1. achtergrond van het voorstel

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 13.7.2016
COM(2016) 462 final
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de
Europese Unie om steun te geven aan Griekenland naar aanleiding van de aardbeving
die in november 2015 de Ionische eilanden heeft getroffen
NL
NL
TOELICHTING
1.
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Dit besluit heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds
van de Europese Unie (hierna "het fonds" genoemd) voor een bedrag van 1 651 834 EUR naar
aanleiding van een aardbeving in Griekenland. Deze beschikbaarstelling wordt volledig
gefinancierd door gedeeltelijk gebruik te maken van de 50 000 000 EUR aan vastleggings- en
betalingskredieten die reeds in de begroting 2016 zijn opgenomen. Bijgevolg is een
gewijzigde begroting niet vereist.
2.
TOELICHTING EN VOORWAARDEN
Op 5 februari 2016 heeft de Commissie een aanvraag ontvangen voor bijstand uit het fonds in
verband met een ramp in Griekenland (een aardbeving die op 17 november 2015 de regio van
de Ionische eilanden heeft getroffen, met name de eilanden Lefkada en Kefalonia). De
Commissie heeft een grondig onderzoek van deze aanvraag uitgevoerd overeenkomstig
Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het
Solidariteitsfonds van de Europese Unie1 (hierna "de Verordening" genoemd) en in het
bijzonder de artikelen 2, 3 en 4 van deze verordening. De belangrijkste afwegingen die bij de
beoordelingen zijn gemaakt, kunnen als volgt worden samengevat.
(1)
Op 5 februari 2016 heeft Griekenland een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het
fonds ingediend, binnen de termijn van 12 weken na de vaststelling van de eerste
schade op 17 november 2015 (het eiland Lefkada). De aanvraag werd ingediend als
"regionale ramp" overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de Verordening. In antwoord op
een vraag van de Commissie werd op 9 maart 2016 geactualiseerde informatie
verstrekt.
(2)
Bij de indiening van de aanvraag verzocht Griekenland om betaling van een voorschot
op de verwachte bijdragen uit het fonds. Na een voorlopige beoordeling van de
aanvraag concludeerde de Commissie dat was voldaan aan de voorwaarden van artikel
4 bis van de Verordening.
(3)
Op grond van Besluit C(2016) 1772 werd op 18 maart 2016 een voorschot verleend
ten belope van 164 798 EUR, hetgeen neerkomt op 10 % van de verwachte bijdrage
uit het fonds.
(4)
De Griekse autoriteiten raamden de totale directe schade in eerste instantie op
65 919 000 EUR. Op 9 maart 2016 hebben de Griekse autoriteiten een geactualiseerde
versie van de aanvraag ingediend, waarin deze raming werd verhoogd tot
66 073 345 EUR. De geactualiseerde schade komt overeen met 2,1 % van het
regionale bbp van de betrokken NUTS 2-regio Ionische eilanden (3 137 miljoen euro,
gebaseerd op de gegevens van Eurostat uit 20142 voor EL62) en overschrijdt dus de
drempel van 1,5 % van het regionale bbp die in de verordening is vastgesteld om
beschouwd te worden als regionale ramp.
1
Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het
Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).
Dit is gebaseerd op de meest recente gegevens van Eurostat die in mei 2016 zijn ontvangen. Op het
ogenblik waarop de aanvraag werd ontvangen, werd de drempel berekend op basis van voorlopige
(hogere) cijfers, en als gevolg daarvan is de voorlopig berekende drempel van 48,7 miljoen EUR
verlaagd tot 47,1 miljoen EUR. In beide gevallen wordt de drempel gehaald en zijn er geen gevolgen
voor het bedrag van de voorgenomen steun.
2
NL
2
NL
NL
(5)
De totale directe schade vormt de basis voor de vaststelling van de financiële bijdrage
uit het fonds. De financiële bijdrage mag enkel worden gebruikt voor noodacties
inzake eerste levensbehoeften en herstel als bedoeld in artikel 3 van de verordening.
