Sehr geehrter Herr Prof. Dr. Klenke, sehr geehrte Frau Feller, sehr geehrter Herr Rauen, meine sehr verehrten Damen und Herren, im Namen der Provinzialverwaltung danke ich Ihnen für diesen netten Empfang. Ich bin froh, dass wir uns wieder in dieser Zusammensetzung treffen; obwohl zwischen Overijssel und dem Münsterland frequente Kontakte bestehen, liegt der Besuch des Regionalrats an Overijssel ja schon fast 6 Jahren zurück! Aus meiner Sicht unterstreicht dieser Besuch die guten gegenseitigen Beziehungen zwischen dem Bezirk Münster und der Provinz Overijssel, und den gemeinsamen Wunsch, unsere Kontakte weiter zu vertiefen. Denn es ist wichtig, dass der Regionalrat Münster und Overijssel gut zueinander finden. Dass wir austauschen und abstimmen über die für unsere beiden Gebiete aktuelle, relevante Themen. Es ist von daher von großer Bedeutung, die Pläne, Entwicklungen und Zuständigkeiten des anderen, in der Raumplanung sowie in anderen Bereichen, zu kennen. Zodat we tijdig informatie kunnen delen over ontwikkelingen met mogelijke grensoverschrijdende gevolgen. Zodat we onrust kunnen wegnemen. Zodat we kunnen leren van elkaars ervaringen. Zodat we kunnen samenwerken binnen concrete projecten. Zodat we elkaar kunnen steunen in het formuleren van een gezamenlijke lobby-inzet, in de richting van onze nationale overheden, of naar Brussel. Kort en goed: zodat we onze gemeenschappelijke grens tot meerwaarde in plaats van knelpunt kunnen maken, en onze verschillen bijdragen aan oplossingen! Dames en heren, Het grensverkeer wordt almaar intensiever. Dan bedoel ik niet alleen het aantal fysieke verplaatsingen van personen, van arbeidskrachten, van toeristen. Ook de grensoverschrijdende handel groeit, het aantal Nederlandse studenten dat in Duitsland studeert, en omgekeerd ook het aantal Duitse studenten aan Nederlandse hogescholen en universiteiten. De samenwerking op het terrein van energie en innovatie neemt toe. Maatschappelijke ontwikkelingen maken uitwisseling van werkwijzen, van visies, trends en denkrichtingen relevant en ook steeds meer vanzelfsprekend. Deze ontwikkelingen, gecombineerd met de voorgenomen bezuinigingen in bijvoorbeeld Den Haag, die zorgen voor verminderde ondersteuning van grensoverschrijdende contacten, vragen wat van ons als verantwoordelijk bestuur in het grensgebied. Als Provinciale en Gedeputeerde Staten van Overijssel is het onze rol, te signaleren welke grensoverschrijdende ontwikkelingen van invloed zijn op de provinciale opgaven, en welke opgaven in gezamenlijkheid met onze Duitse buren gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast kent de Nederlandse regering de Commissarissen van de Koning een bijzondere rol toe in de coördinatie van grensoverschrijdende samenwerking. Alhoewel niet is voorgeschreven op welke wijze wij die rollen invullen, is de rode draad voor zowel CdK’s als provinciebesturen wellicht deze (en ik maak mij sterk dat dat eveneens geldt voor u als vertegenwoordigers van Bezirksregierung en Rat): Wij rekenen tot onze verantwoordelijkheid, ontwikkelingen binnen onze provincies, en binnen het aangrenzende grensgebied, te signaleren en in grensoverschrijdend perspectief te duiden. Waar nodig verwijzen we door naar bevoegde gezagen, spelen we een bemiddelende rol, of genereren we aandacht op het juiste niveau in Den Haag, in Düsseldorf, in Brussel…. Afhankelijk van de issue zijn we samenwerkingspartner, wegbereider, belangenbehartiger, bemiddelaar. Het effectief spelen van die rol echter, het effectief vormgeven van de samenwerking over de grens, valt of staat met het beschikken