Inzetten op duurzame groei

advertisement
Visienota
Inzetten op duurzame groei
Toekomst van de Vlaamse land- en tuinbouw
in Europees en mondiaal perspectief
Visienota
Inzetten op duurzame groei
Toekomst van de Vlaamse land- en tuinbouw
in Europees en mondiaal perspectief
Inhoud
1 De Vlaamse landbouw in mondiaal perspectief
7
Analyse
8
Strategie
10
2 De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
17
Analyse
18
Strategie
20
3 Inzetten op verschillende bedrijfstypes
29
Analyse
30
Strategie
32
4 Produceren voor 300 miljoen welstellende
maar kritische consumenten
37
Analyse
38
Strategie40
5 Actieve rol in het landelijk gebied,
sturende rol in de agrarische ruimte
45
Analyse
46
Strategie
48
Voorwoord
Geachte lezer,
Deze visienota is het resultaat van een denkoefening waarbij naast alle
geledingen van Boerenbond ook ruim vijftig vertegenwoordigers uit
het maatschappelijke middenveld, het bedrijfsleven en de academische
wereld betrokken werden.
Het uitgangspunt is ‘verdere duurzame groei’ van de Vlaamse landbouw. Wij vertrekken hierbij vanuit de bestaande realiteit, zoals wij ze
hebben geërfd uit de vorige eeuw en zoals ze geëvolueerd is gedurende
het eerste decennium van deze eeuw. Wij richten onze blik op de toekomst en integreren daarbij de drie dimensies van duurzaamheid.
Vanuit het perspectief van de landbouwer is de ‘economische duurzaamheid’ van het individuele bedrijf en van de Vlaamse landbouw in
zijn geheel, cruciaal. Bedrijf en landbouw moeten kunnen overleven.
Maar bedrijf en landbouw moeten ook kunnen evolueren. Business as
PIET VANTHEMSCHE
usual is geen optie.
Voorzitter
Om economische duurzaamheid te realiseren, zal de Vlaamse
­landbouw zich sterker maatschappelijk moeten verankeren. Die maatschappelijke verankering, het verwerven en behouden van een plaats
in en een band met de maatschappelijke omgeving, noemen wij de
‘maatschappelijke duurzaamheid’.
De derde dimensie van ‘duurzaamheid’ is de ‘ecologische duurzaamheid’. De essentie van de ecologische duurzaamheid is die van het
goede rentmeesterschap. Wij putten de natuurlijke hulpbronnen van de
aarde: lucht, water, bodem, energie, grondstoffen … niet uit. We zorgen
er voor dat wat wij gebruiken in goede staat wordt behouden, zodat ook
onze kinderen en kleinkinderen er nog beroep op kunnen doen. In die
zin is ecologische duurzaamheid, zeker voor de landbouw, een nood­
zakelijke voorwaarde voor economische duurzaamheid.
De visienota bestaat uit een omgevingsanalyse van onze sectoren
vanuit vijf invalshoeken, samen met een overzicht van de uitdagingen en
aanbevelingen voor de strategische keuzes. Deze aanbevelingen worden
vertaald in sectorale roadmaps met zeer concrete initiatieven.
Wat voorligt is het resultaat van een lang intern proces. Vertrekkend
3
Voorwoord
vanuit een door de leden land- en tuinbouwers gedragen visie op de
verdere duurzame ontwikkeling van de Vlaamse land- en tuinbouw willen
wij vanuit Boerenbond een concreet antwoord bieden op de vele duurzaamheidseisen die op de sector afkomen.
Voor Boerenbond is duurzaamheid geen hol containerbegrip, maar
een concreet werkwoord dat heel wat inspanningen eist van de sector.
Vanuit onze maatschappelijke opdracht zijn wij bereid daarbij onze
­verantwoordelijkheid op te nemen.
27 mei 2014
4
Visie
In Vlaanderen is er blijvend plaats voor en nood
aan een sterke land- en
tuinbouw, die onder­
nemers en hun gezinnen
een volwaardig inkomen
en een toekomst biedt.
Deze land- en tuinbouw
leeft in harmonie met
de maatschappelijke om­
geving en het milieu en
levert in de eerste plaats
een kwalitatieve bijdrage
tot de markt van land- en
tuinbouwproducten.
5
6
1
De Vlaamse
­landbouw
in mondiaal
perspectief
De Vlaamse landbouw is een export­
gerichte sector die sterk afhangt van
wat in Europa en de wereld te gebeuren
staat. De gestegen vraag naar grondstoffen, de volatiele prijsvorming op de
markt en het verminderen van de Europese bescherming zorgen voor extra
druk. Daarnaast wordt de Vlaamse landbouwer geconfronteerd met een hele
reeks maatschappelijke verwachtingen.
Het zijn heel wat uitdagingen waarop de
sector duurzame antwoorden zoekt.
7
Analyse
De Vlaamse landbouw in mondiaal perspectief
Vaak openen teksten over landbouw en duurzaamheid met
Groeiende prijsvolatiliteit
de vaststelling dat de landbouw wereldwijd 9 miljard monden
zal moeten voeden in 2050. Dat is voor de mondiale land-
Vormt de Vlaamse landbouw in zijn afzet een hoofdzakelijk
bouw inderdaad een opdracht en een uitdaging. Maar voor
Europees verhaal, dan ligt dat anders wat betreft zijn hulp-
de Vlaamse landbouw zal deze evolutie slechts een indirect
bronnen. Voor belangrijke grondstoffen als veevoeders en
effect hebben via de prijsvorming.
energie is hij afhankelijk van import en dus van de wereldmarkt. Deze wereldmarkt is in volle evolutie. Deze evolutie
heeft ten dele te maken met het aantal te voeden monden,
Op Europese markt gericht
maar wordt vooral beïnvloed door de stijgende welvaart en de
daarmee gepaard gaande wijzigende consumptiepatronen.
De Vlaamse landbouw produceert immers voor meer dan
De vraag naar vleesproducten (en dus naar voedergewassen)
90% voor de Europese markt en voedingsindustrie. Daarvan
en de vraag naar energie stijgt razendsnel. Zo verwacht men
gaat het grootste aandeel naar Centraal- en West-Europa
tegen 2050 een verdubbeling van het wereldwijde vlees­
(België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Verenigd
verbruik ten overstaan van 2000. Deze fundamentele evoluties
Koninkrijk). Deze markt zal de komende decennia geen nood
veroorzaken grote schokgolven in de internationale markten.
hebben aan een grotere productie, maar zal onder invloed
Die schokken worden nog versterkt door de klimaatwijzi­
van de evoluerende rijkdom en voedingsgewoonten wel
gingen, die meer extreme weersomstandigheden met zich
­vragen om productinnovatie. Voor de Vlaamse landbouw
meebrengen en de oogsten onzekerder maken. Oogstschom-
betekent dit dat de grote uitdaging in de voedselmarkt niet
melingen werken op hun beurt marktspeculatie in de hand.
ligt in ‘meer’, maar in ‘anders’ of ‘beter’, zowel met betrek-
Dit alles zorgt voor een groeiende prijsvolatiliteit, zowel
king tot de productkwaliteit als het productieproces. Deze
voor de prijs van de grondstoffen als voor het eindproduct.
strategie kan voor een aantal sectoren tevens als spring-
Vooral sectoren waar de grondstof- (vooral voor voeders)
plank worden gebruikt voor het verbreden van de doelmarkt
en/of energiekost (inclusief bestrijdingsmiddelen en kunst-
buiten de eerste kring van de Centraal- en West-Europese
meststoffen) een belangrijk deel van de kostprijs vormt,
markt en buiten Europa. Wij denken daarbij in de eerste
staan door deze evoluties onder druk. Vaak kunnen zij de
plaats aan de nieuwe groeilanden.
hogere kosten niet volledig of te laat doorrekenen. Het steeds
De prijs die de Vlaamse landbouwer krijgt voor zijn
maar verder groeien om de kosten per eenheid te drukken
­kwalitatief product zal niet enkel beïnvloed worden door zijn
om onze concurrentiepositie te handhaven blijkt dan meer
positie binnen de Europese markt, maar ook door de bulk-
de regel te zijn.
prijs op de wereldmarkt. Een lage prijs aan de onderkant
van de markt beïnvloedt de rest.
De globalisering van de wereldeconomie, waarbij voeding
meer en meer enkel nog als handelswaar wordt beschouwd,
heeft de bescherming die geboden werd door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) doen afbrokkelen en
het GLB zelf onder druk gezet. De Europese en dus ook de
8
Analyse in het kort
Vlaamse landbouw is hierdoor kwetsbaarder geworden,
Toenemende vraag
een kwestbaarheid waaraan Vlaanderen gevoeliger is dan
andere regio’s in Europa. De Vlaamse landbouw is sterk
afhankelijk van de grondstof- en energieprijzen en bovendien liggen de prijzen van de gronden in Vlaanderen hoger
dan in de buurlanden.
Gelukkig staan daar ook een aantal positieve troeven
tegenover: optimale teeltcondities dankzij een vruchtbare
• In 2050 moet de landbouw 9 miljard monden
­voeden.
• In Europa wordt maar een beperkte bevolkings­
toename verwacht …
• … terwijl de afzet van de Vlaamse landbouw zich
voor 90% op Europa richt.
bodem en goede klimatologische omstandigheden.
Kwaliteit moet een springplank vormen naar
de wereldmarkt.
Andere maatschappelijke verwachtingen
De druk op de landbouw komt niet enkel tot uiting in geste-
Grote prijsvolatiliteit
gen kosten. Ook de druk vanuit de samenleving neemt toe.
Nieuwe verwachtingen zoals aandacht voor gezondheid,
• Grote afhankelijkheid van een aantal hulpbronnen.
dierenwelzijn, oog voor de leefomgeving en duurzame pro-
• Verkoopprijs wordt beïnvloed door bulkprijs en
ductiewijzen stellen nieuwe uitdagingen. Tenslotte wordt de
sector geconfronteerd met steeds nieuwe vragen en eisen
vanuit de voedingsnijverheid en de retail, die op deze maat-
marktpositie.
• De bescherming via het Europees Landbouwbeleid
kalft af.
schappelijke ontwikkelingen inspelen. Daar staat echter
niet steeds een substantiële vergoeding tegenover op korte
De Vlaamse land- en tuinbouwer moet leren leven
termijn.
met volatiele prijzen.
Business-as-usual zal niet volstaan om aan de nieuwe
uitdagingen een antwoord te bieden en de Vlaamse landbouw
een toekomst te verzekeren. Daarvoor zullen, naast het bij­
Gewijzigde productieomstandigheden
sturen van bestaande, ook nieuwe pistes moeten worden
ingeslagen.
• Andere verwachtingen van maatschappij en
­consument.
• Ruimtelijke versnippering zorgt voor bijkomende
eisen.
• Wijzigend klimaat laat zich voelen.
Business-as-usual zal niet volstaan.
9
Strategie
De grondstoffen
gewonnen in eigen
regio bieden een
­perspectief
Zorgt samenwerking
met de industrie voor
alternatieve energiebronnen?
