Voorwoord Nadat christelijk vocaal ensemble `Marcantus` u vorig

advertisement
Voorwoord
Nadat christelijk vocaal ensemble ‘Marcantus’ u vorig jaar een geheel Engels
programma presenteerde, is het thema van het concert van vanavond: ‘Deutsche
Weihnachten’, Duitse Kerst. Tal van Duitse kerstliederen uit de barok zullen de
revue passeren.
Veel van de traditionele Duitse kerstliederen ontstonden in de 16 e eeuw.
Theologen als Luther en Gerhardt waren ook begaafd op muzikaal gebied en
erkenden de zeggingskracht van liederen als uiting van persoonlijk geloof, maar
ook als wezenlijk onderdeel van de kerkdienst. Zij schreven tal van teksten die
geschikt waren voor koraalzettingen.
Oudere melodieën uit de periode van voor de Reformatie werden gebruikt voor
deze zettingen. Sommige van deze melodieën zijn zelfs middeleeuws.
Veel bekende kerstliederen ontstonden op deze manier. Denk bijvoorbeeld aan de
bekende liederen ‘In dulci jubilo’ en ‘Es ist ein Ros entsprungen’, waarvan u
vanavond ook een aantal bewerkingen zult horen. Het zijn beroemde melodieën
gebleven die voortdurend zijn gebruikt en bewerkt door componisten uit later
tijd.
Op de avond voor Kerst werden tijdens vesperdiensten in Duitsland deze liederen
gezongen om de geboorte van Christus te gedenken. Componisten schreven ook
speciaal voor dit soort gelegenheden. Dit gebruik kende men ook in andere
Europese landen, zoals Engeland en de Nederlanden. Ieder land had daarbij zo
weer zijn eigen tradities.
Vanavond zult u muziek horen die de periode van de Duitse barok in zijn volle
breedte laat horen. Zo staan er werken van Duitse meesters als Praetorius, Schütz,
Buxtehude en Bach op het programma. Ook zult u instrumentale werken uit de
Italiaanse barok horen van componisten die op de een of andere manier ‘Duitse
connecties’ hadden. Dat is de muzikale lijn die loopt van (vroeg-)barok naar
hoogbarok (ca. 1600-1750).
Daarnaast kent het programma ook een inhoudelijke lijn met als thema: van
profetie naar vervulling. Het programma begint met de periode uit het Oude
Testament van de Bijbel, waarin de komst van de Messias, Jezus Christus, wordt
voorzegd. Eeuwen lang hebben gelovigen verwachtingsvol uitgezien naar de
vervulling van deze profetie. Met de geboorte van Jezus Christus in Bethlehem is
de profetie in vervulling gegaan en is de Messias op aarde verschenen om Zijn
werk als Redder en Zaligmaker op Zich te nemen.
U zult merken dat deze twee lijnen met elkaar vervlochten zijn. Tekst en muziek,
ze horen bij elkaar en versterken elkaar.
We wensen u een fijn concert toe!
Christelijk Vocaal Ensemble Marcantus
Christelijk Vocaal Ensemble Marcantus is opgericht in mei van dit jaar. Het
kamerkoor stelt zich ten doel om bekende en onbekende klassieke muziek uit
meerdere stijlperioden ten gehore te brengen.
Het koor legt daarin de nadruk op geestelijk repertoire, maar ook wereldlijk
repertoire wordt uitgevoerd.
Vanavond geeft het koor het eerste officiële concert.
Het koor bestaat uit de volgende personen:
Sopranen: Monica van Bezooijen, Anita den Dekker, Evelien Drost, Jacomine de Pater,
Marina de Rijke, Janita Schutte, Elsbeth Vogel
Alten: Machteld Alderliesten, Ariëtte van Breugel, Agatha van den Broek, Gezine Drost,
Bep Heger, Marianne Milek, Martine van Soolingen,
Tenoren: Joost Heger, Albert van Hell
Bassen: leo Blom, Kees van Bochove, Rob Houben, Marten Tel
Dirigent Arjen Uitbeijerse
Arjen Uitbeijerse (1977), woonachtig in
Moordrecht, studeert hoofdvak Koordirectie
(Eerste Fase) bij Joop Schets aan de Hogeschool
IDE in Gorinchem.
