Thomas evangelie 86. Wie nergens bij hoort, hoort overal bij Jezus zei: De vossen hebben hun holen, en de vogels hun nesten, maar de zoon van de mens heeft geen plaats om zijn hoofd neer te leggen en te rusten. Er wordt gewoonlijk aangenomen dat deze uitspraak een jammerklacht zou zijn: hoe tragisch toch dat de vossen en de vogels een thuis hebben, maar de zoon des mensen niet. En de zoon des mensen, dat is dan in die opvatting de historische Jezus in zijn eenzame rol als de Christus, de enige ‘zoon des mensen.’ Maar is in de samenhang van het Thomas evangelie beslist geen jammerklacht? Het gaat hier over iets heel anders, namelijk dat we als ‘een zoon des mensen’ dat wil zeggen als de hele mens die we allemaal kunnen worden, bewust spiritueel dakloos zijn, dat we geen geloof of wat dan ook nodig hebben om te weten wat we hier op aarde te doen hebben. Dan zijn we gewoon en eenvoudigweg mens met de mensen. Dan is er geen wij en geen zij, geen gelovigen en ongelovigen. Het doet er helemaal niet toe welk geloof je aanhangt, dat wil zeggen: onder welk spiritueel dak je schuilt. Wat telt zijn je daden, de vruchten van de liefde die in jou schuilt, en niet de schijnvruchten die voortkomen uit een leer, vanuit een ‘gij zult...’ Wat is je geloof? Aardig dat je dat vraagt, maar verder van geen betekenis. Wat zijn je daden? Ja, dat doet er toe, dat is het enige wat telt. De vruchten van de liefde, daar gaat het om. Iemand die gevangen is geraakt in een verhaal over de werkelijkheid, door dat verhaal letterlijk te nemen en er zijn identiteit aan te ontlenen, noemt men wel ‘een zoon van het land.’ De partijbonzen, de schriftgeleerden, de hogepriesters zijn ‘de eigenaars van het land.’ Het woord ‘land’ is hier symbool voor een verhaal over de werkelijkheid, een geloof, een ideologie. Maar wie geworden is als een ‘zoon van de mens’ heeft geen land meer, heeft ook geen vaste spirituele woon- en verblijfplaats meer nodig, geen geloof, geen ideologische rustplaats. Zo iemand is Bewust Spiritueel Dakloos. Elke leer , elk geloof, elke ideologie, schept een onderscheid tussen 'wij' en 'zij'. De joden en de niet-joden, de christenen en de heidenen, de proletariërs en de kapitalisten, de uitverkoren volgens ‘ons geloof’ en de verlorenen. Thomas evangelie 86. 2 Maar wie niet tot een 'wij' behoort, kent ook geen 'zij'. Wie nergens bij hoort, hoort overal bij. Dit logion dient hier dus verstaan te worden in de samenhang van het Thomas evangelie. Zie daarvoor ook Thomas 21: 'Zij zijn als kinderen die wonen op een land dat niet van hen is. Als de eigenaars van het land komen, zullen deze zeggen: geef ons ons land terug. Zij zullen zich uitkleden in hun aanwezigheid om het land aan hen te laten en terug te geven.' En Thomas 36: 'Jezus zei: Maak je geen zorgen van de ochtend tot de avond en van de avond tot de ochtend waarmee je je zult kleden.' Thomas 47: Jezus zei: Wordt voorbijgangers. En vanuit deze betekenis kunnen we ook opnieuw de wellicht vertrouwde teksten verstaan in het Nieuwe Testament. In Lucas lezen we (9:57-62): ‘Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: ‘Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’ Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Hier waarschuwt Jezus dus iemand die hem wil volgen: Pas op, wat ik je te bieden heb is geen nieuw geloof. Het is niet net zo’n geloof als wat je nu meent te moeten verlaten. Het heeft geen zin om het ene geloof te verlaten voor een ander geloof. Wil je mij volgen? Besef dan dat ik geen schuilplaats te bieden heb waarin je jezelf kunt verbergen, waarin je kunt vluchten voor jezelf, waarin je kunt ontsnappen aan je eigen verantwoordelijkheid. Traditioneel kenmerkend voor de hier geciteerde tekst uit Lucas is de hoofdletter van het woord Mensenzoon. Want dat zou in de gebruikelijke betekenis alleen slaan op Jezus als de enige Christus. Maar Jezus nodigt ons uit, in de betekenis van het Thomas evangelie, om allemaal een mensenzoon te worden, en dan zonder hoofdletter. Wie bereid is een mensenzoon te worden, in de oorspronkelijke betekenis, dient te beseffen dat hij niet als de vossen en de vogels een schuilplaats Thomas evangelie 86. 3 moet zoeken, maar juist de moed zou kunnen verzamelen om te voorschijn te komen in je ware gedaante, met je oorspronkelijk gelaat. Dan woon je, met een gnostische term, in het Al. –––––––– Parallellen in de Bijbel en andere bronnen vindt men op de website www.gnostiek.nl/thomas Bron: Bram Moerland Schatgraven in Thomas Thomas evangelie, vertaling en toelichting Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2007 ISBN 9789035131453 www.brammoerland.com