Lijst van de financiële risico’s, bestaande uit een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken (art. 92 2° van het MB van 1 oktober 2010) Hiermee worden niet de klassieke financiële risico’s bedoeld die beheerd worden vanuit het interne controlesysteem (optimaliseren subsidies, voorkomen van fraude, …). Andere financiële risico’s zijn: 1) De aanleg van pensioenen voor oud-mandatarissen moet de gemeente zelf betalen. Dit is een schuld die zeker is en die betrouwbaar kan geschat worden. De gemeente heeft hiervoor in 2012 109.110 EUR opzij gelegd bij Belfius Verzekeringen. Jaarlijks doet de gemeente een inleg van 7,50% van het loon van het schepencollege in het fonds. Door het positief resultaat van de jaarrekening 2014 heeft het beleid beslist om in 2015 éénmalig 125.000 EUR extra in het fonds te steken. Voor deze en de komende legislatuur zijn er voldoende middelen. Daarna nemen deze middelen in het fonds af. 2) De pensioenproblematiek met enerzijds de tweede pensioenpijler voor de contractuelen en anderzijds de getrapte verhoging van de werkgeversbijdragen voor de pensioenen van de vastbenoemden. In 2012 heeft de gemeente een éénmalige inleg voor een bedrag van 200.000 EUR gedaan om deels tegemoet te komen aan de verhoging van de werkgeversbijdragen voor de statutairen. Dit is echter niet voldoende, want in de volgende legislatuur nemen de middelen af. 3) De personeelskosten omvatten net geen 40% van de totale exploitatie-uitgaven. Een stijging van de inflatie is dus een financieel risico met grote impact. Naar aanleiding van het federale regeerakkoord werd er 1 indexverhoging niet doorgevoerd. Dit heeft een positieve invloed op het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge. De volgende indexering zal vermoedelijk in oktober 2016 zijn. 4) Op het vlak van uitstaande schulden wordt de schuld actief beheerd. Minimum jaarlijks worden de uitstaande schulden doorgelicht en getoetst aan de nieuwe marktvooruitzichten. Op dat moment worden verschillende scenario’s van schuldherschikking bestudeerd en wordt een eventuele herschikking voorgelegd aan het bestuur. Ook op dat vlak wordt gestreefd naar een goede diversificatie in herzieningsdata, aandeel vast rentevoet ten opzichte van variabele rentevoeten en eventuele rentevoetstructuren. Deze aanpassing van het meerjarenplan heeft voor gevolg dat er 635.000 EUR (2016) en 3.100.000 EUR (2017) geleend zal worden. Dit zijn extra lasten in de exploitatie (intresten) en in de andere-uitgaven (kapitaal). Dit heeft een impact zowel op de autofinancieringsmarge als het resultaat op kasbasis. De lening van 2.750.000 EUR (2015) zal niet meer in 2015 opgenomen worden. 5) Het risico dat de rechten (te innen fiscale en niet-fiscale vorderingen) niet betaald worden, wordt zo goed mogelijk gedekt door een proactieve, accurate en snelle opvolging van de vorderingen. Daarnaast wordt de invorderingsprocedure zo uitgewerkt om een efficiënte en effectieve inningscyclus toe te laten. Dit uiteraard binnen de wettelijke mogelijkheden en met de nodige klantgerichtheid. 6) Het project KMO-zone kanaal is een project dat zichzelf moet terug verdienen. Bij de opmaak van het financieel plan is er geen rekening met eventuele subsidies gehouden die er zeker zijn. Het enige risico ligt in het feit naar de realisatietermijn van de verkopen. Hoe eerder de verkopen gebeuren, hoe minder vreemd kapitaal aangetrokken moet worden. 7) De gemeente heeft een aantal gewaarborgde leningen lopen. Zolang de verschillende instanties hun schulden volgens het aflossingsschema voldoen, is er geen enkel probleem. Het probleem stelt zich enkel wanneer een instantie dit niet meer kan volhouden. Dan zal de bankinstelling zich richten tot het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zal dan de nodige maatregelen moeten treffen. Dan zal de gewaarborgde lening terecht komen bij de uitstaande schuld en zal de jaarlijkse aflossing toenemen.