Als dirigent is Arjen verbonden aan meisjeskoor
‘Asarela’ (Ridderkerk-Slikkerveer),
jongerenkoor ‘Da Capo’ (Gouda) en Christelijk
Vocaal Ensemble ‘Marcantus’ (Houten). Ook
dirigeert hij instrumentaal ensemble
‘Intermezzo’ (Gouda).
Arjen volgde masterclasses directie bij o.a. Jos
van Veldhoven en Jos Vermunt.
Arjen studeerde orgel bij Jaap Nieuwenhuijse.
Hij is organist van de Bethelkerk in Moordrecht en de Hervormde Kerk van
Sluipwijk. Als koorbegeleider verleent hij regelmatig zijn medewerking aan
concerten.
Ook als zanger verleent hij zijn medewerking aan concerten, zowel als koorzanger
als solist.
Daarnaast is Arjen betrokken bij de artistieke leiding van Stichting ‘Ars Musica’.
1. a.
Koor
Es ist ein Ros entsprungen
M. Vulpius
Melchior Vulpius (1560-1615) was een Duitse componist. Vulpius was een belangrijke
componist van Protestantse kerkliederen in zijn tijd in Duitsland. Hij heeft veel
muziekstukken geschreven, waaronder veel kerkliederen.
Met een canon van zijn hand over het schitterende lied ‘Es ist ein Ros entsprungen’ opent
‘Marcantus’ dit concert, gevolgd door de oudst bekende vierstemmige zetting van dit lied.
Een juweel van een koraal in een bewerking van Michaël Praetorius (1571-1621). Ook hij
was een zeer bekend en invloedrijk componist in zijn dagen en nog meer dan Vulpius één
van de belangrijkste vertegenwoordigers van de protestantse kerkmuziek van zijn tijd.
Het lied bezingt de komst van Christus als een ontloken roos, die een zoete geur verspreidt
en met zijn heldere glans het duister verdrijft.
Es ist ein Ros entsprungen aus einer
Wurzel zart
Als uns die Alten sungen: von Jesse
kam die Art
1. b.
Er is een roos ontloken uit een zoete
wortel.
Zoals ons de ouden zongen: het is een
nakomeling van Isaï.
Koor en basso continuo
Es ist ein Ros entsprungen
M. Praetorius
Es ist ein Ros entsprungen au seiner
Wurzel zart
Als uns die Alten sungen: von Jesse kam
die Art.
Und hat ein Blümlein bracht
Mitten im kalten Winter wohl zu der
halben Nacht.
Er is een roos ontloken uit een zoete
wortel.
Zoals ons de ouden zongen: het is een
nakomeling van Isaï.
En heeft een bloempje voortgebracht
Midden in de koude winter, rond
middernacht.
Das Röslein, das ich meine, davon Jesaia
sagt,
Ist Maria die reine, die uns das Blümlein
bracht.
Aus Gottes ew’gen Rat
Hat sie ein Kind geboren und blieb doch
reine Magd.
Over het roosje, waar ik op doel, spreekt
Jesaja,
Het is Maria, de reine, die ons dat
bloempje voortbracht.
Door Gods eeuwige raad
Heeft ze een kind gebaard en bleef toch
een reine maagd.
Das Blümelein so kleine, das duftet uns
so süβ,
Mit seinem hellen Scheine vertreibt’s
die Finsternis:
Wahr’ Mensch und wahrer Gott,
Het kleine bloempje verspreidt ons een
zoete geur.
Met een heldere glans verdrijft het de
duisternis.
Waarlijk mens en waarlijk God,
Hilft uns aus allem Leide, rettet von
Sünd’ und Tod.
2. a.
Helpt ons uit al het lijden, redt van zonde
en dood.
Orgel
Puer natus in Bethlehem
J.S. Bach
Van de hand van Johann Sebastian Bach (1685-1750) is het koraalvoorspel ‘Puer nobis in
Bethlehem’ (BWV 603). Het behandelt de koraalmelodie die u in uw programmaboekje
afgedrukt ziet. U wordt uitgenodigd de Duitstalige versie van dit prachtige lied mee te
zingen in wisselzang met het koor. Het lied bezingt de geboorte van Christus in Bethlehem
en looft de Drieënige God: Vader, Zoon en Heilige Geest.
