Behandeling borstkanker 1. Heelkunde (chirurgie) (operatie): - Borstsparend: betekent wegname van het gezwel met veiligheidsmarge van gezond weefsel rondom en wegname van de schildwachtklier (poortwachterklier – sentinel klier). Dit is de lymfeklier die rechtstreeks verbonden is met het gezwel. - De schildwacht klier (sentinel, poortwachter) is de meest revolutionaire techniek bij borstchirurgie in de laatste 3 decennia. Dankzij deze techniek is het risico op een dikke arm minimaal. Professor Makar paste deze techniek in 1996 als eerste toe in Vlaanderen. De techniek is zeer veilig. - Bij borstsparende chirurgie volgt altijd een nabehandeling met bestraling (radiotherapie) van de borst . - Borstsparende chirurgie is niet mogelijk bij grote gezwellen, inname van de tepel, multiple gezwellen of wanneer de borst eerder bestraalde is. Ook bij sommige huidaandoeningen waar postoperatieve radiotherapie niet mogelijk is - Borstamputatie: wanneer borstsparende chirurgie niet mogelijk is werd een borstamputatie uitgevoerd. Een onmiddellijke reconstructie is best mogelijk in veel gevallen. Soms wordt aangeraden om de reconstructie op een latere tijdstip te plannen meestal na afsluiten van de nabehandeling (wanneer noodzakelijk is) . Sentinelklier‐ schildwachtklier, poortwachter klier Het is de lymfeklier rechtstreeks verbonden met het gezwel De sentinel kan geïdentificeerd worden door radioactieve stof en/of blauwe kleurstof in te spuiten rond de tumor Lymfeklieren Vroeger werden alle lymfeklieren van de oksel weggenomen met een bijkomend risico op een dikke arm. Nu is dit niet meer nodig bij kleine tumoren dankzij de sentinel klier procedure. ‐ Pionier werk met sentinelklier (schildwacht ‐ poortwachter klier) ‐ Artikel uit de artsenkrant 2. Chemotherapie (baxters): Chemotherapie is een medicamenteuze antikanker behandeling, vaak via een baxter. Doel is om de vermenigvuldiging en functie van kanker cellen te verhinderen en eventueel kanker cellen uit te schakelen. Chemotherapie kan ook sommige gezonde cellen beschadigen tijdens de behandeling. Dit heeft echter beperkt effect op termijn gezien gezonde cellen beschikken over een groter herstel vermogen. Chemotherapie wordt toegediend op regelmatig interval van enkele weken om het lichaam/beenmerg tijd te geven tot spontaan herstel. Dankzij vooruitgang in de geneeskunde kunnen wij de meeste vervelende bijwerkingen van chemotherapie opvangen zoals misselijkheid, braken, vermoeidheid en bloedarmoede ter gevolge van onderdrukken van beenmerg met een bijkomend risico op infectie. Chemotherapie kan preventief toegediend worden bij patiënten met hoger risico profiel op herval om de kans op genezing te optimaliseren. www.zna.be/nl-BE/overZNA/Medisch aanbod/Oncologiekliniek/Aangeboden zorg/De oncologische behandeling van kanker.aspx 3. Hormoon therapie: Borstkanker is gevoelig in >75% van de gevallen voor de hormonen oestrogeen en/of progesteron. In dergelijke gevallen krijgen patiënten volgens hun menopausale status en risico op herval een antihormonale nabehandeling gedurende 5 tot 10 jaar. De meeste gekende antihormonale middelen zijn Tamoxifen en Aromatase remmers. De meest voorkomende bijwerkingen voor antihormonale behandelingen zijn vapeurs en vaginale droogte. Tamoxifen verhoogt het risico op bloedklonters en afwijkingen van de baarmoederslijmvlies. Aromatase remmers veroorzaken meer gewricht pijnen en osteoporosis. 4. Immunotherapie (Herceptin) Ongeveer 20 % van de vrouwen met borstkanker komen in aanmerking voor deze therapie. Herceptin bevat de werkzame stof trastuzumab, dat een menselijk monoklonaal antilichaam is. Dit is gelijk aan de antilichamen die op natuurlijke wijze door het lichaam zelf geproduceerd worden, om het te beschermen tegen infecties door virussen en bacteriën. Monoklonale antilichamen zijn eiwitten die specifiek andere unieke eiwitten in het lichaam, antigenen genaamd, herkennen en daaraan binden. Trastuzumab bindt selectief aan een antigeen dat humane epidermale groeifactor 2 (HER2) wordt genoemd. HER2 bevindt zich in grote aantallen op het oppervlak van sommige kankercellen waar het hun groei bevordert. Wanneer Herceptin zich bindt aan HER2, stopt het de groei van deze cellen. De standaardbehandeling bestaat uit het toedienen van een medicijn (Herceptin) in infuus om de 3 weken gedurende een jaar. Volgt na de chemotherapie. Bijwerkingen zijn veel milder dan bij chemotherapie. Men kan werken tijdens het volgen van die therapie. www.zna.be/nlBE/overZNA/Medischaanbod/Oncologiekliniek/Aangeboden zorg/De oncologische behandeling van kanker.aspx 5. Radiotherapie (bestraling) : Radiotherapie is een behandeling met radioactieve stralen die tot doel heeft kwaadaardige cellen te vernietigen. Als er voldoende schade is aangebracht, kan een kanker cel zich niet meer herstellen en gaat dood. Omdat straling overal doorheen gaat, komt de straling niet alleen op de kankercellen terecht maar ook op gezonde cellen van uw lichaam. Het voordeel is dat kankercellen zich minder goed kunnen herstellen dan gezonde cellen. Door moderne technologie kunnen de gezonde cellen zoveel mogelijk gespaard worden. Bestraling gebeurt op ambulante basis en wordt verspreid, meestal over een periode van 6 -8 weken. Bijwerkingen van borstbestraling zijn beperkt: roodheid en vochtophoping ter hoogte van de borsthuid. Dit verdwijnt meestal binnen 18-24 maanden. Andere bijwerkingen kunnen vermoeidheidsgevoel tijdens de behandeling en lichte slik problemen zijn. http://www.zna.be/nlBE/Over%20ZNA/Medisch%20aanbod/On cologiekliniek/Aangeboden%20zorg/De%20behandeling%20v an%20kanker%20via%20radiotherapie.aspx