SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cisplatine Hospira 50 mg/50 ml Onco-Tain oplossing voor injectie Cisplatine Hospira 100 mg/100 ml Onco-Tain oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cisplatine Hospira 50 mg/50 ml Onco-Tain en Cisplatine Hospira 100 mg/100 ml Onco-Tain bevatten als actief bestanddeel cisplatine overeenkomend met een concentratie van respectievelijk 50 mg/50 ml en 100 mg/100 ml. Hulpstof met bekend effect: Elke injectieflacon van 50 ml bevat 450 mg natriumchloride equivalent aan ongeveer 177 mg (7,7 mmol) natrium. Elke injectieflacon van 100 ml bevat 900 mg natriumchloride equivalent aan ongeveer 354 mg (15,4 mmol) natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Cisplatine is aangewezen als palliatieve behandeling, hetzij in combinatie met andere therapievormen, hetzij in associatie met andere chemotherapeutica bij gevallen van: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 4.2. maligne epitheliale testistumoren; uitgebreide of metastatische ovariumtumoren; uitgebreide of metastatische tumoren van hoofd en hals; uitgebreide of metastatische blaastumoren; de verschillende types van uitgebreide of metastatische longtumoren; osteosarcoma’s; tumoren van de slokdarm; tumoren van de prostaat; bepaalde maligne tumoren bij kinderen, neuroblastomas inbegrepen. Dosering en wijze van toediening Dosering Toediening van cisplatine in monotherapie: Dosering bij volwassenen en kinderen: hetzij 50 à 120 mg/m² in een éénmalige IV toediening; kuur iedere 3 à 4 weken te herhalen; hetzij 15 à 20 mg/m² intraveneus per dag gedurende vijf opeenvolgende dagen; kuur iedere 3 à 4 weken te herhalen. Pagina 1 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Therapie in combinatie met andere cytostatica: De dosis van cisplatine moet naar behoren worden aangepast. Wijze van toediening De oplossing mag uitsluitend via een intraveneuze perfusie toegediend worden over een periode van 6 tot 8 uur. Een urineproductie van 100 ml/uur of meer vermindert de nefrotoxiciteit van cisplatine. Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel Voorafgaande hydratatie: Acht à twaalf uur vóór de toediening van cisplatine wordt een hydratatie gestart (1 à 2 liter). Een gelijkaardige hydratatie zal uitgevoerd worden na de toediening van Cisplatine Hospira. Eigenlijke toediening: Geen naalden in aluminium gebruiken bij de toediening van cisplatine omdat er een neerslag kan ontstaan. Het is aan te bevelen de snelheid van toediening te controleren; deze mag niet groter zijn dan 1 mg/minuut. Het geneesmiddel wordt verdund in 2 liter van 5% dextrose in (1/3 of 1/2 normale zoutoplossing die 37,5 g mannitol bevat. Het geneesmiddel wordt dan in een infuus van 6 à 8 uur toegediend. Een aangepaste hydratatie en een urinair bilan moeten uitgevoerd worden tijdens de eerste 24 uur die volgen op de toediening. Toediening van cisplatine werd geassocieerd met afwijkende concentraties van de serum-elektrolyten (Mg, K, Na, Ca), waaronder een symptomatische hypomagnesiëmie. Vandaar wordt aanbevolen om voor, tijdens en na iedere behandelingscyclus deze serumconcentraties te controleren. Nieuwe kuren: Een nieuwe kuur met cisplatine mag niet toegediend worden: vooraleer de serumcreatinine spiegel lager is dan 1,5 mg/100 ml en de ureumspiegel lager dan 25 mg/100 ml; vooraleer de circulerende bloedcellen een aanvaardbaar niveau hebben bereikt (bloedplaatjes > 100.000/mm³, witte bloedcellen > 4.000/mm³); vooraleer de audiometrische analyse aangetoond heeft dat het gehoor binnen normale grenzen ligt. Waarschuwing: Zoals het geval is met alle potentieel toxische producten, moeten de nodige voorzorgen genomen worden bij de manipulatie van cisplatine oplossing. Huidletsels zijn mogelijk indien men per ongeluk in contact komt met het product. Het gebruik van handschoenen is aan te raden. Indien de oplossing van cisplatine in contact is gekomen met huid of slijmvliezen, is het aanbevolen de huid of de slijmvliezen overvloedig te wassen met water en zeep. Het verdient aanbeveling de procedures voor de manipulatie van cytostatica nauwkeurig te volgen. 