vroeger dan de uitgerekende datum geboren te worden en ze hebben mogelijk een iets lager geboortegewicht. Hoe vaak IVF? Na elke IVF-behandeling wordt bekeken of een volgende behandeling wel zin zou kunnen hebben. Meestal vergoedt de ziektenkostenverzekering een beperkt aantal IVF-behandelingen. Normaal gesproken worden maximaal drie IVF-behandelingen uitgevoerd.