De opleiding tot klinisch chemisch analist De beschrijving van het deskundigheidsgebied van de klinisch chemisch analist is ontleend aan het Beroepsprofiel analist klinische chemie van de stichting VAPRO, kwalificatiedossier Analist van de PMLF, functieprofiel klinisch chemisch analist. De context De klinisch chemisch analist is met name werkzaam op het klinisch chemisch laboratorium van een intra- en extramurale zorginstelling. Daarnaast kan hij ook werkzaam zijn in een onderzoekslaboratorium van een universiteit. Een klinisch chemisch laboratorium is een geavanceerde technologische werkomgeving van wisselende omvang. De klinisch chemisch analist voert zowel intern, bijvoorbeeld op poliklinieken of op verpleegafdelingen, als extern werkzaamheden uit in het kader van het afnemen van monsters bij verschillende patiëntencategorieën. De klinisch chemisch analist voert onder verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus de werkzaamheden uit binnen het onderzoek op materiaal van menselijke oorsprong. De werkzaamheden zijn onder te verdelen in een preanalytische, analytische en postanalytische fase. De deskundigheid van de klinisch chemisch analist Het bijzondere karakter van de functie van de klinisch chemisch analist ligt in de kennis, vaardigheden en beroepshouding betreffende patiënten en het verkregen menselijke materiaal. De klinisch chemisch analist neemt menselijk materiaal af of neemt deze al dan niet direct van de patiënt aan. In alle gevallen dient hij respectvol en zorgvuldig me t de patiënt en het verkregen materiaal om te gaan conform het privacybeleid van de instelling. Hij bedient geavanceerde apparatuur om het verkregen menselijk materiaal te onderzoeken. De klinisch chemisch analist beheerst hiervoor een scala aan standaardtechnieken om de benodigde analyses uit te voeren. Systematisch en geconcentreerd werken zijn hierbij noodzakelijk. De klinisch chemisch analist interpreteert de juistheid van de uitgevoerde bepaling en of de verkregen waarden binnen de geldende specificaties vallen. Indien extreem afwijkende waarden verkregen zijn, raadpleegt hij eerst het ZIS om te kijken of de afwijkende waarden al bekend waren bij deze patiënt. Waren de extreem afwijkende waarden niet bekend zijn, dan treedt hij in overleg met een leidinggevende of de klinisch chemicus en vindt er terugkoppeling naar de aanvrager plaats. De klinisch chemisch analist legt de verkregen waarden vast in de daarvoor beschikbare informatiesystemen. De klinisch chemisch analist is naast de uitvoering van de analyse verantwoordelijk voor het stellen van prioriteiten van de (spoed)aanvragen. Binnen de 24 uurszorg draagt de klinisch chemisch analist hierin een grote verantwoordelijkheid doordat hij, op basis van bestaande protocollen en richtlijnen, de beslissingen moet nemen. Indien noodzakelijk wijkt hij op een verantwoorde en gemotiveerde wijze af van deze richtlijnen. Ook in situaties waarin geen richtlijnen voorhanden zijn, kiest hij interventies en legt achteraf verantwoording af over de gemaakte keuzes. Bij acute en levensbedreigende situaties treedt de klinisch chemisch analist direct handelend op. De klinisch chemisch analist is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en het gereed maken van die middelen en materialen, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden . De klinisch chemisch analist past hierbij de geldende eisen, voorschriften en procedures van diverse kwaliteitszorgsystemen toe. De klinisch chemisch analist coacht en beoordeelt klinisch chemisch analisten in opleiding en nieuwe collega’s. Eindtermen van de opleiding tot klinisch chemisch analist 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De klinisch chemisch analist verzamelt te analyseren materiaal in relatie tot de aanvraag en bepaalt bij een tekort aan materiaal, na overleg met de aanvrager, een leidinggevende of klinisch chemicus, welke analyses uitgevoerd dienen te worden. Hierbij wordt rekening gehouden met: het geplande onderzoek; afnamecondities; procedures en richtlijnen voor het afnemen van bloedmonsters; controleprocedures rondom het verkregen materiaal; registratieprocedures; de vereiste (opslag) condities van het verkregen materiaal; alle afspraken met betrekking tot de analyse die zijn vastgesteld; wet- en regelgeving, waaronder het uitvoeren van een voorbehouden handeling. Plannen van zorg 1.2. De klinisch chemisch analist plant de benodigde analyse en voert deze in opdracht van de klinisch chemicus zelfstandig uit. Hierbij wordt rekening gehouden met; de beschikbaarheid van mensen en materialen; de onderzoeksvraagstelling; prioriteit van de onderzoeksvraagstelling. Uitvoeren van het onderzoek 1.3. De klinisch chemisch analist bereidt aan de hand van de protocollen voor de verschillende analysemethoden de monsters voor. 1.4. De klinisch chemisch analist voert met een grote mate van nauwkeurigheid zelfstandig zowel handmatige als geautomatiseerde basisanalysetechnieken uit, volgens vaststaande protocollen en veiligheidseisen. Specifieke aandachtspunten zijn: scheidingsmethodes; microscopie; gehalte bepalingen; te gebruiken materialen; noteren van meetresultaten; noteren van gebeurtenissen die van invloed zijn op het verkregen meetresultaat; noteren van extreem afwijkende waarden. 