4.3. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor andere platinabevattende substanties. Cisplatine is tegenaangewezen tijdens de zwangerschap en borstvoeding. Cisplatine is tegenaangewezen bij gedeshydrateerde patiënten, bij patiënten met immunosuppressie door beenmergdepressie en bij patiënten met voorafbestaande nier- en gehoorstoornissen omdat cisplatine nefro- en neurotoxisch is (vooral ototoxisch). Deze toxiciteiten kunnen cumulatief zijn Pagina 2 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN indien dergelijke aandoeningen reeds aanwezig zijn. Gelijktijdige toediening van vaccin tegen gele koorts is gecontraïndiceerd. 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Cisplatine reageert met metallisch aluminium waarbij een zwart platina-precipitaat gevormd wordt. Alle IV sets, naalden, katheters en injectiespuiten die aluminium bevatten moeten worden vermeden. Het gebruik van cisplatine moet voorbehouden blijven aan deze hospitaaldiensten die ervaring hebben met dit soort behandelingen. Cisplatine mag slechts toegediend worden onder strenge controle van een geneesheer gespecialiseerd in het gebruik van de anticancereuze chemotherapeutica. Een aangepaste monitoring en een goed verloop van de behandeling en eventuele complicaties zijn slechts mogelijk in aanwezigheid van een juiste diagnose en precieze behandelingsmodaliteiten. 1. Nefrotoxiciteit: cisplatine veroorzaakt ernstige cumulatieve nefrotoxiciteit, die kan gepotentialiseerd worden door antibiotica van de familie van de aminosides. Een urine output van 100 ml/uur of meer zal de nefrotoxiciteit veroorzaakt door cisplatine minimaliseren. Dit kan worden bereikt door prehydratatie met 2 liter van een geschikte intraveneuze oplossing, alsook soortgelijke post-cisplatine hydratatie (aanbevolen: 2500 ml/m 2/24 uur). Als krachtige hydratatie onvoldoende is om een adequate urine output te handhaven, kan een osmotisch diureticum worden toegediend (bijv. mannitol). De creatinine-, magnesium-, natrium-, kalium-, calcium- en ureumspiegels evenals de creatinineclearance moeten bepaald worden vooraleer de behandeling te beginnen en ook voor elke nieuwe kuur. 2. Neuropathie: gevallen van ernstige neuropathieën zijn gerapporteerd geweest. Deze neuropathieën kunnen irreversibel zijn en manifesteren zich door paresthesieën, een areflexie en een verlies van het proprioceptief systeem en het gevoel van trillingen. Een verlies van motorische beheersing is ook gerapporteerd geweest. Een neurologisch onderzoek dient periodisch uitgevoerd te worden. 3. Ototoxiciteit: werd waargenomen bij 31% van de patiënten behandeld met één enkele dosis cisplatine 50 mg/m2 en treedt op onder de vorm van suizen en/of gehoorverlies wat betreft hoge frequenties(4000 tot 8000 Hz) en soms doofheid. Occasioneel komt een verminderd vermogen om de tonen in een conversatie te horen voor. Ototoxiciteit kan meer uitgesproken zijn bij kinderen die behandeld worden met cisplatine. Gehoorverlies kan zowel unilateraal als bilateraal zijn en treedt meer en ernstiger op bij herhaalde doses; doofheid na initiële cisplatine dosis is zelden gemeld. Ototoxiciteit kan versterkt worden door voorgaande gelijktijdige craniale bestraling en kan gerelateerd worden aan de piekplasmaconcentratie van cisplatine. Het is onduidelijk of cisplatine-geïnduceerde ototoxiciteit reversibel is. Aangezien de ototoxiciteit cumulatief is, moeten audiometrische tests uitgevoerd worden voor de behandeling te starten en voor elke latere dosis. Vestibulaire toxiciteit werd ook gerapporteerd. (zie rubriek 4.8). 