10
De Vlaamse landbouw in mondiaal perspectief
Verminder de afhankelijkheid
van de input aan grondstoffen
Investeer in productie
met een lage directe energiekost
De stijgende energieprijzen, de grotere vraag
Ook al bestaat hieromtrent geen absolute
en een dreigend tekort aan bepaalde mine-
zekerheid, toch kan worden aangenomen
ralen zorgen voor een steeds verdere stijging
dat de energiekost de komende jaren verder
van de grondstoffenprijzen. Deze stijging
(gevoelig) zal stijgen. Producten met een
vertaalt zich niet – of maar gedeeltelijk –
hoge energiekost dreigen uit de markt te
in de verkoopprijzen. Hierbij is het in de
worden geprijsd. Om de energiekost te
­eerste plaats van belang, maximaal in te
drukken kan, waar een belangrijke energie-
zetten op een nog efficiënter gebruik van
input nodig blijft, worden ingezet op maxi-
voeders, meststoffen, plantenbeschermings-
male energie-efficiëntie, eventueel aan­
middelen, potgrond … Er moet ook oog zijn
gevuld met eigen energieopwekking en de
voor alternatieve technieken, die inzet van
optimale benutting ervan. Bedrijven die over
plantenbeschermingsmiddelen drastisch
onvoldoende middelen beschikken om te
kunnen helpen verminderen of vermijden.
investeren in een energiearmere productie,
Toepassingsgericht onderzoek en deskun­
dienen goed te overwegen in hoeverre het
dige begeleiding dienen de afhankelijkheid
verder investeren in een productie met hoge
van grondstoffen zoveel mogelijk in te perken.
energie-intensiteit nog een verantwoorde
Het is daarbij van belang om aan de input­
optie blijft. Investeren in energiearmere
zijde een duidelijk zicht te hebben op de aard
teelten kan voor een aantal sectoren een
van de kosten, zowel als op hun evolutie. De
alternatief bieden. VLIF-steun kan best wor-
optimale inzet van grondstoffen, gewonnen
den ingezet voor een fundamentele verlaging
op het eigen bedrijf of in eigen regio, biedt
van de energievraag (een vermindering in
hier een mogelijk perspectief.
orde van grootte van tientallen procenten),
Het dreigend tekort aan bepaalde grond-
zo mogelijk gekoppeld aan het voorzien in
stoffen biedt dan weer kansen voor de sector.
de eigen energievraag. Door het streven
Zo kan bijvoorbeeld worden ingezet op het
naar een daling van het energieverbruik
winnen van de zogenaamde ‘groene P-kunst­
en/of een optimale energiebenutting, levert
mest’ uit drijfmest en digestaat. De gewonnen
de sector bovendien een belangrijke bijdrage
fosfor zou ook terug in voeders kunnen ver-
in het kader van de klimaatproblematiek.
werkt worden. In dit kader is ook de verdere
Daarnaast kan ook worden nagegaan in
opwaardering van de dunne mestfractie tot
hoeverre samenwerkingsverbanden tussen
kunstmest aan de orde.
landbouw en industrie kunnen leiden tot
Strategie
de productie, het gebruik, de toelevering of
lijkheden kunnen richten nog voor de pro-
de recuperatie van alternatieve energie- en
ductie en de interne markt aan een door-
warmtebronnen.
braak toe is. De opgebouwde voorsprong
kan dan resulteren in een sterkere marktpositie. Dit is zeker het geval bij een vol-
Investeer in onderzoek en
ontwikkeling van plantaardige
eiwitproductie in Europa
doende aanbod, mocht de retail beslissen
om producten afkomstig van dieren die
gevoed zijn met niet ggo-voeders duidelijk
te onderscheiden van de andere, of zelfs
In Europa liggen geschikte gronden voor
beslissen enkel vlees van ggo-vrij gevoeder-
een belangrijke uitbreiding van de Europese
de dieren aan te bieden. Het onderzoek
plantaardige eiwitproductie. Er is ook een
dient het geheel van de problematiek te
goed teeltklimaat. Er kan worden aangeno-
omvatten, inclusief het transport.
men dat deze productie de komende jaren
Een dalende afzet van eiwitrijke rest­
zal kunnen wedijveren met de overzeese
producten uit de voedingssector en de pro-
eiwitproductie omwille van de groeiende
ductie van biobrandstoffen kunnen de nood
vraag, vooral in China. Die zal het aanbod
aan een Europese eiwitproductie nog doen
voor de Europese markt gevoelig doen dalen.
toenemen. Bovendien zal de Vlaamse vee-
Ook een betere voederconversie biedt een
houderij, gezien het tekort aan grond om
bijkomende kans op het verminderen van de
alle nodige eiwitten zelf te winnen, hoe dan
afhankelijkheid van geïmporteerde eiwitten.
ook afhankelijk blijven van de import van
De nadruk dient dan ook in de eerste
eiwitten. Het komt er op aan deze afhanke-
plaats te liggen op de ontwikkeling van eiwit­
lijkheid zo laag mogelijk te houden. Vanuit
rijke gewassen die in verschillende regio’s
de idee dat vleesvervangers een nieuwe
van Europa een degelijke productie opleve-
groeimarkt vormen, kan worden nagegaan
ren. Vanuit de vaststelling dat in de grootste
in hoeverre de hier ontwikkelde verhoogde
delen van Europa nog ggo-vrij kan worden
eigen eiwitproductie ook op dat vlak een rol
gekweekt zonder de extra kosten voor schei-
kan spelen.
ding en labeling, kan men zich afvragen of
Een betere voederconversie doet import
van eiwitten dalen
Los van de inspanningen met betrekking
dit geen extra kansen biedt. Voorwaarde
tot het verhogen van de Europese productie
hiertoe is dat in Europa of grote delen ervan
van plantaardige eiwitten, moet worden
enkel ggo-vrije eiwitten worden geprodu-
nagegaan in hoeverre het gebruik van dier-
ceerd. De Vlaamse landbouw zou zich in het
lijke eiwitten in het voeder onder strikte
kader van de eiwitproductie op deze moge-
voorwaarden opnieuw kan toegelaten worden.
11
Strategie
De Vlaamse landbouw in mondiaal perspectief
Hiertoe zijn initiatieven nodig op Europees
biomassa of de bijproducten van bio-energie-
niveau. Ook nieuwe vormen van dierlijke
winning, naast een bestemming als voedsel
eiwitproductie, zoals de kweek van insecten,
en voeder, optimaal kunnen worden aan­
verdienen aandacht.
gewend in het kader van een zich ontwikkelende bio-based economy als tweede trap
Zet veeleer in op
­biobrandstoffen van
de tweede en derde
generatie
in de cascade tussen voeding/voeder en
Maak optimaal gebruik van
de geproduceerde biomassa
andere bestemmingen, zoals energiewinning
of compostering. Kwaliteitscontrole en een
duidelijker wettelijk kader zijn nodig.
De hoofdopdracht van de landbouw blijft
voedsel produceren, hetzij rechtstreeks, hetzij via de teelt van voedergewassen. Inzetten
op de productie van energiegewassen mag
Wees bedachtzaam inzake
­gemodificeerde planten en dieren
deze hoofdopdracht niet in het gedrang
'Behoedzaamheid'
ten overstaan van
ggo’s betekent niet
'afzijdig' blijven
brengen. Wij moeten er ons daarbij goed van
Wij stellen vast dat vandaag genetische
bewust zijn dat de discussie met de maat-
modificatie als techniek op ruime schaal
schappij de komende jaren niet zo zeer zal
wordt toegepast in de farmacie en in de
gaan over wat wij telen, maar wel over de
­voedingsindustrie (cfr. het gebruik van gisten
manier waarop wij omgaan met onze verder
in de kaasproductie). De groene gentech­
slinkende vruchtbare landbouwgrond en
nologie stuit echter – alvast in Europa – op
het steeds schaarser wordend water. Ook
enorme weerstand wanneer het om voor
binnen de sector stijgt de kritiek op het
mens of dier eetbare planten gaat. In die
markt­verstorend karakter van de teelt van
mate zelfs dat geen enkele voedingsprodu-
energiegewassen, inclusief deze voor bio-
cent gemodificeerde planten in zijn producten
gasinstallaties. Veeleer dan verder in te
aanvaardt. Voor wat betreft de toepassing
­zetten op de productie van brandstoffen van
van de technologie op dieren zit alles nog in
de eerste generatie, zal moeten worden
de experimentele fase. Men kan echter om
ingezet op de ontwikkeling van biobrand-
ethische redenen nog scherpere reacties
stoffen van de tweede en derde generatie.
verwachten indien op dit vlak vooruitgang
Daarbij dienen wij steeds voor ogen te houden
geboekt wordt.
dat onze natuurlijke hulpbronnen (beschik-
12
Los van de waarde van de technologie op
bare grond, water en bodem) verder duur-
zich, zou het invoeren van gemodificeerde
zaam beheerd worden. Tevens moet worden
planten en dieren in de Vlaamse landbouw,
nagegaan in hoeverre de geproduceerde
al dan niet onder druk van de WTO, tegen de
Strategie
wil van de maatschappij en de consumenten
in, zware gevolgen kunnen hebben voor het
Volg de ontwikkelingen inzake
de klimaatwijziging van nabij op
imago van de Vlaamse landbouw en haar
producten. Wat ook onze opvatting over de
Naast het nemen van een reeks mitigerende
wenselijkheid of zelfs de noodzaak aan
maatregelen, die er moeten toe leiden dat
gemodificeerde planten en dieren voor de
de landbouw een actieve bijdrage levert tot
landbouw van de toekomst moge zijn, het
het milderen van de verdere opwarming van
is geraadzaam zeer behoedzaam met deze
de aarde, dient in het kader van het Vlaams
materie om te gaan. ‘Behoedzaamheid’
klimaatbeleidsplan aandacht besteed aan
betekent hier niet ‘afzijdigheid’. Wij moeten
de adaptatie van de landbouw aan de wijzi-
als sector deze problematiek van nabij blijven
gende klimaatomstandigheden. Het is daar-
volgen en oog hebben voor mogelijke uit-
bij de bedoeling de negatieve effecten van
eenlopende toepassingen, zowel wat betreft
de klimaatverandering te verminderen en
de technologische, de ecologische als de
de positieve effecten te benutten. Speciale
maatschappelijke aspecten.
aandacht dient onder andere te gaan naar
Het is daarbij van belang dat wij hierover
de mogelijke insleep van nieuwe ziekten en
als organisatie een meer uitgesproken stand-
plagen. Daarbij dient de nodige aandacht
punt innemen en hierover open discussiëren.
besteed aan het risicobeheer op fytosanitair
De controle op het naleven van de gemaakte
vlak. Proactief onderzoek is van groot belang.
afspraken over het al dan niet gebruiken van
Daarnaast is er ook het verhoogde risico
bepaalde gemodificeerde planten en dieren
op extreme weersomstandigheden. De
verhoogt de nood aan het ontwikkelen van
mogelijkheid om dergelijke risico’s te dekken
snelle en economisch haalbare tracerings-
dient onderzocht. In het kader van het land-
systemen.
bouwonderzoek dient extra ­aandacht te gaan
Deze behoedzame aanpak van de ggo-
Risicobeheer op fytosanitair vlak vraagt
extra aandacht
naar de selectie van aangepaste rassen/
problematiek mag de ontwikkeling van vele
variëteiten en misschien ook nieuwe teelten.
andere (bio)technologische innovaties in de
De toegenomen overstromingsrisico’s vormen
sector niet in de weg staan.
voor de landbouw een bedreiging, maar
­zorgen anderzijds ook voor kansen tot het
leveren van een aantal maatschappelijke
(ecosysteem)diensten.
13
Strategie
De Vlaamse landbouw in mondiaal perspectief
Zet (lokale) coöperaties op
voor energiewinning
beperken van verliezen en het beter valoriseren van nevenstromen. Tenslotte moet de
mogelijkheid open gehouden worden om
Op het bedrijf
­om­­zetten van de
eigen biomassa biedt
mogelijkheden
Windenergie is vandaag de vorm van elektri-
andere technieken (zoals wkk) verder op
citeitsopwekking met de laagste kost en het
punt te zetten en te ontwikkelen.
laagste ruimtebeslag. Er is meer dan vol-
inzake hernieuwbare energie pas haalbaar
ringen te financieren. Er bestaan positieve
bij een stabiel overheidsbeleid op lange
ervaringen met het opzetten van lokale
­termijn.
­coöperaties waarbij producent, grond­
eigenaar en (lokale) consument met goed
­resultaat samenwerken. Door de omgeving
(consument) mee te betrekken valt ook de
maatschappelijke weerstand weg, indien het
project de lokale beperkingen aanvaardt.
Het ontwikkelen van windenergie zal daarbij
steeds moeten gepaard gaan met voldoende
respect voor open ruimte, erfgoed en landschap. Een duidelijker kader vanuit de overheid zou daarbij behulpzaam zijn.
Een mogelijk potentieel voor de opwekking van energie in het landbouwgebied ligt
in het omzetten van de eigen biomassa en
van nevenstromen, zoals mest en organisch
bedrijfsafval, in energie voor het gebruik op
het eigen en de omgevende bedrijven. Dit is
haalbaar voor zover er een geschikt netwerk
voorhanden is of kan worden uitgebouwd.
Initiatieven tot samenwerking tussen diverse
producenten van biomassa zijn daarbij
noodzakelijk.
Tevens kan gezocht worden naar samenwerking met andere sectoren binnen en
­buiten de landbouw, in het kader van het
14
Bij dit alles is een duurzame aanpak
doende kapitaal beschikbaar om de investe-
15
16
2
De Vlaamse
­landbouw(er)
een toekomst
geven
De hoge risicodruk en de onzekere ­toe­­komst omwille van sterk volatiele prijzen
schrikken jongeren af om een land- of
tuinbouwbedrijf over te nemen. De zware
financiële inspanningen die bij een overname komen kijken vormen een bijkomende hoge drempel. De sector opnieuw
op een duurzame manier aantrekkelijk
maken, wordt voor de komende jaren een
belangrijke uitdaging. Hierbij moeten
wij een aantal verworvenheden durven
herdenken binnen een duurzaam
socio-economisch kader.