2. b.
Koor en samenzang
Ein Kind geborn zu Bethlehem
In 1602 verscheen er een Duitstalige berijming van de Psalmen van de hand van de Duitse
theoloog Cornelius Becker, het ‘Becker Psalter’. Deze berijming voorzag Heinrich Schütz
(1585-1672) van prachtige melodieën, waarvan u er nu één zult horen. Het is Psalm 96, een
adventspsalm die de komst van de Redder bezingt: ‘Juble, du Mensch; Der Herr kommt
bald!’
Op het gebied van de kerkmuziek wordt Schütz beschouwd als de belangrijkste luthersprotestantse componist voor Johann Sebastian Bach. Daarnaast geldt hij als een van de
belangrijkste componisten van de 17e eeuw.
Hij studeerde o.a. bij de Italiaanse meester Giovanni Gabrieli, en leerde daar o.a. de
compositietechniek van het contrapunt (leer van de meerstemmigheid) en het zetten van
teksten op ‘aansprekende muziek’. Ook onderging zijn muziek de invloed van de grote
Italiaanse meester Monteverdi.
Schütz bracht deze Italiaanse ideeën over naar Duitsland en beïnvloedde met zijn stijl de
ontwikkeling van de Duitse (kerk)muziek. Een eeuw later zou deze stijl zijn hoogtepunt
beleven met de werken van Johann Sebastian Bach.
Koor:
Ein Kind geborn zu Bethlehem,
Bethlehem,
des freuet sich Jerusalem,
Alleluja, alleluja.
Koor:
Een Kind geboren in Bethlehem,
Bethlehem,
Daarom verheugt zich Jeruzalem,
Halleluja, halleluja.
Samenzang:
Hie leit in diesem Krippelein,
Krippelein,
Ohn Ende ist der Herrschaft sein,
Alleluja, alleluja.
Samenzang
Hij ligt hier in deze kribbe,
Kribbe,
Zonder einde is zijn heerschappij,
Halleluja, halleluja.
Koor:
Zu dieser weihnachtlichen Zeit,
Weihnachtlichen Zeit,
Sei Gott gelobt in Ewigkeit
Alleluja, alleluja
Koor:
In deze kersttijd,
Kersttijd,
Zij God geloofd in eeuwigheid,
Halleluja, halleluja.
Samenzang:
Wir lobn die heilig Dreifaltigkeit,
Dreifaltigkeit.
Von nun an bis in Ewigkeit
Alleluja, alleluja
Samenzang:
Wij loven de Drieëenheid,
Drieëenheid,
Van nu aan tot in eeuwigheid.
Halleluja, halleluja!
3.
Koor en basso continuo
Singet dem Herrn ein neues Lied
H. Schütz
Wolfgang Carl Briegel (1626-1712) was organist en componist en was o.a. ‘Kapellmeister’
in Darmstadt. Hij publiceerde o.a. zijn ‘Evangelische Gespräch’, een uitgave van diverse
cantates voor het kerkelijk jaar in verschillende vormen. Hieruit hoort u het fraaie werk
‘Mache dich auf, werde Licht’, een cantate op de bekende tekst uit Jesaja 60.
Hoewel Briegel niet behoort tot de belangrijkste componisten uit zijn tijd, is zijn werk wel
degelijk de moeite van het beluisteren waard en mag hij worden gezien als een van de
voorlopers van Johann Sebastian Bach.
Singet dem herrn ein neues Lied,
Die ganze Welt sing fröhlich mit.
Den Völkern allen saget an,
Was unser Gott für uns getan.
Zingt de Heer een nieuw lied,
Laat de ganse wereld vrolijk meezingen.
Zeg het alle volkeren aan
Wat onze God voor ons heeft gedaan.
Schauet die Wunder seiner Hand:
Ziet het wonder van zijn hand:
Hoheit und Pracht sind sein Gewand.