4. Reacties van het allergische type: aangezichtsoedeem, bronchoconstrictie, tachycardie en hypotensie die optreden binnen de minuut die volgt op de toediening van cisplatine en leiden tot een genoodzaakte stopzetting van de infusie en een geschikte symptomatische behandeling. Epinefrine, steroïden en antihistaminica waren doeltreffend in het opheffen en verzachten van de symptomatologie verbonden met deze verschijnselen. Allergische kruisreacties, in sommige gevallen fataal, werden gemeld bij alle platinaverbindingen (zie rubrieken 4.8 & 4.3). De rubberstop van de injectieflacon bevat droog natuurlijk rubber (een derivaat van latex), dat allergische reacties kan veroorzaken. 5. De leverfunctie en de bloedformule moeten periodisch gecontroleerd worden. 6. Zwangerschap (zie rubriek 4.6). 7. Carcinogeen potentieel: bij mensen, in zelden voorkomende gevallen viel het opduiken van acute leukemie samen met het gebruik van cisplatine, wat in het algemeen geassocieerd wordt met andere leukemogene agentia. Cisplatine is een bacterieel mutageen en veroorzaakt chromosoom aberraties in dierlijke celculturen. Carcinogeniteit is mogelijk maar werd niet aangetoond. Cisplatine is teratogeen en embryotoxisch in muizen. 8. Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen optreden tijdens de toediening van cisplatine. Pagina 3 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Gelet op het mogelijk optreden van extravasatie wordt het aangeraden om de toedieningsplaats tijdens de toediening van dichtbij te observeren voor mogelijke infiltratie. Een specifieke behandeling voor extravasatie is momenteel niet bekend. Waarschuwing Dit cytostatisch middel vertoont een hogere toxiciteit dan normaal gezien wordt bij antineoplastische chemotherapie. Niertoxiciteit, dewelke boven alles cumulatief is, is ernstig en vereist bijzondere voorzorgen tijdens toediening (zie rubrieken 4.8 & 4.2) Braken en nausea kunnen intens zijn en een adequate antiëmetische behandeling vereisen. Een nauwgezette supervisie van de patiënt is nodig voor wat betreft de ototoxiciteit, beenmergdepressie en anafylactische reacties (zie rubriek 4.8). Pediatrische patiënten Gehoorstoornissen werden gemeld tijdens de behandeling met cisplatine. Ototoxiciteit kan meer uitgesproken zijn bij kinderen. Jonge leeftijd, hoge cumulatieve doses van chemotherapie, CZStumoren, nierinsufficiëntie en gelijktijdige CZS-bestraling worden als risicofactoren beschouwd. Gevallen van vertraagd optredend gehoorverlies werden gemeld bij pediatrische patiënten. Bij deze populatie wordt een audiometrische follow-up over een langere tijdspanne aangeraden met jaarlijkse gehoortesten en met meer frequente testen als gehoorverlies wordt vastgesteld. Bereiding van de intraveneuze oplossing Waarschuwing Zoals bij alle andere potentieel toxische geneesmiddelen zijn voorzorgen essentieel bij de manipulatie van de cisplatine-oplossing. Huidletsels zijn mogelijk bij accidentele blootstelling aan het geneesmiddel. Het is aangeraden om handschoenen te dragen. In het geval dat de cisplatineoplossing in contact komt met de huid of slijmvliesmembranen, was dan de huid of slijmvliesmembranen uitgebreid met zeep en water. Het wordt aangeraden om conform te zijn met de gepaste procedures voor de manipulatie en eliminatie van cytostatische agentia. Voordat de oplossing toegediend wordt aan de patiënt dient de helderheid van de oplossing en de afwezigheid van partikels geverifieerd te worden. Dit geneesmiddel bevat natrium. Elke injectieflacon van 50 ml bevat 7,7 mmol (of 177 mg) natrium. Elke injectieflacon van 100 ml bevat 15,4 mmol (of 354 mg) natrium. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een gecontroleerd natriumdieet. 