17
Analyse
De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
Jaarlijks daalt het aantal Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven
bouwers moet meer aandacht gaan naar management- en
met zo’n 3%. Het aantal overnames stagneert, terwijl het
visievorming, die de jongeren in staat stellen op een creatieve,
aantal nieuw opgerichte bedrijven beperkt blijft. De voor-
duurzame manier het bedrijf uit te bouwen. De overheid kan
naamste obstakels die een stijging van het aantal overnames
via uiteenlopende begeleidende maatregelen (financieel,
in de weg staan zijn bekend.
begeleiding, onderzoek …) een ondersteunende rol vervullen.
Diezelfde overheid zal er dan weer over waken onder­nemende
bedrijven de nodige ruimte te bieden om zich te ontplooien.
Nood aan een volwaardig inkomen
Als sector enkel inzetten op efficiëntieverbeteringen en
bedrijfsgroei heeft niet kunnen voorkomen dat het aandeel
De tijd is gekomen om op zoek te gaan naar strategieën die
van de landbouw in de economie verder afkalft en het aantal
de Vlaamse landbouw opnieuw aantrekkelijk en toegankelijk
land- en tuinbouwers verder daalt. Hierdoor is ook het draag-
maken voor jonge ondernemers. Het is daarbij essentieel
vlak voor de landbouw afgenomen. Een duurzaam­heids­
om het reële landbouwinkomen opnieuw in lijn te brengen
strategie voor de Vlaamse landbouw moet gericht zijn op het
met de inkomens in de samenleving in haar geheel. Een dege-
behoud van een voldoende grote groep actieve landbouwers
lijk bedrijfsrendement, dat voortvloeit uit een transparante
die een volwaardig inkomen halen uit economisch rendabele
en economisch verantwoorde prijsvorming aan de in- en
en goed gestructureerde bedrijven. Het verder uitbouwen
outputzijde, staat daarbij centraal. Vandaag slaagt alleen
van bestaande samenwerkingsinitiatieven en nieuwe verti-
een groep topbedrijven erin deze doelstelling te halen.
cale/horizontale samenwerkingsvormen, al dan niet over de
Wij stellen vast dat steeds meer landbouwers uit noodzaak een bijkomend inkomen zoeken buiten het bedrijf. Daarnaast stijgt het aantal bedrijven in bijberoep.
Diverse factoren zoals werkdruk, markt- en financiële
onzekerheid kunnen zwaar doorwegen op het arbeidsklimaat
op een landbouwbedrijf. Niet alleen in de bedrijfsvoering,
maar ook binnen de gezinssituatie kan dit tot zware spanningen leiden waardoor de arbeidsvreugde wegebt.
Aandacht voor visie- en managementvorming
Het landbouwonderwijs is vandaag sterk versnipperd over
heel Vlaanderen en beantwoordt hierdoor niet steeds aan de
specifieke vorming van bedrijfsleiders en werknemers waaraan de sector nood heeft. Bij de opleiding van de jonge land18
grenzen van de eigen regio heen, zullen daarbij een belangrijke steun zijn.
Analyse in het kort
Aantal bedrijven blijft gestaag dalen
• Hoge risicodruk en marktonzekerheid schrikken af.
• Zware financiële inspanningen bij overname zijn
een pijnpunt.
• Hoge werkdruk weegt op sociale situatie.
Het behoud van een kritische massa komt in gevaar.
De sector terug aantrekkelijk maken
• Nood aan een eerlijke prijs voor een (h)eerlijk
product.
• Landbouwinkomen in lijn brengen met het
­gemiddeld inkomen loontrekkenden.
• Een betere omkadering vanuit overheid dringt
zich op.
• Meer aandacht voor management- en visie­
vorming.
Duurzaamheidsstrategie richten op het behoud van
een voldoende grote groep economisch rendabele
en goed gestructureerde bedrijven.
19
Strategie
De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
Maak de sector voldoende
aantrekkelijk voor jonge
­ondernemers
neer er een degelijk zicht is op de cijfers van
het bedrijf en zij een duidelijk bussinessplan
voor ogen hebben. In dit kader moet meer
werk worden gemaakt van het ontsluiten
De aantrekkingskracht van de sector
speelt een belang­
rijke rol
Vandaag stellen wij vast dat naast de hoge
van uiteenlopende en betrouwbare data ten
risicodruk en het hoge beroepsrisico, vooral
behoeve van de beginnende ondernemers.
de werkdruk en de sociale druk veel jongeren
Veel zal ook afhangen van de nieuwe
weerhoudt om in de sector te stappen. Het
structuren, o.a. in het kader van samenwer-
arbeidsklimaat wordt voor jonge gezinnen
king, die zich binnen de sector ontwikkelen.
problematisch. Soms gaat een van de part-
Verder speelt de aantrekkingskracht
ners noodgedwongen buitenshuis werken.
van de sector een belangrijke rol. Beroeps-
De zware financiële inspanningen bij
en voorbijgestreefd arbeidsimago vormen
eerste belangrijke barrière. Bijkomend pro-
daarbij twee belangrijke aandachtspunten.
bleem vormt het lage rendement op het
Er is daarnaast nood aan een meer positieve
bedrijfs­kapitaal, waardoor de aantrekkings-
communicatie binnen de sector naar poten-
kracht voor de inbreng van vreemd kapitaal
tiële overnemers toe, niet in het minst door
beperkt is.
de overlaters en jonge bedrijfsleiders zelf.
Nieuwe juridische bedrijfsvormen, die
Er is nood aan
­gerichte begeleiding
vanuit de sector
fierheid en het wegwerken van een negatief
een bedrijfsovername vormen daarbij een
Er dienen zich ook nieuwe kansen aan.
een duurzame ontwikkeling op maat van
Zo zien we de instroom van jongeren van
het bedrijf over de generaties heen kunnen
buiten de sector die meestal op een kleinere
veilig stellen, moeten worden ontwikkeld.
schaal een bedrijf starten om dan verder
Allerlei productierechten mogen daarbij de
uit te groeien. De sector dient hiervoor vol-
bedrijfsopvolging niet extra hypothekeren.
doende openheid aan de dag te leggen.
Jonge kandidaat-landbouwers worden niet
enkel afgeremd door de grote financiële
onzekerheid, maar ook door de werkdruk
Vorm innovatieve bedrijfsleiders
en de sociale druk. Zij hebben meer dan
20
ooit nood aan omkadering, begeleiding en
Permanente innovatie vormt de sleutel tot
onder­steuning bij het vormen van een eigen
het succes van elk bedrijf. Ofschoon de
visie op de verdere ontwikkeling van het
­consument inzake voedingsgewoonten lang-
bedrijf, de markt en de samenleving. Jonge
zamer evolueert dan op andere domeinen,
landbouwers kunnen pas volwaardig keuzes
is ook voor de landbouwer permanente
maken en het roer in handen houden wan-
innovatie van het grootste belang. Innovatie
Strategie
moet daarbij breed gezien worden. Het kan
niveau’s, inclusief het naschools onderwijs)
gaan om systeeminnovatie, productinnovatie
grondig bij te sturen en meer te richten op
of technologische innovatie. Met systeem­
managementvaardigheden en marktkennis.
innovatie doelen wij op het creëren van
Hiertoe stellen wij voor dat het land- en
nieuwe samenwerkingsvormen, het maken
tuinbouwonderwijs zowel op secundair als
van (contractuele) afspraken binnen de keten,
op hoger niveau meer gecentraliseerd wordt.
korte keten, stadslandbouw, stimuleren van
Op die manier kan niet alleen de nodige
seizoensgebonden productie … Met product­
budget optimaal ingezet worden, maar kan
innovatie denken we onder andere aan het
ook heel wat kennis gebundeld worden.
verhogen van de LATTE-schaal (staat voor
Alleen dan is het mogelijk borg te staan voor
lokaal, authenthiek, betrouwbaar, traceer-
een kwaliteitsvol land- en tuinbouwonder-
baar, ethisch – zie verder punt 3) van de
wijs dat voldoet aan de vereisten van de
­producten en het mikken op het hogere
­sector, zowel op het vlak van de vorming
prijssegment. Op vlak van technologische
van bedrijfsleiders als van werknemers.
innovatie kan het gaan om het invoeren van
Naar analogie met andere sectoren kunnen
innovatieve (bio)technieken of om mecha­
wij in samenspraak met de betrokken
nisatie. Dit alles dient te steunen op een
onderwijsinstellingen vanuit het bedrijfs­
duidelijke visie van de bedrijfsleider op de
leven zelf een grotere (praktijk)bijdrage
verdere ontwikkeling van zijn bedrijf.
leveren.
Daarbij is er nood aan gerichte begelei-
De opleiding moet
meer focussen
op management­
vaardigheden
Vanuit de vaststelling dat heel wat
ding vanuit de sector bij het nemen van inno-
bedrijfsleiders vandaag geen land- en tuin-
vatieve initiatieven. Zij die op een innovatieve
bouwonderwijs volgden of dat er heel wat
manier hun bedrijf willen heroriënteren of
tijd verloopt tussen het afstuderen en de
bijsturen moeten hiervoor voldoende moge-
effectieve bedrijfsovername, blijft een conti-
lijkheden krijgen op het vlak van regelgeving
nue bijscholing noodzakelijk. Dat kan bij-
en op het vlak van financiële ondersteuning.
voorbeeld in de vorm van ‘winteruniversiteiten’. Het levenslang leren geldt trouwens
ook voor landbouwers die reeds volop op het
Stuur het landbouwonderwijs bij
eigen bedrijf actief zijn.
Innovatief ondernemen zit niet bij elke
Vlaamse landbouwer ingebakken. Om daarin verandering te brengen zal het noodzakelijk zijn om het landbouwonderwijs (op alle
21
Strategie
De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
Blijf inzetten op de verdediging
van een Europese eenheidsmarkt
klimaatwijzigingen, internationale (markt-)
situatie, (speculatie op) grondstoffenprijzen.
Een landbouwonderneming die haar activi-
Ook in een eenheidsmarkt zijn barrières
te overwinnen!
Een verdere daling van de landbouwsubsidies
teiten diversifieert (zowel binnen de land-
verzwakt de greep van Europa op de lid­
bouwproductie als in verwante activiteiten)
staten. Een mogelijk gevolg op lange termijn
wordt minder afhankelijk van deze fluctua-
zou het verschrompelen van de Europese
ties. Daarom verdient het aanbeveling om
eenheidsmarkt kunnen zijn. Dit zou voor de
steun te verlenen aan de ontwikkeling van
Vlaamse landbouw, die in hoofdzaak een
activiteiten die de landbouwactiviteit aan­
exportgerichte landbouw is, rampzalig zijn.
vullen. Voor de hand liggende landbouw­
De verdediging van de eenheidsmarkt moet
gerelateerde activiteiten hier zijn het hoeve-
een permanent (politiek) aandachtspunt van
toerisme, directe verkoop van hoeve­­producten,
de landbouwgemeenschap zijn. Vlaanderen
educatieve voorzieningen ... Ook bij diver­
is te klein om, zoals Duitsland of Frankrijk,
sificatie dient men op bedrijfsniveau oog te
alle heil in de eerste plaats te verwachten
hebben voor de economische rendabiliteit
van de consumenten uit eigen land. Wij moe-
van de genomen initiatieven. Bovendien
ten er ons daarbij wel goed van bewust zijn
moet worden nagegaan in hoeverre bepaalde
dat ook in een eenheidsmarkt barrières
overheidsmaatregelen (zoals VLIF) niet
te overwinnen zijn. Onze buurlanden ont­
­contraproductief werken.
wikkelen een vorm van chauvinisme dat de
Diversificatie is een
mogelijke buffer voor
prijsfluctuaties
­verkoop van ‘eigen’ producten aanwakkert.
Je moet alvast beter – of anders – zijn om
geaccepteerd te worden.