Was er erschuf, lebt ihm zum Ruhm;
Alles ist gottes Eigentum.
Hoogheid en pracht zijn hem eigen.
Wat hij schiep, leeft tot zijn eer;
Alles is Gods eigendom.
Gnädig und recht ist sein Gericht.
Fest steht der Erdkreis, wanket nicht.
Höret, ihr Völker nah und fern;
Gott ist der Köning. Dient ihm gern!
Genadig en rechtvaardig is zijn recht.
Vast staat het aardrijk, wankelt niet.
Hoort, gij volken, nabij en ver;
God is de koning. Dient hem van harte!
Eilet herbei aus Ost und West,
Betet ihn an, geschmückt zum Fest.
Opfert mit Dank, was ihm gefällt:
Schenket euch selbst dem Herrn der Welt.
Haast u naar hier uit het oosten en westen,
Aanbidt hem, bereid tot het feest.
Offert dank, die hem welgevallig is:
Schenkt uzelf aan de Heer der wereld.
Himmel und Erde, freu dich sehr;
Brause mit Macht, du weites Meer.
Jauchzt eurem Schöpfer, Feld und Wald;
Juble, du Mensch; Der Herr kommt bald!
Hemel en aarde, verheugt u zeer;
Bruis met macht, gij uitgestrekte zee.
Juicht voor uw schepper, veld en woud;
Jubel, gij mens, de Heer komt spoedig.
4.
Koor en orkest
Mache dich auf, werde Licht
W.C. Briegel
Mache dich auf, werde licht; denn dein
Licht kommt, und die Herrlichkeit des
Herrn gehet auf über dir! Denn siehe,
Finsternis bedecket das Erdreich und
Dunkel die Völker; aber über dir gehet
auf der Herr, und seine Herrlichkeit
erscheinet über dir. Und die Heiden
werden in deinem Licht wandeln und
die Könige im Glanz, der über dir
aufgehet.( Jesaias 60: 1-3)
O Jesu, unser Heil und Licht, halt über
uns dein Angesicht, mit deinen Strahlen
walte, und mein Gemüt durch deine Güt
bei deinem Licht erhalte.
5a
Koor en basso continuo
Nun komm der Heiden Heiland
M. Vulpius
Sta op, word verlicht, want uw licht komt
en de heerlijkheid des HEREN gaat over u
op. Want zie, duisternis zal de aarde
bedekken en donkerheid de natiën, maar
over u zal de HERE opgaan en zijn
heerlijkheid zal over u gezien worden.
Volken zullen opgaan naar uw licht en
koningen naar uw stralende opgang.
O Jezus, ons heil en licht, verhef uw
aangezicht over ons, schijn over ons met
uw stralen van licht, en verlicht mijn ziel
door uw goedheid.
U hoort een vierstemmige koraalzetting van Melchior Vulpius van het bekende Duitse
Adventslied ‘Nun komm, der Heiden Heiland’. De tekst van het lied is geschreven door de
Reformator Martin Luther in 1524. Het koraal is geschreven voor eerste Adventzondag (de
eerste zondag van het kerkelijk jaar) en was daardoor het eerste lied in het Lutherse
koraalboek. Het koraal is driemaal door Johann Sebastian Bach als uitgangspunt gebruikt
voor een cantate en verschillende malen voor orgelkoralen. Van Bachs hand hoort u het
openingsdeel uit cantate 61 (Nun komm, der Heiden Heiland).
In dit werk laat Bach de Redder der wereld als het ware plechtig binnenschrijden in de
vorm van een zgn. Franse ouverture: een statige opening met gepuncteerde ritmes, een
beweeglijk middendeel in de vorm van een fuga en een korte herneming van het begin.
Uit dit werk blijkt het vakmanschap van Bach, volgens velen de grootste componist aller
tijden. Hij schreef het werk in 1714 voor de Hofkapel van Weimar. Vanaf 1708 was Bach
hier hoforganist en kamermusicus, later concertmeester van Willem Ernst, hertog van
Saksen-Weimar. Bij deze taak hoorde o.a. de opdracht om voor een duidelijk bepaalde vaste
zondag van elke maand een kerkelijke cantate te schrijven ten behoeve van kerkdiensten in
de hofkapel, de 'Himmelsburg'. Daarvan is cantate 61 er één.