4.5. - Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Cumulatieve nefrotoxiciteit met andere potentieel nefrotoxische geneesmiddelen: Gelijktijdige toediening van nefrotoxische (bijv. cefalosporines, aminoglycosides, amfotericin B of contrastmiddel) of ototoxische (bijv. aminoglycosides) geneesmiddelen zal het toxische effect van cisplatine op de nieren potentiëren. Tijdens of na behandeling met cisplatine is voorzichtigheid aanbevolen met substanties die overwegend door de nier worden geëlimineerd, bijv cytostatische agentia als bleomycine en methotrexaat, vanwege de mogelijk verminderde renale uitscheiding. De renale toxiciteit van ifosfamide kan groter zijn wanneer het samen met cisplatine gebruikt wordt of bij patiënten die eerder cisplatine toegediend werden. Een daling van de lithiumserumspiegel werd in een aantal gevallen opgemerkt na behandeling met cisplatine gecombineerd met bleomycine en etoposide. Het is daarom aangeraden om toezicht te houden op de lithiumwaarden. Pagina 4 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN - Ototoxische substanties: gelijktijdige toediening van ototoxische (bijv. aminoglycosides, lisdiuretica) geneesmiddelen zal het toxisch effect van cisplatine op de gehoorfunctie potentiëren. Behalve bij patiënten die een dosis cisplatine groter dan 60 mg/m 2 krijgen, waarbij de urinesecretie lager is dan 1000 ml per 24 uur, dient geen geforceerde diurese met lisdiuretica toegepast te worden met het oog op mogelijke schade aan de nierwegen en ototoxiciteit. Ifosfamide kan gehoorverlies doen toenemen, te wijten aan cisplatine. - Levend verzwakte vaccins: Gele koorts vaccin is strikt gecontra-indiceerd omwille van het risico op een fatale systemische vaccinziekte. Met het oog op het risico op een gegeneraliseerde ziekte is het aangeraden een geïnactiveerd vaccin te gebruiken wanneer dit bestaat. Wanneer men tegelijk orale anticoagulantia gebruikt is het aangeraden regelmatig de INR te controleren. Antihistaminica, fenothiazines en anderen: gelijktijdig gebruik van antihistaminica, buclizine, cyclizine, loxapine, meclozine, fenothiazines, thioxanthenen of trimethobenzamiden kunnen ototoxiciteit symptomen maskeren (zoals duizeligheid en tinnitus). De serumspiegels van anticonvulsieve geneesmiddelen kunnen een subtherapeutisch niveau bereiken bij een behandeling met cisplatine. Tijdens een gerandomiseerde studie met betrekking tot de behandeling van ovariumkanker in een geavanceerd stadium, was de responstijd ongunstig beïnvloed wanneer pyridoxine in associatie werd gebruikt met altretamine (hexamethylmelanine) en cisplatine. Paclitaxel: behandeling met cisplatine voorafgaande aan een infusie met paclitaxel zou de clearance van paclitaxel met 33% kunnen verminderen en daardoor de neurotoxiciteit kunnen intensifieren. Zie rubriek 4.4. 4.6. Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap: Cisplatine kan toxisch zijn voor de foetus wanneer het wordt toegediend aan een zwangere vrouw. Cisplatine is mutageen bij bacteriën en leidt tot chromosomale aberraties in een cultuur van dierlijke cellen. Cisplatine is teratogeen en embryotoxisch bij muizen. Het carcinogeen potentieel van cisplatine is aangetoond geweest bij laboratoriumdieren. Bij de man zijn zeldzame gevallen van een acute leukemie voorgekomen na het gebruik van cisplatine, die over het algemeen geassocieerd was met andere leukemie inducerende farmaca. Tijdens de behandeling met cisplatine en gedurende op zijn minst de volgende 6 maanden, dienen aangepaste maatregelen genomen te worden om elke voortplanting te vermijden, dit is van toepassing op patiënten van beide geslachten. Borstvoeding: Cisplatine wordt in de moedermelk uitgescheiden. Bijgevolg dienen patiënten die behandeld worden met cisplatine geen borstvoeding te geven. Vruchtbaarheid: Raadplegen van een geneticus wordt aangeraden in het geval dat de patiënt kinderen wenst te krijgen na beëindigen van de behandeling. Aangezien een behandeling met cisplatine irreversibele onvruchtbaarheid kan veroorzaken, wordt het aangeraden dat mannen die vader wensen te worden in de toekomst, advies inwinnen omtrent cryoconservering van hun sperma voorafgaand aan de behandeling. 