Stimuleer samenwerking
tussen landbouwers
De productievoorwaarden die gelden binnen de eenheidsmarkt dienen op een gelijk-
Samenwerking tussen landbouwers, al dan
waardige manier in alle lidstaten ingevoerd
niet in het kader van juridische structuren,
en gecontroleerd te worden.
kan tal van voordelen opleveren. Door een
groter areaal vergroot de mogelijkheid tot
gewasrotatie; de marktpositie kan worden
Diversificatie kan
een opportuniteit zijn
versterkt onder andere via het oprichten
van producentengroepen; kennis en mate­
riaal kunnen worden samen aangekocht of
22
Landbouw is sterk afhankelijk van externe
gedeeld … Samenwerking geeft bestaande
omstandigheden: weersomstandigheden,
bedrijven de kans om zich verder te ontwik-
Strategie
kelen binnen een breder kader. Nieuwe
de afnemer, de verwerker en de marketeer
­verticale of horizontale samenwerkings­
niet alleen samen gaan nadenken over het
verbanden zullen het licht zien. Producenten­
product en zijn afzet, maar ook over het
organisaties kunnen zo een rol spelen in het
­verduurzamen van de keten in zijn geheel
versterken van de onderhandelingspositie
(bv. reduceren en recyclage van voedsel­
ten overstaan van de verwerkers, klanten
verliezen, het valoriseren van nevenstromen,
en leveranciers. Zij kunnen ook een opstap
verpakking …). Er is nood aan product­
vormen naar een nieuwe landbouwstruc-
ontwikkeling binnen de keten met het oog
tuur, die individuele boeren toelaat om hun
op het veroveren van nieuwe markten. Het
specialistische kennis binnen een groep
opzetten van projecten die door diverse
­verder te ontwikkelen.
schakels in de keten gefinancierd worden,
Samenwerking tussen bedrijven kan ons
biedt mogelijkheden. De overheid kan dit
in staat stellen de kringloop te sluiten op
ondersteunen en faciliteren. Een grotere
bovenbedrijfsniveau. In het kader van het
transparantie van de diverse schakels in de
gebiedsgericht natuurbeheer dienen zich via
keten is daarbij van essentieel belang.
de agrobeheergroepen nieuwe kansen tot
Samenwerking
behoort niet tot onze
traditie
Transparante informatie over eerlijke
samenwerking aan. Zulke samenwerking
prijzen kan bijdragen aan een kwaliteitsvol
hoort echter niet tot de traditie en verdient
imago van land- en tuinbouwproducten en
dus ondersteuning en aanmoediging. Daar-
een tegengewicht vormen tegen het aan­
naast dienen zich mogelijkheden aan tot
prijzen van te goedkoop voedsel.
samenwerking tussen landbouwbedrijven en
bedrijven buiten de sector (inzake warmteuitwisseling, restproducten, vervoer …).
Verstevig de positie van de sector
binnen de voedingsketen
Zet meer in op de ketenwerking
Individuele bedrijfsleiders krijgen het steeds
Meer transparantie
in de verschillende
­schakels is essentieel
moeilijker zich staande te houden binnen
De landbouwsector vormt een centrale scha-
de keten. Voor wie zich tegen mogelijke
kel binnen de hele voedingsketen. Zonder
afname- en prijsrisico’s wil indekken, biedt
de primaire productie geen verwerking of
het afsluiten van contracten een mogelijk-
retail. Het is dan ook van belang voor de
heid die nog aan belang zal winnen. Het is
sector dat nog meer wordt ingezet op een
daarbij nodig te kunnen rekenen op sluitende
ketenbenadering en op een gezamenlijke
type-contracten, door de sector onderhan-
dynamiek waarbij de boer, de toeleveraar,
deld. De correcte uitvoering dient bewaakt
23
Strategie
De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
door een paritair college. Willen producenten
gezocht worden in hoeverre een regelgeving
zich in groep sterker opstellen, dan is het
betreffende B2B kan uitgewerkt worden.
van belang in te spelen op de extra ondersteuning bij samenwerking die het nieuwe
Europese beleid biedt. Via bestaande of
Producenten­
organisaties, zoals
coöperaties, moeten
soepel inspelen op
evoluties
Vorm kennisclusters
nieuw op te richten producentenorganisaties,
die soepel kunnen inspelen op de evoluties
Het bevorderen van sectoroverschrijdende
binnen de keten, kan de onderhandelings­
samenwerking tussen uiteenlopende partijen
positie ten overstaan van de volgende scha-
leidt tot innovatie en nieuwe initiatieven
kels in de keten verstevigd worden. Ook sec-
richting verduurzaming. Landbouwers,
toren die vandaag minder op samenwerking
onderzoekers, overheid en zo nodig ook
bij de afzet van hun product zijn gericht, die-
andere spelers uit de agro-voedingsketen
nen zich over deze mogelijkheid te bezinnen
of er buiten, kunnen van elkaar leren en de
en waar mogelijk initiatieven te nemen. Het
handen in elkaar slaan om samen oplossin-
blijft evenwel ten allen tijde de individuele
gen te zoeken en nieuwe uitdagingen aan te
bedrijfsleider die beslist tot welke initiatieven
gaan. Vanuit Europa wordt deze aanpak de
hij toetreedt.
komende jaren ondersteund via de oprichting
van een Europees InnovatiePlatform en
via de oprichting van Operationele Groepen.
Er is nood aan
een ombudsman of
een handhavings­
commissie
Zorg er voor dat de Code goede
handelspraktijken nageleefd wordt
Daarin zoeken landbouwers en wetenschappers van binnen en buiten de agro-voedingsketen naar oplossingen voor een concrete
Binnen het ketenoverleg, waarin de ver-
onderzoeksvraag en toepassingskansen
schillende actoren via hun vakorganisaties
voor innovatieve ideeën.
vertegenwoordigd zijn, werd al een Code van
goede handelspraktijken afgesproken. Deze
code staat of valt in belangrijke mate met
de afdwingbaarheid van de afspraken, in het
Streef naar een stabiel
en ondersteunend beleid
bijzonder ten overstaan van de voedings­
24
nijverheid en de retail. In dit kader is er
De voorbije jaren werden van overheidswege
nood aan een ombudsman of een paritair
reeds heel wat inspanningen geleverd om
samengestelde handhavingscommissie die
de administratieve druk op de bedrijven te
klachten kan behandelen en een oordeel
verlichten. Het is van groot belang dat de
kan vellen. Op een iets langere termijn kan
overheid niet bij de pakken blijft zitten en
Strategie
een verdere administratieve vereenvoudiging
als tijdelijke. Hierbij worden wij geconfron-
voor ogen houdt. Het kluwen van wetgevingen
teerd met problemen van beschikbaarheid
zorgt er vandaag voor dat de ondernemer
en van betaalbaarheid. Dankzij een regeling
door de bomen het bos niet ziet, waardoor
voor seizoensarbeid, een degelijke verloning
veel tijd en energie verloren gaat. Er is nood
en goede sociale omstandigheden slagen
aan meer duidelijkheid over en een betere
wij er vandaag in om voldoende goede
afstemming tussen de diverse regelgevingen
arbeidskrachten aan te trekken. Alleen op
waarmee een landbouwer op zijn bedrijf te
die manier blijft de sector aantrekkelijk voor
maken krijgt. Daarnaast zal de overheid er
potentiële werknemers en hun omgeving.
moeten over waken dat initiatiefrijke bedrijven
De lagere loon- en sociale voorwaarden in
de nodige ruimte krijgen om te ondernemen.
andere lidstaten en de vrees voor concur-
Tenslotte kan de overheid via uiteenlopende
rentievervalsing mogen geen aanleiding
begeleidende maatregelen (financiële
vormen om hiervan af te wijken.
Sectoroverschrijdende
samenwerking leidt
tot innovatie
ondersteuning, voorlichting, onderzoek …)
een ondersteunende rol vervullen. Voor dit
alles is er nood aan een sterke overheid die
maximaal oog heeft voor de rechtszekerheid
Coördineer het landbouw­
onderzoek beter en stuur bij
en voor een goede sociale omkadering van
de bedrijven die zich nu eenmaal op zeer
Het landbouwonderzoek in Vlaanderen
diverse manieren ontwikkelen.
beschikt over voldoende kwalitatief hoogstaande instellingen, maar vertoont twee
gebreken. Het is te versnipperd en het zet
Blijf zorgen voor een goed
arbeidsklimaat
te eenzijdig in op productie en rendement.
Er is dus nood aan een betere coördinatie
tussen instituten van hetzelfde niveau,
Diverse factoren zoals werkdruk, financiële
­tussen de diverse niveaus, tussen onderwijs
onzekerheid en marktonzekerheid kunnen
en onderzoek, zowel als aan een meer
zwaar doorwegen op het arbeidsklimaat in
­geïntegreerde benadering van de productie-
een familiaal landbouwbedrijf. Er is nood aan
factoren (milieu, bodem …) en de markt­
degelijke ondersteuning waarop deze bedrij-
kennis. Er dient meer ingezet op onderzoek
ven in nood kunnen terugvallen.
op lange termijn. Een te grote versnippering
Door de verdere groei van onze bedrijven
Ondernemers hebben
nood aan ruimte om
te ondernemen
van de onderzoeksmiddelen moet vermeden
blijft de nood aan arbeidskrachten groeien,
worden. Belangrijk blijft de continue betrok-
zowel laag- als hooggeschoolde, zowel vaste
kenheid vanuit de sector zelf, zeker wat
25
Strategie
De Vlaamse landbouw(er) een toekomst geven
betreft de doorstroming van de uiteindelijke
resultaten. Hierbij moet worden ingezet op
een gedecentraliseerde voorlichting. Daarnaast dient nog meer aandacht besteed
aan genetisch onderzoek. Wanneer wij in de
Er is nood aan een
betere coördinatie
toekomst nieuwe teelten en teelttechnieken
willen ontwikkelen, blijft de verdere uitbouw
van fundamenteel onderzoek onmisbaar.
De kennis van nieuwe teelten en teelttechnieken die in Vlaanderen wordt opgedaan,
kan de basis vormen voor nieuwe investeringen vanuit de sector wereldwijd.
26
27
28
3
Inzetten op
­verschillende
bedrijfstypes
Niet alle bedrijfsleiders hebben een
zelfde visie op de verdere ontwikkeling
van hun bedrijf. Sommigen willen inzetten op groei en een verdere duurzame
intensivering, terwijl anderen eerder
willen inspelen op de eigen omgeving
en opteren voor diversificatie. Tussen
beide modellen liggen er nog heel
wat mogelijkheden. De grote diversiteit
aan bedrijven moet één van de sterkhouders worden van een duurzame
land- en tuinbouw binnen een verstedelijkt Vlaanderen.
29
Analyse
Inzetten op verschillende bedrijfstypes
De evolutie in de verwachtingen van de consument biedt de
aanhang. De biologische landbouw krijgt in Europa steviger
landbouw nieuwe kansen. Naast de gangbare, hoogproduc-
voet aan de grond en concepten als agro-ecologie kunnen op
tieve landbouw komt er in Vlaanderen ruimte vrij voor nieuwe
groeiende interesse rekenen. Het zijn nieuwe opportuniteiten
vormen van landbouw. De Vlaamse landbouw zal daardoor
waarvoor de Vlaamse landbouw zich moet openstellen en
de komende jaren een grotere diversificatie kennen, waarbij
die hem een weg kunnen helpen vinden naar de consument.
uiteenlopende en complementaire vormen van bedrijfsvoering
Bedrijven die hier op inspelen richten zich minder op ver­dere
hun plaats vinden. De manier waarop de landbouwer op de
groei, maar onder het motto ‘minder is meer’ vooral op de
verwachtingen van de consumenten inspeelt kan zeer divers
eigen (ruime) omgeving. Zij richten zich eerder op sufficiency
zijn.
dan op efficiency. Zij kunnen sneller inspelen op de vraag van
de consument en trachten door het creëren van schaarste
via aanbodbeheersing een meerwaarde te halen.
Meer met minder
Deze tweede groep zal meer aandacht besteden aan differentiatie dan de eerste groep en meer inspelen op moge-
Een eerste groep bedrijfsleiders zal volop inzetten op het
lijkheden en kansen die onze verstedelijkte omgeving biedt
verduurzamen van een intensieve, gespecialiseerde landbouw,
(korte keten, recreatie, educatie …). Deze bedrijven pikken
vanuit de visie ‘meer met minder’. Waar de bedrijfsleider
ook sneller in op het leveren van diensten en hopen daar
kiest voor een verdere intensivering zal de beoogde meer-
een degelijke vergoeding voor te ontvangen. Dit neemt niet
productie moeten gebeuren met minder input per eenheid
weg dat ook de bedrijven in deze tweede groep bij hun
geproduceerd product. Hij zal met minder grondstoffen,
­streven naar meer differentiatie oog moeten hebben voor
minder milieudruk en minder kosten een beter en meer
o.a. het optimaliseren van de bedrijfsefficiëntie.
hoogwaardig product voortbrengen. We kunnen deze aanpak
De opdeling in ‘twee groepen’ van bedrijven, zoals hier-
vatten onder de term ‘duurzame optimalisering’. Deze
boven beschreven, mag niet te strikt worden geïnterpreteerd,
bedrijfs­­vorm steunt op innovatieve ontwikkelingen en vol-
alsof het om twee radicaal gescheiden werelden zou gaan.
doende kapitaalsinzet en bouwt op een duidelijke bedrijfs­
Bedrijven kunnen minder of meer kenmerken vertonen van
visie en een stevig bedrijfsmanagement. Onderlinge samen-
de ene of de andere benadering.
werking, een deskundige begeleiding en goed uitgebouwd
onderzoek vormen de sterkmakers.
