pres.

Informatica 1, Blok 1,
Hoofdstuk 2
Inleiding
informatiesystemen
Wat is een systeem?
Systeem
Een samenhangend,
geordend geheel van
onderdelen/componenten
die een
gemeenschappelijk doel
dienen.
Enkele voorbeelden van systemen:



Bloedsomloop:
– Samenwerkende componenten die gericht zijn op het
transporteren van zuurstof
– Doel: energie leveren aan spieren en organen.
Huisvuil-ophaaldienst:
– Samenwerkende componenten die gericht zijn op het
afvoeren van huisvuil
– Doel: de stad leefbaar houden.
Informatiesysteem:
– “Een systeem, dat gericht is op het leveren van informatie
om een bepaald doel te bereiken”.
Elk systeem heeft systeemfuncties:
Invoer
 verwerking
 uitvoer
 opslag
 (be)sturing
terugkoppeling/feedback


Wat is sturing en terugkoppeling?
Feedback:
Sturing:
Geeft informatie aan
invoer, verwerking
en uitvoer om
systeem goed te
laten functioneren
Feedback geeft
informatie omtrent de
werking van het
systeem
Componenten/hulpbronnen
van een informatiesysteem
Mensen
Gegevens
Procedures/regels
gegevensverwerking
hardware
software
informatie
Waaraan moet informatiesysteem voldoen?

informatiebehoefte van de gebruiker
–
Voorbeeld: wanneer er een bekertje uit de pinautomaat komt dan
voldoet het informatiesysteem niet aan de informatiebehoefte van de
klant. Deze verwacht geld en geen koffie.
betrouwbaar
 continuïteit
 efficiënt
 effectiviteit

Soorten informatiesystemen:

Managementinformatiesystemen
–

strategisch van aard
Operationele informatiesystemen
–
ondersteunen de gegevensverwerking bij het
uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden
(kwaliteitseisen)
Waaraan moet informatie voldoen?




Volledigheid
Relevantie
Actualiteit
Juistheid




Nauwkeurigheid
Controleerbaarheid
overzichtelijkheid
tijdigheid