De Naam van de Roos Regie: Jean-Jacques Annaud Umberto Eco’s roman ‘De Naam van de Roos’ met z’n uitgebreide historische zijsporen en z’n complexe religieuze en filosofische bespiegelingen is geen lichte kost. De titel slaat op het middeleeuws besef dat alles, ook al bestaat het nog niet of niet meer in deze werkelijkheid, in de ideeënwereld van god bestaat. De ideeënwereld is perfect, volmaakt. Deze wereld is er slechts een afspiegeling van. “Stat rosa pristina nomine, nomina nude tenemus.” Dit is Latijn voor “De roos van weleer bestaat als naam, naakte namen houden we over” Wat vertelt de titel over “de werkelijkheid”? Welke ideeën roept de titel “In naam van de roos” bij je op? 1 Het verhaal speelt zich af in 1327, in een Benedictijner abdij in noord-Italië. In deze abdij wordt een conclaaf georganiseerd tussen pauselijke gezanten en een delegatie Franciscaanse monniken. De Franciscanen werden in die tijd immers beschuldigd van ketterij omdat ze zich afzetten tegen de rijkdom van het Vaticaan – Christus was arm, en bijgevolg moest de kerk dat volgens hen ook zijn, iets dat de paus niet graag hoorde. Onder de Franciscanen bevindt zich William of Baskerville (Sean Connery), een intellectueel die het letterlijke woord van de bijbel niet in de weg laat staan van zijn eigen ratio. Wanneer hij in de abdij aankomt, raakt hij echter verzeild in een heel andere, mysterieuze affaire: een jonge monnik is onder verdachte omstandigheden gestorven en al gauw vallen er nog andere doden. Er wordt in het midden van de nacht druk heen en weer gelopen door de abdij, boeken verdwijnen en er zijn zelfs geruchten van hekserij. Voor hij het weet, is William of Baskerville meer bezig met het onderzoek naar de doden dan met het debat tussen de paus en de Franciscanen. Hoe ziet de matschappij eruit rond 1327? Welke functie hadden abdijen in de ME? De ME maatschappij ligt aan de wieg van de onze: geldeconomie, vakbonden en democratie, zelfs het internationaal verkeer vindt hier zijn basis. (pelgrims) 2 Ten eerste is er het conflict tussen de Franciscanen en de paus en de discussie over de noodzaak aan armoede in de kerk die daarmee verbonden is. Let op de rijkelijke kledij van de pauselijke gezanten, hun juwelen, al de pracht en praal waarmee ze zich die abdij laten binnenrijden. Dit zijn zielenherders die niets geven om iets anders dan hun eigen macht en levensstijl. En ten tweede is ‘De Naam van de Roos’ ook in hoge mate een boek over andere boeken, over de kracht van literatuur. In de middeleeuwen waren abdijen de voornaamste centra van intellectueel leven: de gewone bevolking was analfabeet, en nergens anders werden boeken regelmatig gelezen, nergens anders werden ze gekopieerd. Vanzelfsprekend krijg je dan een spanning tussen aan de ene kant al die intellectuele kennis die daar verzameld ligt, afkomstig van overal ter wereld, en aan de andere kant het geloof in God, dat niet in twijfel mag worden getrokken. Wat doe je dan met boeken die geschreven zijn door joden, moslims of heidenen? In dit verhaal slaan ze die boeken op in een labyrintische bibliotheek, waartoe niemand behalve de bibliothecaris toegang heeft. De wijsheid, die niet past in het eigen denkkader, die gevaarlijke boeken, die tegen de doctrines van de bijbel in gaan, moeten verborgen, zelfs vernietigd worden voor ze in verkeerde handen vallen en God zelf (of het eigen groot gelijk van elk totalitair regime) in vraag stellen. Uiteindelijk maakt men van één van die boeken zelfs letterlijk een moordwapen: een boek dat toch al spiritueel vergif is, wordt nu letterlijk vergiftigd. Dat alles is een statement van Eco over ratio versus religie, over de corrumperende rol van de kerk in die tijd en over het mentale labyrint dat boeken voor de lezer kunnen vormen. 