Samenvatting thema 4 – Platteland Les 1: Wat eten we? Alles wat je eet, komt van de landbouw. Niet iedere boer doet hetzelfde in de landbouw. Tuinbouwer: Akkerbouwer: Veehouder: Hij verbouwt groente en fruit. We hebben ook glastuinbouw, dit zijn kassen daar is het het hele jaar lekker warm. Hij verbouwt iets op zijn akker. Denk aan tarwe of aardappels. Hij houdt dieren. Hij zorgt voor het vlees dat jij eet. En de kaas en de melk. Les 2: Werken in de landbouw. Werken in de landbouw gaat zo: - Een akkerbouwer onderhoudt zijn land goed, daarom gebruikt hij mest. Er zijn twee soorten mest: kunstmest (gemaakt in de fabriek) en natuurlijke mest (dit is eigenlijk gewoon poep van dieren). - Een veehouder zorgt goed voor zijn dieren. Omdat het ’s winters te koud is voor de dieren buiten, staan ze in de stal. - Voor veel planten is het te koud in de herfst en de winter. Een tuinbouwer houdt daarom planten in een kas. Dat heet glastuinbouw. Waar vinden we: Glastuinbouw: Fruitteelt: Veeteelt Akkerbouw: Zuid-Holland Gelderland, Limburg Friesland, Utrecht Groningen, Drenthe, Zeeland