De keuze tussen verschillende bedrijfstypes is eveneens
een keuze tussen kostenminimalisatie via schaalvergroting
of het creëren van meerwaarde per eenheid van product.
Het is aan de landbouwer-ondernemer om hierin een afge-
Minder is meer
wogen keuze te maken. Hij zal daarbij rekening moeten
­houden met de gevolgen op het vlak van arbeid en gezin.
Maar ook nieuwe landbouwconcepten duiken op en bieden
nieuwe kansen. De Slow Food-beweging, die de nadruk legt
op concepten als ‘lokaal’ en ‘authentiek’, kent een groeiende
30
Analyse in het kort
Niet kritiekloos volgen
Nieuwe kansen voor twee types bedrijven
met veel tussenliggende keuzes
Het is van groot belang dat de Vlaamse landbouw zich openstelt voor de ontwikkelingen die zich in de maatschappij
Zij die inzetten op duurzame intensivering:
manifesteren en aanslaan bij de consument. ‘Openstellen’
• ‘meer met minder’;
betekent echter niet ‘kritiekloos volgen’. Welke richting het
• streven naar een duurzame optimalisering;
bedrijf ook uitgaat, in het kader van de verdere verduurzaming
• nadruk op duurzaam intensiveren;
van de sector heeft elk bedrijf er alle belang bij dat de
• met behulp van technologische innovatie;
bedrijfsleiders respect hebben voor elkaars keuze en visie.
• kapitaalintensief.
Misschien dienen zich op die manier nieuwe mogelijkheden
tot samenwerking aan. Landbouworganisaties, overheid,
Zij die inspelen op de eigen omgeving:
onderwijs … moeten vooral de omkadering verzorgen die
• ‘minder is meer’;
deze keuze mogelijk maakt en er de juiste ondersteunings-
• inspelen op nieuwe tendensen;
instrumenten voor ontwikkelen.
• verstedelijking als een kans;
Het is niet uit te sluiten dat, ondanks verduurzaming, verbreding van de markt en de ontwikkeling van nieuwe vormen
• meer differentiatie op het bedrijf;
• meer aandacht voor diensten.
van landbouw, bepaalde producties of productiesystemen
onder toenemende druk zullen komen te staan. Om dit te
ondervangen en de betrokken landbouwers te begeleiden
Het blijft een vrije keuze
zijn een open intern overleg en een duidelijke communicatie
van fundamenteel belang. De uiteindelijke keuze blijft
• De keuze is aan de bedrijfsleider.
echter bij de bedrijfsleider zelf.
• Bedrijfsleiders brengen respect op voor elkaars
keuze.
• Bepaalde keuzes kunnen maatschappelijk onder
druk komen.
• Er is nood aan een degelijke ondersteuning.
31
Strategie
Inzetten op verschillende bedrijfstypes
Luister naar en analyseer
succesverhalen
lijk van zijn, zijn daarom aan een grondige
bezinning toe en aan strategieën om de toekomst voor te bereiden. De negatieve milieu­
Wij moeten ook
durven leren uit
het falen van
­ondernemingen
Het landbouwinkomen staat onder druk. De
druk zal gevoelig moeten dalen, de positieve
gemiddelde koopkracht van de landbouwers­
bijdrage aan het ecosysteem zal omhoog
gezinnen neemt af. Toch zijn er bedrijven
moeten. Van ‘subsidies’ kan hierdoor worden
binnen elke deelsector die op zeer diverse
geëvolueerd naar het concept van ‘vergoe-
manieren aan deze tendens weten te ont-
ding voor maatschappelijke diensten’. Wij
snappen. Het is zinvol na te gaan om welke
moeten de landbouw meer profileren als
bedrijven het gaat en hoe het te verklaren
een dienstensector.
valt dat hun inkomen wel is gestegen. Het
gaat daarbij niet uitsluitend om product­
innovatie, maar evenzeer om de manier
waarop in bepaalde situaties problemen en
uitdagingen worden aangepakt. Omgekeerd
Neem de financiering
van onze bedrijven kritisch
onder de loep
kan het aangewezen zijn om te leren uit het
'Subsidies’ evolueren
naar ‘vergoedingen
voor maatschappe­
lijke diensten’
falen van sommige ondernemingen. Gebruik
Een afzwakking van de Europese steunrege-
deze inzichten om de eigen bedrijfssituatie
ling heeft de komende jaren zowel gevolgen
te verbeteren. Aan de sector en de overheid
voor de rechtstreekse steun aan de bedrijven
om in dit kader werk te maken van een
als voor de ondersteuning via de tweede
degelijke begeleiding.
­pijler (VLIF). In dit kader is het van belang de
huidige financiële ondersteuning van onze
bedrijven kritisch onder de loep te nemen.
Bereid u voor op de daling
en vergroening van
de landbouwsubsidies
Duurzaamheid en risicobeheer kunnen
daarbij de voornaamste drijfveren zijn. Wij
moeten ons in alle openheid de vraag durven
stellen in hoeverre de beschikbaar gestelde
32
Het draagvlak voor landbouwsubsidies in
middelen hiertoe op de meest efficiënte
Europa neemt sterk af. Enkel door subsidies
manier bijdragen. Wij moeten ook het globale
te koppelen aan vergroening van de landbouw
financieringssysteem onder de loep durven
werd in het Europees parlement nog (net)
nemen. Daarbij dienen wij na te gaan in hoe-
voldoende goodwill gevonden. Toch mag
verre de huidige systemen in het kader van
worden aangenomen dat de subsidies verder
de bedrijfsontwikkeling duurzaam kunnen
zullen dalen. Sectoren die er sterk afhanke-
verder gezet worden, dan wel of er zich
Strategie
andere vormen van financiering opdringen.
moet objectief worden gesteld. Hierbij is het
Dit alles dient gekoppeld te zijn aan een
duidelijk, dat deze grenzen van diverse fac-
­stimulerend en consistent beleidskader en
toren afhangen, en dus van bedrijf tot bedrijf
ondernemingsklimaat, niet in het minst voor
kunnen verschillen. In een aantal gevallen
die ondernemers die zonder overheidssteun
worden ze mee bepaald door de directe
investeren. Het komt er op aan de bedrijfs-
om­geving. Het komt erop aan zichzelf eerlijk
economische cijfers op een duurzame
een spiegel voor te houden en daarbij de
manier te verbeteren. Bedrijven hebben
vraag te stellen in hoeverre het bedrijf bij
daarbij een buffer nodig en dienen zich
verdere uitbreiding overneembaar blijft,
daarvan ook bewust te zijn. Verder zal een
al dan niet binnen het eigen gezin. Ook het
betere kennis van de cijfers de landbouwer
­ritme van groei dient mee in overweging
helpen bij de keuze voor het meest geschikte
genomen te worden.
bedrijfsmodel. Willen wij praten over de
Bedrijven hebben
een buffer nodig
Er liggen wellicht mogelijkheden in het
­toekomst van de sector, dan zal het nodig
optimaliseren van de samenwerking tussen
zijn goede bedrijfsmanagementsystemen
bedrijven, waardoor elk betrokken bedrijf
te ­stimuleren.
zijn kosten kan drukken, bijkomende kennis
kan inbrengen of nieuwe initiatieven kan
­uitbouwen. Om goed onderbouwde keuzes
Onderzoek kritisch of en wanneer
op bedrijfsniveau de grenzen aan
intensivering en groei zijn bereikt
te maken heeft de landbouwer bovendien
nood aan ongebonden professioneel advies.
Daarbij moet het belang van het bedrijf het
uitgangspunt vormen, eerder dan dat van de
De Vlaamse landbouw is traditioneel een
aanbieder van de dienst of product waaraan
intensieve en gespecialiseerde landbouw.
het advies vaak gebonden is. Er is meer zorg
De verdere intensivering en groei zijn de
voor veerkracht en wendbaarheid nodig.
voorbije decennia niet meer, of slechts in
Wij moeten onszelf
eerlijk een spiegel
durven voorhouden
Los van intensivering en groei kan onder
beperkte mate, ten goede van de landbouwer
het motto ‘Zorg dat je uitblinkt in datgene
gekomen. De hogere opbrengsten – per een-
waarin je sterk staat’ op bepaalde bedrijven
heid of op bedrijfsniveau – gingen gepaard
het afstoten van een tak of teelt in het
met lagere prijzen per eenheid. De kost
belang van de verdere uitbouw van een
voor de intensivering werd evenwel door de
andere tak of teelt zowel economische als
landbouwer zelf gedragen. De vraag naar
ecologische voordelen opleveren.
de fysieke en economische grenzen van de
intensivering en de groei op bedrijfsniveau
33
Strategie
Inzetten op verschillende bedrijfstypes
Weet om te gaan met
de bescherming van innovatieve
ontwikkelingen
Het ontwikkelen van nieuwe producten, ras-
Patenten mogen een
verdere ontwikkeling
niet in de weg staan
sen en variëteiten is meestal een langdurig
en duur proces. Het biedt evenwel extra
kansen tot commercialisatie en het creëren
van een toegevoegde waarde. Het is dan ook
logisch dat de betrokken bedrijven zich via
patenten of kwekersrechten veilig willen stellen en een extra inkomen willen verwerven.
Een te dominant inzetten van deze wettelijke
mogelijkheden, bijvoorbeeld door het onmogelijk maken van ‘kwekersuitzondering’, kan
op iets langere termijn evenwel de verdere
ontwikkeling van nieuwe producten, rassen
en variëteiten in de weg staan.
34
36
4
Produceren
voor 300 miljoen
welstellende
maar kritische
consumenten
Binnen een straal van 500 km rond
Brussel treffen wij 300 miljoen meestal
welstellende maar kritische en wispelturige consumenten. Dit is een ongekende luxe die de sector de kans geeft
een hoger segment in de markt te zetten
en hieruit een meerwaarde te halen.
Het is daarbij belangrijk alert te zijn
en zich te richten op een breder, meer
geïntegreerd concept van gezondheid
en voedsel. Voor de producent moet
deze meerwaarde zich vertalen in een
hogere prijs voor zijn product.
37
Analyse
Produceren voor 300 miljoen welstellende maar kritische consumenten
Binnen een straal van 500 km rond Brussel wonen 300 miljoen
Zelfde productievoorwaarden
meestal welstellende, consumenten met een sterk variërend
profiel. Dat is een ongekende luxe met uitdagingen.
Daarbij beschikt de Vlaamse landbouwer over een voordeel
dat voor weinig concurrenten is weggelegd: een centrale
­ligging in een regio met 300 miljoen meestal welstellende,
Positioneren in een hoger segment
maar kritische en wispelturige consumenten met een sterk
variërend profiel. De grote vooruitgang die de Vlaamse land-
Om succesvol te zijn, zowel op ecologisch vlak als op econo-
bouw de komende decennia kan boeken, ligt dus niet enkel
misch vlak, zal het aandeel van de Vlaamse landbouwproduc-
in het beperken van de kosten, maar ook en vooral in het
tie dat gericht is op het kwalitatief segment van de markt,
verhogen van de marges. Uiteraard is de Vlaamse landbouw
systematisch moeten vergroten. Daartoe moet de Vlaamse
niet de enige die op deze markt aast. Andere EU-lidstaten
landbouw zichzelf hogere eisen opleggen. Daardoor zal zij
zoals de exportlanden Denemarken en Nederland of landen
haar producten in het hogere segment van de markt kunnen
die in de eerste plaats voor hun eigen markt produceren
positioneren, zowel binnen als buiten Europa, zowel inzake
zoals Frankrijk en Duitsland, zijn hier stevige concurrenten.
producten voor de versmarkt als voor de verdere verwerking.
Daar staat tegenover dat de ambitie van de Vlaamse
Voor de productie van een massaproduct zonder onder-
landbouw zich niet ten allen prijze moet beperken tot de
scheidende eigenschappen, de zogenaamde bulkproductie,
Europese markt. Sterke producten kunnen ook buiten Europa
kampen wij, gezien de beperkte ruimte, met een gevoelig
een nieuwe markt veroveren. Voor een aantal producten en
kostprijsnadeel. Dat is ook de reden waarom wij onze
subsectoren is dit vandaag reeds het geval. In de toekomst
­strategie als primaire sector niet in de eerste plaats op de
zullen binnen de sector duidelijke keuzes moeten gemaakt
wereldmarkt mogen richten.
worden, waarbij extra ingezet wordt op die deelsectoren die
De Vlaamse landbouwer kan zijn positie in de keten en
binnen het streven naar een verdere verduurzaming ook
zijn inkomen structureel versterken, indien hij producten
­buiten Europa een plaats op de markt kunnen veroveren.
met een grotere meerwaarde kan produceren of kan mee
Continue kwaliteit en innovatie zijn doorslaggevend.
genieten van de meerwaarde die in de volgende schakel
Ook de inspanningen die vanuit Europa, in kader van het
gegenereerd wordt, en die de hogere kosten overtreft. Hij zal
streven naar een duurzame landbouw, aan de sector opgelegd
dus in toenemende mate moeten inzetten op producten uit
worden, dienen gehonoreerd te worden. Binnen de wereld-
het hoger segment, op korte keten, op seizoenproducten …
handel is het niet mogelijk om tot een uniforme regelgeving
Of hij zal via participatie in de volgende schakels en diensten,
inzake voedselproductie te komen, laat staan inzake de
investeren in producten met een hoger toegevoegde waarde.