(6)
In de ochtend van 17 november 2015 werd Lefkada getroffen door een reeks
rampzalige aardbevingen, die een magnitude van 6,1 op de schaal van Richter
bereikten. Ook in de noordelijke delen van Kefalonia en Ithaka werd schade
aangericht. De beving werd gevolgd door verscheidene naschokken. Twee mensen
kwamen om en acht raakten gewond. Volgens seismologen is het eiland Lefkada ten
gevolge van de aardbeving 36 cm naar het zuiden verschoven. Het Griekse centrum
voor civiele bescherming kwam onmiddellijk in actie; er werd gezorgd voor tijdelijke
huizen, onderdak en voedsel voor de getroffen bevolking. De aardbeving beschadigde
120 woningen, waarvan 20 onbewoonbaar werden geacht. Voorts werd ook melding
gemaakt van grote schade aan de provinciale en gemeentelijke
infrastructuurnetwerken, particuliere en openbare gebouwen (met inbegrip van het
plaatselijke ziekenhuis) en andere infrastructuur (havens, biologische netwerken),
maar ook aan cultureel waardevolle sites (voornamelijk kerken). Enkele vanuit
toeristisch oogpunt belangrijke stranden in het westen van het eiland werden
overspoeld en vernield door aardverschuivingen.
(7)
De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2,
van de Verordening in aanmerking worden genomen, zijn - opgesplitst volgens het
soort actie - door de Griekse autoriteiten op 52,374 miljoen EUR geraamd. Het
grootste onderdeel van de kosten bedraagt meer dan 38 miljoen EUR en heeft
betrekking op de transportsector. Het op één na grootste onderdeel van de kosten heeft
betrekking op de bescherming van cultureel erfgoed en bedraagt meer dan
7 miljoen EUR.
(8)
De getroffen regio is een "minder ontwikkelde regio" in het kader van de Europese
structuur- en investeringsfondsen (2014-2020). De Griekse autoriteiten hebben aan de
Commissie niet te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van het ESIfondsprogramma over te hevelen naar herstelmaatregelen.
(9)
Momenteel lopen tegen Griekenland geen inbreukprocedures op het vlak van de
uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer. Griekenland,
seismologisch een van de meest actieve landen in Europa, heeft getracht een kader
voor de preventie en het beheer van de risico's van natuurrampen op te zetten. De
eerste Griekse aardbevingsverordening (EAK-2000) is in 1959 in werking getreden en
is sindsdien herhaaldelijk gewijzigd. In 2003 werd een nieuwe kaart van seismische
risicozones aan de verordening toegevoegd. De organisatie voor seismologische
planning en bescherming (OASP) is een publiekrechtelijke rechtspersoon en staat
onder toezicht van het ministerie van Infrastructuur, vervoer en netwerken. Zij heeft
tot doel de desastreuze gevolgen van aardbevingen zoveel mogelijk te beperken.
(10)
Op het moment van de indiening van de aanvraag liepen tegen Griekenland geen
inbreukprocedures op het vlak van de Uniewetgeving in verband met de aard van de
ramp.
(11)
De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door
verzekeringen worden gedekt.
3
NL
3.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling
van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20203, en met name artikel 10, maakt
het mogelijk om met een jaarlijks maximum van 500 miljoen EUR (in prijzen van 2011)
middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna "het fonds" genoemd) ter
beschikking te stellen boven het maximum dat voor de betrokken rubrieken in het meerjarig
financieel kader is vastgesteld. De voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen zijn
vermeld in Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het
Solidariteitsfonds van de Europese Unie, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 661/2014 van
het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014. De voorwaarden voor de
beschikbaarstelling zijn vastgesteld in punt 11 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2
december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer4.
Aangezien solidariteit de belangrijkste reden voor de oprichting van het fonds was, is de
Commissie van mening dat de steun van het fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet
op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel voor steun bij een grote
natuurramp overstijgt (0,6% van het bni of 3 miljard EUR in prijzen van 2011, indien dit
bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het
verleden werden de toewijzingen voor grote natuurrampen vastgesteld op 2,5 % van de totale
directe schade onder de drempel en 6 % van de schade boven de drempel. Voor regionale
rampen en rampen aanvaard op basis van de "buurland"-regel bedraagt het percentage 2,5 %.
De bijdrage mag de geraamde totale kosten van de voor steun in aanmerking komende acties
niet overschrijden. De methode voor het berekenen van de steun uit het Solidariteitsfonds
werd beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds 2002-2003 en is goedgekeurd
door de Raad en het Europees Parlement.
Op basis van de aanvraag van Griekenland en uitgaande van de raming van de totale
veroorzaakte directe schade, wordt de steun uit het fonds als volgt berekend:
Ramp
GRIEKENLAND
Directe schade
(miljoen EUR)
2,5 % van de
directe schade
tot maximum
(in EUR)
66,073
1 651 834
TOTAAL
6 % van de
directe
schade boven
maximum
Voorgesteld totaal
steunbedrag
(in EUR)
-
1 651 834
1 651 834
Bij de vaststelling van de begroting 2016 werd een bedrag van 50 000 000 EUR vrijgemaakt
voor de betaling van voorschotten en de overeenkomstige vastlegging- en betalingskredieten
werden in de begroting opgenomen. In het licht van het onderzoek van deze aanvraag5 en
rekening houdend met het maximumbedrag dat uit het fonds mag worden uitgekeerd, stelt de
Commissie voor om middelen uit het fonds ter beschikking te stellen, door een bedrag van
1 651 834 EUR te besteden uit de middelen ten belope van 50 000 000 EUR die in de
begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 specifiek zijn vrijgemaakt voor
de betaling van voorschotten.