1.5. De klinisch chemisch analist voert volgens standaardprocedures en protocollen zowel geautomatiseerde als ook handmatige klinisch chemische en hematologische analyses uit. Specifieke aandachtspunten zijn: keuze geschikte instrumenten; persoonlijke beschermingsmiddelen; in geval van een geautomatiseerde analyses het bedienen en monitoren van de analyseapparatuur; - 1.6. gedurende de analyse wordt gerapporteerd over meetwaarden, resultaten en onregelmatigheden. De klinisch chemisch analist controleert en interpreteert de verkregen meetwaarden en resultaten en bepaalt of deze betrouwbaar zijn. Specifieke aandachtspunten zijn: representatie van de vastgestelde meetwaarde; gestelde grenswaarden; betrouwbare meetwaarden controlemonsters; betrouwbaarheidsanalyse; (Engelstalige) procedures en protocollen; kwaliteit van de analyse in relatie tot een ziektebeeld. De klinisch chemisch analist draagt zorg voor de eigen werkplek. Specifieke aandachtspunten zijn: hygiëne; ordentelijkheid voorraadbeheer; aanwezigheid van materialen en hun onderhoudsstaat; preventief onderhoud; signaleren en rapporteren van storingen en/of defecten; in overleg inschakelen van monteur bij geconstateerde storingen en/of defecten. Evalueren en rapporteren 1.7. De klinisch chemisch analist rapporteert resultaten conform protocollen en richtlijnen rekening houdend met de vertrouwelijkheid van de (patiënt)gegevens. 1.8. De klinisch chemisch analist signaleert tijdig en anticipeert door tijdig adequate hulp in te schakelen. 2. Communicatie 2.1. De klinisch chemisch analist communiceert zorgvuldig, systematisch, patiëntgericht en geeft relevante informatie over de afname van menselijk materiaal en het onderzoekproces en houdt rekening met: (mogelijke) complicaties en hun invloed op het welzijn van de patiënt; methoden en richtlijnen voor het begeleiden en voor het geven van informatie aan patiënten en wettelijke en/of andere vertegenwoordigers; de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim; inlevingsvermogen in de patiënt; onderkennen van (de eigen) gevoelens, normen en waarden. 2.2. De klinisch chemisch analist benadert en informeert de patiënt op een respectvolle wijze rekening houdend met de volgende aspecten (vastgelegd in de beroepscode): de belangen van de patiënt/cliënt staan op de eerste plaats; respectvol omgaan met de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt; de levensbeschouwelijke opvatting van de patiënt; de vertrouwelijkheid van de patiënt wordt niet beschaamd; de geheimhoudingsplicht van alles wat hem uit de hoofde van zijn functie bekend wordt/is geworden 1. 1 Bron: Beroepscode voor de biomedische laboratoriummedewerker - Samenwerking 3.1. De klinisch chemisch analist neemt menselijk materiaal op systematische wijze over en verwerkt de gegevens uit deze overdracht op adequate wijze. Hij organiseert de uit te voeren werkzaamheden binnen het klinisch chemisch laboratorium als onderdeel van de keten van zorg, rekening houdend met: prioriteiten; beschikbaarheid van mensen en materialen; zorgvuldigheid en hygiëne; aanwijzingen en instructies. 3.2. De klinisch chemisch analist draagt menselijk materiaal op systematische wijze over en verstrekt de relevante gegevens op adequate wijze als onderdeel van de keten van zorg, rekening houdend met: hygiëne; wet- en regelgeving. 3.3. De klinisch chemisch analist werkt zowel solistisch als effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van optimale patiëntenzor g binnen de eigen afdeling, de instelling en in de gehele keten van zorgverlening. Specifieke aandachtspunten zijn: de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden; de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de leden van het behandelteam en de verdeling van functies en taken binnen het monodisciplinaire en het multidisciplinaire team; de prioriteiten die voortkomen uit het eigen vakgebied; het hanteren van spanningsvelden in een situatie waar bijvoorbeeld tegengestelde belangen overbrugd dienen te worden; het op professionele wijze overdragen van relevante patiëntengegevens aan en binnen het team; de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim. 3.4. De klinisch chemisch analist communiceert op een proactieve, doeltreffende en respectvolle wijze met de andere leden van het (multidisciplinaire) team, andere disciplines en afdelingen. Specifieke aandachtspunten zijn: het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van de eigen deskundigheid; de consequenties van het eigen handelen voor de andere betrokkenen; het geven en ontvangen van instructie en informatie; het geven van feedback aan teamleden, andere disciplines en afdel ingen; het ontvangen en op een adequate wijze verwerken van feedback van teamleden, andere disciplines en afdelingen en zo nodig het eigen handelen bijstellen. 4. 