Wat is kunstmest en wie heeft het ontdekt? Dierlijke mest en plantenresten zorgen ervoor dat planten beter groeien. Scheikundigen komen erachter waarom dit zo is. Zo ontstaat kunstmest Al voor het jaar 0 wisten mensen dat planten met mest beter groeien. Mest bestaat uit dierlijke uitwerpselen en plantenresten en het wordt gebruikt om de grond vruchtbaarder te maken. In mest zitten namelijk voedingsstoffen en die zorgen voor gezonde planten. Gewassen zoals maïs en tarwe halen deze voedingsstoffen uit de bodem. Bij het oogsten worden de gewassen van het land gehaald en de voedingsstoffen gaan dan dus mee. De grond moet weer worden bemest, zodat hij niet uitput. Lange tijd wist men wel, dat mest belangrijk was, maar waarom en hoeveel, dat was niet duidelijk. Het ging dan ook niet altijd goed. Totdat dit in een laboratorium onderzocht werd. Het bleek, dat vooral de mineralen stikstof, fosfor en kalium en ook de metalen ijzer, zink en koper voor planten belangrijk zijn. De Duitser Justus von Liebig is de uitvinder en eerste gebruiker van kunstmest. Von Liebig onderzocht nauwkeurig de hoeveelheid mineralen die planten nodig hebben. Hij maakte de mineralen zelf na, zo ontstond kunstmest: door mensen gemaakte mest. In 1845 was het land van Von Liebig één van de vruchtbaarste plekken van Duitsland geworden. StudioScheikunde| Module Wat hebben planten nodig? | Bron 3: Kunstmest