over de juiste informatie, kennis over de actualiteit, kennis van bevoegdheden en procedures, begrip van cultuur en mores, en de notie dat grensoverschrijdende samenwerking per definitie multilevel is. Binnen de samenwerking van drie provincies met de Bezirksregierung Münster en de Bezirksregierungen Keulen en Düsseldorf, het zogenaamde 3+3 overleg, zijn deze voorwaarden voor een succesvolle grensoverschrijdende samenwerking gemeengoed, onder de partners in het direct aan Overijssel grenzende gebied – het Münsterland, onze Nedersaksische buren, eveneens. Twee recente ervaringen maken echter duidelijk dat wij onszelf en onze omgeving steeds rekenschap moeten blijven geven van het belang van die voorwaarden: Onlangs speelde het tussen het rijksniveau in Den Haag en de deelstaatregering in Düsseldorf hoog op, toen Den Haag Düsseldorf informeerde over ontwikkelingen aan Nederlandse zijde rondom schaliegas. Ik zal hier nu niet inhoudelijk op de zaken ingaan. Eigenlijk is dat hier ook niet relevant. Wél relevant is dat we hebben kunnen vaststellen dat de keuzes van timing, van toonzetting, van ambtelijk niveau en de inschatting van het kennisniveau voor wat betreft procedures en mores er niet aan bijgedragen hebben dit proces goed te laten verlopen, maar dat die keuzes zorgden voor maatschappelijke en politieke onrust. Omdat het secretariaat van de 3+3 samenwerking wordt gevoerd vanuit mijn provincie (en Gelderland), kon ik ervoor zorgen dat dit thema bestuurlijk werd geagendeerd in een 3+3 bespreking. Daar konden we een vertegenwoordiger van het ministerie van Economische Zaken het Nederlandse perspectief, het tijdpad en de ambitie laten toelichten, en zo enige onrust wegnemen. Een ander voorbeeld is de kwestie van de olielekkage uit de zoutcavernes; daarover werd ik in een heel vroeg stadium op de hoogte gebracht door u, meneer Klenke. Later bleek de Veiligheidsregio aan Nederlandse kant zich minder geïnformeerd te voelen. De rolverdeling aan Nederlandse kant in het Veiligheidsdomein is veranderd, waardoor de provincie is uitgegaan van een eigen informatiekanaal voor de Veiligheidsregio. Terwijl u er in Duitsland van uitging dat de provincie de Veiligheidsregio informeert. Hier leidde dit niet tot grote problemen, hooguit tot een opgetrokken wenkbrauw. Gelukkig maar. Toch gold ook hier, dat de juiste informatie en beschikbaarheid van kennis van actualiteit, procedures en mores niet direct voorhanden bleken. Beide voorbeelden maken duidelijk, dat we het niet bij voornemens alleen mogen houden. Maar dat wij als grensbestuurders die faciliterende en coördinerende positie moeten claimen, en zorgen dat onze omgeving ons in die positie steunt. Dames en heren, het waarmaken van die positie begint enerzijds bij het vergroten van kennis. Anderzijds is het versterken en verdiepen van onze goede verstandhouding en contacten van groot belang. Voor de provincie Overijssel staat er in 2015 een grote gebeurtenis voor de deur: de provinciale verkiezingen. Onze 1,1 miljoen inwoners kiezen dan welke partijen en politici de nieuwe Overijsselse regering mogen vormen. U kunt er van op aan dat ik de onderhandelaars zal wijzen op onze diepe banden en onze gezamenlijke thema’s. Terug naar vandaag. Ik ben benieuwd welke kennis wij vandaag gaan opdoen. En ik zie zeer uit naar onze onderlinge contacten. Niet alleen vandaag, maar ook in de langdurige toekomst. We bespreken enkele interessante thema‘s, die ons allen bezighouden, maar waarmee we heel verschillend omgaan. Wat kunnen we van elkaar leren? Ik zie uit naar een zeer interessante ontmoeting!