SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN Toegepaste biologie TB42 2016-2017 “HAMSTER” HFOTO KENMERKEN HAMSTER Soortgroep (CRICETIDAE) → woelmuisachtigen Hoofd-biotoop Eurazië → leeft op zandvlaktes, woestijnachtige gebieden en leven alleen Uiterlijke kenmerken 10-18cm Grote diversiteit aan vachtkleuren Korte staart Geurklier Koele en vochtige plaatsen onder de grond Extra foto’s BRUINE RAT KENMERKEN BRUINE RAT Soortgroep Rattus → echte ratten (Rattus norvegicus) Hoofd-biotoop Verspreid over de hele wereld, vochtige plaatsen (riolen) en kruipruimten (bij mensen) Uiterlijke kenmerken 21-29 cm lichaam 15-23 cm staart Grijsbruine vacht, witgrijze kleur op de buik Extra foto’s GROOT DUINSTERRETJE KENMERKEN GROOT DUINSTERRETJE Soortgroep Mossen → bladmossen (Syntrichia ruralis) Hoofd-biotoop Droog schraalland, grof zand en gruis Uiterlijke kenmerken Pionierssoort Geelgroene bladen Een lange gestekelde glashaar uitstekende nerf die water vasthoudt voor droge tijden. Extra foto’s “PARAPLUUTJESMOS” KENMERKEN PARAPLUUTJESMOS Soortgroep Levermossen Hoofd-biotoop Kale cultuurgrond Uiterlijke kenmerken Pionierssoort Leerachtige bladeren Steeltje met ‘parapluutjes’ Extra foto’s “VEENMOS” HOOFDFOTO KENMERKEN VEENMOS Soortgroep Mossen (Bryophyta) Hoofd-biotoop Natte gebieden (laagveen en hoogveen) Uiterlijke kenmerken Onderkant sterft steeds af en bovenkant groeit aan. Daaronder groeit een pakket aan dood organisch materiaal Nemen water op. Extra foto’s ZWARTE ROODSTAART KENMERKEN ZWARTE ROODSTAART Soortgroep Vliegenvangers Hoofd-biotoop Stedelijk vaak in holtes Uiterlijke kenmerken Ze worden 13 tot 14.5 cm groot Mannetje is zwart met een witte vlek op de vleugels Vrouwtjes zijn vaak lichter zwart vaan bruin en hebben geen witte vlek Beide hebben roestbruine staatveren Extra foto’s GAFFELTAND KENMERKEN GAFFELTAND Soortgroep bladmossen Hoofd-biotoop overal Uiterlijke kenmerken Wordt 5 tot 10 cm hoog en vormt glanzend groente tapijten Stengels zijn onvertakt De bladeren hebben een eironde voet, een gezaagde bladrand, een spitse vorm en groeien en dezelfde richting Extra foto’s GESNAVELD KLAUWTJESMOS KENMERKEN GESNAVELD KLAUWTJESMOS Soortgroep bladmossen Hoofd-biotoop overal Uiterlijke kenmerken Liggende stengel tot 10 cm lang De sporogoon groeit krom en ziet er uit als een soort klauw. Ook te toppen van de bladeren groeien krom. Extra foto’s EXTRA FOTO’S FRAAI HAARMOS KENMERKEN FRAAI HAARMOS Soortgroep bladmossen Hoofd-biotoop Voedselarm bos Uiterlijke kenmerken Rechtopstaande onvertakte stengels die 15 cm lang kunnen worden. De bladeren zijn 9 tot 12 mm lang en lopen spits toe. Extra foto’s GEWOON STERRENMOS KENMERKEN GEWOON STERRENMOS Soortgroep bladmossen Hoofd-biotoop Voedselarm bos Uiterlijke kenmerken Erg herkenbaar door de scherpen tanden aan de bladrand Extra foto’s BOOMPIEPER KENMERKEN ● Biotoop: moerassen en bossen ● Kenmerken: geelachtige vogel met roze poten en donkere strepen