IP/00/775 Brussel, 13 juli 2000 Douanefraude: de Commissie besluit dat importeurs douanerechten op goederen met valse oorsprongscertificaten moeten betalen De Europese Commissie heeft besloten EU-importeurs douanerechten te doen betalen op goederen die in de Gemeenschap zijn ingevoerd met zo een 5000 oorsprongscertificaten die tussen 1994 en 1996 door de autoriteiten van Bangladesh zijn afgegeven. De Commissie is van oordeel dat niet is aangetoond dat de goederen in kwestie van oorsprong zijn uit Bangladesh, zodat ze niet in aanmerking komen voor het nulrecht dat in het kader van het stelsel van algemene preferenties (SAP) voor goederen uit Bangladesh geldt. Het besluit is gebaseerd op de noodzaak om de financiële belangen van de Gemeenschap tegen fraude te beschermen (gemeenschappelijke douanetariefrechten worden in de Gemeenschapsbegroting gestort, en vertegenwoordigen circa 12,4% van de totale inkomsten in 2000). Uit verschillende onderzoeken van de Commissie bleek dat zich in Bangladesh op grote schaal problemen met de werking van het SAP voordeden, met name in de periode van 1994 tot 1996. Er werd geconstateerd dat goederen uit andere landen dan Bangladesh in de EU werden ingevoerd met certificaten van oorsprong uit Bangladesh. Het resultaat daarvan was dat de uitvoer uit andere landen dan Bangladesh profiteerde van het nulrecht bij invoer dat in het kader van het SAP is toegekend aan Bangladesh, een van de minst ontwikkelde landen in de wereld. Tegelijk verloor de Gemeenschapsbegroting inkomsten uit douanerechten die verschuldigd waren op goederen ingevoerd uit landen die buiten het SAP vallen. Sinds 1997 hebben de Bengalese autoriteiten hun procedures voor de afgifte van oorsprongscertificaten verbeterd en nog eens 14.500 oorsprongscertificaten geannuleerd (met als gevolg dat de importeurs bijkomende douanerechten dienden te betalen). De autoriteiten van Bangladesh hebben evenwel niet tijdig geantwoord op de verzoeken eind 1997 en begin 1998 voor de verificatie achteraf van bijkomende SAP oorsprongscertificaten formulier A die zij in de periode 1994-1996 hadden afgegeven, teneinde na te gaan of de desbetreffende certificaten wel degelijk voor goederen met oorsprong uit Bangladesh waren afgegeven. De Commissie heeft besloten dat zij er niet mee kan instemmen dat in dit geval een uitzondering kan worden toegestaan op grond van 'bijzondere omstandigheden". De betrokken douanerechten zullen thans door de importeurs van de goederen in de Gemeenschap aan de lidstaten moeten worden betaald. Indien de lidstaten de rechten die op de desbetreffende goederen verschuldigd zijn niet innen, zullen zij zelf het geld aan de Gemeenschapsbegroting moeten betalen. In de praktijk zijn de verschuldigde rechten al grotendeels door de importeurs betaald als gevolg van: - de onderzoeken die de Commissie heeft opgestart; - een bericht in het Publicatieblad van de EU waarin werd gewaarschuwd dat er ernstige twijfels bestonden over de geldigheid van de Bengalese oorsprongscertificaten die in de periode 1994-1996 waren afgeven, en - verschillende waarschuwingen door de eenheid fraudebestrijding van de Commissie aan de douanediensten van de lidstaten. Het besluit van de Commissie vormt een uiting van haar vaste wil om de financiële belangen van de Gemeenschap tegen fraude te beschermen. Die vastbeslotenheid heeft ertoe geleid dat de Commissie in december 1999 heeft gedreigd een voorstel tot wijziging van het Communautair Douanewetboek in te trekken, omdat zij van oordeel was dat de compromistekst waarover de Raad van Ministers een besluit moest nemen, onvoldoende garanties bevat tegen de invoer van goederen met valse oorsprongscertificaten (zie IP/99/926). De Raad heeft nadien ingestemd met een herziene versie van het Douanewetboek, die garanties bevatte tegen fraude als gevolg van het gebruik van onjuiste oorsprongscertificaten (zie IP/00/268). De invoer van goederen uit ontwikkelingslanden met vrijstelling van rechten in het kader van het SAP heeft tot doel de economische ontwikkeling van die landen te stimuleren. Om voor een dergelijke vrijstelling van rechten in aanmerking te komen dienen de goederen te voldoen aan fabricageregels of "oorsprongsregels", die ervoor moeten zorgen dat de goederren effectief zijn vervaardigd in een land dat onder het SAP valt. Het aandeel van materialen uit andere landen is beperkt. 2