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen studies uitgevoerd in verband met de beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Hoe dan ook kan het bijwerkingen-profiel (zoals nefrotoxiciteit) de Pagina 5 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN rijvaardigheid en de bediening van machines beïnvloeden. Men dient bedacht te zijn op mogelijk optreden van tekenen van neurotoxiciteit (gehoorvermindering, gezichtsproblemen), of spierzwakte ten gevolge van hypomagnesiëmie. 4.8. Bijwerkingen De bijwerkingen kunnen dosisafhankelijk en cumulatief zijn. De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen (> 10%) bij cisplatine zijn hematologisch (leucopenie, trombocytopenie en anemie), gastro-intestinaal (anorexie, nausea, braken en diarree), ooraandoeningen (gehoorstoornissen), nieraandoeningen (nierfalen, nefrotoxiciteit, hyperuricemie) en koorts. Ernstige toxische effecten op de nieren, beenmerg en oren zijn gerapporteerd bij tot één derde van de patiënten dewelke een enkele dosis cisplatine ontvingen; de effecten zijn dosisgerelateerd en cumulatief. Ototoxiciteit kan ernstiger zijn bij kinderen. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Tabel: bijwerkingen gerapporteerd tijdens klinische of postmarketing ervaring (volgens MedDRA) Systeem/orgaanklassen Infecties en parasitaire aandoeningen Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen) Bloed- en lymfestelselaandoeningen Immuunsysteemaandoeningen Endocriene aandoeningen Voedings- en stofwisselingsstoornissen Zenuwstelselaandoeningen Oogaandoeningen frequentie vaak niet bekend zelden MedDRA term sepsis infectiea zeer vaak beenmergdepressie, trombocytopenie, leucopenie, anemie niet bekend soms niet bekend Coombs positieve hemolytische anemie, neutropenie zeer vaak soms niet bekend zelden hyponatremie hypomagnesiëmie dehydratatie, hypokalemie, hypofosfatemie, hyperuricemie, hypocalcemie, tetanie convulsie, perifere neuropathie, leucoencephalopathie, reversibel posterieur leucoencephalopathie syndroom niet bekend cerebrovasculair accident, intracerebraal hematoom, ischemische beroerte, ageusie, cerebrale artritis, teken van Lhermitte, myelopathie, autonome neuropathie niet bekend troebel zicht, verworven kleurenblindheid, corticale blindheid, optische neuritis, papiloedeem, retinale pigmentatie acute leucemie anafylactoïdeb reactie verhoging amylase in het bloed, onaangepaste antidiuretische hormoonsecretie Pagina 6 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Systeem/orgaanklassen Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Hartaandoeningen Bloedvataandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkasen mediastinumaandoeningen Maagdarmstelselaandoeninge n Lever- en galaandoeningen frequentie MedDRA term soms ototoxiciteit niet bekend vaak zelden zeer zelden niet bekend niet bekend tinnitus, doofheid niet bekend zelden niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend soms longembolie hartritmestoornis, bradycardie, tachycardie myocardinfarct hartstilstand hartstoornissen trombocytische microangiopathie (hemolytisch uremie syndroom), fenomeen van Raynaud stomatitis braken, nausea, anorexie, hik, diarree verhoogde leverenzymes, verhoging bilirubine in het bloed uitslag, alopecia Huid- en onderhuidaandoeningen Skeletspierstelsel- en spierspasmes bindweefselaandoeningen Nier- en acuut nierfalen, nierfalenc, nierbuisaandoening urinewegaandoeningen Voortplantingsstelsel- en abnormale spermatogenese borstaandoeningen Algemene aandoeningen en niet pyrexie (zeer vaak), asthenie, malaise, extravasatie ter toedieningsplaatsstoornissen bekend hoogte van de toedieningsplaats a: infectieuze complicaties hebben bij sommige patiënten geleid tot overlijden. b: symptomen gerapporteerd bij anaphylactoïde reactie: aangezichtsoedeem, rood worden