Nun komm der Heiden Heiland,
der Jungfrauen Kind erkannt,
daß sich wunder alle Welt,
Gott solch Geburt ihm bestellt.
Dein Krippen glänzt hell und klar,
die Nacht gibt ein neu Licht dar,
Dunkel muss nicht kommen drein,
der Glaub bleibt immer im Schein.
Lob sei Gott dem Vater g'tan;
Lob sei Gott sei'm ein'gen Sohn,
Lob sei Gott dem Heil'gen Geist
immer und in Ewigkeit.
5. b.
Uw kribbe glanst helder en klaar,
De nacht vertoont een nieuw licht.
Het donker mag daar niet komen,
Het geloof blijft altijd in het licht.
Lof zij God de Vader gebracht;
Lof zij Gods enige Zoon,
Lof zij God de Heilige Geest,
Van nu aan tot in eeuwigheid.
Koor en orkest
Nun komm der Heiden Heiland
J.S. Bach
Nun komm, der Heiden Heiland,
Der Jungfrauen Kind erkannt,
Des sich wundert alle Welt,
Gott solch Geburt ihm bestellt.
6.
Nu kome de Heiland der heidenen,
Erkent het kind van de maagd.
Dat zich de hele aarde verwondere
Omdat God zulk een geboorte voor haar
bereidt.
Orkest
Concerto in D major (orkest)
Nu kome de Heiland der heidenen,
Erkent het kind van de maagd.
Dat zich de hele aarde verwondere
Omdat God zulk een geboorte voor haar
bereidt.
voor fluit, strijkers en basso continuo
A. Vivaldi
Met het Concerto in D major van de Italiaanse componist Antonio Vivaldi (1678-1741)
treden we even buiten de Duitse grenzen. Toch ligt er een duidelijke muzikale
verbindingslijn van Italië naar Duitsland, zoals u dat net hebt kunnen lezen bij het werk
van Schütz. Ook hier is dit het geval. Het is bekend dat Bach een grote bewondering
koesterde voor Vivaldi, en dit niet onder stoelen of banken stak: een aantal werken van hem
blijkt een regelrechte transcriptie te zijn voor andere instrumenten. Overigens geldt dit
ook voor werken van Albinoni, van wie u later op de avond een compositie zult beluisteren.
Vanavond hoort u een fluitconcert van Vivaldi’s hand. Een vrolijk instrumentaal werk, dat
prettig in het gehoor ligt. Het kent drie delen: Allegro moderato, Largo, Allegro. Let u
eens op de afwisseling van solo- en tutti-delen!
7. a.
Koor en basso continuo
In dulci jubilo
M. Praetorius
7. b.
Koor en orkest
In dulci jubilo
D. Buxtehude
‘In dulci jubilo’ is een kerstlied dat in veel landen ingang heeft gevonden. Kenmerkend voor
de tekst van het lied is de zgn. ‘macaronische’ opzet, d.w.z. de vermenging van Latijnse
tekst met in dit geval het Duits. Het lied bezingt de geboorte van Jezus Christus, naar wie
het verlangen van de gelovige uitgaat.
U hoort als eerste een fraaie vierstemmige zetting van Michael Praetorius, gevolgd door
een cantate van Dietrich Buxtehude (1637-1707) over dit koraal.
De van oorsprong Deense Buxtehude was het grootste deel van zijn leven werkzaam als
cantor-organist in de Marienkirche in Lübeck. Bekend werd Buxtehude door de zogeheten
Abendmusiken. Dit waren concerten die ten tijde van de Advent door Buxtehude werden
georganiseerd en waarvoor hij tal van composities schreef. In zijn tijd was Buxtehude zo
beroemd, dat Johann Sebastian Bach in 1705 400 km te voet aflegde om Buxtehude in
Lübeck te horen spelen. Dit geeft aan dat zijn composities van een zeer hoog niveau zijn!
Let u bijvoorbeeld op de manier waarop Buxtehude het verlangen om bij Christus te zijn
laat horen in het slot van de cantate.