op de borst BASTERDZANDLOOPKEVER KENMERKEN ● Biotoop: duinen en heides ● Kenmerken: een bruine schild met witte vlekken GROOT HEKSENKRUID KENMERKEN ● Biotoop: bossen en duinen ● Kenmerken: korte harige stengels, eironde bladeren. KNOTSWIER KENMERKEN ● Biotoop: stenige kustlijnen ● Kenmerken: de blaasjes in de blaadjes zijn voortplantingsorganen en de blaasjes in de stengels zijn gevuld met gas BLAASWIER KENMERKEN ● Biotoop: rotskusten ● Kenmerken: olijfgroene bladeren van 50 cm lang en 2cm breed GEELGORS HOOFDFOTO GEELGORS Soortgroep gorzen Hoofd-biotoop Halfopen landschappen Uiterlijke kenmerken Mannetje is duidelijk te herkennen aan grotendeels gele kop en geel op onderdelen. Vrouwtje en jonge vogels zijn minder duidelijk te herkennen, maar vrouwtje vaak nog veel (licht)geel. In alle kleden opvallende roodbruine stuit en witte buitenste staartpennen. 15,5 – 17 cm Extra foto’s REUZENPAARDENSTAART HOOFDFOTO REUZENPAARDENSTAART Soortgroep paardenstaarten Hoofd-biotoop Bosranden, bermen en graslanden Uiterlijke kenmerken 30 – 180 cm hoog. Bleekwitte stengels van ongeveer 1 cm dik. De stengels zijn vertakt in regelmatige, dichte kransen. De tot 2 cm lange stengelscheden zijn bleekgroen, de bovenrand is bruinig en met lange priemvormige, bruine tanden. Voortplanting door middel van sporen. De vruchtbare stengels verschijnen eerder dan de onvruchtbare. Extra foto’s BOSPAARDENSTAART HOOFDFOTO BOSPAARDENSTAART Soortgroep paardenstaarten Hoofd-biotoop Bosranden, houtwallen en waterkanten Uiterlijke kenmerken 15 - 75 cm hoog. De gladde of iets ruwe, 3-5 mm dikke stengels hebben tien tot achttien ribben. Ze vormen dichte kransen van groene overhangende dunne takken, die zich veervormig vertakken. Ook de zijtakken kunnen weer vertakken. Het is een sporenplant. De vruchtbare stengels verschijnen gelijktijdig met de onvruchtbare stengels. Extra foto’s SCHAAFSTRO HOOFDFOTO SCHAAFSTRO Soortgroep paardenstaarten Hoofd-biotoop Bosranden, waterkanten, langs spoorwegen Uiterlijke kenmerken 40 – 100 cm hoog. De rechtopstaande stengels 3 tot 6 mm dik. Ze zijn niet vertakt, zeer ruw en op de knopen iets ingesnoerd. De stengelscheden zijn 4 tot 9 mm, grijsgroen en meestal met een zwarte band aan de bovenkant. Het is een sporenplant. De sporenaar is eivormig. Extra foto’s BOSRANK HOOFDFOTO BOSRANK Soortgroep ranonkelfamilie Hoofd-biotoop Bosranden, houtwallen, waterkanten, zeeduinen Uiterlijke kenmerken 3 – 30 meter groot. De houtige, strobruine stengels kunnen klimmen, winden of kruipen. Het sap is giftig. De tegenoverstaande bladeren zijn verdeeld in drie of vijf lang gesteelde ei- of hartvormige grof getande deelblaadjes. Ze hebben een spitse top en vaak een gebogen steel. Een eenzadige dopvrucht of nootje. De dopvruchtjes zijn voorzien van lange geveerde vruchtsnavels. Ze zijn zilverwit behaard en worden tot vier cm lang. Extra foto’s “ROODBORSTTAPUIT” KENMERKEN ROODBORSTTAPUIT Soortgroep Vogels (lijsterfamilie) Hoofd-biotoop halfopen, meestal schaars begroeide landschappen, hoogvenen, heuvelland Uiterlijke kenmerken • Mannetje in broedtijd: Zwarte kop met duidelijke witte plekken op zijkant van kop. • Oranje borst • Vrouwtje in broedtijd: • Van boven bruin gekleurd, geen witte halsvlekken. Algemeen: • Zangvogel • Insecteneter • 11,5 tot 13 cm groot Extra foto’s “GROTE RATELAAR” KENMERKEN GROTE RATELAAR Soortgroep Planten (bremraapfamilie) Hoofd-biotoop Vochtige, matig voedselrijke grond Uiterlijke kenmerken • 10 – 80 cm hoge plant • Gele bloemen met paarse lip. Extra foto’s “KLEINE RATELAAR” KENMERKEN KLEINE RATELAAR Soortgroep Planten (Bremraapfamilie) Hoofd-biotoop Vochtige en matig voedselrijke grond Uiterlijke kenmerken • 10-50 cm grote plant • Gele bloembladeren (geen paars puntje) • Meer speervormige bladeren dan de grote ratelaar Extra foto’s “HEIDEKARTELBLAD” KENMERKEN HEIDEKARTELBLAD Soortgroep Planten (bremraapfamilie) Hoofd-biotoop Natte tot vochtige, vrij zure grond (zoals bijv. Heide) Uiterlijke kenmerken • • • • • Extra foto’s Paarse bloemen Diep gekarteld blad 8-25cm Middelste stengel staat rechtop en is niet vertakt Halfparasiet “EIKVAREN” KENMERKEN EIKVAREN Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Nederland en België, bermen en graslanden Uiterlijke kenmerken • • • • Extra foto’s Horizontaal kruipend blad Sporenhoopjes aan de onderkant Balderen 10-80cm lang Groene bladeren, meerjarige plant “SLOBEEND” KENMERKEN SLOBEEND Soortgroep eendachtingen Hoofd-biotoop Watergebieden, in Noord-Amerika, Europa en Azië Uiterlijke kenmerken Opvallend grote spatelvormige snavel Mannetje: groene kop gele ogen Vrouwtje: bruin met een oranje snavel Ongeveer 50 cm lang Extra foto’s “MOERASWOLFSKLAUW” KENMERKEN MOERASWOLFSKLAUW Soortgroep Wolfsklauwfamilie Hoofd-biotoop Natte,zure zandgronden Uiterlijke kenmerken 3-10 cm hoog met een 15 cm lange kruipende stengel de aren met vruchtbare bladeren verschijnen in juliseptember Sporen op de bladeren aan de voet van de stengel Extra foto’s “GROTE WOLFSKLAUW” KENMERKEN GROTE WOLFSKLAUW Soortgroep Wolkfsklauwfamilie Hoofd-biotoop Voedselarme zandgronden Uiterlijke kenmerken Wordt ongeveer 5-15 cm hoog maar de kruipende hoofdstengel kan wel 4m lang worden Aan de top zit een lange glasachtige haar Sporen op de bovenkant van de bladeren bij de voet van het blad Extra foto’s “HEERMOES” KENMERKEN HEERMOES Soortgroep paardenstaarten Hoofd-biotoop Open gronden Uiterlijke kenmerken In het voorjaar verschijnen de bladgroenloze stengels Wordt ongeveer 40 cm hoog De sporenaar zit bovenop de stengel Verspreidt zich via sporen die uitgroeien tot een prothallium of voorkiem De soort maakt ook wortelstokken Extra foto’s “LIDRUS” KENMERKEN LIDRUS Soortgroep paardenstaartfamilie Hoofd-biotoop Natte-voedselrijke grond Uiterlijke kenmerken 20-60 cm hoog Holle stengel Blad in kransen Witte stengelschede In mei-juni verschijnen de sporenaren Extra foto’s