3
4
5
NL
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
Mededeling aan de Commissie C(2016) 3872.
4
NL
Aangezien reeds een voorschot van 164 798 EUR werd betaald overeenkomstig artikel 4 bis,
lid 2, van de verordening, bedraagt het nog te betalen saldo 1 487 036 EUR.
Na betaling van het bovengenoemde voorschot bedraagt het beschikbare saldo voor de
betaling van voorschotten in de begroting 49 835 202 EUR. In overeenstemming met punt 11
van het Interinstitutioneel Akkoord, dat voorziet in de mogelijkheid om kredieten te
herschikken, stelt de Commissie voor om het bedrag van 1 487 036 EUR dat nodig is voor
Griekenland uit het beschikbare saldo te trekken. Na betaling van het saldo blijft een bedrag
van 48 348 166 EUR beschikbaar voor verdere voorschotten die in 2016 moeten worden
betaald voor noodgevallen. Op basis van de thans beschikbare informatie wordt dit bedrag
toereikend geacht voor nieuwe aanvragen die eventueel in de rest van het jaar worden
ingediend.
Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoog-procedure ingeleid overeenkomstig
punt 11 van het Interinstitutioneel Akkoord6.
6
NL
6
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
5
NL
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de
Europese Unie om steun te geven aan Griekenland naar aanleiding van de aardbeving
die in november 2015 de Ionische eilanden heeft getroffen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting
van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie7, en met name artikel 4, lid 3,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in
begrotingszaken en een goed financieel beheer8, en met name punt 11,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna „het fonds” genoemd) heeft tot
doel de Unie in staat te stellen snel, doeltreffend en soepel op noodsituaties te reageren
om solidariteit te betonen met de bevolking van door natuurrampen getroffen regio's.
(2)
Zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de
Raad9 mag het fonds het jaarlijkse maximumbedrag van 500 miljoen EUR (prijzen
2011) niet overschrijden.
(3)
Griekenland heeft op 5 februari 2016 een aanvraag tot beschikbaarstelling van
middelen uit het fonds ingediend, nadat de Ionische eilanden in november 2015
werden getroffen door een aardbeving.
(4)
De aanvraag van Griekenland voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een
financiële bijdrage uit het Fonds, zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG)
nr. 2012/2002.
(5)
Er moeten derhalve middelen uit het fonds beschikbaar worden gesteld om te voorzien
in een financiële bijdrage aan Griekenland.
(6)
Bij Besluit (EU) 2016/252 van het Europees Parlement en de Raad10 werd een bedrag
van 50 000 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten uit het Solidariteitsfonds
van de Europese Unie beschikbaar gesteld voor de betaling van voorschotten voor het
begrotingsjaar 2016. Deze kredieten zijn slechts in zeer beperkte mate gebruikt.
7
PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.
8
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het
meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
Besluit (EU) 2016/252 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de
beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor de betaling van
voorschotten (PB L 47 van 24.2.2016, blz. 5).
8
9
10
NL
6
NL
Bijgevolg is er ruimte om het volledige bedrag van de beschikbaarstelling te
financieren via herschikking van de kredieten voor de betaling van voorschotten, die
beschikbaar zijn in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016.
(7)
Ter beperking van de tijd die nodig is om middelen uit het Fonds ter beschikking te
stellen, dient dit besluit van toepassing te zijn vanaf de datum waarop het wordt
vastgesteld,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In het kader van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt uit
het Solidariteitsfonds van de Europese Unie 1 651 834 EUR aan vastleggings- en
betalingskredieten beschikbaar gesteld aan Griekenland.
Het volledige bedrag van de in de eerste alinea bedoelde beschikbaarstelling wordt
gefinancierd met de kredieten die in de begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016
beschikbaar zijn gesteld voor de betaling van voorschotten, en het beschikbare bedrag voor
voorschotten wordt dienovereenkomstig verlaagd.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van
de Europese Unie.
Het is van toepassing vanaf ... [de datum van vaststelling ervan].
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
NL
Voor de Raad
De voorzitter
7
NL
Download