In dulci jubilo,
Nun singet und seid froh!
Unsres Herzens Wonne
Leit in praesepio
Und leuchtet als die Sonne
Matris in gremio.
Alpha eset O,
Alpha eset O.
O jesu parvule,
Nach dir ist mir so weh.
Zing verheugd en wees vrolijk
met een innige vreugde.
De vreugde van ons hart
Ligt in een kribbe.
En schijnt als de zon
In de schoot van zijn moeder.
Hij is de Alpha en de Omega.
O Kind Jezus,
Naar u gaat mijn verlangen uit.
Troost mijn ziel
Tröst mir mein Gemüte,
O puer optime,
Durch alle deine Güte,
O princeps gloriae.
Trahe me post te,
Trahe me post te.
Ubi sunt gaudia?
Nirgend mehr den da,
Da die Engel singen
Nova cantica
Und die Schellen klingen
In regis curia
Eia, wärn wir da,
Eia, wärn wir da!
O patris caritas,
O natilenitas!
Wir wären all verdoben
Per nostra criminal,
So hat er erworben
Coelorum gaudia.
Eia, wärn wir da,
Eia, wärn wir da!
8.
O gezegend Kind,
Door al uw goedheid,
O Vorst der overwinning,
Trek mij tot u.
O, Liefde van de Vader,
O, goedheid van dit Kind!
Wij waren allen verloren
vanwege onze zonden.
Daarom heeft Hij ons verworven
De vreugde van de hemel.
Ach, waren wij toch daar!
Waar is de ware vreugde?
Nergens anders dan daar
Waar de engelen zingen
een nieuw lied,
en de harpen klinken
in de nabijheid van de Koning!
Ach, waren wij toch daar!
Orkest
Sonata in C
voor trompet, strijkers en basso continuo
T. Albinoni
Opnieuw een Italiaans instrumentaal werk: de Sonata in C van Tommaso Albinoni (16711751), componist en violist uit Venetië. Het werk, geschreven voor trompet en orkest, kent
vier delen: een rustig Grave, een vrolijk Allegro, opnieuw een ingetogen Grave, gevolgd
door een uitbundig Allegro.
Let u eens op de manier waarop Albinoni trompet en orkest afwisselend laat samengaan
maar zo nu en dan ook flink laat concurreren. Deze heerlijke luistermuziek zal u
ongetwijfeld opvrolijken!
9. a.
Koor en basso continuo
Ich steh’an deine Krippen her
J.S. Bach
Onovertroffen zijn Bachs koraalzettingen. Ze mogen niet ontbreken op dit programma.
Elke partij van het koor heeft als het ware zijn eigen melodie, die op kunstzinnige wijze
harmonieert met de andere stemmen van het koor. U hoort twee kerstkoralen van Johann
Sebastian Bach. Het zeer ingetogen ‘Ich steh an deiner Krippen hier’, waarin we als het
ware vol aanbidding in de kribbe kijken naar de pasgeboren Zaligmaker. Uw aandacht
gevraagd voor de rijke tekst van dit prachtige koraal.
Ook het koraal ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ is een sieraad. Het koraal bezingt
Jezus Christus als de ‘Morgenster’, een beeld uit Openbaringen 21. Ook wordt het
verlangen naar Christus bezongen in het laatste couplet. Let u eens op de prachtige
bovenstem die Bach het orkest laat spelen: fonkelend als een ster aan de hemel!
Ich steh an deiner Krippe hier,
O Jesu du mein Leben;
Ich komme, bring und schenke dir,
Was du mir hast gegeben.
Nimm hin, es ist mein Geist und Sinn,
Herz, Seel und Mut, nimm alles hin
Und laß dir's wohlgefallen.
Ik sta hier bij uw kribbe,
O Jezus, gij mijn leven;
Ik kom, breng en schenk u
Wat gij mij hebt gegeven.
Neem het, het is mijn geest en zinnen,
Hart, ziel en gemoed, neem alles
En laat het u welgevallen.
Da ich noch nicht geboren war,
Da bist du mir geboren
Und hast mich dir zu eigen gar,
Eh ich dich kannt, erkoren.