4.1. Kennis en wetenschap De klinisch chemisch analist past evidence based/best practice toe in de dagelijkse beroepspraktijk. Hij formuleert op basis van ervaringen in de dagelijkse beroepspraktijk concrete probleem- of vraagstellingen om de beroepspraktijk te verbeteren; zoekt vanuit deze concrete probleem- of vraagstelling relevante evidence based/best practice in de vakliteratuur; handelt in de dagelijkse beroepspraktijk volgens deze evidence based/best practice . 4.2. De klinisch chemisch analist participeert in uitvoerende zin in (wetenschappelijk) onderzoek. 4.3. De klinisch chemisch analist bevordert actief de deskundigheid van zichzelf, stagiaires en collega klinisch chemisch analisten door intercollegiale ondersteuning en feedback, werkbegeleiding én medewerking aan scholing op afdelings - en organisatieniveau zodat continue verbetering en overdracht van kennis en ervaring met nieuwe technologieën plaatsvindt. 5. Maatschappelijk handelen 5.1. De klinisch chemisch analist reageert adequaat indien de resultaten van het uitgevoerde onderzoek resulteren in een diagnose die een bedreiging vormt voor de patiënt zelf en/of diens omgeving, medepatiënten, zorgprofessionals en de samenleving. Zo nodig neemt de klinisch chemisch analist voorzorgsmaatregelen betreffende de verspreiding van infectieziekten. Specifiek aandachtspunten zijn: resistentieproblematiek; richtlijnen en protocollen met betrekking tot preventie; richtlijnen en protocollen met betrekking tot informatievoorziening. 5.2. De klinisch chemisch analist treedt adequaat op bij incidenten die de veiligheid van patiënten, het verkregen menselijke materiaal en/of medewerkers betreffen. Specifieke aandachtspunten zijn: meldingsprocedure betreffende fouten en ongevallen; procedures en managementsystemen betreffende veiligheidsvoorschriften. 5.3. De klinisch chemisch analist handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen, conform maatschappelijke waarden en normen. 6. Organisatielidmaatschap 6.1. De klinisch chemisch analist werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie van de afdeling, de instelling en de gehele keten van zorgverlening. 6.2. De klinisch chemisch analist committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en professional in de arbeidssituatie. 6.3. De klinisch chemisch analist draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en efficiëntie van de instelling waarvan hij deel uitmaakt. 6.4 De klinisch chemisch analist besteedt de beschikbare middelen en tijd voor de patiëntenzorg verantwoord, rekening houdend met kwaliteit en kosten. 6.5 De klinisch chemisch analist gebruikt informatietechnologie van de instelling ten behoeve van optimale patiëntenzorg en de uitvoering van overige werkzaamheden. 7. Professionaliteit 7.1. De klinisch chemisch analist levert goede beroepsgerelateerde patiëntenzorg op integere, oprechte, professionele en betrokken wijze. Specifieke aandachtspunten zijn: beroepsethiek en beroepscode; beroepsgeheim; bevoegdheden en verantwoordelijkheden; - voorbehouden handelingen; collegialiteit. 7.2. De klinisch chemisch analist levert een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de zorg aan de patiënt door te reflecteren op en het verbeteren van het eigen functioneren in de individuele zorg en in samenwerkingsverbanden. 7.3. De klinisch chemisch analist levert een bijdrage aan actuele beroepsontwikkelingen binnen het vakgebied op afdelings-, organisatie- en landelijk niveau door bij te dragen aan de ontwikkeling van een specifieke beroepshouding en beroepsnorm. Specifieke bepalingen van de opleiding tot klinisch chemisch analist Instroomeisen Havo-diploma bij voorkeur profiel natuur & gezondheid (wiskunde en scheikunde) Een mbo-4 opleiding in één van de volgende richtingen: fysische, biologische, chemische of gezondheidszorg richting. Waarbij sprake is van een exact vakkenpakket in de (voor)opleiding. Goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal, zowel in woord als geschrift. Indien niet voldaan wordt aan de instroomeisen kan een ontheffing van de vooropleidingseis worden aangevraagd bij de opleidingscommissie. Bij de toekenning van de ontheffing wordt de motivatie vanuit de student en de werkgever meegewogen in de besluitvorming. Omvang van de opleiding in klokuren Minimum aantal praktijkuren: 3400 2 Minimum aantal theorie-uren: 1850 Minimumaanstelling per week in klokuren 32 uur per week Het werkveld heeft ruimte hiervan af te wijken op basis van de eisen van de werkgever of wanneer er sprake is van Eerder Verworven Competenties (EVC’s) die tot een verkorting van de opleiding leiden. Ook bij een parttime dienstverband dient gegarandeerd te zijn dat er 1500 uur in de praktijk wordt gewerkt. Verlenging van de opleiding Indien een verlenging van de opleiding noodzakelijk is door een overmachtsituatie (anders dan doubleren) dient de instelling akkoord te vragen door de aard en periode van de verlenging voor te leggen aan de opleidingscommissie. De opleidingscommissie besluit of er sprake is van een geoorloofde verlenging van de opleiding. 2 Zodra betrouwbare gegevens beschikbaar zijn, zullen de gestelde klokuren worden omgezet in ECTS.