van de huid, piepende adem, bronchospasmes, tachycardie en hypotensie. c: verhoging in BUN en creatinine, urinezuur serumspiegel, en/of verlaging in creatinineklaring zijn ondergebracht bij nierinsufficiëntie/nierfalen. d: lokale toxiciteit van zacht weefsel waaronder cellulitis, fibrose en necrose (vaak), pijn (vaak), oedeem (vaak) en erytheem (vaak) als gevolg van extravasatie. Stofwisselingsstoornissen Hyperuricemie: Hyperuricemie komt bijna even frequent voor als de verhoging van ureum- en creatinineserumspiegels. Dit verschijnsel is meer uitgesproken na toediening van dosissen hoger dan 50 mg/m². Maximale urinezuurconcentraties in het serum worden meestal waargenomen 3 à 5 dagen na de behandeling. Een behandeling met allopurinol vermindert op doeltreffende wijze de urinezuurspiegels. Hypomagnesiëmie: Vooral in geval van spierklachten dient de magnesiumspiegel gecontroleerd te worden. Endocriene aandoeningen: Syndroom van onaangepaste antidiuretische hormoonsecretie (SIADH). Pagina 7 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Zenuwstelselaandoeningen: Neurotoxiciteit: Bij bepaalde patiënten werd neurotoxiciteit, meestal onder de vorm van perifere neuropathie, vastgesteld. Men heeft ook het verlies van smaak en gevoeligheid gesignaleerd. Neuropathieën, als gevolg van cisplatine, kunnen optreden na langdurige behandelingen (4 à 7 maanden). Plots optredende, kortdurende spierkrampen werden gesignaleerd gewoonlijk bij patiënten met een gevorderde perifere neuropathie die cumulatieve en relatief hoge doseringen van cisplatine toegediend kregen. Toch werden reeds neurologische symptomen waargenomen na eenmalige toediening van cisplatine. De behandeling met cisplatine moet onderbroken worden wanneer neurologische tekens optreden tijdens de eerste kuur. De perifere neuropathie kan misschien omkeerbaar zijn bij bepaalde patiënten. Na toediening van cytostatica, waaronder cisplatine, werden in zeer zeldzame gevallen veranderingen van variabele intensiteit van het gezichtsvermogen beschreven. Deze veranderingen zijn gelukkig van voorbijgaande aard en de patiënten hebben een normaal gezichtsvermogen herwonnen na onderbreking van de behandeling. Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: Ototoxiciteit: Ototoxiciteit werd vastgesteld bij meer dan 31% van de patiënten behandeld met een éénmalige dosis cisplatine van 50 mg/m²: oorsuizen en/of verlies van het gehoor voor hoge frequenties (4.000 à 8.000 Hz). Het vermogen om een normaal gesprek te horen, is soms gestoord. De ototoxische bijwerkingen van cisplatine kunnen ernstiger zijn bij kinderen. Het gehoorverlies kan unilateraal of bilateraal zijn en heeft de neiging frequenter en ernstiger te worden bij herhaalde toediening. De omkeerbaarheid van deze ototoxische verschijnselen werd niet duidelijk bewezen. Pediatrische patiënten Gevallen van vertraagd optredend gehoorverlies werden gemeld bij pediatrische patiënten (zie ook rubriek 4.4). Een zeer strenge controle van de audiometrie moet verzekerd zijn vooraleer cisplatine toe te dienen of een kuur met het product verder te zetten. Hartaandoeningen: Hartstoornissen. Bloedvataandoeningen: Hematologische toxiciteit: Beenmergdepressie wordt bij 25 à 30% van de met cisplatine behandelde patiënten vastgesteld. Een minimaal aantal bloedplaatjes en leucocyten wordt 18 à 23 dagen (uitersten: 7,5 dagen à 45 dagen) na de toediening vastgesteld. Het herstel bij de meeste patiënten gebeurt op de 39 ste dag (uitersten: 13de à 62ste) na toediening van de dosis. Leucopenie en trombocytopenie zijn meer uitgesproken na gebruik van hogere dosis (> 50 mg/m²) en zijn gewoonlijk ernstiger bij patiënten die voordien een behandeling met cytostatica (alkylerende agentia in het bijzonder) ondergaan hebben. De herstelperiode ligt gewoonlijk tussen de 21 en 45 dagen. Het is aanbevolen om iedere week een telling van de bloedelementen