­controle erop. Daarom dient de Europese Unie er naar te
Ook het creëren van (gebiedsgerichte) clusters waarbij de
streven, dat de normen en productievoorwaarden die binnen
primaire productie en verwerking nauw bij elkaar aansluiten
Europa opgelegd worden, ook gelden voor ingevoerde produc-
(bijvoorbeeld de productie van diepvriesgroenten), kan een
ten. Dit geldt bijvoorbeeld inzake dierenwelzijn, antibiotica,
compensatie vormen voor het kostennadeel.
gebruik plantenbeschermingsmiddelen, ggo’s …
38
Analyse in het kort
LATTE als exponent
De welstellende consument…
Vormen de 300 miljoen welstellende consumenten een troef,
• … is kritisch en wispelturig.
zij plaatsen de landbouw evenzeer voor een belangrijke uit-
• … ziet gezondheid ruimer dan persoonsgebonden
daging. Deze consumenten zijn immers niet snel tevreden en
gezondheid (milieu-impact, dierenwelzijn …).
ze zijn wispelturig. Het is belangrijk voor de Vlaamse land-
• … wordt best betrokken in het hele verhaal.
bouw, evenals voor de voedingssector waaraan de Vlaamse
• … verwacht een kwalitatief hoogstaand product.
landbouw zijn primaire producten levert, te begrijpen wat de
consument verwacht. Die welstellende Europese consument
Voor de consument wordt het ecologisch duurzaam-
laat op het ene ogenblik de prijs primeren en op het andere
heidsverhaal emotioneel vertaald in het LATTE-­
ogenblik de kwaliteit, de gezondheid of de emotionele waarde.
concept.
De producent weet echter niet op welk moment die consument zijn product in handen krijgt, waardoor hij steeds moet
afstemmen op de hoogste kwaliteit. Het is daarbij goed
voor ogen te houden dat een constant hoog kwaliteitsniveau
Een eerlijke prijs voor een kwalitatief
hoogstaand product
noodzakelijk is voor de afzet, maar dat dit niet steeds een
hogere prijs garandeert. Kwaliteit is van strategisch belang.
Wij moeten er ons van bewust zijn dat de consument moeilijk
zal aanvaarden dat de kwaliteit daalt. Actoren in de verdere
schakels in de keten zien kwaliteit bovendien dikwijls als
een element van strategie, ook los van de vraag van de
­consument. Het is dus belangrijk dat we als sector zelf het
voortouw nemen.
Het is van belang de consument mee te betrekken in het
• Onze producten positioneren zich in de hoogste
segmenten van de markt.
• De producent moet kunnen meegenieten van
de meerwaarde.
• De kwaliteit mag niet dalen, is een element van
onze (export)strategie.
• Wij moeten sneller een beter beeld hebben van
wat de consument verwacht.
verhaal. Voor de consument wordt het ecologische duurzaamheidsverhaal emotioneel positief vertaald in het LATTE-­
De sector moet zelf meer het voortouw nemen en
concept (Local, Authentic, Trustworhy, Traceable, Ethic). Deze
niet ondergaan!
elementen zijn, naast gebruiksgemak en convenience,
­richtinggevend voor het ‘hogere segment’ waar de Vlaamse
landbouw van afhangt. Naast deze positieve connotatie staat
bij de consument de zorg om de gezondheid voorop. Meer en
meer ontstaat bezorgdheid over allergieën, die met bepaalde
voedings- en andere producten worden verbonden. De aandacht voor aanwezige residuen neemt snel toe.
39
Strategie
Produceren voor 300 miljoen welstellende maar kritische consumenten
Zet volop in op de 300 miljoen
‘nabije’ consumenten
extra mogelijkheden om vooral in te zetten
op hoogkwalitatieve verse producten, die
onmiddellijk aan de consument worden ver-
Producenten uit
grote landen hebben
een extra thuis­
voordeel
In essentie is de Vlaamse landbouw gericht
kocht of een weg vinden naar de primaire
op voedselproductie voor de nabije markt
verwerking.
van 300 miljoen vooral koopkrachtige consu-
Het inzetten op deze ‘nabije’ markt
menten. Deze markt vormt in de feiten de
­betekent geenszins dat die sectoren die een
‘thuismarkt’ van de Vlaamse landbouw,
verdere afzetmarkt bereiken, veronacht-
naast een ‘exportmarkt’ die verder reikt
zaamd mogen worden. Integendeel, zij heb-
­binnen en buiten Europa. Wij moeten er
ben nood aan een specifieke benadering en
ons goed van bewust zijn dat niet alleen de
ondersteuning, die hen toelaat ook op deze
Vlaamse landbouw zijn oog laat vallen op
‘verdere’ markten succesvol te zijn. Ook op
deze grote groep koopkrachtige consumen-
deze verdere markten zullen onze kwaliteits­
ten. Komt daar nog bij dat producenten uit
producten, zodra zij succesvol zijn, met
‘grote’ landen een extra ‘thuisvoordeel’
­concurrentie te maken krijgen.
­kunnen verwerven. Wij moeten het dus
­minstens even goed, zo niet beter, doen dan
deze concurrenten. Wij moeten er daarbij
over waken dat de externe kosten, gegenereerd door bijkomende administratie, veel-
Er ontstond een
­breder concept van
gezondheid en
­voedsel
vuldige controles, adviesbureau’s allerhande
… om een kwaliteitsproduct op de markt te
Het gezondheidsgevoel van de consument
zetten, onder controle worden gehouden.
wordt steeds meer bepaald door de manier
De prijs van het kwaliteitsproduct zal
waarop het betrokken voedingsproduct
bovendien steeds worden beïnvloed door het
geproduceerd wordt. Zo zien we dat de
aanbod in het lagere segment. Sommige
­consument de volksgezondheid verbindt met
hogere kwaliteitseisen kunnen ook leiden
de gezondheid van de dieren (zie antibiotica-
tot hogere voedselverliezen. Dit vermijden,
gebruik, antibioticaresistentie, MRSA en
vergt een specifieke strategie.
Q-koorts) en dierengezondheid op zijn beurt
Kennis van deze markt moet toelaten om
40
Hou er rekening mee
dat de consument verder denkt
dan de eigen gezondheid
met het dierenwelzijn. Bij plantaardige pro-
de externe concurrentie een stap voor blijven.
ducten legt de consument dan weer de band
Inzetten op de Europese markt beschermt
tussen de eigen gezondheid en de gezond-
de landbouw tevens tegen muntschomme-
heid van het milieu. Wij krijgen te maken
lingen. Door zijn nabijheid biedt deze markt
met een breder, meer geïntegreerd concept
Strategie
van gezondheid en voedsel. Dit vormt een
lopende onderzoeken naar het consumenten-
bijkomende drijfveer voor de betrokken sec-
gedrag dienen sneller vertaald in concrete
toren om met de nodige zorg om te gaan
info aan de betrokken sectoren en bedrijven.
met de veestapel.
Een betere marktkennis zal ook toelaten
sneller in te spelen op maatschappelijke
ontwikkelingen zoals het ontstaan van
Registreer de signalen
van de markt
­kleinere gezinnen of de vergrijzing, die een
impact hebben op de consumptie. Daarnaast
zal het van belang zijn vanuit de sector
We hebben vastgesteld dat de vraag naar
innovatieve markt- en communicatiestrate-
verduurzaming van de landbouwactiviteit
gieën uit te bouwen, waarbij de sector zelf
vandaag vertrekt vanuit de buitenwereld.
in staat is behoeftes te creëren. Dit alles zal
Het gaat om regels, veelal opgelegd door
de plaats van de landbouwsector binnen
Europese instanties, die bepalen wat kan en
de keten versterken.
niet kan. Ook voedingsproducenten en retail
Het is van belang dat de consument zelf
leggen aan hun landbouwers-leveranciers
meer bij het verhaal betrokken wordt en zijn
steeds nieuwe duurzaamheidvoorwaarden
verantwoordelijkheid opneemt binnen het hele
op. De consument bekijkt het begrip duur-
voedselsysteem. Waar mogelijk, moeten wij
zaamheid dan weer eerder intuïtief en han-
ook meer inspelen op extra kansen die zich
delt daar ook naar. Landbouwers hebben
van buiten de sector aandienen. Het fair­
het daarbij – zowel technisch als financieel –
trade-verhaal, de verdere groei van de voed-
soms moeilijk om hun bedrijf aan de (snel)
selteams, de vraag om zelf als consument
evoluerende vereisten aan te passen.
meer betrokken te worden bij de productie
De sector moet zelf in een veel vroeger
stadium de signalen van de markt en de
Betrek de consument
zelf meer bij het
­verhaal
… het zijn opportuniteiten die individuele
bedrijven nieuwe mogelijkheden bieden.
Wij moeten inspelen
op extra kansen
van buiten de sector
samenleving opvangen, zodat boeren en
tuinders in een vroeger stadium de bedrijfsvoering kunnen bijsturen. Een permanent
en goed georganiseerd en gestructureerd
‘marktobservatorium’ lijkt hier een interes-
Verhoog het aandeel van
de producten in het ‘hoger segment’
en de ‘sterke merken’
sante piste. Hierbij zal men zich steeds meer
moeten richten op wat leeft in de maat-
Producten uit een ‘hoger segment’ en ‘sterke
schappij, in plaats van op het specifieke
merken’ leveren gevoelig hogere winst­
­consumentengedrag. Resultaten van uiteen-
marges op dan bulkproducten of anonieme
41
Strategie
Produceren voor 300 miljoen welstellende maar kritische consumenten
producten. Bovendien versterken zij de posi-
Zet in op ‘nabijheid’ en ‘seizoen’
tie van de ‘aanbieder’ tegenover de retail,
Pure marketing is
ontoereikend
zodat de toegenomen marge in belangrijker
De consument is vandaag bereid meer te
mate naar de landbouwer kan gaan. Door
betalen voor producten die vertrouwen
het aandeel van de producten uit een hoger
­wekken. ‘Nabijheid’ is een begrip dat zowel
segment en door sterke merken in het
eng (hoeveverkoop) als breed (producten
geheel van de Vlaamse landbouwproductie
met weinig voedselkilometers) kan geïnter-
te verhogen, wordt de Vlaamse landbouw
preteerd worden. Samen met de ‘seizoens-
economisch gezonder. ‘Sterke merken’
gebondenheid’ draagt het bij tot het ver­
­kunnen worden gecreëerd en gelanceerd.
hogen van het vertrouwen van de consument.
Ze moeten daarbij voldoen aan strenge
Het afstemmen van productie, verkoop en
­kwaliteitscriteria en echt boven de middel-
promotie is daarbij cruciaal. Samen met de
maat uitsteken, waardoor ze een ‘schaarste’
retail moet worden nagedacht hoe in toe­
creëren. Pure marketing alleen is niet toe-
nemende mate ruimte kan worden vrijge-
reikend, maar ze is wel noodzakelijk. Op
maakt voor ‘nabijheid’ en ‘seizoen’.
­termijn zal het de kwaliteit zijn, die de con-
‘Nabijheid’ draagt bij
tot het verhogen van
het vertrouwen
Merken wij nog op dat wanneer wij het in
sument bindt. Marketing dient veeleer als
het kader van ‘nabijheid’ hebben over lokale
opstap. Marketing zonder kwaliteit zal op
productie deze niet stopt aan de lands­
termijn verlieslatend zijn. Mede daarom
grenzen. Voor een ‘lokaal’ product geldt de
levert het verzekeren van een continue
nabijheid, niet de landsgrenzen.