Eh ich durch deine Hand gemacht,
Da hast du schon bei dir bedacht,
Wie du mein wolltest werden.
Toen ik nog niet geboren was,
Zijt gij voor mij geboren
En hebt mij, uw eigendom,
Nog voor ik u kende, verkoren.
Nog voor ik door uw hand gemaakt ben,
Hebt gij bij uzelf bedacht,
Hoe u van mij zou worden.
Und eines weiß ich, wirst du mir,
Mein Heiland, nicht versagen:
Daß ich dich möge für und für
In meinem Herzen tragen.
So laß mich deine Wohnung sein,
Komm, komm und kehre bei mir ein
Mit allen deine Freuden!
9. b.
En een ding weet ik, u zult mij,
Mijn Heiland, niet loslaten:
Opdat ik voortdurend
U in mijn hart zou mogen dragen.
Laat mij daarom uw woning zijn,
Kom, kom en woon bij mij in
Met al uw vreugde!
Koor en orkest
Wie schön leuchtet der Morgenstern
J.S. Bach
Wie schön leuchtet der Morgenstern
Hoe schoon straalt de Morgenster
Voll Gnad und Wahrheit von dem
Vol genade en waarheid van de Heer,
Herrn,
De zoete telg van Isaï!
Die süße Wurzel Jesse!
U, zoon van David, uit Jakobs stam,
Du Sohn Davids aus Jakobs Stamm,
Mijn Koning en mijn Bruidegom,
Mein König und mein Bräutigam,
Heeft mijn hart in bezit genomen.
Hast mir mein Herz besessen,
Lieflijk, vriendelijk, schoon en heerlijk,
Lieblich, freundlich,
Groot en eerlijk,
Schön und herrlich, groß und ehrlich,
Reich von Gaben,
Hoch und sehr prächtig erhaben!
Zwingt die Saiten in Cythara
Und laßt die süße Musika
Ganz freudenreich erschallen,
Daß ich möge mit Jesulein,
Dem wunderschönen Bräutgam mein,
In steter Liebe wallen!
Singet, springet,
Jubilieret, triumphieret,
Dankt dem Herren;
Groß ist der König der Ehren!
Wie bin ich doch so herzlich froh,
Daß mein Schatz ist das A und O.
Der Anfang und das Ende.
Er wird mich doch zu seinem Preis
Aufnehmen in das Paradeis;
Des klopf ich in die Hände.
Amen, Amen,
Komm, du schöne Freudenkrone,
Bleib nicht lange,
Deiner wart' ich mit Verlangen.
10.
Rijk aan gaven.
Hoog en heerlijk om te kennen!
Speelt krachtig op de snaren van de citer
En laat de zoete muziek
Zeer vrolijk weerklinken.
Opdat ik Jezus,
Mijn wonderschone Bruidegom,
Voortdurend mag liefhebben.
Zing, spring,
Jubelt, triomfeert,
Dankt de Heer,
Groot is de Koning der ere!
Ik ben van harte verblijd
Omdat mijn geliefde de Alpha en de Omega
is.
Het begin en het einde!
Hij zal mij toch, op zijn kosten
Opnemen in het paradijs,
Daarom klap ik in mijn handen.
Amen! Amen!
Kom, gij schone Vreugekroon,
Wacht niet lang.
U verwacht ik met verlangen!
Orgel en samenzang
Vom Himmel hoch da komm’ ich her
J.S. Bach
Het Duitse kerstlied ‘Vom Himmel hoch da komm ich her’ bezingt de kerstboodschap van
de engel. De tekst (en waarschijnlijk ook de melodie) is opnieuw van de hand van Martin
Luther. Luther schreef dit lied in 1535 om het Kerstfeest thuis te vieren. Hij liet zijn
kinderen, verkleed als kerstengel, dit lied zingen!
Vooraf hoort u een koraalvoorspel van Johann Sebastian Bach (BWV 606) waarna u wordt
uitgenodigd om het lied samen te zingen.
Vom Himmel hoch da komm’ ich her,
Ich bring’ euch gute neue Mähr,
Der guten Mähr bring’ ich so viel,
Davon ich sing’n und sagen will.