uit te voeren. Anemie (reductie > 2 g hemoglobine) komt ongeveer even frequent en op dezelfde tijd voor als de leucopenie en de trombocytopenie. Maagdarmstelselaandoeningen: Gastro-intestinale toxiciteit: Ernstige braakneigingen en braken treden op bij praktisch alle patiënten die met cisplatine behandeld worden. Soms zijn ze zo ernstig dat de toediening van het geneesmiddel onderbroken moet worden. Meestal treden deze verschijnselen op 1 à 4 uur na de behandeling en ten laatste 24 uur na de behandeling. Nausea van uiteenlopende ernst en anorexie kunnen zelfs één week na de behandeling nog aanwezig zijn. Nausea en braken lijken af te nemen indien de patiënt IV gehydrateerd wordt vóór en na de toediening. Bovendien lijken anti-emetica vaak doeltreffend te zijn. Gevallen van diarree werden ook vaak vastgesteld. Pagina 8 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Nier- en urinewegaandoeningen: Nefrotoxiciteit: Nierinsufficiëntie, zowel dosisafhankelijk als dosiscumulatief, vormt de belangrijkste toxiciteitsfactor die een beperking van de cisplatine dosis tot gevolg kan hebben. Niertoxiciteit werd vastgesteld bij 28 à 36% van de patiënten behandeld met een éénmalige dosis van 50 mg/m². Het verschijnsel manifesteert zich tijdens de tweede week die volgt op de toediening van de dosis, en komt tot uiting door een stijging van de ureum-, creatinine- of urinezuur-serumspiegel en/of een vermindering van de creatinineklaring. De niertoxiciteit wordt intenser, zowel wat betreft duur als ernst, wanneer de kuren met cisplatine herhaald worden. Alvorens een nieuwe dosis cisplatine toe te dienen moet de nierfunctie weer genormaliseerd zijn. De nierfunctiestoornis houdt verband met aantasting van de renale tubuli. De nefrotoxiciteit kan verminderd worden door de patiënt intraveneus te hydrateren gedurende 6 à 8 uur of door gebruik te maken van mannitol. Toch kan niertoxiciteit optreden. Lever- en galaandoeningen: Verhoging van transaminasen SGOT. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Reacties gepaard gaande met anafylactische verschijnselen: Deze reacties werden waargenomen bij patiënten die voordien reeds met cisplatine behandeld werden. Ze bestaan uit aangezichtsoedeem, astmatiforme verschijnselen, tachycardie en hypotensie, en treden binnen de eerste minuten na de toediening op. Al deze reacties kunnen onder controle gehouden worden door intraveneuze toediening van epinefrine, corticoïden of antihistaminica. De patiënten die cisplatine krijgen moeten zeer nauwkeurig gevolgd worden in verband met mogelijke anafylactische reacties. Tevens moeten een aangepaste uitrusting en doeltreffende medicaties beschikbaar zijn om dergelijke complicaties te kunnen behandelen. Weinig frequent: anorexie . Gevaar voor weefselnecrose in geval van accidentele extravasatie. Hik. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, afdeling vigilantie, Eurostation II, Victor Hortaplein 40/40, B-1060 Brussel, website: www.fagg.be, e-mail: [email protected]. 4.9. Overdosering Voorzichtigheid is noodzakelijk om een overdosis door onoplettendheid te vermijden. Een acute overdosis met cisplatine kan resulteren in renale insufficiëntie, hepatische insufficiëntie, doofheid, oculaire toxiciteit (hierin begrepen een loskomen van de retina), significante myelosuppressie, onbehandelbaar nausea en braken en/of neuropathie. Een overdosis kan tot de dood leiden. Er bestaat geen enkel specifiek antidotum in het geval van een overdosering met cisplatine. Zelfs wanneer de hemodialyse 4 uur na de overdosis is geïnitieerd, heeft ze weinig effect op de eliminatie van cisplatine uit het lichaam wegens een snelle en sterke binding van cisplatine aan proteïnes. De behandeling van de overdosis bestaat uit algemene ondersteunende maatregelen. Teneinde een overmatige toxiciteit te voorkomen dienen de bloedformule en de nierfunctie nauwkeurig