­kwaliteit – waarin de Vlaamse landbouw
sterk is – gekoppeld aan een gegarandeerde
aanvoer over het hele jaar of een specifieke
periode, een belangrijke meerwaarde. Wij
moeten er ons goed van bewust zijn dat
Streef bij marktgerichte productie
naar een zo hoog mogelijke score
op de LATTE-index
ook de eisen betreffende kwaliteit steeds in
evolutie zijn. Voor bulkproducten die over-
LATTE (lokaal, authenthiek, betrouwbaar,
zeese concurrentie krijgen is er, gezien de
traceerbaar, ethisch), zijn de sleutelelemen-
hogere kost van onze gronden, arbeid en
ten waarvoor de consument gevoelig is.
energie (t.o.v. landen met meer zon), geen
Ook de aspecten die de consument met zijn
toekomst. Dit geldt ook voor de productie
gezondheid verbindt, zoals dierenwelzijn,
van primaire biomassa voor energie.
afwezigheid van residuen, aandacht voor
allergieën … kunnen tot deze sleutelelementen worden gerekend. Hierbij vormt het
42
Strategie
aspect sociale duurzaamheid, de mate
waarin bepaalde vormen van productie door
de samenleving al dan niet aanvaard worden,
een belangrijke dimensie. Soms zijn (een
aantal van) de LATTE-kenmerken latent
aanwezig in de productie of producten. Dan
moeten ze meer worden geëxpliciteerd.
Soms kan, mits een bijkomende inspanning,
een stap vooruit worden gezet op één of
meerdere van deze aspecten. Hierop moet
Sociale duurzaamheid
vormt een belangrijke
dimensie
worden ingezet.
43
44
5
Actieve rol
in het landelijk
gebied, sturende
rol in de agra­
rische ruimte
De stadsvlucht bracht nieuwe waarden
en verwachtingen naar het platteland
dat alsmaar verder versnipperde. Een
groeiende bedrijfsonzekerheid voor de
overgebleven landbouwbedrijven is het
gevolg. Een multifunctionele ontwikkeling van het agrarisch gebied kan een
oplossing bieden, maar landbouw eist
daarbij een sturende rol op. Binnen
de wettelijke bepalingen wil de sector
daarbij zijn verantwoordelijkheid inzake
ecologische duurzaamheid ten volle
opnemen.
45
Analyse
Actieve rol in het landelijk gebied, sturende rol in de agrarische ruimte
Een typisch kenmerk van de Vlaamse landbouw is haar sterke
geheel van de landbouwgemeenschap in al haar vertakkingen.
verwevenheid met de maatschappelijke omgeving in het
Deze gemeenschap zal, door zich vanuit authentieke tijdloze
­buitengebied. Lange tijd was de landbouw bepalend voor de
waarden open te stellen voor ‘nieuwe’ waarden in de samen-
economie en de tijdloze waarden in dat buitengebied.
leving, ook ‘nieuwe’ bevolkingsgroepen aanspreken. Dit zal
leiden tot een duurzame verankering van de landbouw in
een nieuwe plattelandscontext.
Nieuwe waarden
Nieuwe ontwikkelingen hebben nieuwe verwachtingen en
Extra inzetten op ecologische duurzaamheid
nieuwe waarden (biodiversiteit, stilte, onthaasting, recreatie …)
met zich meegebracht. Het zijn waarden die door de land-
De inwijking op het platteland zorgde ook voor een om zich
bouwgemeenschap in eerste instantie als ‘vreemd’ werden
heen grijpende versnippering. Meer en meer doken zone­
ervaren, ook al omdat zij vaak werden ‘geïmporteerd’ uit de
vreemde activiteiten op. Leegkomende landbouwbedrijven
stad. Deze ontwikkeling ging gepaard met de zogenaamde
kregen een andere functie, koeien maakten plaats voor
‘stadsvlucht’ van de stedelijke bevolking, vooral van de hoger
paarden, landbouwlandschappen zorgden voor een recrea-
opgeleide tweeverdieners, richting platteland. Het traditio-
tieve omgeving … De overheid heeft met zijn eigen beleids­
nele platteland zag zichzelf, zo niet verstedelijken, dan toch
kader en regelgeving het nagestreefde onderscheid tussen
verkaveld worden. Toegenomen communicatie en mobiliteit
het open landelijk gebied en het stedelijk gebied zelf onder-
brachten dit alles in een stroomversnelling.
graven.
Hierdoor is op het platteland een nieuwe mix van men-
Wil de landbouw zich in Vlaanderen verder duurzaam
sen en waarden ontstaan. Wil de landbouw in deze ‘nieuwe’
ontwikkelen, dan zal hij, naast aandacht voor de economische
omgeving zijn bestaansrecht en zijn toekomst verzekeren,
en sociale duurzaamheid, extra moeten inzetten op ‘ecolo­
dan zal hij zijn economische en maatschappelijke rol een
gische duurzaamheid’. De signalen uit het (Europese) beleid
nieuwe invulling moeten geven. Daarbij zal de landbouwer
en uit de markt zijn eensluidend: enkel een landbouw die
er zich van bewust moeten zijn, dat hij niet langer de domi-
een geloofwaardige en erkende staat van dienst kan voor-
nante partij is, maar dat hij zijn plaats moet opnemen naast
leggen inzake respectvolle omgang met het omgevend milieu
en samen met anderen. Om daarin te slagen zal hij moeten
en de natuur, zal op termijn zijn bestaansrecht behouden.
aantonen dat hij een eigen bijdrage levert tot waarden als
Het EU-beleid gaat er daarbij van uit dat de kwaliteit van de
ecologie, natuur en milieu, dierenwelzijn, open ruimte,
open ruimte medebepalend is voor de leefbaarheid van het
­landelijkheid … De landbouw hoeft daarom de eigen waar-
platteland. De EU ziet de rol van de landbouwer als steward
den niet op te geven. De sector kan veeleer vanuit die eigen
of the landscape.
waarden (ondernemerschap, zelfredzaamheid, rentmeesterschap) omgaan met de nieuwe waarden. Deze rol is weg­
gelegd voor het landbouwbedrijf in de enge zin, en voor het
46
Analyse in het kort
Recht op boeren
Het traditionele platteland
werd herverkaveld
De invulling van de ruimtebalans, met zijn sectorale doelstellingen die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn
opgenomen, heeft uiteindelijk geleid tot een stand still in
het buitengebied. De huidige moeizaam verlopende besprekingen over de ruimtelijke afbakening van de open ruimte
via de AGNAS, tonen aan dat het louter sectoraal toewijzen
van open ruimte moeilijk aan te houden blijft. Wij moeten
immers vaststellen dat het feitelijk grondgebruik deze
­sectorale toewijzing onmogelijk maakt. Officieel zijn de
• Stadsvlucht zorgde voor nieuwe verwachtingen
en waarden.
• De sectorale opdeling van de open ruimte is
­vastgelopen.
• De rechtsonzekerheid is voor vele bedrijven
­toegenomen.
• Meer inzetten op ecologische duurzaamheid is
onvermijdbaar.
meeste paardenweiden nog agrarisch gebied, maar ze
komen sectoraal niet meer voor landbouw in aanmerking.
Een multifunctionele inrichting van de open ruimte
De indruk ontstaat, dat het statuut van ‘agrarisch gebied’
dringt zich op.
helemaal wordt uitgehold. De sector lijkt alles te moeten
aanvaarden wat op zijn gebied afkomt.
Dit alles zorgt voor heel wat bedrijfsonzekerheid, wegens
de onduidelijkheid over de uiteindelijke bestemming van de
Verankering van de landbouw
in een nieuwe plattelandscontext
betrokken gronden. Deze onzekerheid wordt nog versterkt
door het gebrek aan eenduidigheid binnen de Vlaamse
regelgeving. In een nieuwe benadering van de ruimtelijke
afbakening is daarom een robuuste definitie van ‘agrarisch
gebied’ noodzakelijk.
Op één domein moet de landbouw absoluut het initiatief
nemen en een bepalende rol opeisen. In de agrarische ruimte
• Landbouw ontwikkelt een eigen visie op de multifunctionele inrichting van het agrarisch gebied.
• De sector neemt binnen de wettelijke bepalingen
zijn verantwoordelijkheid inzake ecologische
duurzaamheid ten volle op.
• Grond blijft een belangrijke productiefactor die
staat het recht op boeren voorop. Waar het de agrarische
beschermd moet worden tegen verdere versnip-
ruimte zelf betreft, kan en zal er met anderen in dialoog
pering en oneigenlijk gebruik.
(moeten) worden gegaan. In het agrarisch gebied is het de
landbouw zelf die de dans zal moeten leiden, onder het
Wat wij binnen het agrarisch gebied beter moeten
­motto ‘Wat we beter moeten doen, willen wij zelf doen’.
doen, doen wij beter zelf!
De landbouw zal daarbij invulling geven aan concepten als
­biodiversiteit in het agrarisch gebied en blauwe, groene
of andere diensten die een bijdrage leveren aan de maat­
schappelijke inbedding van de sector.
47
Strategie
Actieve rol in het landelijk gebied, sturende rol in de agrarische ruimte
Herstel de band tussen landbouwer,
voedsel en omgeving
mee zijn verantwoordelijkheid opneemt in
het kader van een eerlijke voeding voor
­eerlijke prijzen.
Vroeger vormde de landbouwer het hart van
de plattelandseconomie. Hij kon terugvallen
Wij kunnen inspelen
op het ‘fork to farm’ –
principe
Van een sectoraal
opgedeelde open
ruimte naar een
­multifunctioneel
gebruik
op een breed lokaal maatschappelijk netwerk.
Vandaag leeft de landbouwer meer en meer
tussen ‘vreemden’, is de band tussen boer
en voedsel niet meer zichtbaar en verdwijnt
het sociale netwerk rond het landbouw­
Enkel vanuit een duidelijke en globale visie,
bedrijf. Een groeiende groep bedrijven dreigt
waarbij rekening gehouden wordt met water-
fysiek en maatschappelijk geïsoleerd te ge­­
beheer, landschap en natuur, maar bijvoor-
raken. Vanuit de vaststelling dat het imago
beeld ook met recreatie, mogelijke eco­
van de sector er sterk is op vooruit gegaan,
systeemdiensten en onroerend erfgoed, zal
is het nu dringend noodzakelijk om de band
de landbouw bij machte zijn, zijn leidende
tussen landbouw en (gezonde) voeding te
rol binnen het agrarisch gebied op te nemen
herstellen. Dat kan onder het motto ‘Leef
en te laten erkennen door anderen. Een
gezond, wij produceren gezond voor u’. Lokale
multifunctionele gebiedsgerichte benadering
afzetstrategieën van producten en diensten,
dringt zich op. Anderzijds moet de samen­
maar ook transparantie en traceerbaarheid
leving in haar verwachtingen ook rekening
vormen hiertoe goede instrumenten. Een
houden met de bedrijfseconomische doel-
goede integratie in de lokale samenleving
stellingen van de Vlaamse land- en tuinbouw.
vormt een eerste en bijna noodzakelijk
Daarom zal er steeds een goed evenwicht
gegeven voor al wie zijn bedrijf verder wil
moeten gezocht worden tussen economie en
ontwikkelen. Moderne communicatiemidde-
maatschappelijke verwachtingen. De conse-
len kunnen hierbij een hulpmiddel zijn.
quentie hiervan is, dat we moeten evolueren
Ook het rechtstreeks contact van produ-
naar een multifunctioneel gebruik van de
cent en consument kan een positieve bij­
open ruimte, veeleer dan naar een sectorale
drage leveren tot een groeiend vertrouwen.
opdeling ervan.
Daarbij kan worden aangeknoopt bij nieuwe
48
Ontwikkel een eigen visie op
de multifunctionele ontwikkelingen
binnen het agrarisch gebied
Deze visie biedt een kapstok bij concrete
ontwikkelingen zoals de groeiende belang-
discussies in het kader van een duurzame
stelling voor ‘stadslandbouw’. Wij kunnen
inrichting van het agrarische gebied, waarbij
inspelen op het fork to farm-principe waarbij
rekening gehouden wordt met de econo­
vertrokken wordt vanuit de consument die
mische, ecologische en sociale dimensies
Strategie
van duurzaamheid.
Zuinig omgaan met de open ruimte is
vogelrichtlijngebieden. Dit opent voor landbouwers de mogelijkheid om een actieve rol
daarbij de boodschap. Het zal er op aankomen
op te nemen in het beheer van dergelijke
zoveel mogelijk naar gebiedsgerichte win-
gebieden.
win-situaties te streven tussen de diverse
betrokken sectoren en maatschappelijke
opdrachten. Wij moeten er ons bij dit alles
goed van bewust zijn dat de competitie
Ecosysteemdiensten
bieden kansen
om beschikbare grond de komende jaren
onverminderd zal doorgaan.