Van de hoge hemel kom ik hier,
Ik breng u de goede nieuwe tijding,
De goede tijding breng ik zovelen,
Daarvan wil ik zingen en spreken.
Euch ist ein Kindlein heut’ gebor’n
Von einer Jungfrau auserkor’n,
Ein Kindelein, so zart und fein,
Das soll eu’r Freud’ und Wonne sein.
U is heden een kindje geboren
Uit een uitverkoren jonge vrouw.
Een kindje, zo fijn en teer,
Dat zal uw vreugde en blijdschap zijn.
Es ist der Herr Christ, unser Gott,
Der will euch führ’n aus aller Not,
Er will eu’r Heiland selber sein,
Von allen Sünden machen rein.
Lob, Ehr’ sei Gott im höchsten Thron,
Der uns schenkt seinen ein’gen Sohn!
Des freuen sich der Engel Schar
Und singen uns solch neues Jahr.
Het is Christus de Heer, onze God,
Die u wil redden uit alle nood,
Hij wil zelf uw Heiland zijn,
Van alle zonden wil hij u rein maken.
Lof, eer zij God op de hoogste troon,
Die ons schenkt zijn enige Zoon!
Daarom verheugt zich de engelenschaar
En zingen ons van zulk een nieuw jaar.
11.
Orkest en koor
Das neugeborne Kindelein
D. Buxtehude
Dit concert sluiten we af met opnieuw een cantate van de hand van Dietrich Buxtehude:
Das neugeborne Kindelein. De tekst van de compositie is gewijd aan de het verdrijven van
het kwade, een nieuw begin, de blijdschap van de engelen over de overwinning van
Christus op het kwade, in de persoon van de duivel. Bijna triomfantelijk wordt gezongen:
Ist Gott versöhnt und unser Freund, was kann uns tun der arge Feind?
Elke strofe van de tekst kent een eigen muzikale sfeer: dankbaarheid, blijdschap, lofprijzing
en verlangen . Uit deze prachtige muziek blijkt opnieuw dat Buxtehude een groot
componist is, die meer en meer gezien wordt als een ‘zelfstandige grootheid’ i.p.v. een
muzikaal nog niet volledig ontwikkelde voorloper van Bach.
Das neugeborne Kindelein,
Das herzeliebe Jesulein
Bringt abermal ein neues Jahr
Der auserwählten Christen Schar.
Het nieuwgeboren kindje,
Jezus, die mijn hart liefheeft,
Brengt opnieuw een nieuw jaar
Voor de uitverkoren christenschaar.
Des freuen sich die Engelein,
Die gerne um und bei uns sein
Und singen in den Lüften frei,
Daβ Gott mit uns versöhnet sei.
Daarom verheugen zich de engelen,
Die graag om en bij ons zijn
En zingen vrijuit aan de hemel
Dat God met ons verzoent is.
Ist Gott versöhnt und unser Freund,
Was kann uns tun der arge Feind?
Trotz Teufel, Welt und Höllenpfort!
Herr Jesu, du bist unser Hort.
Als God met ons verzoend is en onze
Vriend is,
Wat kan ons de grote vijand nog
aandoen?
Ondanks duivel, wereld en hellepoort
Bent u, Jezus, onze toevlucht.
Du brings das rechte Jubeljahr.
Was trauern wir dann immerdar?
Frisch auf, es ist jetzt Singens Zeit:
Herr Jesu, du wendst alles Leid.
U brengt het ware jubeljaar.
Waarom treuren wij dan nog altijd?
Waakt op, nu is het tijd om te zingen:
Heer Jezus, u verandert al het leed.
Bedankt voor uw komst!
Concerten in 2009
---------------------------------------------------------------------------------------------------Antwoordstrook
0
0
Ja, ik word vriend van Marcantus.
Ja, ik word sponsor van Marcantus
Naam:…………………………………………………………………
……
Adres:…………………………………………………………………
……
Telefoon:…………………………….Email:…………………………….
Inleveren of opsturen naar:
Chr. Voc. Ens. ‘Marcantus’
p/a Janita Schutte
Zeewater 9
3991 LE Houten
Download