gecontroleerd te worden en moeten de nodige maatregelen getroffen worden door de geneesheer specialist. Pagina 9 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: andere antineoplastische stoffen, platinaverbindingen; ATC-code: L01XA01 Cisplatine is een antineoplastisch agens actief in sommige tumoren bij de mens (testiscarcinoom, ovariumcarcinoom, blaascarcinoom) hetzij in monotherapie hetzij in associatie met andere chemotherapeutische agentia. Cisplatine wordt ook gebruikt bij de palliatieve behandeling van tumoren van hoofd en hals, bepaalde longtumoren, prostaattumoren, osteosarcoma’s en sommige tumoren bij het kind met inbegrip van neuroblastomas. Cisplatine inhibeert de DNA-synthese door productie van dwarsverbindingen binnenin en tussen de DNA-ketens en lijkt actief in alle stadia van de celcyclus. 5.2. Farmacokinetische eigenschappen Na een éénmalige intraveneuze (I.V.) toediening concentreert cisplatine zich in de lever, nieren, dikke darm en jejunum zowel bij de mens als bij het proefdier. Oraal toegediend cisplatine is inactief, de penetratie in het centraal zenuwstelsel is zwak. Na intraveneuze injectie van radioactief cisplatine vermindert de radioactiviteit in het plasma bifasisch. Het initiële halfleven bedraagt 25 à 49 minuten, terwijl het halfleven na distributie ligt tussen 58 en 73 uren. Tijdens de fase die volgt op de distributie is meer dan 90% van de radioactiviteit in het bloed eiwitgebonden. Het grootste deel van cisplatine wordt via de urine geëlimineerd. Toch is de urinaire excretie onvolledig: 27 à 43% van de radioactiviteit wordt via de urine uitgescheiden tijdens de eerste vijf dagen na de toediening. 5.3. Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Niet van toepassing. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen 6.2. Mannitol Natriumhydroxide Zoutzuur Natriumchloride Water voor injectie Gevallen van onverenigbaarheid Aluminium in contact met cisplatine geeft een neerslag (zie rubriek 4.2). 6.3. Houdbaarheid 2 jaar. 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25°C, ter bescherming tegen licht. In-use stabiliteit: vanuit een microbiologisch oogpunt, tenzij de dilutie plaats heeft gevonden in gevalideerde en gecontroleerde aseptische omstandigheden, dient het product onmiddellijk gebruikt te Pagina 10 van 11 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN worden. Indien niet onmiddellijk gebruikt zijn de bewaartermijnen en bewaaromstandigheden voor gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De verkregen oplossing mag niet in de koelkast bewaard worden wegens precipitatie. 6.5. Aard en inhoud van de verpakking Oplossing voor injectie. Cisplatine Hospira 50 mg/50 ml Onco-Tain: 1 glazen injectieflacon bevattende 50 mg cisplatine/50 ml, afgesloten met rubberstop en aluminium dop. Cisplatine Hospira 100 mg/100 ml Onco-Tain: 1 glazen injectieflacon bevattende 100 mg cisplatine/100 ml, afgesloten met rubberstop en aluminium dop. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Het geneesmiddel wordt verdund in 2 liter van 5%dextrose in 1/3 of 1/2 normale zoutoplossing die 37,5 g mannitol bevat. Het geneesmiddel wordt dan in een infuus van 6 à 8 uur toegediend. Een aangepaste hydratatie en een urinair bilan moeten uitgevoerd worden tijdens de eerste 24 uur die volgen op de toediening. De bereide oplossing moet helder en kleurloos zijn. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Hospira Benelux BVBA Noorderplaats 9 B-2000 Antwerpen 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Cisplatine Hospira 50 mg/50 ml Onco-Tain : BE 197486. Cisplatine Hospira 100 mg/100 ml Onco-Tain : BE 197495. Geneesmiddel op medisch voorschrift 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 30/11/1998 Datum van laatste verlenging: 06/02/2003 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 06/2016 Goedkeuringsdatum: 03/2017 Pagina 11 van 11