Het is daarbij van belang dat alle betrok-
Zowel in het kader van de vergroening van
het EU-landbouwbeleid als vanuit milieu­
ken actoren in het gebied voldoende onder-
overwegingen wordt steeds meer aandacht
ling vertrouwen kunnen opbouwen. Dit vergt
besteed aan de ecosysteemdiensten. Dit zijn
een andere opstelling en inzet van de over-
diensten die het ecosysteem levert ten bate
heidsdiensten, die meteen ook moeten
van de mens en de maatschappij. Men heeft
­kunnen borg staan voor een grotere rechts-
het daarbij over ondersteunende, reguleren-
zekerheid voor alle betrokken partijen.
de, producerende en culturele ecosysteem­
­Hierbij zal moeten worden voldaan aan een
diensten. Voor de landbouw behoort de
reeks randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld
voedselproductie als producerende eco­
duidelijke afspraken over basisbegrippen
systeemdienst tot de basisopdracht. Zoals
als ‘verwevingsgebieden’ en ‘basisnatuur­
men vanuit de natuurbeweging inrichtings-
kwaliteit’, of over de beschikbare middelen.
en beheersmaatregelen neemt, om er in
De inrichting van een agrarisch gebied
de natuurgebieden voor te zorgen dat het
wordt best gebiedsgericht en in dialoog tus-
betrokken ecosysteem maximaal een aantal
sen diverse betrokken actoren ontwikkeld.
van deze diensten aan de maatschappij
Zo kan bijvoorbeeld landbouw gebruik maken
levert, zo doet landbouw dit binnen een agra-
van de aanwezige kennis inzake natuur­
rische omgeving. Een aantal maat­regelen
beheer en wordt ‘natuur’ in contact gebracht
vloeien rechtstreeks voort uit de landbouw­
met de praktijk van de landbouw, wat het
activiteit, zoals het vasthouden van water
onderlinge begrip zal verhogen.
in de bodem of de C-captatie in permanente
We zien de voorbije jaren tevens een
De sector moet zijn
inspanningen goed
communiceren
graslanden. Voor het verbeteren en opti­
­tendens naar multifunctionaliteit in het kader
maliseren van een reeks andere ecosysteem-
van natuurinrichting in het agrarisch gebied
diensten leveren de landbouwers op vrij­
– denk onder meer aan de inrichting van
willige basis extra inspanningen (erosie49
Strategie
Er moet meer
­aandacht gaan naar
een aantal goede
landbouwpraktijken
Actieve rol in het landelijk gebied, sturende rol in de agrarische ruimte
­bestrijding, blauwe en groene publieke
die een betere grondkwaliteit in de hand
­diensten, initiatieven in het kader van func­
werken. Wij moeten er ons voor hoeden
tionele agro-biodiversiteit, de zorg voor
bepaalde problemen te verplaatsen (bv.
bodemkwaliteit …). De sector moet ook niet
N-lucht en bodem). Inzake vruchtwisseling
aarzelen om zijn inspanningen – huidige
vormt voor een aantal intensieve sectoren
en toekomstige – ter zake goed te communi-
de beschikbaarheid aan geschikte gronden
ceren. Ecosysteemdiensten bieden boven-
binnen een steeds verder verstedelijkend
dien, indien eerlijk en correct vergoed, ook
Vlaanderen een groeiend probleem. Hierbij
financiële kansen.
groeit o.a. de nood aan systemen waarbij
­tijdelijk gronden tussen bedrijven kunnen
geruild of voor een welbepaalde periode
Verhoog de bodemkwaliteit
kunnen gehuurd worden. Op die manier kan
misschien het negatieve effect van seizoen-
De bodem vormt voor de landbouw een
pachten op de bodemkwaliteit ondervangen
onmisbare productiefactor. Een hele reeks
worden.
elementen zijn daarbij bepalend: bodem­
biodiversiteit, organisch stofgehalte, bodemstructuur, erosiegevoeligheid … Om te
Investeer in lokaal waterbeheer
komen tot goede productieomstandigheden
Efficiënt water­
gebruik verdient
meer aandacht
50
is het belangrijk dat het geheel van factoren
Landbouw is sterk afhankelijk van (regen-)
optimaal functioneert, waardoor meteen
water. Maar water, zowel grond- als opper-
ook de bodemvruchtbaarheid toeneemt.
vlaktewater, wordt schaarser. Er kan voor
Er zijn dan ook een meer globale visie en
de landbouw een belangrijke rol weggelegd
aanpak noodzakelijk om te komen tot een
zijn voor het opvangen en bufferen van
bio­diverse, gezonde bodem die o.a. ook
watervoorraden. Deze kunnen in langere
bescherming biedt tegen ziektes. Vooral
droogteperiodes in de eerste plaats worden
een meer doorgedreven coördinatie van het
aangewend om de eigen productie te
versnipperde onderzoek, een meer geïn­
beschermen. Buffering kan ook beschermen
tegreerde voorlichting en een aangepaste
tegen overstromingen en sedimenten­
mestwetgeving (zonder daarbij de milieu-
overlast en kan dus als een ecosysteem-
doelstellingen in vraag te stellen) is in dit
dienst worden vergoed door de samenleving
kader noodzakelijk. Daarnaast dient meer
met private en overheidsmiddelen. Naast
aandacht te gaan naar een aantal goede
buffering van oppervlaktewater moet ook
landbouwpraktijken zoals vruchtwisseling,
aandacht gaan naar infiltratie, het vast­
Strategie
houden van het water in de bodem en het
zal het verlies van residuen naar opper­
beperken van bodemerosie. Meer aandacht
vlakte- en grondwater verder doen afnemen.
dient te gaan naar efficiënt watergebruik.
Gelijklopend dient gestreefd naar een
Naast vermindering van het watergebruik
­Europees erkennings- en prijsbeleid voor
kan, waar mogelijk, ook worden ingezet op
gewasbeschermingsmiddelen om oneigen-
verschuiving van het gebruik van hoog­
lijk gebruik van bepaalde middelen te
waardig naar minder hoogwaardig en laag-
­ontmoedigen.
waardig water. Ook cascadegebruik bij het
aanwenden van hoog- naar laagwaardig
water kan de waterefficiëntie verhogen. Verder verdient de inzet van afvalwater uit de
Houd bij investeringen rekening
met de lokale waterhuishouding
voedingsindustrie voor landbouwbehoeften
nader onderzoek.
Een efficiënte
­implementatie van
de Europese richtlijn
moet vruchten
­afwerpen
In het verleden werd bij investeringen in
veehouderij en groenteteelt weinig rekening
gehouden met de voorhanden zijnde water-
Verlies een verdere verbetering
van de waterkwaliteit niet
uit het oog
voorraad. Vandaag worden bedrijven evenwel geconfronteerd met steeds strikter
­wordende maatregelen ter bescherming
van een aantal diepe grondwaterlagen,
De druk vanuit Europa om te komen tot een
waardoor waterbeschikbaarheid afneemt.
betere chemische en biologische water­
Tijdens langdurige droogteperiodes zien
kwaliteit en een verdere daling van de aan-
we in bepaalde streken ook tekorten in het
rijking door mineralen en residu’s van plan-
oppervlaktewater ontstaan. Daarnaast valt
tenbeschermingsmiddelen zal toenemen.
te verwachten dat de prijs van het water
De sector heeft er alle belang bij de door
­verder zal blijven stijgen. Water wordt, naast
Europa gestelde doelstellingen betreffende
grond, een bepalende productiefactor. Het
de nitraatresidu te halen. In erosiegevoelige
is daarom aangewezen bij het overwegen
gebieden zijn bijkomende maatregelen nodig
van toekomstige investeringen preventief
om de verdere aanrijking van de waterlopen
een wateraudit uit te werken en na te gaan
met bodemdeeltjes en met mineralen en
of de locatie op termijn garant staat voor
residuen van plantenbeschermingsmiddelen
voldoende wateraanvoer tegen een betaal-
te voorkomen.
bare prijs en of er mogelijkheden zijn om de
Een snelle en efficiënte implementatie
van de Europese IPM-richtlijn in Vlaanderen
Een wateraudit is bij
nieuwe investeringen
geen overbodige luxe
watervraag te verlagen of om te schakelen.
Watervragende activiteiten vinden best
51
Strategie
Actieve rol in het landelijk gebied, sturende rol in de agrarische ruimte
plaats in die gebieden waar water langer
kan worden vastgehouden en het winnen van
hoogwaardig water uit diepere grondlagen
(Verse) landbouwproducten
moeten in de toekomst
nog minder residuen bevatten
geen problemen voor de aanwezige water-
Er is dringend nood
aan doorgedreven
onderzoek naar werk­
bare oplossingen
voorraad oplevert. In waterarme gebieden
Er kan met een aan zekerheid grenzende
is er nood aan alternatieve oplossingen om
waarschijnlijkheid worden gesteld dat de
– zeker op iets langere termijn – water­
markt verder zal inzetten op het verlagen van
vragende activiteiten te kunnen handhaven.
de residudrempels in verse producten. De
Een andere piste bestaat erin gewaskeuzes
meetapparatuur verfijnt en, in tegenstelling
en -selecties mee te laten bepalen door de
tot wat men vaak denkt, zijn er voor hormoon-
waterbehoefte.
verstorende stoffen wetenschappelijk geen
grenswaarden. Bovendien wordt op dit
ogenblik het onderzoek naar de cumulatieve
Voer doorgedreven onderzoek naar
de reductie van methaanemissies
impact van uiteenlopende stoffen geopend.
Er is nood aan meer klaarheid op Europees
niveau. Daar moet een ondergrens worden
Op Europees niveau
moet een ondergrens
worden vastgelegd
Methaan is een krachtig broeikasgas (21 keer
vastgelegd. Wat er onder komt te liggen is
sterker dan CO2). Driekwart van de Vlaamse
omgevingsruis. Vandaag inzetten op een ver
methaanemissies komen van de veehouderij.
doorgedreven integratie van niet-chemische
Door het uitblijven van werkbare oplossingen
bestrijding moet de landbouw behoeden
voor de reductie van methaanemissies,
voor het snel ineenstorten van sommige
dreigt de procentuele bijdrage van de land-
markten. Om optimaal geïntegreerde
bouw aan de totale emissie van broeikas-
bestrijding te kunnen inzetten, dient het net
gassen in Vlaanderen toe te nemen. Hier-
van waarschuwingssystemen verder uitge-
door kan de druk tot reductie (of de kost van
bouwd en verfijnd en nieuwe teelttechnieken
niet-reductie) van de methaanemissies de
ontwikkeld om ziektes en plagen te voor­
komende jaren gevoelig toenemen. Er is
komen.
dus dringend nood aan doorgedreven wetenschappelijk onderzoek naar concrete en
werkbare oplossingen.
52
Strategie
Ga na in hoeverre de pachtwet
kan bijgestuurd worden en tracht
versnippering en oneigenlijk
gebruik af te remmen
of te laten bewerken. De productie op de
betrokken gronden blijft in veel gevallen
onder de mogelijkheden. Het aantrekkelijker
maken van pachtovereenkomsten voor de
eigenaars kan misschien ook deze trend een
De prijs van de Vlaamse landbouwgrond
behoort tot de hoogste in Europa. Daar zal
geen verandering in komen. De grondprijs
moet dan ook als een blijvende belangrijke
kostenfactor meegenomen worden. Initiatieven zijn nodig om de steeds verdere daling
van het aandeel pachtgronden te stoppen
andere wending geven.
Verdere versnippering
kan alleen via het
vergunningen- en
grondbeleid worden
afgeremd
om het verpachten van gronden aantrekkelijker te maken. Er moet over worden nagedacht in hoeverre de pachtwet in dit kader
kan bijgestuurd of uitgebreid worden, dan
wel of andere initiatieven (fiscaal, vrijstelling
erfenisrechten …) een oplossing bieden.
Niet alleen de verder oprukkende verstedelijking, maar bijvoorbeeld ook de vererving en het private gebruik van landbouwgronden voor hobbylandbouw of het houden
van dieren, zorgen voor een steeds verdergaande versnippering van de landbouwgrond.
Maatregelen met betrekking tot het vergunningenbeleid en het grondbeleid zijn nodig
om deze versnippering af te remmen.
Meer en meer dient, afhankelijk van de
streek, een nieuwe groep bedrijven zich aan.
Het gaat om landbouwvennootschappen of
andere juridische structuren, opgezet door
grootgrondbezitters die hun hoofdinkomen
niet halen uit de landbouwactiviteit maar
er voor kiezen zelf hun gronden te bewerken
53
Colofon
Redactie
Peter Van Bossuyt
Jan Turf (About Society)
Eindredactie
Freddy Robberecht
Fotografie
Twan Wiermans
Marco Mertens
Vormgeving
Studio Boerenbond
Verantwoordelijke uitgever
Peter Bruggen
Diestsevest 40
3000 Leuven
D/2014/0728/007
© 2014, Boerenbond
Download