3 ‘The Name of the Rose’ heeft een plot die vragen stelt over de negatieve invloed van georganiseerde religie op het denken van de mens. Gaat dit enkel op voor ‘godsdiensten’ of zit dit gevaar in elke levensbeschouwing verborgen? Waarom was de ME zo bang om het eigen gelijk op te geven? Hoe ver ging de kerk om dat ‘eigen gelijk’ te bewaren? (cfr. Bernardo Gui) Welke les kunnen we hieruit trekken naar vandaag toe? Waarom bekent Salvatore uiteindelijk wat hij niet deed? (waarheid vrs macht) Wat is in onze maatschappij het belangrijkst, de schijn of de waarheid? Hoe staat een ME tegenover bijgeloof en magie? Beheerst bijgeloof en magie nog steeds onze wereld? Op het einde van de film komen de boeren in opstand. Hoe wordt de klassenmaatschappij weerspiegeld in de film? Benedictijnen De orde der benedictijnen (Latijn: Ordo Sancti Benedicti) , is een kloosterorde die de regel van Sint-Benedictus (480 - 540 n.C.) volgt. (Ora et labora; bid en werk) De orde bekent zich, in tegenstelling tot de latere bedelorden, tot de stabilitas loci (letterlijk: plaatsgebondenheid). De dagindeling van de benedictijnen bestaat uit contemplatie en arbeid (ora et labora) en draait rond het gemeenschappelijk gevierde en op te dragen Misoffer en het officie: de Lauden, Primen, Terts, Sext, Noon, Vespers en Completen. Gewoonlijk wordt ook de Vigilie of nachtwake tot het officie gerekend. 4 Waar de orde gesticht werd vanuit een optimisme en een sociaal bewogenheid naar de bevolking toe, wordt ze met der tijd steeds rijker. Daardoor verliest ze haar oorspronkelijk opzet, want hoe meer bezit, hoe meer kans op diefstal. Vandaar het optrekken van abdijen die steeds meer op een burcht lijken. Veel leden van de orde werden gerekruteerd bij de adel. Deze orde staat dan ook voor de bovenklasse, de bourgoisie. De Franciscanen Dragen armoede en eenvoud hoog in het vaandel. Zij sluiten zich niet op in hun kloosters, maar leven tussen en met het volk. Doorheen de geschiedenis botsen ze vaak met de Paus omdat ze niet nalaten de uitzinnige rijkdom en weelde aan te klagen. Zij vormen a.h.w. het geweten van het christendom. Zonder hen was de kerk waarschijnlijk ten onder gegaan, aangezien ze bitter weinig te maken had met geloof en sociale rechtvaardigheid. Welke politieke discussie staat centraal in dit boek? Is dit een hedendaagse discussie? En de kerk, mag die bezit hebben? De figuur van Bernardo Gui (die historisch is) staat symbool voor de corrumpeerbaarheid van de macht. Hij heeft de totale macht, is zowel rechter als partij. Kwaad is wat hij als kwaad beschouwt. Kan je deze personage linken aan de hedendaagse realiteit? Kenmerkend voor de scholastiek van de dertiende en de veertiende eeuw was de centrale rol die de geschriften van Aristoteles daarin speelden. Sinds de twaalfde eeuw waren de teksten van Aristoteles (via de Arabische filosofen in Spanje) opnieuw bekend geworden in West-Europa en hadden daar voor een sensatie gezorgd. Tot die tijd hadden de westerse filosofen alleen een aantal Aristotelische teksten over logica en taalfilosofie bestudeerd: de Categorieën en De interpretatione. Nu kwamen ook bijvoorbeeld de Metafysica en de Fysica binnen handbereik. Aristoteles was geen christen en zijn opvattingen over hoe de wereld in elkaar steekt waren dan ook op een aantal punten in strijd met wat de kerk leert. Vandaar dat de kerk de verrichtingen van al die aristotelici aan de universiteiten nauwlettend in de gaten hield, beducht op ook maar het kleinste 5 spoortje van ketterij. Tegelijkertijd werden oude dogma's (bijvoorbeeld die over de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het brood en de wijn van de heilige mis) opnieuw geformuleerd. De personages van William of Baskerville (Wilhelm von Okcham ) en Adso von Melk verhouden zich als meester en leerling. Maar ondanks alle wijsheid van de intellectuele William overtreft Adso uiteindelijk zijn meester. Waarom? Het leven draait niet alleen om kennis. De wereld van de rede en de wereld van de gevoelens, de passie vullen elkaar aan. Adso heeft kennis gemaakt met de wereld van de passie en liefde én met de wereld van de rede. Voor Adso bleef alleen haar naam; In naam van de roos. 6